The Gynefix Patent, a Belgian invention

Elke Hoedt
Persbericht

The Gynefix Patent, a Belgian invention

Gynefix®

Gepattenteerde Belgische uitvinding stelt orale contraceptiva in vraag

 

Winst versus Gezondheid

 

Toename ongewenste zwangerschappen

 

In een wetenschappelijke publicatie over de aanvaardbaarheid van anticonceptiemiddelen voor de vrouw, merkt de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) op dat er wereldwijd nog steeds enorm veel ongewenste zwangerschappen zijn.(1) De statistieken spreken voor zichzelf: meer dan 50% van de zwangerschappen in de VS zijn ongepland en de helft ervan (1,4 miljoen per jaar) eindigt in abortie, waarvan meer dan 50% bij vrouwen jonger dan 25 jaar. In West-Europa zijn de cijfers gelijkaardig: in Groot-Brittannië, Frankrijk en Italië zijn er ongeveer 200 000 aborties per jaar, waarvan 25% bij vrouwen tussen 16 en 19 jaar.(2, 3, 4, 5)

 

Orale contraceptiva

 

Niettegenstaande de hoge beschikbaarheid van de orale contraceptiepil, tenminste in de Westerse wereld, is de kans op falen ervan onacceptabel hoog: 5%, door inconsistent gebruik en stopzetten van de inname.(10)

Om een maximale werking te bereiken moeten deze orale contraceptiva (OC) iedere dag (uitgezonderd tijdens de menstruatie) op een zelfde tijdstip ingenomen worden. In geval van de minste onregelmatigheid van inname, loopt de vrouw in kwestie het risico toch zwanger te worden. Deze methode is moeilijk vol te houden op lange termijn, zeker voor de jonge gebruiker.(11)

 

Aangezien 40% van de vrouwen op reproductieve leeftijd en 70% van de adolescenten in ontwikkelde landen deze OC gebruiken is het ook van groot belang te wijzen op de gevaren voor de gezondheid dat het gebruik ervan met zich meebrengt.(7)

 

Klinische studies, gepubliceerd in 1996, tonen aan dat er een hoger risico voor borstkanker is bij gebruikers van OC, vooral bij gebruikers jonger dan 35 jaar.(12) Andere klinische studies leveren voldoende bewijs dat het risico op een myocard infarct bij vrouwen die OC gebruiken, vooral in combinatie met roken.(13) Zelfs epidemiologische studies waarschuwen voor het risico op veneus thromboembolisme door het oestrogeen in de orale contraceptiva.(14,15,16)

Bijkomend concludeert het International Agency for Research on Cancer (IARC) van de WGO op 21 september 2005 dat de gecombineerde oestrogeen-progestageen orale contraceptiva kankerverwekkend zijn. Het risico voor baarmoederhalskanker verhoogt met de gebruiksduur van de pil en het risico voor leverkanker verhoogd bij langdurig gebruik van de pil.(17)

 

Lange tijd is ‘de pil’ synoniem geweest voor contraceptie. Een betreurenswaardig feit dat de onwetendheid over alternatieve contraceptie, anders dan het condoom en sterilisatie, alleen maar gesteund heeft.

 

De meest efficiënte contraceptiemethode voor vrouwen is een methode die een minimaal risico tot incorrect gebruik heeft, goed verdragen wordt, een minimum aan bijwerkingen heeft en tergelijkertijd voldoende lang functioneert.

De klassieke spiraaltjes hebben in hun tijd heel wat stof doen opwaaien. Ze veroorzaakten pijn, ongemakken, overvloedig bloedverlies omdat ze zich niet aanpasten aan de veranderende vorm van de baarmoeder. Ze werden gedeeltelijk of volledig uitgestoten. Op deze manier werden deze middelen onpopulair en dit volledig terecht.(7) Maar recent zijn er, na jaren van onderzoek, nieuwe intra-uteriene contraceptiva ontwikkeld en verdwenen de welgekende vooroordelen over spiraaltjes als sneeuw voor de zon.

Een Belgische professor, Dr. Dirk Wildemeersch heeft een koperhoudend intra-uterien contraceptiesysteem uitgevonden, Gynefix®genaamd. Het bestaat uit 6 of 4 (mini-Gynefix®) koperen hulsjes, op een chirurgische draad vastgemaakt, met aan het uiteinde ervan een klein knoopje waarmee het verankerd wordt in de baarmoederwand om uitstoting te voorkomen. De koperen hulsjes van het implantaat scheiden koperionen af die de zaadcellen van de man immobiliseert en dus de bevruchting en innesteling van de eicel verhinderen.(7, 18, 19) De uitvinder, Prof. Dr. Dirk Wildemeersch startte in 1990 een procedure om, eerst op nationaal niveau en daarna op internationaal niveau, een patent te worden toegekend voor Gynefix®. En met succes.

 

Met dit product worden alle vooroordelen over spiraaltjes teniet gedaan. Het veroorzaakt niet meer bloedverlies dan voor de implantatie van Gynefix® en het is doeltreffender dan de orale contraceptiepil (0,1% zwangerschappen met Gynefix® tegen 3% gemiddeld met de pil na 1 jaar gebruik).(7, 20) Gynefix® verschilt van de klassieke spiraaltjes doordat het kleiner is (3 maal kleiner dan Tcu380A gekend als Paragard), geen plastiek skelet heeft (zoals Lippes Loop en Tcu380A) en dus meer flexibel is en geen ongemakken veroorzaakt.(7)

 

Commercialisatie

 

Het commerciële succes van Gynefix® in Europa is niet veel zaaks in vergelijking met het enorme succes ervan in de VS. Farmaceutische bedrijven in Europa zijn niet happig om dit product op de markt te brengen aangezien er onvoldoende geld mee te verdienen is.(21)

Wetende dat 1 Gynefix® implantaat kan gebruikt worden voor 5 jaar lang, dan is de totale kost voor een vrouw die Gynefix® wil gebruiken: 100€ voor het implantaat + ongeveer 40€ voor de gyneacoloog die het implantaat plaatst = 140€ op een termijn van 5 jaar. Vergelijk dit met de kost van de orale contraceptiepil op een termijn van 5 jaar: gemiddeld 15€ per 3 maanden + ongeveer 20€ per 3 maanden om het doktersvoorschrift te verkrijgen = 700€ op een termijn van 5 jaar. (22)

Hiermee is het duidelijk dat OC, hoewel hun gevaar voor de gezondheid voldoende werd bewezen maar nog onvoldoende gekend is, meer geld opbrengen dan Gynefix® en dus interessanter zijn voor de farmaceutische bedrijven. Met als gevolg dat er onvoldoende geld voorhanden is om een enorme publiciteitscampagne op te zetten over Gynefix® om vrouwen van iedere leeftijd op de hoogte te brengen van de voordelen ervan in vergelijking met andere contraceptiva.

 

Winst versus gezondheid ...

 

Bibliografie

Bibliografie

 

Referentie 1

Publicatie Wereld Gezondheidsorganisatie. Selected Practice Recommendations for contraceptive use. Second edition, 2005.

 

Referentie 2

The World’s Youth 1996. Chart. Washington: Population Reference Bureau, 1996.

 

Referentie 3

Risks and realities of early childbearing worldwide: Issues in Brief. New York: The Alan Guttmacher Institute, 1997.

 

Referentie 4

Cates W, McPheeters M. Adolescents and sexually transmitted diseases, current risks and future consequences. Presented at the workshop on adolescent sexuality and reproductive health in developing countries: Trends and innovations. National Research Council Washington, march 1997.

 

Referentie 5

UNFPA. The state of world population growth 1998. United population Fund. ISBN 0-89714-444-9 E/31, 000/1998.

 

Referentie 6

Wildemeersch D. Taking up the challenge: can effective long-term intrauterine contraceptive methods radically reduce the number of unintended pregnancies? Editorial. J Fam Plann Reprod Health Care 2001;27:121-122.

 

Referentie 7

Voorbereiding homepage Gynefix door Prof. Dr. Wildemeersch, september 2006.

 

Referentie 8

Cunnington AJ. What’s so bad about teenage pregnancy? J Fam Plann Reprod Health Care 2002;27:36-41.

 

Referentie 9

Klepinger DH, Lundberg S, Plotnick RD. Adolescent fertility and the educational attainment of young women. Fam Plann Perspect 1995;27:23-28.

 

Referentie 10

Trussel J. Contraceptive efficacy. In Hatcher RA, Trussel J, Stewart F, Cates W, Stewart GK, Kowal D, Guest F. Contraceptive technology: seventeenth revised edition. New York, NY: Ardent media, 1998.

 

Referentie 11

Garg M, Stokoe C, Singh MM, Mansour D. An audit of post-abortal contraceptive care – Can we reduce the incidence of repeat abortions? 2nd World Congress on controversies in Obstetics and Gyneacology, Paris September 2001.

 

Referentie 12

Collaborative Group on Hormonal Factors in Breast Cancer. Breast cancer and hormonal contraceptives: collaborative reanalysis of individual data on 53297 women with breast cancer and 100 239 women without breast cancer from 54 epidemiological studies. Lancet 1996; 331:1201-1230.

 

Referentie 13

Tanis BA, et al. Oral contraceptives and the risk of myocardial infarction. New Engl J Med 2001;345:1787-1793.

 

Referentie 14

Vandebroucke JP, Rosing J, Bloemenkamp KWN, Middeldorp S, Helmerhorst FM, Bouma BN, et al. Oral contraceptives and the risk of venous thrombosis. N Eng J Med 2001; 344: 1527-1535.

 

Referentie 15

Middeldorp S, Rosing J, Bouma BN, Büller HR. Effecten van orale contraceptiva van de tweede en derde generatie op de hemostase. Ned Tijdsch Geneesk 2001;145:252-256.

 

Referentie 16

Baird DT, Glasier AF. Science, medicine and the future. Contraception. BMJ 1999;319:969-972.

 

Referentie 17

Website. www.who.int/reproductive-health/family-planning/cocs_hrt.html, September 2006.

 

Referentie 18

Wildemeersch D, Van der Pas H, Thiery M, Van Kets H, Parewijck W, Delbarge W. The Copper-Fix (Cu-Fix): a new concept in IUD technology. Adv Contracept 1988;4:197-205.

 

Referentie 19

Wildemeersch D, Batar I, Affandi B, Andrade A, Wu S, Hu J, Cao X. The frameless intrauterine system (IUS) for long-term reversible contraception – a review of 15 years of clinical experience. J Obstet Gynecol Research June 2003;29(3):164.

 

Referentie 20

Wildemeersch D, Rowe PJ. Assessment of menstrual blood loss in Belgian users of the frameless copper-releasing IUD with copper surface area of 200 mm2 and users of a copper-levonorgestrel-releasing intrauterine system. Contraception August 2004;70(2):169-172.

 

Referentie 21

Gesprek met Prof. Dr. Wildemeersch op 12/07/06.

 

Referentie 22

Gesprek met Apotheker Vantieghem, Moen, België op 12/07/06.

Universiteit of Hogeschool
Intellectuele Eigendomsrecht
Publicatiejaar
2006
Share this on: