People-place relationships at the neighbourhood level -Case study in a south African post-apartheid township

Sarah Meys
Persbericht

People-place relationships at the neighbourhood level -Case study in a south African post-apartheid township

Huisvesting en plaatsbeleving in een post-apartheidscontext

 

In de globaliserende wereld, zoals we die vandaag de dag kennen, wordt in de (geografische) literatuur misschien minder vaak stilgestaan bij de alledaagse plaatsen, waar het gewone leven dag na dag voortkabbelt. Het scriptieonderzoek van Sarah Meys brengt net deze kant van de zaak terug naar boven. Met een kritische, politieke blik worden de mens-plaatsrelaties in een Zuid-Afrikaanse post-apartheid township -Wesbank- belicht.

 

Theorieën over zowel individuele emotionele beleving van plaatsen, als over overkoepelende machtsrelaties, sociale structuren en territoria werden in de scriptie gesynthetiseerd. Ruimte blijkt daarbij zowel het medium waarbinnen handelingen plaatsvinden, als het resultaat van diezelfde en voorafgaande handelingen. Plaatsen kunnen ook gezien worden als dynamische en betekenisvolle landschappen, waarmee individuen en groepen talrijke sociale en psychologische relaties opbouwen. Hierdoor is de betekenis die aan een plaats gegeven wordt nooit statisch of neutraal, maar constant “in beweging” en boordevol symboliek. Zo kunnen mensen bepaalde plaatsen stigmatiseren, net als plaatsen ook aan de mensen die er wonen (denk aan een achtergestelde buurt) of die de plaatsen bezoeken (bijvoorbeeld een OCMW centrum) een specifiek label kunnen opplakken.

 

De eigenlijke analyse van de wijk Wesbank is gebaseerd op verschillende vormen van kwalitatief onderzoek: observatie, diepte-interviews, focusgroepgesprekken en zelfs een rollenspel met kinderen uit de buurt. Dankzij het gebruik van deze actor-georienteerde onderzoeksmethoden werden praktische, culturele en ethische struikelblokken ontweken. Het verschil in nuance tussen “meewerken” en “onderworpen worden” aan een onderzoek is hier van groot belang. Bovendien kon op deze manier de sociale realiteit door de ogen van de bewoners zelf in al zijn diepgang worden beschouwd.

 

Het is duidelijk dat Zuid-Afrika nog steeds krijgt af te rekenen met de fysieke en psychologische lasten van haar apartheidsverleden, dat in 1994 werd opzijgeschoven voor het democratische bestuursmodel. Hoewel dit land binnen haar continent een benijdenswaardige macro-economische positie bekleed, heeft de neo-liberale beleidsvoering die het voert duidelijk gefaald in het terugdringen van de armoede en werkloosheid. De kloof tussen arm en rijk groeit en ook ruimtelijk lijkt de segregatie op basis van “ras” of huidskleur simpelweg vervangen door een misschien wel even hardvochtige inkomenssegregatie. De bijdehand zijnde lezer, zal vast bemerken dat de eigenlijke groepen die van elkaar gescheiden werden tijdens het apartheidsregime, zo’n 12 jaar geleden, niet bijzonder veel verschillen van de huidige.

 

Vaak ziet men dat zelfs in de hedendaagse huisvestingspolitiek bestaande apartheidsstructuren nog verder worden versterkt. De sites voor “sociale huisvestingsprojecten” zijn vaak gronden die tijdens het apartheidsregime werden aangekocht om “zwarte” townships op te bouwen. Overeenstemmend met de toen heersende ideologie, waren deze van een minderwaardige kwaliteit en steeds ver afgelegen van centrale voorzieningen (die ten volle dienden toe te komen aan de “blanken”). Hierdoor blijft de ruimtelijke wanverhouding tussen tewerkstellingsplaatsen en buurten met enorme werkloosheidscijfers dan ook verder bestaan.

 

In post-apartheid huisvestingsprojecten wordt kwaliteit maar al te vaak opgeofferd aan kwantiteit. De inferieure “woningen” zijn piepklein en op een zo goedkoop mogelijke manier gebouwd, waardoor al gauw hygiënische en gezondheidsproblemen worden vastgesteld. Volgens het plan van aanleg voor Wesbank zouden er ook verschillende buurtfaciliteiten als een ziekenhuis, een buurtcentrum en handelszaken worden voorzien, maar daar is zelfs na zeven jaar nog steeds weinig van te merken. Het belang van een marktplaats of van pleintjes als ontmoetingsruimten werd totaal genegeerd en bovendien vallen er in de buurt weinig activiteiten te beleven die zouden kunnen bijdragen tot de opbouw van sociaal kapitaal.

 

Daarenboven leiden hoge criminaliteitscijfers samen met de plotse nabijheid van andere “raciale” groepen tot groeiende onveiligheidsgevoelens. Hierdoor zullen mensen zogenaamde gevarenzones in gedachten houden, die zij zullen ontwijken of waarin zij zich op een aangepaste manier zullen gaan gedragen. Mogelijke ontmoetingsplaatsen worden zo nog sterker in aantal beperkt. Zelfs in eigen huis ontbreekt het de bewoners van Wesbank aan comfort, privacy en een veilig thuisgevoel. Criminaliteit en gangsterbendes blijken een centrale rol te spelen als oorzaak en in het in stand houden van een belabberde buurtsituatie. Zo lang er in Wesbank, bijvoorbeeld door een effectief beleid en op zijn minst toch de inplanting van een politiestation, geen stabiele situatie wordt bereikt, zal de buurt waarschijnlijk blijven falen in het verbeteren van de leefsituatie van haar bewoners.

 

Hoewel apartheidsstructuren – niet alleen in de ruimte, maar ook in mensen hun hoofden – blijven doorleven, worden ook nieuwe categorieën van in- en outsiders gevormd en oude verworpen. Gedesegregeerde gebieden, die meer interculturele contacten mogelijk maken, leiden vaak tot een ontkenning of verzachting van bestaande stigma’s. Wat dit onderzoek vooral duidelijk maakt is hoe zeer de neo-liberale bijwerkingen van de globalisering, de historische vormgeving van de ruimte en de monofunctionele en onbezonnen planning een weerslag hebben op de alledaagse plaatsbeleving in een buurt. Het werk van planners en huisvestingsverantwoordelijken mag niet worden herleid tot het creëren van fysische structuren alleen. Integendeel, het moge duidelijk zijn dat een goede huisvestingspolitiek meer inhoudt dan het voorzien in onderdak alleen!

Universiteit of Hogeschool
Geografie
Publicatiejaar
2006
Share this on: