Moraliteit tussen vrijheid en determinisme. Een filosofisch onderzoek naar de causaliteit van altruïsme en egoïsme.

Ellen Comhaire
Persbericht

Moraliteit tussen vrijheid en determinisme. Een filosofisch onderzoek naar de causaliteit van altruïsme en egoïsme.

Staat altruïsme ooit los van egoïsme?

 

De centrale vraag die ik wil onderzoeken, is of altruïsme ooit losstaat van egoïsme. Altruïsme en egoïsme zijn termen die voornamelijk begrepen worden in het kader van motivaties, intenties en doelstellingen. Wat leidt ons in de keuzes die we maken en die uiteindelijk ons gedrag bepalen? Hoe komt het dat we doen wat we doen? Uitgaande van een materialistisch standpunt – met een amorele kosmos – moeten we op zoek gaan naar de manier waarop wij mensen zelf waarden creëren en onderscheiden. Hierbij maak ik een onderscheid tussen de onbewuste (als het ware automatische) en de bewuste mechanismen.

 

Onbewuste automatismen

In de eerste plaats steunt ons gedrag op disposities - neurale patronen die op een bepaalde stimulus steeds eenzelfde reactie vertonen. Maar elke prikkel die gedurende ons leven tot ons zenuwstelsel doordringt, beïnvloedt onze disposities, waardoor ze kunnen veranderen en zich aanpassen aan de externe omgeving waarin we leven. Wanneer een prikkel binnenkomt in het zenuwstelsel, van buiten het lichaam of van in het lichaam zelf (inclusief de hersenen), wordt een reactie gegenereerd. Het kan zowel een neurale als een chemische reactie zijn, en die brengt op haar beurt opnieuw andere processen op gang wat uiteindelijk tot gedrag kan leiden. Aan welke prikkels (bewust of onbewust) aandacht wordt besteed en hoe ermee omgegaan wordt, hangt opnieuw af van onze aangeboren en individueel ontwikkelde disposities. Zij bepalen hoe belangrijk deze binnengekomen informatie voor ons is of lijkt, voornamelijk op basis van onze emoties.

Onze emoties zijn lichaamstoestanden die via hun weergave in onze hersenen een beeld geven van wat er op dat moment relevant is voor ons. Onze emoties zijn de stuwkracht achter ons gedrag en ze zorgen ervoor dat ons gedrag aangepast is aan onze ervaringen – en dat is uiteindelijk onze kennis over wat een situatie bij ons teweegbrengt. Om tot zinvolle interactie te komen met de omgeving, werken onze hersenen op basis van voorstellingen van wat er kan gebeuren. Die voorstellingen vinden hun oorsprong in de zintuiglijke prikkels. Via een soort verwachtingssysteem - dat werkt gebruik makend van ons ‘emotioneel geheugen’ - worden aan die voorstellingen automatisch evaluatieve associaties gekoppeld. Zij geven de wenselijkheid weer van een verwachte gebeurtenis. Ook dit proces verloopt enerzijds via onbewuste, automatische systemen, waarbij ons limbisch systeem loopt, waardoor een preciezere plaatsing van de stimulus ontstaat in ons expliciete geheugen. Een meer verfijnde en genuanceerde reactie op een (interne en externe) situatie is dan mogelijk. Deze laatste soort respons zal gebaseerd zijn op onze bewuste herinneringen aan voorstellingen van onszelf – ons zelfconcept, ook wel zelfbeeld of identiteit genoemd - en van hoe onze omgeving ineen zit.

Ons aangeboren neuraal waarderingssyteem heeft de neiging zaken als positief te bestempelen indien ze gunstig lijken voor onze overleving en voortplanting. Wij bestaan dankzij het succes van onze voorouders op dat gebied. Dat zij telkens in staat waren om lang genoeg te leven om zich voort te planten, heeft als gevolg dat wij in een ononderbroken lijn van overdracht van genetische materiaal verbonden zijn met de eerste levende wezens op onze planeet. Lang genoeg kunnen overleven wijst op een voldoende aanpassing aan de leefomgeving. Het betekent niet dat wij daarom op overleving en voortplanting mòeten gericht zijn; het verklaart alleen hoe het komt dat die zaken in ons evaluatiesystemen een belangrijke rol spelen. Organismen die door de verwachting van een ‘beloning’ geneigd zijn tot overlevings- en voortplantingsgedrag, zullen zich ook effectief voortplanten en deze kenmerken - indien aangeboren - genetisch doorgeven. Zo komt het dat wij met een emotionele huishouding zitten die ons plezier verschaft in het noodzakelijke; deze mechanismen zorgen ervoor dat wij überhaupt bestaan! Het blijven echter zaken die ingebouwd zitten in onze lichamelijke (emotionele) automatismen, waarvan wij niet (noodzakelijk moeten) beseffen hoe ze werken. De vraag die hier logisch op volgt is dan: hoe maken we onze overwogen (‘rationele’) keuzes? In het kader van de motivaties is dit een cruciaal punt.


Bewuste beslissingen

Onze bewuste beslissingen, die voortspruiten uit onze cognitieve vaardigheden, blijven gebaseerd op fundamentele neurale waarderingsmechanismen. We kunnen wel de deductieve vaardigheden gebruiken waarover we beschikken, maar onze emoties helpen steeds om voorkeuren te ordenen. Wanneer we de mogelijke consequenties van onze keuzes overlopen, gaat ons verwachtingssysteem daar op basis van ons emotioneel geheugen een waarde aan toekennen die ervoor zorgt dat enerzijds bepaalde uiterst ongewenste alternatieven onmiddellijk uitgesloten worden en anderzijds dat we bepaalde zaken die geen eenduidige voorspelling mogelijk maken meer bewuste overweging vragen. Het zijn deze evaluaties die samen met andere fundamentele regulatiesystemen (voor overleving) onze verlangens rudimentair zullen richten. De nuances in verlangens en de manier waarop aan deze tegemoet gekomen zal worden, hangen af van de culturele omgeving waarin men opgroeit. Onze sociale omgeving is immers de belangrijkste factor die onze identiteit – ons zelfconcept – zal bepalen. De maatschappij waarin we leven voorziet ons van waarderingskaders die een rol spelen in de overweging van de gevolgen van onze daden. Men zou dan natuurlijk kunnen stellen dat de mens dan eigenlijk ‘goed doet’ voor anderen omdat hij bijvoorbeeld geleerd heeft dat niet-altruïstisch gedrag bij wet afgestraft wordt. Bij de grote kans op negatieve gevolgen die men verwacht, zou men dan toch uit eigenbelang ‘logisch’ kunnen besluiten om zich coöperatief op te stellen. Dat is waar, maar dat is niet de enige invloed die kan spelen op het waarderingssysteem van de altruïst: er is méér dat zijn intenties kan invullen, namelijk oprechte bezorgdheid om de ander.


De mens is een sociaal dier

Wij zijn van nature uit gericht op anderen. In onze aangeboren neurale systemen krijgt het samenzijn met onze lotgenoten een grote waardering; we worden als het ware naar onze medemens gedreven door onze genen. Door het evolutieproces te bekijken op het niveau van de groep – hetzij de familie, hetzij de samenleving, hetzij de mensen waarmee men op de een of andere manier samenwerkt – kan verklaard worden hoe samenwerkingsstrategieën in de menselijke soort ‘ingebouwd’ worden. Een groep die door samenwerking meer overlevingskansen heeft, zal meer genetisch materiaal kunnen doorgeven dan een groep die meer te verduren krijgt door een tekort aan coöperatie. Wanneer bepaalde genetische kenmerken er mede voor zorgen dat de ‘samenwerkers’ meer overlevingskansen hebben, dan zullen deze kenmerken bewaard blijven in de genetische bouw van de daaropvolgende generaties. Deze genetische evolutie gaat in de loop van de menswording gepaard met de co-evolutie van bepaalde ‘culturele’ aspecten. Van zodra onze cognitie en de omgevingsvoorwaarden ons toelieten om zelf systemen voor samenleven en -werken te bedenken, zullen deze cultureel bepaalde (deels morele) systemen ook een rol spelen in de genetische selectie. Voorbeeld: wanneer zeer coöperatieve (of sociale) individuen maatschappelijk een hogere status verwerven, kan dit leiden tot hogere paarkansen.


Staat altruïsme ooit los van eigenbelang?

Er zijn tal van voordelen (beloningen) in de wacht te slepen door zich altruïstisch op te stellen: men ontvangt (materiële en immateriële) wederdiensten, krijgt een goede reputatie, verwerft soms enige macht, of bevestigt zijn positieve zelfbeeld en kan eventuele, door empathie ontstane, ongemakken wegwerken. Onderzoek wijst zelfs uit dat mensen een gevoel van bevrediging overhouden wanneer ze iemand geholpen hebben. Om tot een sluitend antwoord te komen op de gestelde vraag, moeten we echter een zeer duidelijk onderscheid maken tussen enerzijds onze bewuste overwegingen en anderzijds ons onbewuste waarderingssysteem.

Op bewust niveau streven we genot na, zonder dat we hoeven te beseffen dat evolutionaire behoeften aan de onbewuste basis liggen. Ook aangeleerde, cultuurspecifieke, contextgebonden factoren en toevallige gebeurtenissen hebben een cruciale invloed in de overwegingen van het individu. Aangezien al deze factoren onze waarderingen (o.a. in de vorm van emoties) en daarmee ons gedrag bepalen via evolutionaire ‘trial and error’ en ontogenetische ‘straf en beloning’, kunnen we concluderen dat ons gedrag altijd een grondslag heeft van eigenbelang. Maar dit betekent niet noodzakelijk dat we bewust dit eigenbelang nastreven! ‘Echt altruïsme’ schuilt namelijk daarin dat de altruïst het verhogen van het welzijn van de andere vooropstelt zonder daarbij eigen voordelen in rekening te brengen op het moment van de beslissing. In een dergelijke definitie staat echt altruïsme lijnrecht tegenover egoïsme – dat dan prioriteit geeft aan het eigen belang (ondanks het mogelijks vertonen van prosociaal gedrag). De ware altruïst bestaat dus: het is die persoon die anderen helpt zonder stil te staan bij zijn eigen winst. Het is hij/zij die ‘het goede’ doet voor de ander omwille van de ander. Zwart-witte benaderingen zijn hier uit den boze en men moet voorzichtig zijn met zijn oordeel wanneer het om de morele waardering van een bepaalde individuele gekozen optie gaat. Ons gedrag blijft immers steeds zeer contextgebonden, waarbij zowel de interne lichaamstoestand als de externe omgevingssituatie zeer grote verschillen kunnen teweegbrengen in de beslissingen die we maken.

 

Dit artikel is een zeer beknopte samenvatting van mijn eindverhandeling ingediend tot het behalen van de graad Master in Moraalwetenschappen: ‘Moraliteit tussen vrijheid en determinisme. Een filosofisch onderzoek naar de causaliteit van altruïsme en egoïsme.’ Academiejaar 2004-2005. Exemplaren hiervan zijn op verzoek te verkrijgen op ellencomhaire@hotmail.com.

Het limbisch systeem (of het ‘oudere zoogdierenbrein’) is dit deel van de hersenen waar onder andere herinneringen aan emoties en plaatsen worden opgeslagen en snelle emotionele reacties gegenereerd worden, vb. de vluchtreflex bij het zien van een wild dier.

De cognitieve, associatieve zones maken deel uit van de neocortex of grote hersenen en maken mogelijk dat wij emoties als persoonlijk kunnen ondergaan, namelijk als gevoelens. Bijgevolg kunnen we er ook een grote invloed op uitoefenen.

Weiss, R.F. et al. Altruism is rewarding. In: Science 171, 1971, p.1262-1263. Zoals aangehaald in de Waal, F. Van nature goed. Over de oorsprong van goed en kwaad in mensen en andere dieren. Vertaald door Fieke Lakmaker. Contact, Amsterdam/Antwerpen, 1996, p.104.

Bibliografie

BIBLIOGRAFIE Boeken en artikels

 

Adolphs, R. Cognitive neuroscience of human social behaviour. In: Nat Rev Neurosci 4, 2003, p.165-178. Zoals aangehaald in (Fehr & Rockenbach, 2004, p.786).

 

Alexander, R.D. The Biology of Moral Systems. Aldine, New York, 1987. In: Alexander, R.D. Biological considerations in the analysis of morality. In: Nitecki, M.H. & Nitecki, D.V. (red.) Evolutionary Ethics. State University of New York Press, Albany, 1993, p.163-196. Zoals aangehaald in (de Waal, 1996, p.277).

 

Allman, J.M., McLaughlin, T. en Hakeem, A. Brain weight and life-span in primate species. In: Proceedings of the National Academie of Science, nr. 90, 1993, p.118-122. Zoals aangehaald in (Damasio, 1998, p.148).

 

Argyle, M. Causes and correlates of happiness. In: Kahneman, D. et al. (red.) Well-being: Foundations of hedonic psychology. New York, 2000. Zoals aangehaald in (Klein, 2003, p.129).

 

Axelrod, R.M. The evolution of cooperation. Princeton University Press, Princeton, 1984. Zoals aangehaald in (Ridley, 1997; Speelman, 1999).

 

Axelrod, R.M. De evolutie van samenwerking. Vertaald door Inge Kok, Contact, Amsterdam, 1990. Zoals aangehaald in (Speelman, 1999, p.75).

 

Baerends, E.A. The one-legged chicken in the shadow of indebtedness. Indebtedness

and social relationships among the Anufom in Northern Togo. Rijksuniversiteit Groningen, Groningen, 1994. Zoals aangehaald in (Butter, 1997, hoofdstuk 5).

 

Bargh, J.A. The Automaticity of Everyday Life. In: Advances in Social Cognition 10, 1997, p.1-61. Zoals aangehaald in (Frank, 2001, p.66).

 

Baron, R.A. Interviewer’s Moods and Reactions to Job-Applicants. In: Journal of Applied Social Psychology 12, 1987, p.911-926. Zoals aangehaald in (Evans, 2002, p.117).

 

Ben-ze’ev, A. Emotions and morality. In: The Journal of Value Inquiry, 31, 1997, p. 195-212. Zoals aangehaald in (Jacobs, 2005).

 

Birnbaumer, N. & Schmidt, R. Biologische Psychologie. Heidelberg/Berlin, 1999. Zoals aangehaald in (Klein, 2003, p.54).

 

Bower, G. Mood and Memory. In: American Psychologist 36, 1981, p.129-148. Zoals aangehaald in (Evans, 2002, p.114-116).

 

Boyd, R. & Richerson, P. Cultural Evolution of Human Cooperation. Hammerstein, P. (ed.) MIT Press, 2003. Zoals aangehaald in (Fehr & Renninger, 2005, p.89-90).

 

Braeckman, J. Darwins moordbekentenis. De ontwikkeling van het denken van Charles Darwin. Uitgeverij Nieuwezijds, Amsterdam, 2001, 239 pp.

 

Breiter, H. et al. Acute effects of cocaine on human brain activity and emotion. In: Neuron 19, p.591-611, 1997. Zoals aangehaald in (Klein, 2003, p.120).

 

Churchill, R.P. & Street, E. Is There a Paradox of Altruism? In: Seglow, J. (ed.) The Ethics of Altruism. Frank Cass, London/Portland, 2004, p.87-105.

 

Claes, T. Hoofdstukken uit de hedendaagse Anglo-Amerikaanse ethiek. Cursustekst 2003-2004, draft-versie.

 

Crites, S. et al. Bioelectrical echoes from evaluative categorisations. In:Journal of Personality and Social Psychology 68, 1995, p.997-1013. Zoals aangehaald in (Klein, 2003, p.45).

 

Damasio, A.R. De vergissing van Descartes. Gevoel, verstand en het menselijk brein. Vertaald door L. Teixeira de Mattos. Tweede druk. Wereldbibliotheek, Amsterdam, 1998, 319 pp.

 

Damasio, A.R. Het gelijk van Spinoza. Vreugde, verdriet en het voelend brein. Vertaald door Marjolijn Stoltenkamp. Derde druk, Wereldbibliotheek, Amsterdam, 2004, 319 pp.

 

Damasio A.R. The Feeling of What Happens: Body and Emotion in the Making of Consciousness, Harcourt Brace, New York, 1999, 386 pp. Afgekort als (Damasio, NY 1999).

 

Davidson, R.J. & Fox, N. Frontal brain asymmetry predicts infants’ response to maternal separation. In: Journal of Abnormal Psychology 98, 1989, p.127-131. Zoals aangehaald in (Klein, 2003, p.62).

 

Decety, J. & Chaminade, T. Neural correlates of feeling sympathy. In: Neuropsychologia 41, 2003, p.127–138.

 

Decety, J. & Chaminade, T. The neurophysiology of imitation and intersubjectivity. In: Hurley, S. & Chater, N. (eds.) Perspectives on imitation: from cognitive neuroscience to social science. MIT Press, Cambridge, MA, 2005, 568pp. Zoals aangehaald in (Decety & Chaminade, 2003, p.128).

 

Decety, J. & Sommerville, J.A. Shared representations between self and other: a social cognitive neuroscience view. In: Trends in Cognitive Sciences vol.7 nr.12, Elsevier, 2003, p.527-533.

 

Dennet, Daniel C. Het bewustzijn verklaard. Vertaald door Ton Maas en Frits Smeets. Olympus, 1999, 571 pp.

 

de Quervain, D.J.-F., Fischbacher, U., Treyer, V., Schellhammer, M., Schnyder, U., Buck, A. & Fehr, E. The Neural Basis of Altruistic Punishment. In: Science 305, 2004, p.1254-1258.

 

Devolder, K. & Braeckman, J. Copyright. Een bio-ethisch essay. Universitaire Pers Leuven, Leuven, 2001, 207 pp.

 

de Waal, F. Van nature goed. Over de oorsprong van goed en kwaad in mensen en andere dieren. Vertaald door Fieke Lakmaker. Contact, Amsterdam/Antwerpen, 1996, 327 pp.

 

Doyal, L. & Gough, I. A Theory of Human Need. Macmillan, London, 1991.

 

Duman, R., Heninger, G. & Nestler, E. A molecular and cellular theory of depression. In: Archives of General Psychiatry 54, 1997, p.597-606. Zoals aangehaald in (Klein, 2003, p.80).

 

Eagle, A.H., Ashmore, R.D., Makhijani, M.G. & Longo, L.C. What Is Beautiful Is Good, But…: A Meta-Analytic Review of Research on the Physical Attractiveness Stereotype. In: Psychological Bulletin 110, 1991, p.109-128. Zoals aangehaald in (Frank, 2001, p.66).

 

Edel, M. & Edel, A. Anthropology and Ethics. Charles C. Thomas, Springfield, 1959. Zoals aangehaald in (Speelman, 1999, p.65).

 

Eible-Eibesfeldt, I. The expressive behavior of the deaf and blind born. In: Cranach, M.V. & Vine, I. (Eds.), Social communication and movement. p.163-194. CA: Academic Press, San Diego, 1973. Zoals aangehaald in (Oatley & Jenkins, 1996, p.66).

 

Eible-Eibesfeldt, I. Dominance, submission and love: Sexual pathologies from the perspective of ethology. In: Feierman, J.R. (Red.), Pedophilia: Biosocial Dimensions. Springer, New York, 1990, p.150-175. Zoals aangehaald in (de Waal, 1996, p.56).

 

Ekman, P. Universals and cultural differences in facial expressions of emotion. In: Cole, J. (Ed) Nebraska symposium on motivation. Lincoln, NE: University of Nebraska Press, 1971, p.207-283. Zoals aangehaald in (Oatley & Jenkins, 1996, p.52).

 

Elliot, R., Friston, K. & Dolan, R. Dissociable neural responses in human reward systems. In: Journal of Neuroscience 20, 2000, p.6159-6165. Zoals aangehaald in (Klein, 2003, p.109).

 

Evans, D. Emotie. De wetenschap van het gevoel. Vertaald door Rogier van Kappel. Lemniscaat, Rotterdam, 2002, 178 pp.

 

Fehr, E. & Renninger, S.V. De paradox van de barmhartige Samaritaan. Vertaald door Leen Lampo, Eos Magazine, nr.2, 2005, p.84-90.

 

Fehr, E. & Rockenback, B. Detrimental effects of sanctions on human altruism. In: Nature 422, 2003, p.137-140.

 

Fehr, E. & Rockenback, B. Human altruism: economic, neural, and evolutionary perspectives. In: Current opinion in Neurobiology 14, 2004, p.784-790.

 

Ferguson, J. et al. Social amnesia in mice lacking the oxytocin gene. In: Nature Genetics 25, 2000, p.248-288. Zoals aangehaald in (Klein, 2003, p.147).

 

Ferguson, J. et al. Oxycotin in the medial amygdala is essential for social recognition in the mouse. In: Journal of Neuroscience 21, 2001, p.8278-8285. Zoals aangehaald in (Klein, 2003, p.147).

 

Frank, R.H. Passions within Reason, Norton, New York, 1988. Zoals aangehaald in (Ridley, 1997, p.125-126).

 

Frank, R.H. Cooperation Through Emotional Commitment. In: Nesse, R.M. (ed.) Evolution and the Capacity for Commitment. Russell Sage Foundation, New York, 2001, p.57-76.

 

Frank, R.H., Gilovich, T. & Regan, D. The Evolution of One-shot Cooperation. In: Ethology and Sociobiology 14, 1993, p.247-256. Zoals aangehaald in (Frank, 2001, p.63).

 

Frijda, N.H. The emotions. Cambridge University Press, London/New York, 1986.

 

Galtung, J. The basic needs approach. In: Lederer, K., Galtung, J. & Antal, D.(eds.) Human needs. A contribution to the current debate. Oelgeschlager, Gunn and Hain, Cambridge/Massachussets, 1980. Zoals aangehaald in (Butter, 1997, hoofdstuk 5).

 

Gibbard, A. Wise Choices, Apt Feelings. 1990. Zoals aangehaald in (Claes, 2003-2004).

 

Graham, K. Altruism, Self-Interest and the Indistinctness of Persons. In: Seglow, J. (ed.) The Ethics of Altruism. Frank Cass, London/Portland, 2004, p.49-67.

 

Haidt, J. The Moral Emotions. In: Davidson, R.J., Scherer, K. & Goldsmith, H.H. (red.) Handbook of Affective Sciences. Oxford University Press, Oxford/New York, 2003. Zoals aangehaald in (Damasio, 2004, p.142).

 

Hamilton, W.D. Narrow Roads of Gene Land, Vol. I Evolution of Social Behaviour. W.H. Freeman Spektrum, New York, 1996. Zoals aangehaald in (Speelman, 1999, p.67).

 

Hooghe, M. Empathie en moreel handelen: een bescheiden voorstel. In: Streven, februari 2002, p.113-119.

 

House, J. et al. Social relationship and health. In: Science 241, 1988, p.504-544. Zoals aangehaald in (Klein, 2003, p.192).

 

Insel, T.R. Oxytocin, a neuropeptide for affiliation: Evidence from behavioral, receptor autoradiographic, and comparative studies. In: Psychoneuroendocrinology, 17:3, 1992. Zoals aangehaald in (Daamsio, 1998, p.142).

 

Insel, T. & Young, L. The neurology of attachment. In: Nature Reviews Neuroscience, 2001, p.129-136. Zoals aangehaald in (Klein, 2003, p.148, 161).

 

Ito et al. Negative information weighs more heavily on the brain. In: Journal of Personality and Social Psychology 75, 1998, p.887-900. Zoals aangehaald in (Klein, 2003, p.45).

 

Jacobs, F. Morele emoties en morele sentimenten. In: Braeckman,J., de Reuver, B. & Vervisch, T. (eds.) Ethiek van DNA tot 9/11. Amsterdam University Press, Amsterdam, 2005, p.65-82.

 

Kahneman, D. Experienced utility and objective happiness: A moment-base approach. In: Kahneman, D. & Tversky, A. (red.) Choices, values and frames. New York, 2000. Zoals aangehaald in (Klein, 2003, p.219).

 

Kiecolt-Glaser, J. et al. Stressful relationships: endocrine and immune function. In: Glaser, R. & Kiecolt-Glaser, J. (red.) Handbook of human stress and immunity. San Diego, 1994, p.321-339. Zoals aangehaald in (Klein, 2003, p.189).

 

Klein, S. De geluksformule. Over het ontstaan van goede gevoelens. Vertaald door Ingeborg Lesener. Ambo/Anthos, Amsterdam, 2003, 314 pp.

 

Koepp, M.J. et al. Evidence for stratial dopamine release during a video game. In: Nature 39, 1998, p.266-268. Zoals aangehaald in (Klein, 2003, p.109).

 

Kraut, R. Egoism and altruism. In: Craig, E. (ed.) Routledge Encyclopedia of Phylosophy, Vol.3, Routledge, New York/London, 1998, p.246-248.

 

Lazarsfeld, P.F. & Merton, R.K. Friendship as a Social Process. In: Berger, M. (ed.), Freedom and Control in Modern Society. N.J. Van Nostrand, Princeton, 1954, p.18-66. Zoals aangehaald in (Frank, 2001, p.66).

 

LeDoux, J. The Emotional Brain. Weidenfeld and Nicolson, London, 1998. Zoals aangehaald in (Evans, 2002, p.46).

 

Lewin, K. A Dynamic Theory of Personality. McGraw-Hill, New York, 1935. Zoals aangehaald in (Frank, 2001, p.66).

 

Llinás, R.R. I of the Vortex. From Neurons to Self. The MIT Press, Massachutes/London, 2001, 302 pp.

 

Mackie, J.L. Ethics: Inventing Right and Wrong. Penguin Books, Harmondsworth, 1977, p.217.

 

Mallick, S.K. & McCandless, B.R. A study of catharsis aggression. In: Journal of Personality and Social Psychology 4, 1966, p.591-596. Zoals aangehaald in (Klein, 2003, p.61).

 

Mallmann, C.A. Society, needs and rights: a systemic approach. In: Lederer, K., Galtung, J. & Antal, D. (eds.) Human needs. A contribution to the current debate. Oelgeschlager, Gunn and Hain, Cambridge/Massachussets, 1980. Zoals aangehaald in (Butter, 1997, hoofdstuk 5).

 

Matt, G. et al. Mood-congruent recall of affectively toned stimuli. In: Clinical Psychology Review 12, 1992, p.227-255. Zoals aangehaald in (Klein, 2003, p.200).

 

McCabe, K., Houser, D., Ryan, L., Smith, V. & Trouard, T. A functional imaging study of cooperation in two-person reciprocal exchange. In: Proc Natl Acad Sci USA 98, 2001, p.11832-11835. Zoals aangehaald in (Fehr & Rockenbach, 2004, p.786).

 

MacDonald, C. Evolutionaire ethiek. Psychologie en conventies. Oorspronkelijke titel: Evolutionary Perspectives on Ethics. Encyclopedia of Applied Ethics. Vol.2, Academic Press, 1998, p.189-196. Vertaald door Tom Speelman. In: Ethiek & maatschappij, jaargang 2, nr.4, december, Universiteit Gent, 1999, p.53-61.

 

Morris, J.S., Öhman, A. & Dolan, R.J. Conscious and unconscious emotional learning in the human amygdala. In: Nature 393/6684, 1998, p.467-470. Zoals aangehaald in (Evans, 2002, p.131, 176).

 

Nadel, J. & Butterworth, G. Imitation in Infancy. Cambridge University Press, Cambridge, 2000. Zoals aangehaald in (Decety & Chaminade, 2003, p.128).

 

Noonan, J. Between Egoism and Altruism: Outlines for a Materialist Conception of the Good.

In: Seglow, J. (ed.) The Ethics of Altruism. Frank Cass, London/Portland, 2004, p.68-86.

 

Nudler, O. Human needs: a sophisticated holistic approach. In: Lederer, K. , Galtung, J. & Antal, D.(eds.) Human needs. A contribution to the current debate. Oelgeschlager, Gunn and Hain, Cambridge/Massachussets, 1980. Zoals aangehaald in (Butter, 1997, hoofdstuk 5).

 

Nudler, O. On conflicts and metaphors: toward an extended rationality. In: Burton, J. (ed.) Conflict: Human needs theory. Macmillan, Houndsmill, 1990. Zoals aangehaald in (Butter, 1997, hoofdstuk 5).

 

Nussbaum, M. Oplevingen van het denken. Over de menselijke emoties. Oorspronkelijke titel: Upheavals of Thought. The Intelligence of Emotions. Cambridge University Press, Cambridge, 2001. Vertaald door Patty Adelaar. Ambo, Amsterdam, 2004, 710pp.

 

Oatley, K. & Jenkins, J.M. Understanding emotions. Blackwell Publishers, Massachusetts/Oxford, 1996, 448pp.

 

Obhi, S.S. & Haggard, P. Cognitive Science : Free Will and the Brain. In: American Scientist 92, 2004, p.358.

 

Orlemans, J.W.G., Eelen, P., Hermans, D. Inleiding tot de gedragstherapie. Vijfde druk, Bohn Stafleu van Loghum, Houten, 1995.

 

Panksepp, J. Affective neuroscience.The Foundations of human animal emotions. Oxford, 1988. Zoals aangehaald in (Klein, 2003, p.129, 131, 192).

 

Persky, H. (red.) Sexual Medicine. Band 6: Psychoendocrinology of human sexual behaviour. Westport, 1987. Zoals aangehaald in (Klein, 2003, p.131).

 

Preston, S.D. & de Waal, F.B.M. Empathy: Its ultimate and proximate bases. In: Behavioral and Brain Sciences 25, 2002, p.1-19. Zoals aangehaald in (Decety & Chaminade, 2003, p.127).

 

Prinz, W. & Meltzoff, A.N. The imitative mind, development, evolution and brain bases. Cambridge University Press, Cambridge, 2002. Zoals aangehaald in (Decety & Chaminade, 2003, p.128).

 

Reynolds, J. et al. A cellular mechanism of reward-related learning. In: Nature 413, 2001, p.67-70. Zoals aangehaald in (Klein, 2003, p.108).

 

Richards, J.R. Human Nature after Darwin. A philosophical introduction. Routledge, London/New York, 2000, 313pp.

 

Ridley, M. De oorsprong van de moraal. Vertaald door Ton Maas. Uitgeverij Contact, Amsterdam/Antwerpen, 1997, 271 pp.

 

Rilling, J.K., Gutman, D.A., Zeh, T.R., Pagnoni, G., Berns, G.S. & Kilts, C.D. A neural basis for social cooperation. In: Neuron 35, 2002, p.395-405. Zoals aangehaald in (Damasio, 2004, p.138; Fehr & Rockenbach, 2004, p.786, 788).

 

Robins, L. & Rieger, D. Psychiatric disorders in America. New York, 1991. Zoals aangehaald in (Klein, 2003, p.192).

 

Rolls, E. The brain and emotion. Oxford, 1999. Zoals aangehaald in (Klein, 2003, p.184).

 

Sally, D. A General Theory of Sympathy, Mind-Reading, and Social Interaction, with an Application to the Prisoner’s Dilemma. In: Social Science Information 39 (4), 2000, p.567-634. Zoals aangehaald in (Frank, 2001, p.66).

 

Sanfey, A.G., Rilling, J.K., Aronson, J.A., Nystrom, L.E. & Cohen, J.D. The neural basis of economic decision-making in the ultimatum game. In: Science 300, 2003, p.1755-1758. Zoals aangehaald in (Fehr & Rockenbach, 2004, p.786).

 

Seglow, J. (ed.) The Ethics of Altruism. Frank Cass, London/Portland, 2004, 201pp.

 

Sen, A.K. Rational fools: a critique of the behavioral foundations of economic theory. In: Phylosophy and Public Affairs 6, 1977, p.317-344. Zoals aangehaald in (Ridley, 1997, p.26).

 

Shweder, R.H. & Haidt, J. The cultural psychology of the emotions: Ancient and new. In: Lewis, M. & Haviland, J. (red.) Handbook of emotions. Guilford, New York, 2000. Zoals aangehaald in (Damasio, 2004, p.142).

 

Sidgwick, H. The Methods of Ethics. 1874. 7e editie, Macmillan, London, 1907. Zoals aangehaald in (Kraut, 1998, p.247).

 

Smilansky, S. Gratitude, Contribution and Ethical Theory. In: Seglow, J. (ed.) The Ethics of Altruism. Frank Cass, London/Portland, 2004, p.34-48.

 

Smith, A. The Wealth of Nations. Penguin, Harmondsworth, 1776/1986. Zoals aangehaald in (Ridley, 1997, p. 47).

 

Sober, E. What is evolutionary altruism? Canadian Journal of Philosophy 14, 1998, p.75-99. Zoals aangehaald in (de Waal, 1996, p.24).

 

Speelman, T. Onze morele natuur. Over de oorsprong van het vermogen tot moraliteit in een natuurwetenschappelijke interdisciplinaire context. In: Ethiek & maatschappij, jaargang 2, nr.4, Universiteit Gent, 1999, p.62-96.

 

Travis, C. Anger: the misunderstood emotion. New York, 1989. Zoals aangehaald in (Klein, 2003, p.61).

 

Trivers, R.L. The evolution of reciprocal altruism. In: Quarterly Review of Biology 46, 1971, p.35-57. Zoals aangehaald in (Ridley, 1997, p.129).

 

Trivers, R.L. The Evolution of Reciprocal Altruism. In: Clutton-Brock, T.H. & Harvey, P.H. (eds.) Readings in Sociobiology. Freeman and Company, San Francisco, 1978, p.189-224. Zoals aangehaald in (Speelman, 1999, p.71-72).

 

Van den Enden, H. Inleiding tot de Moraalwetenschap. Cursus 1e kandidatuur Moraalwetenschappen, Universiteit Gent, Gent, 2002, 235 pp.

 

Vanheusden, K. Amorele Natuur. In: Ethiek & Maatschappij, jaargang 2, nr.4, Universiteit Gent, Gent, 1999, p.5-17.

 

Vervoort, M. Het emotionele brein. In: Psychologie, vol.15 , nr.1, Weekbladpers tijdschriften, Amsterdam, 1996, p.10-13.

 

Wallace, R.J. Moral Motivation. In: Craig, E. (ed.) Routledge Encyclopedia of Phylosophy, Vol.6, Routledge, New York/London, 1998, p.522-528.

 

Weiss, R.F. et al. Altruism is rewarding. In: Science 171, 1971, p.1262-1263. Zoals aangehaald in (de Waal, 1996, p.104).

 

Wispé, L. The Psychology of Sympathy. Plenum, New York, 1991. Zoals aangehaald in (de Waal, 1996, p.54).

 

Woodward, A.L. et al. How infants make sense of intentional action. In: Malle, B.F. et al. (eds.) Intentions and Intentionality: Foundations of Social Cognition. MIT Press, p.149-169. Zoals aangehaald in (Decety, 2003, p.527).

 

Young, L. et al. Increased affilative response to vasopressin in mice expressing the V1a receptor from a monogameous vole. In: Nature 400, 1999, p.766-768. Zoals aangehaald in (Klein, 2003, p.148).

 

Zahn-Waxler, C. et al. Development of concern for others. In: Development Psychology 28, 1992, p.126-136. Zoals aangehaald in (de Waal, 1996, p.58).

 

Zajonc, R.B. Attitudinal effects of mere exposure. In: Journal of Personality and Social Psychology 9, Monongraph supplement No. 2, Part 2, 1968. Zoals aangehaald in (Klein, 2003, p. 187).

 

Zajonc, R.B. Feeling and thinking: Preferences need no inferences. In: American Psychologist 35, 1980, p.151-175. Zoals aangehaald in (Evans, 2003, p.129-133).

 

Internet-bronnen

 

Batson, D.C. Addressing the Altruism Question Experimentally. Website Empathy, Altruism and Agape. John Templeton Foundation, Fetzer Institute, 1999.

http://www.altruisticlove.org/docs/batson.html

 

Butter M.E. Emancipatie en duurzame ontwikkeling, een probleemverkenning. Rijksuniversiteit Groningen, Haren, 1997.

http://www.ub.rug.nl/eldoc/dis/science/m.e.butter/

 

Campbell, J.K. Compatibilist Alternatives. The Determinism and Freedom Philosophy Website. Honderich, T. (ed.). Afgekort als (Website Honderich ivm. Campbell).

http://www.ucl.ac.uk/~uctytho/dfwCompatCampbell.html

 

Cosmides L. & Tooby J. Evolutionary Psychology: A Primer. 1997, 20 pp.

http://www.science.mcmaster.ca/psychology/psych3f3/cosmides%20tooby%20p…

 

Cosmides, L & Tooby, J. Friendship, engagement, and the Banker’s Paradox: Other Pathways to the Evolution of Altruism. Website Empathy, Altruism and Agape, John Templeton Foundation, Fetzer Institute, 1999.

http://www.altruisticlove.org/docs/cosmides.html

 

Damasio A.R. Het brein en ik. NWO-Huyghenslezing, Vertaald door George Beekman. NRC Handelsblad, 4 december 1999. Afgekort als (Damasio, dec. 1999).

http://www.nrc.nl/W2/Nieuws/1999/12/04/Vp/wo.html

 

Dawkins, R. De vier wie-vragen. Genen zijn niet belangrijker dan organismen.Verkorte versie van Richard Dawkins' Tinbergen-lezing. In: NRC Handelsblad d.d. 22 mei 2004.

http://www.science.leidenuniv.nl/index.php3?m=139&c=99

 

de Spinoza, B. Ethica. Vertaald door Dionijs Burger, 1677.

http://www.kuunders.info/despinoza/ethica/spinoza-ethica.pdf

 

Doyal, L. & Gough, I. A Theory of Human Need. Macmillan, London, 1991.

http://www.ub.rug.nl/eldoc/dis/science/m.e.butter/h5.pdf

 

Durham, W.H. The Role of Culture in the Evolution of Altruism. Website Empathy, Altruism and Agape. John Templeton Foundation, Fetzer Institute, 1999.

http://www.altruisticlove.org/docs/durham.html

 

Ekman, P. & Friesen, W.V. Unmasking the face. A guide to recognizing emotions from clues. Englewood Cliffs, New Jersey : Prentice-Hall, 1975, 212 pp.

http://encarta.msn.com/media_461547581/Facial_Expression_and_Emotion.ht…

 

Embryo en foetus. Website e-gezondheid.be, Medica Press, 2003. Afgekort als (Embryo en foetus, 2003).

http://www.e-gezondheid.be/guide/article_3932_538.htm

 

Fehr, E. & Rockenbach, B. Human Altruism: Economic, Neural, and Evolutionary Perspectives. In: Current Opinion in Neurobiology 14, 2004, 784-790.

http://www.uni-erfurt.de/mikrooekonomie/downloads/Fehr-Rockenbach%20in%…

 

Frankfurt, H. The Importance of What We Care About. Cambridge University Press, Cambridge, 1988. In: Hsieh, D.M. Mental Causation and Intentional Action. 2003. Afgekort als ( Frankfurt, 1988).

http://www.dianahsieh.com/docs/aac.pdf.

 

Frankfurt, H. Alternate possibilities and moral responsibiliy. The Determinism and Freedom Philosophy Website. Honderich, T. (ed.). Afgekort als (Website Honderich ivm. Frankfurt).

http://www.ucl.ac.uk/~uctytho/dfwCompatFrankfurt.htm

 

Glas, G. Emotie, neurobiologie en de toekomst van de psychotherapie. In: Tijdschrift voor Psychotherapie, jrg 30, nr. 1, 2004, p. 6 – 21.

http://www.psychotherapie-ja.nl/artikelGlasTvP.doc

 

Gough, I. Human Well-Being and Social Structures: Relating to the Universal and the Local. Hanse Institute for Advanced Study, Delmenhorst, 2004, 20pp.

http://www.welldev.org.uk/news/hanse-pdfs/gough-hanse-full.pdf

 

Nesse, R. The Four Areas of Biology. Gebaseerd op Tinbergen en Mayr en anderen, 1 mei 2000.

www-personal.umich.edu/~nesse/fourquestions.pdf

 

Plato. Euthyphro, of: over de vroomheid

http://home.hetnet.nl/~herakleitos/Ethiek/Sokrates/Eutyphro.htm

 

Vermeersch, E. Vrije wil. 2004.

ww.etiennevermeersch.be/vermeersch/artikels/wijsbeg_ethiek/vrije_wil

 

Wikipedia. De vrije encyclopedie. Trefwoord: “speltheorie”, 2005. Afgekort als (Speltheorie, Wikipedia, 2005).

http://nl.wikipedia.org/wiki/Speltheorie

 

In deze bibliografie zijn ook secundaire bronnen weergegeven. De bron X waaruit ik ze haal, wordt naar

     verwezen door ‘Zoals aangehaald in (X)’.

Mochten enkele webadressen ondertussen verdwenen of veranderd zijn, zal u ongetwijfeld via de auteur zelf,

     via de instantie die de site beheert of via een zoekmachine op het internet de nieuwe locatie kunnen

     terugvinden.

Universiteit of Hogeschool
Moraalwetenschappen
Publicatiejaar
2005
Share this on: