Het stelsel van de Definitief Belaste Inkomsten

Ivo Vermaete
Persbericht

Het stelsel van de Definitief Belaste Inkomsten

Het stelsel van de Definitief Belaste Inkomsten
                                                              
We schrijven 31 december 2002. Én evenzeer als dit een memorabele
dag hoorde te zijn voor het Belgisch Staatsblad, evenzeer was het dit
voor de Definitief Belaste Inkomsten (DBI’s). Het Belgisch Staatsblad
kende toen immers zijn allerlaatste papieren versie. De DBI–aftrek zijn
zoveelste wijziging. En toch, zovele rechtzaken verder blijven DBI’s
discrimineren.
De Definitief Belaste Inkomsten vormen het Belgische antwoord op een
internationaal probleem. Holdingstructuren leveren naast de vele economische
voordelen immers ook één fiscaal probleem. Daar komt dan nog bij dat dit een
fiscaal probleem met internationale allure is. Inderdaad heel wat landen zitten
met dit probleem opgescheept. Welk probleem zegt u? Wel, na volgende
denkoefening zal deze probleemstelling vast wel wat duidelijkheid verkrijgen.
Stel, een Belgische dochtermaatschappij heeft een brutojaarwinst van 100 EUR
gerealiseerd. Op deze winst is zij aan de fiscus evenwel nog 33,99%
vennootschapsbelasting (aan het normale tarief) verschuldigd. Het resterende
saldo kan onze dochter verdelen. Zo kan of moet zij een bepaald deel
toeschrijven aan haar reserves. Maar evenzeer kan zij beslissen om een deel aan
haar aandeelhouders uit te keren. Gaan we hier eventjes uit dat ze haar
aandeelhouder, een Belgische moeder (lees holding), met het resterende bedrag
van 66,01 EUR tevreden stelt. De nettowinst van de dochter evolueert. Deze
vormt nu immers de brutowinst van de moeder en is er in die hoedanigheid dan
ook   aan   de  vennootschapsbelasting     onderworpen.   En   opnieuw    kan  de
vennootschap beslissen om haar winst van de hand te doen. We kunnen dit
proces nog wel een paar maal herhalen. Maar het moet zo stilaan duidelijk
beginnen worden dat dergelijke cascadebelasting op zijn minst gezegd nefaste
gevolgen heeft voor de finale aandeelhouder–natuurlijk persoon. Veel meer dan
een aalmoes zal hem immers niet meer resten. Bovendien kan ik mij voorstellen,
en u met mij waarschijnlijk, dat dit geenszins goed doet aan de ondernemerszin.
Er moet dan ook een oplossing gevonden worden voor deze cascadebelastingen.
 
Omslachtigheid troef

Die oplossing heeft België in de aftrek van de Definitief Belaste Inkomsten
gevonden. Vereenvoudigd betekent dit dat de genietende vennootschap het
ontvangen voordeel voor maximaal 95% van taxatie mag vrijstellen. Er is slechts
één voorwaarde, nl. dat aan de voorwaarden voldaan is.
De aandachtige lezer zal het intussen reeds duidelijk geworden zijn. Er is
inderdaad nog sprake van een dubbele belasting en wel ten belope van maximaal
1,12 EUR (66,01 EUR x 5% x 33,99%).
De ‘vrijstelling’ zelf vindt plaats onder het mom van een aftrek. Maar ja, wat is
een aftrek? Ik meen mij toch uit mijn wiskundelessen te herinneren dat een
aftrek een afname is van iets dat er aanvankelijk in opgenomen werd. De
vrijgestelde winst wordt dus eerst in de belastbare basis opgenomen om er pas
in de vierde van zeven bewerkingen terug uit te verwijderen.
Naar mijn mening is dit toch zeer omslachtig. Waarom worden de vrijgestelde
bedragen bijvoorbeeld niet rechtstreeks uit de winst verwijderd nog voor er
sprake is van ene belastbare basis? Dergelijke werkwijze wordt immers ook al op
andere punten gehanteerd en heeft zijn deugdelijkheid intussen reeds meer dan
bewezen. Bovendien zijn er in tussentijd al heel wat andere alternatieve
oplossingen voor ons probleem voor handen; het één al wat beter dan het ander. Keuze zat dus.

Aftrek niet onvoorwaardelijk

Om de reeds belaste inkomsten van de belastbare basis te mogen aftrekken,
dient er aan een aantal voorwaarden voldaan te worden. Zonder verder in detail
te treden volgen hierna de belangrijkste principes.
Een eerste voorwaarde is wel dat de vennootschap die de inkomsten verkrijgt
een    deelneming      moet    bezitten  van   ten   minste    10%     of  met    een
aanschaffingswaarde van ten minste 1 200 000 EUR.
Deze drempelvoorwaarde treft dus in de eerste plaats de ‘kleine’ investeringen.
Zij zijn voortaan van de DBI–aftrek uitgesloten. Doch, sinds 1 januari 2006 hoeft
dit niet langer negatief te zijn. De notionele intrestaftrek buigt dit nadeel immers
om tot een voordeel.
Een tweede (nieuwe) voorwaarde betreft de eis tot boeking onder de financiële
vaste activa gedurende een minimum van één jaar. Bovendien moeten deze
effecten in volle eigendom aangehouden worden gedurende deze periode.
Binnen de rechtsleer groeit er evenwel een sterke drang om zich tegen deze
voorwaarde te verzetten. En ook binnen de rechtbanken groeit het verzet
gestaag. Het is dus nog maar zeer de vraag hoe lang de Belgische fiscus deze
voorwaarde kan aanhouden.
De derde voorwaarde is ook de meest logische voorwaarde. Onder de vorm van
een taxatie–eis vraagt de fiscus dat de in aftrek genomen bedragen weldegelijk
voortvloeien uit belaste winsten. Deze voorwaarde is misschien de eenvoudigste
om te begrijpen, het is toch de meest complexe uit het volledige wetboek. Het is
immers een opeenvolging van algemene principes, verduidelijkingen, ettelijke
uitzonderingen en nog meer uitzonderingen op die uitzonderingen. Auteur
Bellens beschrijft dit krachtdadig als dat de fiscus met deze handelswijze het
balanceren op een slappe koord tot een ware kunst verheven heeft.

Discriminatie?

Naar mijn mening discrimineert de fiscale wetgever met de huidige regelgeving.
Als   gevolg     van   de  verdoorgedreven     complexiteit en    de   eveneens
verdoorgedreven gestrengheid is het immers voor veel kleine vennootschappen
niet langer mogelijk om nog van de DBI–aftrek gebruik te maken. Zij hebben
immers niet altijd de noodzakelijk kennis. En vaak hebben zij ook al een gebrek
aan geldmiddelen om de nodige kennis te importeren, laat staan om een
eventuele beperkte deelneming te verhogen.
Grote vennootschappen hebben daarentegen voldoende middelen, kennis en
mogelijkheid om op alle gebieden op veranderende omstandigheden in te spelen.
De rijken worden dus nog steeds rijker, de armen armer.

Een glazen bol?

Volgend jaar zijn er opnieuw federale verkiezingen. Beloftes omtrent de
vereenvoudiging van het DBI–regime verwacht ik niet. De belangstelling voor
deze materie gaat immers slechts uit van een heel kleine groep van specialisten.
De geïnteresseerden hebben het vaak in Keulen horen donderen en de leken
weten de klepel al helemaal niet hangen.
Echter, zowel het VBO (Verbond van Belgische Ondernemingen), de Europese
Commissie als de nationale rechtbanken zijn al jaren vragende partij naar een
spoedige herziening van de Belgische aftrek. De herzieningen van 31 december
2002 en 31 mei 2005 hebben dit besef alleen maar aangewakkerd.
We kunnen dus maar hopen. Persoonlijk meen ik evenwel dat een grondige
herziening nog niet in de eerstkomende jaren aan de orde zal zijn. Immers, DBI’s
staan reeds voor decennia symbool voor de Belgische eigenzinnige fiscaliteit.
Kortom, tijd brengt raad.

Titel: ‘Het stelsel van de Definitief Belaste Inkomsten’
Auteur: Ivo Vermaete
Promotor: Prof. J. Verhoeye, Hogeschool Gent

Bibliografie

                                                                                  Geraadpleegde werken

WETGEVING

DE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS, Wetsontwerp tot wijziging van de
vennootschapsregeling inzake inkomstenbelastingen en tot instelling van een systeem van
voorafgaande beslissingen in fiscale zaken Parl. St. Kamer 2001-2002, nr. 1918/001, (155
p.), nr. 1918/002, (83 p.), nr. 1918/004, (2 p.), nr. 1918/005, (11 p.),nr. 1918/006, (125 p.),
nr. 1918/008, (23 p.)
EUR-LEX, Richtl. Raad E.G. nr. 90/435/EEG betreffende de gemeenschappelijke fiscale
regeling voor moedermaatschappijen en dochterondernemingen uit verschillende Lid-Staten,
PB. L. 225 20 augustus 1990,
<eurlex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=CELEX:31990L0435:NL:HTML>
EUR-LEX, Richtl. Raad E.G. nr. 2003/123/EG tot wijziging van Richtl. Raad E.G. nr. 225/20
betreffende de gemeenschappelijke fiscale regeling voor moedermaatschappijen en
dochterondernemingen uit verschillende lidstaten, PB. L. 007 13 januari 2004,
<eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=CELEX:32003L0123:NL:HTML>

RECHTSPRAAK

Hof van Justitie 17 oktober 1996 (samengevoegde zaken nrs. C-283/94, C-291/94 en C-
292/94)
Hof van Justitie 17 juli 1997, nr. C-28/95
Gent 29 april 2002
Brussel 19 december 2002
Gent 20 juni 2002
Rb. Brussel 25 april 2003
Rb. Brussel 11 februari 2004
Rb. Antwerpen 20 februari 2004
Rb. Brussel 23 april 2004
Liège 10 juin 2004
Arbitragehof 14 juli 2004
Gent 14 september 2004
Antwerpen 19 november 2004

RECHTSLEER

RECHTSLEER - BOEKEN
BEECKMAN, D., DE WILDE, H., VANDENBERGHE, W., DE LEMBRE, E., Van ontbinding
tot fusie. Vennootschapsrechtelijke, fiscale en boekhoudkundige aspecten, Mechelen,
Kluwer, 2003
BEGHIN, P., FLAMANT, K., PONNET, C., “Handboek vennootschapsbelasting 2004-2005”
in Fiscale Handboeken, Antwerpen, Intersentia, 2004
BELLEN, D., De gewijzigde Belgische dividendregeling na de Wet van 24 december 2002,
Mechelen, Ced.samsom, 2003
CHERUY, C., e.a., “Le régime fiscal des sociétés holdings en Belgique” in X. (ed)., Etudes
Pratiques de droit fiscal nr. 10, Brussel, Kluwer, 1999, 214-255
CHERUY, C., Le régime fiscal des sociétés holdings en Belgique. Théorie et pratiques du
régime des sociétés mères-filiales et autres questions connexes, Brussel, Kluwer, 2000, nr.
242
CHERUY, C., WILLEZ, O., “Les revenus définitivement taxés, Seminaire Jeune Barreau
2003”, in Jeune Barreau (éd.), Le Droit Fiscal des Entreprises en 2003 – Législation et
Jurisprudence, Brussel, 2003, 77-82
CHERUY, C., Le régime fiscal des sociétés holdings en Belgique, Brussel, Kluwer, 2000
CHEVALIER, C., Vademecum Vennootschapsbelasting 2005, Gent, Larcier, 2005
CHIAU, P., Definitief belaste inkomsten en vrijgestelde roerende inkomsten sedert de Wet
van 22 december 1989, onuitg., Eindverhandeling ingediend met het oog op een benoeming
tot adjunct-controleur bij de Administratie der directe belastingen, Ministerie van
Ambtenarenzaken Algemene Directie voor Selectie en Vorming, juli 2005
DE CLERCQ, P., Overzicht van de fiscale rechtspraak 2004, Mechelen, Kluwer, 2005
DE LEMBRE, E., “Deel 3, Grondige studie van de jaarrekening”, in Wolters Plantyn (ed.),
Handboek boekhouden, Deurne, 1999
DE LEMBRE, E., e.a., Praktisch boekhouden, Mechelen, Kluwer, januari 2005
DELODDERE, E., HAULOTTE, S., VALENDUC, CH., Fiscaal Memento, Studie- en
documentatiedienst FOD Financiën, april 2006,
<www.docufin.fgov.be/websedsdd/intersalgnl/thema/publicaties/memento/pdf…
df>
DERYCKE, M., Nieuwigheden vennootschapsbelasting 2005, Mechelen, Kluwer, 2005
DESMET, I., Overzicht & bespreking van de evolutie der fiscale behandeling van de DBI’s tot
en met de recentste wetswijzigingen, onuitg., Eindverhandeling ingediend met het oog op
een benoeming tot adjunct-controleur bij de Administratie der directe belastingen, Ministerie
van Ambtenarenzaken Algemene Directie voor Selectie en Vorming, oktober 1994
FOD FINANCIEN, Cursus voor beroepsvorming, bijwerking, Vennootschapsbelasting
Aanslagjaar 2003, 2003,
<www.fisconet.fgov.be/nl/?frame.dll&root=V:/sites/FisconetNldAdo.2/&vers…
nb.htm&>
FORTIS TAX TEAM, Aangiftegids vennootschapsbelasting 2005, Mechelen, Kluwer, 2005
GEERTS, D. en JANSEN, T., Handboek Internationaal en Europees belastingrecht,
Antwerpen, Intersentia, 2004
HAELTERMAN, A., “Fiscale transparantie”, Kalmthout, Biblo, 1992, 443-444
HAELTERMAN, A., “Het volmachtenbesluit 1996 inzake inkomstenbelastingen: bespreking
van enkele belangrijke implicaties”, in Volmachtenbesluit van 1996, Kalmthout, biblo, 1997
HEIREWEGH, G., Europese richtlijnen over renten, intresten, royalty’s en dividenden,
Mechelen, Kluwer, 2003
INTERUNIVERSITAIRE COMMISSIE JURIDISCHE VERWIJZINGEN EN AFKORTINGEN,
“Juridische verwijzingen en afkortingen”, Deurne, Kluwer, 2000
MARCHAND, C., Overzicht en bespreking van de evolutie der fiscale behandeling van de
definitief bealste inkomsten tot en met de recentste wetswijzigingen, onuitg.,
Eindverhandeling ingediend met het oog op een benoeming tot adjunct-controleur der
Directe Belastingen, Ministerie van Binnenlandse Zaken en Ambtenarenzaken, november
1993
OECD COMMITTE ON FISCAL AFFAIRS, Model Tax Convention on Income and on
Capital, juli 2005
PEETERS, B., BAX, A., e.a., Dividenden zonder grenzen, Kalmthout, Biblo, 1991
REYNEBEAU, W., Cursus Internationaal Fiscaal Recht 2003-2004, onuitg.,
Arteveldehogeschool, 2003
REYNEBEAU, W., Cursus Vennootschapsbelasting 2003-2004, onuitg.,
Arteveldehogeschool, 2003
ROMBOUT, D., Fiscale consolidatie, onuitg., Eindverhandeling ingediend met het oog op
een benoeming tot adjunct-controleur bij de Administratie der directe belastingen, Ministerie
van Ambtenarenzaken Algemene Directie voor Selectie en Vorming, augustus 2005
ROUSSEAUX, J., DE GROOTE J., Fiscaal Zakboekje 2005/1, Mechelen, Kluwer, 2005
SCHELLEKENS, S., Beleggingsvennootschappen naar Belgisch en Luxemburgs recht,
Gent, Larcier, 2002
VAN CROMBRUGGE, S., Beginselen van de vennootschapsbelasting, Kalmthout, Biblo,
1991
VAN CROMBRUGGE, S., De grondregels van het Belgisch fiscaal recht, Kalmthout, Biblo,
1997
VAN CROMBRUGGE, S., Het volmachtenbesluit 1996 inzake inkomstenbelastingen,
Kalmthout, Biblo, 1997
VAN CROMBRUGGE, S., “Belastinghervorming 2002” in X. (ed.), Biblo-dossiers, Kalmthout,
Biblo, 2002
VAN HEUVERSWYN, P., “Deel 3 - Internationale groeps– en holdingstructuren”, in
Internationale Fiscaliteit, Antwerpen, Standaard, 1998
VERDOODT, A., Het regime van de definitief belaste inkomsten (actualisering), onuitg.,
Eindverhandeling ingediend met het oog op een benoeming tot adjunct-controleur bij de
Administratie der directe belastingen, Ministerie van Ambtenarenzaken Algemene Directie
voor Selectie en Vorming, oktober 1995
VERHOEVEN, R., VERHOEVEN & CO, N.V., Praktijkboek voor vennootschappen,
Mechelen, Kluwer, 2005
VERHOEYE, J., Hervorming vennootschapsbelasting en andere K.M.O.–maatregelen,
Mechelen, Ced.samsom, 2003
VÖGEL, K., On double taxation conventions, Den Haag, Kluwer Law International, 1997
X, Aandelen vanuit diverse fiscale hoeken bekeken, Mechelen, Kluwer, 2005
X, Vennootschapsbelasting almanak 2005, Antwerpen, Standaard, 2005

RECHTSLEER – TIJDSCHRIFTEN

        •  Algemeen Fiscaal Tijdschrift
BOGAERTS, R., “Rechtspraak, Rb. Brussel 25 april 2003”, A.F.T. 2004, afl. 11, 34
DIERCKX, F., “De D.B.I.–aftrek na het KB van 20 december 1996 en de
dubbelbelastingverdragen”, A.F.T. 1997, 486
DIERCKX, F., “De D.B.I.–aftrek door een EU–bril”, A.F.T. 2004, afl. 1, 32
DOUENIAS, S., e.a., “De nieuwe regeling inzake definitief belaste inkomsten ingevolge het
KB van 20 december 1996”, A.F.T. 1997, 360
LION, P., DELATTRE. M., DOUENIAS, S., “Het nieuwe D.B.I.-regime, A.F.T. 2003, afl. 4, 44
p.
SAELENS, P., “De nieuwe kwalificatievoorwaarde: een maat voor niets?”, A.F.T. 2003, afl.
11, 4 p.
STRAKA, K., “Fiscale consolidatie: een verkeken kans?”, A.F.T. 1989, afl. 11, 13 p
VANDENBERGHE, W., “Het Arbitragehof over de belastingheffing op liquidatieboni
(Arbitragehof, arresten nrs 109/2004, 110/2004 en 111/2004, 23 juni 2004), A.F.T. 2004, afl.
11, 22 p.
VANHULLE, H., “De wijziging aan het stelsel van de D.B.I.–aftrek”, A.F.T. 2003, afl. speciaal
2003, 33 p.
WARSON, E., “Was de mogelijkheid om DBI’s af te trekken van de belastbare grondslag
ingevolge artikel 26 van het WIB 1992 een administratieve toegeving?”, A.F.T. 1997, 307-
310
        •  De Tijd (F.E.T.)
SM, “Inkoop eigen aandelen sinds 2003 verdubbeld”, De Tijd 14 december 2005
VERHOEYE, J., “Abnormaal of goedgunstig voordeel tussen Belgische ondernemingen”, De
Tijd 10 september 1999, <www.ddv.be/publicaties/show.php?id=24&gt;
VERHOEYE, J., “Hervorming vennootschapsbelasting: DBI nieuwe stijl”, De Tijd 3 mei 2002,
<www.ddv.be/publicaties/show.php?id=149&gt;
VERHOEYE, J., “Raad van State geeft opinie over DBI nieuwe stijl”, De Tijd 21 juni 2002,
<www.ddv.be/publicaties/show.php?id=156&gt;
VERHOEYE, J., “Het nieuwe stelsel van de DBI’s en het boekhoudrecht”, De Tijd 12 juli
2002, <www.ddv.be/publicaties/show.php?id=159&gt;
VERHOEYE, J., “Problemen met het Definitief belast inkomen?”, De Tijd 6 mei 2004,
<www.ddv.be/publicaties/show.php?id=238&gt;
VERHOEYE, J., “Notionele interest goedgekeurd in Kamercommissie”, De Tijd 2 juni 2005,
<www.ddv.be/publicaties/show.php?id=283&gt;
VERHOEYE, J., “Notionele intrestaftrek is 3,442 procent”, De Tijd 26 januari 2006,
<www.ddv.be/publicaties/show.php?id=310&gt;
VERHOEYE, J., “Aantal verminderingen op Europese DBI’s verdwijnen”, De Tijd 21 april
2005, <www.ddv.be/publicaties/show.php?id=276&gt;
X, “Website informeert over afschaffing papieren effecten’, De Tijd 1 april 2006
         •   Fiscale Actualiteit
DE HAEN, K. en DELATTRE, M., “Toch DBI–aftrek voor dividend uit Hong Kong”, Fisc. Act.
2004, afl. 21, 4 p.
DE HAEN, K., “RV-vrijstelling krachtens Moeder-dochterrichtlijn: vruchtgebruik volstaat”,
Fisc. Act. 2005, afl. 5, 2 p.
HERMAND, O., VANDERPOORTE, K., “DBI-aftrek ook bij inkoop eigen aandelen door DBI-
beleggingsvennootschap”, Fisc. Act. 2004, afl. 40, 4-7
JANSEN, T., “Aanpassing beperking DBI-aftrek: wetsontwerp is ingediend”, Fisc. Act. 2005,
afl. 3, 9
P.F., “Inkomsten van een in het buitenland gevestigde (tussen)vennootschap, Fisc. Act. s.d.,
afl. 17, 2-3
X, “D.B.I.–aftrek, een stand van zaken voor aj. 1992”, Fisc. Act. 1993, afl. 17, 1
X, “DBI: fiscus volgt niet Brussels vonnis, wel Europese Commissie”, Fisc. Act. 2004, afl. 6,
1 k.
X, “DBI: Estland verdwijnt van zwarte lijst”, Fisc. Act. 2004, afl. 21, 1 k.
X, “DBI–aftrek verzekeringsondernemingen: definitie financiële activa niet ongrondwettelijk”,
Fisc. Act. 2004, afl. 28, 2 k.
         •   Fiscale Koerier
AMAND, C., e.a., “Fiscaal Jaaroverzicht”, Fisc. Koer. 1993
VAN KEIRSBILCK, M., “Commentaar bij parlementaire vraag met betrekking tot aftrek
definitief belaste inkomsten”, Fisc. Koer. 1997, 535
         •   Fiscale Kroniek
VAN DUYSE, K., “Aandelen in pand geven verhoogt de belastingdruk”, Fisc. Kron. 2005, 10
maart 2005
         •   Fiscoloog
BOGAERTS, R., “Definitieve lijst belastingparadijzen gepubliceerd”, Fiscoloog 2003, afl. 880,
5 -7
KERFS, P. PIETERS, J., “Moeder-dochterrichtlijn kan ook “intern” ingeroepen worden”,
Fiscoloog 2005, afl. 968, 5, “Zijn de nieuwe bepalingen inzake DBI’s discriminerend?,
Fiscoloog 1996, afl. 591, 3 p.
PIETERS, J., “Moeder-dochterrichtlijn kan ook “intern” ingeroepen worden”, Fiscoloog 2005,
afl. 968, 5
SMET, P., “Collateral-Wet: impact op verpanding aandelen?”, Fiscoloog 2005, afl. 974
VAN DYCK, J., “Is de nieuwe D.B.I.-regeling al bij voorbaat strijdig met de Europese
richtlijn?”, Fiscoloog 1991, afl. 354, 3
VAN DYCK, J., “Inkoop eigen aandelen: herkwalificatie is onmogelijk”, Fiscoloog 2003, afl.
893, 2 p.
VAN DYCK, J., “Verruiming DBI-aftrek: enkel bij participatie vanaf 20 %?”, Fiscoloog 2005,
afl 985, 3 k.
VERDINGH, Y., “Administratieve toelichting bij “nieuw” DBI-stelsel, Fiscoloog 2001, afl. 817,
2 p.
X, “Nieuwe voorwaarden voor de D.B.I.–aftrek”, Fiscoloog 1992, afl. 400, p. 2.
X, “Nog enkele preciseringen in verband met de rulingpraktijk”, Fiscoloog 1996, afl. 561, 3
X, “Ruling over D.B.I. en dividenden uit “offshore–inkomsten”, Fiscoloog 2002, afl. 841, 6
X, “Hervorming vennootschapsbelasting: veelal aanslagjaar 2004”, Fiscoloog 2002, afl. 844,
4 p.
X, “Waarom schulden meten bij begin belastbaar tijdperk?”, Fiscoloog 2002, afl. 859, 2 k.
X, “Specifieke fiscale regels voor organisatie elektriciteitsmarkt”, Fiscoloog 2002, afl. 861, 4
X, “Art. 207 WIB 92, Managementfees”, Fiscoloog 2003, afl. 877, 2 p.
X, “Aandelen met de aard van “financiële vaste activa”, Fiscoloog 2003, afl. 888, p. 6
X, “Moeder-dochterrichtlijn: drempel geleidelijk verlaagd naar 10 %”, Fiscoloog 2004, afl.
920, 2 p.
X, “Rb. Antwerpen 19 november 2004”, Fiscoloog 2004, afl .968, 5
X, “Dividenden uit EER: berekeningsbasis DBI-aftrek verbeterd”, Fiscoloog 2005, afl. 963, 4
         •   Fiscoloog Internationaal
CLAES, S., “Vrij verkeer van kapitaal en dividenduitkeringen”, Fiscoloog (I) 2000, afl. 201, 6
p.
DE MUNTER, M., “Voorstel tot uitbreiding van de “Moeder-dochter”richtlijn”, Fiscoloog (I)
2003, afl. 237, 2 p.
DE MUNTER, M., “Moeder-dochter”richtlijn: uitbreiding gepubliceerd”, Fiscoloog (I) 2004, afl.
242, 4 p.
DHAENE, M., “Hervorming Venn.B.: internationaal relevante aspecten”, Fiscoloog (I) 2003,
afl. 232, 3 p.
PEETERS, B., “Het kluwen van de Belgische deelnemingsvrijstelling: dividenduitkeringen”,
Fiscoloog (I) 1997, afl. 159, 5 p.
LION, P., e.a., “Het nieuwe D.B.I–regime: een praktische benadering”, Fiscoloog (I) 1997,
afl. 4
WYNTYN, D., “De Zwitserse branch van een Nederlandse vennootschap”, Fiscoloog (I)
1993, afl. 112, 1
        •   International Tax Review
BRIAULT, S., “Making the grade”, Intertax 2004, afl. 11, 14-21
KNOBBE-KEUK, B., The EC corporate tax directives – anti-abuse provisions, direct effect,
German implementation Law, Intertax 1992, 9 p.
VAN WALLEGHEM, L., OP DE BEECK, P., “Belgium”, in X (ed.), Holding Company
Regimes, Intertax 2004, afl. 11, 5-9
        •   Journal de droit fiscal
DOCCLO, C., “L’arrêt Denkavit et la comptabilité du régime belge des dividendes avec la
directive européenne du 23 juillet 1990”, J.D.F. 1997, 15-20
MALHERBE, J., “Le nouveau régime fiscal belge des dividendes et plus values recueillis par
des sociétés et la directive CEE relative au régime fiscal des sociétés mères et filiales d’états
membres différents”, J.D.F. 1992, 145-149
        •   Journal des tribunaux
AFSCHRIFT, T., “La Loi du 28 décembre 1992 modifiant le Code des Impôts sur les
revenus”, J.T. 1993, 500-503
AUTENNE J., “Le régime fiscal applicable aux dividendes, plus values, moins values et
réductions de valeur sur actions à la lumière de la Directive des Sociétés-mères et filiales”,
J.T. 1992, 237-245
        •   Pacioli
HONORE, G., “Inkoop eigen aandelen”, Pacioli 2004, afl. 173, 4 p.
HONORE, G., “Fiscaal stelsel van de verkrijging van eigen aandelen”, Pacioli 2004, afl. 175,
4 p.
ROSOUX, R., “Non bis in idem: een regel die niet altijd even goed gekend is”, Pacioli 2003,
afl. 148, 3 p.
        •   Revue Générale de Fiscalité
KLEYNEN, G., “Les revenus définitivement taxés après l’arrêté Royal du 20 décembre
1996”, R.G.F. 1997, 90-98
         •   Tijdschrift voor Fiscaal Recht
CLAES, S., “Enkele aspecten van de Belgische wetgeving inzake winstuitkeringen in relatie
tot de moeder-dochterrichtlijn”, T.F.R. 1993, 12 p.
OP DE BEECK, P., BELLEN, D.,”De Belgische dividendregeling in een internationale
omgeving – Deel 1”, T.F.R. 2001, 44 p.
OP DE BEECK, P., BELLEN, D.,”De Belgische dividendregeling in een internationale
omgeving – Deel 2”, T.F.R. 2001, 39 p.
OP DE BEECK, P., FRANCKEN, M., “De DBI-regeling verder getoetst (Noot bij 2005/34 Rb.
Antwerpen 19 november 2004), T.F.R. 2004, 355-358
PEETERS, B., “De Belgische deelnemingsvrijstelling na de belastinghervorming in
hervorming van de vennootschapsbelasting”, T.F.R. 2003, 133-136
SMET, P., “Vruchtgebruik aandelen volstaat voor vrijstelling RV”, (noot onder Antwerpen 30
november 2004), T.F.R. 2005, 3 p.
VANDENBERGHE, W., “Naar een interne markt zonder internationale juridische en
economische dubbele belasting?”, T.F.R. 2005, 20 p.
VAN HEUVERSWYN, P., “Het belastingregime over dividenden ontvangen door Belgische
moedermaatschappijen na de implementatie van de Moeder-dochterrichtlijn”, T.F.R. 1993,
11 p.
VANOPPEN, S., “Terug naar de bron, wat betekent het begrip bronbelasting – witholding tax
in art. 5(1) van de Moeder-dochterrichtlijn?”, T.F.R. 2002, 215 p.
         •   Tijdschrift voor Rechtspersoon en Vennootschappen
CREEMERS, “Misbruikregels in fusie– en Moeder-dochterrichtlijn: geen vrijbrief maar wel
een duidelijk voorbehoud”, T.R.V. 1992, 57 p.
DE BROE, L., “Nederlandse en Duitse Commanditaire vennootschappen: fiscale
consequenties van een twijfelachtig advies van de Commissie voor Boekhoudkundige
normen”, T.R.V. 1995, 38
         •   Overige Artikels
KBC, “De Inkoop van eigen aandelen”, in KBC (ed.), Economisch Financiële Berichten,
1999, afl.19, 1-13
Trends, 2004, “Werkgevers eisen uniforme aanslagbasis”, jrg. 14, afl. 36, 23 september
2004, p. 8
VANISTENDAEL, “Looking back: a decade of parent subsidiary directive – the case of
Belgium”, EC Tax Review 2001, afl. 3, 6 p.
MOOIJMAN, R., “Belastingparadijzen kosten fiscus 212 miljard”, D.S. zaterdag 25 maart
2006, E7
V.B.O.–Bulletin, 2001, “Blijft België enig Europees land zonder fiscale-
consolidatieregeling?”, jrg. 2001, afl. 9, september 2001, 49-55
ELEKTRONISCHE BRONNEN
MORBEE, K., “Invloed van het Europees recht op de Belgische belastingen”, in Topics
Internationaal fiscaal recht IAB 26 november 2005,
<construction.orbitone.com/accountancy2002/iec-iab/ned/download.aspx?type=2&id=
3460&file=1085#653,1,Dia 1>
FINFORM, Aangifte in de Vennootschapsbelasting Aanslagjaar 2005,
<www.finform.fgov.be/diffusion/pdf/1I_00002751_NL_0805.pdf >
FISCONET, Overeenkomsten tot voorkoming van dubbele belasting in werking, 27 februari
2006, <www.fisconet.fgov.be/nl/docs/dubboverz.pdf >
FISCONET, Overeenkomsten tot voorkoming van dubbele belasting ondertekend maar nog
niet in werking, 27 februari 2006,
<www.fisconet.fgov.be/nl/?frame.dll&root=V:/sites/FisconetNldAdo.2/&vers…
ONDER.HTM&>
HOGE RAAD VAN FINANCIËN, AFDELING “FISCALITEIT EN PARAFISCALITEIT”, De
hervorming van de vennootschapsbelasting: het kader, de inzet en de mogelijke scenario’s,
2001, <www.docufin.fgov.be/websedsdd/intersalgnl/hrfcsf/adviezen/PDF/Venb_2001… >
REKENHOF, Analyse van de toepassing van de regeling van de definitief belaste inkomsten
(DBI) (Aanslagjaren 1994 tot 1996), Bijzondere mededeling van het Rekenhof aan de Kamer
van Volksvertegenwoordigers, 12 juli 2000,
<www.rekenhof.be/docs/reports/2000/verslag_dbi_rdt.pdf&gt;
REKENHOF, Hervorming van de vennootschapsbelasting, Wet van 24 december 2002,
Evaluatie van de budgettaire neutraliteit, 1 maart 2006,
<www.rekenhof.be/docs/reports/2006/2006_09_neutraliteitvennootschapsbela…
f> en
<www.rekenhof.be/docs/reports/2006/2006_09_neutraliteitvennootschapsbela…
n.pdf>
OVERIGE ACHTERGROND
OP DE BEECK, P., FRANCKEN, M.,”Definitief Belaste Inkomsten, recente ontwikkelingen
en wetswijzigingen”, HIAF, 22 maart 2006
PEETERS, K., Les Vennootschapsbelasting Hogeschool Gent 9 december 2005,
Academiejaar 2005-06
Advies van de Commissie voor Boekhoudkundige normen, nr. 114/2, Bull. CBN, nr. 6,
januari 1980, 11 e.v.
Advies van de Commissie voor Boekhoudkundige normen, nr. 168/1, Bull. CBN, nr. 31,
december 1993, 31-33

Universiteit of Hogeschool
Fiscaliteit
Publicatiejaar
2006
Share this on: