Hypospadias en cryptorchidie klinken u misschien erg vreemd in de oren. Toch komen deze twee afwijkingen van het mannelijk geslachtsorgaan bij pasgeborenen meer voor dan u denkt.
De gevolgen voor de patiënten op seksueel en psychologisch vlak zijn op volwassen leeftijd niet te onderschatten. Het is dus belangrijk dat de bevolking hierover geïnformeerd wordt.
In Vlaanderen heeft men nog geen precies idee over het exacte aantal gevallen, maar men schat dat er jaarlijks 1/300 jongetjes geboren worden met hypospadias en 1/100 met cryptorchidie. Ook over de oorzaak van hypospadias en cryptorchidie zijn artsen en wetenschappers het nog niet eens. Vaak leveren onderzoeken verschillende eindresultaten zodat het momenteel gissen blijft naar risicofactoren. Omdat we in Vlaanderen ook over cijfermateriaal willen beschikken, werd er een epidemiologisch onderzoek opgestart. De dienst urologie van het UZ te Gent werkt samen met Kind & Gezin om zoveel mogelijk correcte gegevens te verzamelen. Het is de bedoeling om in 2007 een resultaat te bekomen waarmee Vlaanderen ook zijn bijdrage kan leveren aan het wereldwijd gevoerde onderzoek.
Bij hypospadias bevindt de meatus (het plasgaatje) zich niet op de top van de penis, maar in de buurt van de eikel, op het verloop van de penis, ter hoogte van de teelballen of zelfs in de buikholte. Deze afwijking kan het best chirurgisch gecorrigeerd worden vanaf de leeftijd van 6 maanden.
Hypospadias geeft problemen bij het plassen en ejaculeren. Naast seksuele problemen kunnen ook psychologische problemen optreden wegens een ontevredenheid van de patiënt over zijn lichaam. Het chirurgische herstel van hypospadias wordt typisch beschreven met een complicatieratio van 10 %. Dit betreft voornamelijk littekenvorming ter hoogte van de urinebuis, vernauwing van de urinebuis of kromming van de penis.
Cryptorchidie is het niet of onvolledig indalen van één of beide testikels in het scrotum (balzak). Slechts in 10 % van de gevallen komen beide afwijkingen samen voor.
Bij cryptorchidie kunnen de testes zich inguinaal (in het lieskanaal), abdominaal (in de buikholte) of ectopisch (elders) bevinden of zelfs afwezig zijn.
Wanneer cryptorchidie bij de geboorte wordt vastgesteld, is de kans groot dat de testes binnen het eerste levensjaar toch op natuurlijke wijze op de juiste positie terecht komen, in het scrotum. In het andere geval is er een medische ingreep nodig: chirurgische correctie of hormoontherapie. Cryptorchidie verhoogt de kans op onvruchtbaarheid. Mannen die cryptorchidie gehad hebben, lopen een hoger risico op teelbalkanker.
Men schat de incidentie voor beiden a.d.h.v cijfers uit andere Europese landen en de Verenigde Staten. Jaarlijks worden 1/300 jongetjes geboren met hypospadias en 1/100 met cryptorchidie. Men veronderstelt dat dit een verdubbeling is in vergelijking met vroegere cijfers.
Beide afwijkingen kunnen ontstaan wanneer er iets fout loopt tijdens de embryologische ontwikkeling van de mannelijke geslachtsorganen. Deze gebeurt bijna volledig onder invloed van de mannelijke hormonen: androgenen en in het bijzonder testosteron.
Wanneer het hormonale (endocriene) evenwicht wordt verstoord blijkt de kans op hypospadias en cryptorchidie toe te nemen. Omgevingsfactoren zoals xenoestrogenen en/of antiandrogenen kunnen zo een schadelijke interactie veroorzaken.
Behalve in verdelgers komen de androgeenverstoorders ook voor in verpakkingen van voedingsmiddelen en voedingsadditieven, cosmetica, kledij en bepaalde medicatie. De hormonen gebruikt bij In Vitro Fertilisatie en de fytoestrogenen in vegetarische producten zouden ook interfereren met dit hormonale proces. Men vermoedt dat de omgevingsfactoren in een verstedelijkt gebied schadelijker zijn dan deze op het platteland. Dit verklaart verschillen in de geografische spreiding van incidentie.
Verder kan er verstoring van het endocriene evenwicht zijn door genetische schade, rookgedrag en hoge leeftijd van de moeder.
Vroeggeboorte, te laag geboortegewicht en problemen tijdens de zwangerschap of bevalling (bloedingen, hypertensie, vroegtijdige weeën, keizersnede) tonen vaak een verband met cryptorchidie en hypospadias.
De kennis over oorzaken, toename en spreiding van hypospadias en cryptorchidie is nog niet volledig opgehelderd is. Er zijn veel studies en vraagtekens die niet altijd even vergelijkbaar zijn of zelfs zeer tegenstrijdige resultaten publiceren. Daarom werd nu ook in Vlaanderen een onderzoek opgezet om deze factoren te bestuderen.
In samenwerking met Kind & Gezin (K&G) worden de nodige data over de geboortes in Vlaanderen gecollecteerd door registratie van februari 2005 – februari 2007.
Kind & Gezin is de autoriteit in Vlaanderen op het gebied van kinderzorg. Deze organisatie is het steunpunt voor objectieve en neutrale informatie over alles wat met jonge kinderen te maken heeft en voor dienstverlening aan het jonge kind en zijn omgeving. K&G beschikt over 338 consultatiebureaus verspreid over heel Vlaanderen. Bij deze consultatie kan hypospadias en/of cryptorchidie vastgesteld worden door de kinderarts bij pasgeborenen. Zij vullen eveneens een vragenformulier in. Hierin wordt gevraagd naar gegevens over de pasgeborene, de moeder, de zwangerschap en de geboorte en over beide afwijkingen. Per geval van hypospadias of cryptorchidie wordt er door de arts van het consultatiebureau een formulier ingevuld voor twee baby’s zonder deze afwijkingen.
Alle gegevens worden anoniem en met toestemming van het Medisch College van Kind & Gezin verwerkt door de dienst Urologie van het UZ te Gent.
Het belangrijkste doel van deze studie is informatie bekomen over de incidentie van hypospadias en cryptorchidie in Vlaanderen. Secundair worden er ook invloedsfactoren onderzocht. Om correctere informatie te verkrijgen over risicofactoren en risico-indicatoren is verder onderzoek aangewezen. Momenteel zijn er nog te weinig gegevens om eenduidige conclusies te trekken. In 2007 hopen we in Vlaanderen een beeld te krijgen van de incidentie van hypospadias en cryptorchidie.
Meer informatie over hypospadias of cryptorchidie: Prof. Dr. P. Hoebeke, Dienst Urologie, UZ, De Pintelaan 185, 9000 Gent.
Referentielijst
[1] Pierik FH, Burdorf A, Nijman JMR (2002). A high hypospadias rate in The Netherlands. European Society of Human Reproduction and Embryology 17(4):1112-1115.
[2] Siroky MB, Oates RD, Babayan RK (2004). Cryptorchidism. In: Handbook of Urology: Diagnosis &
Therapy. Lippincott: Williams & Wilkins, pp. 367-269.
[3] Marieb EN, Mallat J (2003). The reproductive system. In: Human Anatomy. Benjamin Cummings, pp. 701-
742.
[4] Tanagho EA (2000). Embryology of the Genitourinary System. In: Smith’s General Urology. McGraw-Hill,
pp.17-27.
[5] Thonneau PF, Candia P, Mieusset R (2003). Cryptorchidism : incidence, risk factors and potential role of
environment ; an update. Journal of Andrology 24(2):155-162.
[6]Gearhart JP, Rink RC, Mouriquand PDE (2001). Hypospadias. In: Pediatric urology. Mouriquand PDE, Mure
PY, editors. Philadelphia: Saunders, pp. 713-728.
[7]Carmichael SL, Shaw GM, Nelson V, Selvin S, Torfs CP, Curry CJ (2003). Hypospadias in California, trends and descriptive epidemiology. Epidemiology 14(6):701-706.
[8]Chambers EL, Malone PSJ (1999). The incidence of hypospadias in two English cities: a case-control
comparison of possible causal factors. British Journal of Urology International 84:95-98.
[9]Klip H, Verloop J, van Gool JD, Koster META, Burger CW, van Leeuwen FE (2002). Hypospadias in sons of women exposed to diethylstilbestrol in utero: a cohort study. The Lancet 359:1102-1107.
[10]Boisen KA, Kaleva M, Main KM, Virtanen HE, Haavisto AM, Schmidt IM, Chellakooty M, Damgaard IN,
Mau C, Reunanen M, Skakkebaek NE, Toppari J (2004). Difference in prevalence of congenital cryptorchidism
in infants between two Nordic countries. The Lancet 363:1264-1269.
[11]Aho MO, Koivisto AM, Tammela TLJ, Auvinen AP (2003). Geographical differences in the prevalence of
hypospadias in Finland. Environmental Research 92:118-123.
[12] Shono T, Suita S, Kai H, amaguchi Y (2004). Short-time exposure to vinclozolin in utero induces testicular maldescent associated with a spinal nucleus alteration of the genitofemoral nerve in rats. Journal of pediatric surgery 39(2):217-219.
[13] Lemaire G, Terouanne B, Mauvais P, Michel S, Rahmani R (2004). Effect of organochlorine pesticides on
human androgen receptor activation in vitro. Toxicology and applied pharmacology 196:235-246.
[14] Emmen JMA, McLuskey A, Adham IM, Engel W, Verhoef-Post M, Themmen APN, Grootegoed JA,
Brinkmann AO (2000). Involvement of Insl3 in Diethylstilbestrol-induced Cryptorchidism. Endocrinology
141(2):846-849.
[15] Silver RI, Rodriguez R, Chang TSK, Gearhart JP (1999). In vitro fertilisation is associated with an increased risk of hypospadias. Journal of Urology 161:1954-1957.
[16] Kallen B, Finnstrom O, Nygren KG, Olausson PO (2005). In vitro fertilisation (IVF) in Sweden: Risk for
congenital malformations after different IVF methods. Birth defects research part A-Clinical and molecular
teratology 73(3): 162-169.
[17] North K, Golding J and the ASPAC study team (2000). A maternal vegetarian diet in preganancy is
associated with hypospadias. British journal of Urology International 85:107-113.
[18] Aaronson IA, Cakmak MA, Key LL (1997). Defects of the testosterone biosynthetic pathway in boys with
hypospadias. Journal of Urology 157(5): 1884-1888.
[19] Fredell L, Kockum I, Hansson E, Holmner S, Lundquist L, Lackgren G, Pedersen J, Stenberg A, Westbacke
G, Nordenskjold A (2002). Heredity of hypospadias and the significance of low birth weight. Journal of Urology
167(3):1423-1427.
[20] Fisch H, Golden RJ, Libersen GL, Hyun GS, Madsen P, New MI, Hensle TW (2001). Maternal age as a risk factor for hypospadias. Journal of Urology 165:934-936.
[21] Biggs ML, Baer A, Critchlow CW (2002). Maternal, delivery and perinatal characteristics associated with
cryptorchidism: a population-based case-control study among births in Washington State. Epidemiology 13:197-
204.
[22] Kind & Gezin: http://www.kindengezin.be/Algemeen
[23] Vlaamse Overheid: http://www.wvc.vlaanderen.be/gezondheidsindicatoren/
[24] Eurocat: http://www.eurocat.ulster.ac.uk (An assessment and analysis of surveillance data on hypospadias
in Europe 2003)
[25] Yang J, Carmichael SL, Kaidarova Z, Shaw M (2004). Risks of selected congenital malformations among
offspring of mixed race-ethnicity. Birth Defects Research (Part A) 70:820-824.