Respons van aquatische organismen op metaalverontreiniging in natuurlijke waterlopen: vergelijking diatomeeën en macro-invertebraten

Maarten
De Jonge

Metaalvervuiling in rivieren? De natuur als meetinstrument!



De aanwezigheid van zware metalen vormt anno 2007 een hardnekkig probleem voor het leven in onze rivieren. Wetenschappers zijn er echter nog steeds niet uit welke effecten deze metalen allemaal te weeg kunnen brengen. En wanneer is een rivier nu juist “vervuild”? Piepkleine waterorganismen zouden hier wel eens het antwoord op kunnen geven.

 

Zware metalen, een blijvend probleem


Vele Vlaamse rivieren bevatten vandaag de dag nog steeds hoge gehalten aan zware metalen. Dit is het gevolg van jarenlange lozingen in rivierwater door menselijke activiteiten, zowel door industriële processen als huishoudelijk afval. Metalen zijn chemische elementen met een zware dichtheid. Ze zijn persistent, dit betekent dat ze niet biologisch afgebroken kunnen worden, en zich dus in de natuur zullen opstapelen of bioaccumuleren. Organismen die in contact komen met metalen zullen deze elementen niet kunnen afbreken en ze ophopen in hun weefsel. Wanneer er te veel metalen worden opgenomen kan dit voor vele planten en dieren resulteren in ziekteverschijnselen met soms de dood tot gevolg. Ook de mens is gevoelig aan zware metalen. Zo is bijvoorbeeld het element cadmium zeer giftig. Het kan problemen veroorzaken aan de nieren en longkanker verwekken.

 

De natuur als meetinstrument


Hoewel er al veel onderzoek is verricht naar de effecten van zware metalen bij zowel planten als dieren, zijn wetenschappers het nog altijd niet eens over hoe gevaarlijk metalen in de natuur kunnen zijn. Men kan wel metalen meten in het water, maar dit zegt nog niets over het effect dat ze zullen hebben. Dit alles uit zich in het moeizaam vastleggen van omgevingsnormen voor zware metalen, want: “Vanaf welke concentratie zullen metalen nu juist giftig zijn?”.

Om op deze vraag een antwoord te vinden kan men gebruik maken van levende organismen of gemeenschappen als bio-indicator. Dit wil zeggen dat er wordt gekeken naar afwijkingen in het organisme of naar de aan- of afwezigheid van sommige gevoelige organismen in de omgeving. Dit zal namelijk iets zeggen over het effect van de vervuiling. Zo zijn bepaalde organismen van nature veel gevoeliger voor zware metalen dan andere, en zal bijvoorbeeld de aanwezigheid van veel metaalongevoelige soorten zoals muggenlarven en borstelwormen aangeven dat de rivier door metalen vervuild is. Op die manier wordt de natuur dus zelf als meetinstrument gebruikt!

Maarten De Jonge ging in zijn thesis de respons van waterorganismen op metaalverontreiniging na door gebruik te maken van macro-invertebraten en diatomeeën. Macro-invertebraten zijn kleine, nog net met het oog zichtbare ongewervelde waterdiertjes, die in elke rivier terug te vinden zijn. Hiertoe worden ondermeer waterkevers, slakjes, bloedzuigers en muggenlarven gerekend. Diatomeeën zijn daarentegen microscopisch kleine algen, gekenmerkt door een silicium omhulsel. Diatomeeën kunnen niet bewegen en leven voornamelijk op de bodem en op vast substraat zoals stenen of paaltjes in het water. Ze zijn enkel door middel van hun omhulsel van elkaar te onderscheiden.

In de praktijk zullen macro-invertebraten en diatomeeën gebruikt worden onder de vorm van biologische indices. Deze indices worden bepaald door de aan- of afwezigheid van bepaalde gevoelige soorten en resulteren op die manier in een score die weergeeft hoe proper of vervuild de rivier is.

 

Studie op de Dommel


Als studierivier voor de thesis van Maarten werd de Limburgse rivier de Dommel gekozen, welke sinds lang erg vervuild is door metalen. Op acht plaatsen op deze rivier werden er telkens metaalconcentraties gemeten in het water en werd er bemonsterd op de aanwezige macro-invertebraten en diatomeeën. Hierbij waren er twee plaatsen met lage metaalconcentraties, die dienden ter controle, en zes plaatsen met hogere metaalgehalten. Alle soorten van beide gemeenschappen werden gedetermineerd en op basis hiervan werden verschillende biologische indices berekend.

En wat bleek: Aan de hand van de gemeten metaalgehalten en de gedetermineerde organismen werd duidelijk dat de soortensamenstelling van de diatomeeën erg varieert afhankelijk van de metaalconcentratie in het water. Zo bevatten plaatsen met lage concentraties voornamelijk metaalgevoelige diatomeeën en waren op plaatsen met hogere metaalconcentraties veel metaalongevoelige of tolerante soorten terug te vinden. Bij de macro-invertebraten gaven de biologische indices lage scores aan bij hoge metaalvervuiling en hogere scores in de minder vervuilde delen. Hiermee werd dus aangetoond dat zowel diatomeeën als macro-invertebraten goede biologische indicatoren vormen voor de aanwezigheid van zware metalen in rivieren.

 

Indicatoren voor de toekomst


De aanwezigheid van bepaalde gevoelige of ongevoelige soorten kan ons dus wijzer maken over de mogelijke vervuiling in rivieren. Bio-indicatoren kunnen niet alleen aanwijzingen geven over metaalvervuiling maar geven informatie over een hele reeks van vervuilende stoffen. Door regelmatige bemonstering kan dus nagegaan worden of er sprake is van een mogelijke vervuiling en ook onderzocht worden bij welke concentratie er effecten zullen optreden. Macro-invertebraten en diatomeeën zorgen er voor dat we meer en meer te weten komen over de effecten van zware metalen en dat er gewerkt kan worden aan beschermingsmaatregelen voor het leven in het water. Op die manier dragen deze kleine organismen dus bij tot de bescherming van andere planten en dieren en vormen zij een natuurlijk alarmsysteem tegen de vervuiling door zware metalen.

 

Bibliografie

Referenties

 

Barber H.G. & Haworth E.Y. 1981. A guide to the morphology of the diatom frustule. Freshwater Biological Association. 111 p.

 

Beasley G. & Kneale P.E. 2003. Investigating the influence of heavy metals on macroinvertebrate assemblages using Partial Canonical Correspondence Analysis (pCCA). Hydrology and Earth System Sciences 7: 221-233.

 

Belpaire C., Smolders R., Van den Auweele I., Ercken D., Breine J., Van Thuyne G. & Ollevier F. 2000. An Index of Biotic Integrity characterizing fish populations and the ecological quality of Flandrian water bodies. Hydrobiologia 434: 17-33.

 

Bervoets L., Bruylants B., Marquet P., Vandelannoote A. & Verheyen R. 1989. A proposal for modification of the Belgian biotic index method. Hydrobiologia 179: 223-228.

 

Bervoets L., Baillieul M., Blust R. & Verheyen R. 1996. Evaluation of effluent toxicity and ambient toxicity in a polluted lowland river. Environmental Pollution 91: 333-341.

 

Bervoets L., Blust R., de Wit M. & Verheyen R. 1997. Relationships between river sediment characteristics and trace metal concentrations in Tubificid worms and Chironomid larvae. Environmental Pollution 95: 345-356.

 

Bervoets L. & Blust R. 2003. Metal concentrations in water, sediment and gudgeon (Gobio gobio) from a pollution gradient: relationship with fish condition factor. Environmental Pollution 126: 9-19.

 

Bervoets L., Knaepkens G., Eens M. & Blust R. 2005. Fish community responses to metal pollution. Environmental pollution 138: 338-349.

 

Blandin P. 1986. Bioindicateurs et diagnostic des systèmes écologiques. Bulletin d’écologie 17: 215-307.

 

Butcher J.T., Stewart P.M. & Simon T.P. 2003. A Benthic Community Index for streams in the Northern Lakes and Forests Ecoregion. Ecological Indicators 3: 181-193.

 

Chapman P.M. & Wang F. 2000. Issues in ecological risk assessment of inorganic metals and metalloids. Human and Ecological Risk Assessment 6: 965-88.

 

Chapman P.M., Wang F., Colin R. Janssen, Goulet R.R. & Kamunde C.N. 2003. Conducting Ecological Risk Assessments of Inorganic Metals and Metalloids: Current Status. Human and Ecological Risk Assessment 9: 641-697.

 

Cholnoky B.J. 1968. Die Ökologie der Diatomeen in Binnengewässern. Cramer ed. 699 p.

 

Clements W.H., Carlisle D.M., Lazorchak J.M. & Johnson P.C. 2000. Heavy metals structure benthic communities in Colorado mountain streams. Ecological Applications 10: 626-638.

 

Coeck J., Vandelannoote A., Yseboodt R. & Verheyen R.F. 1993. Use of the abundance biomass method for comparison of fish communities in regulated and unregulated lowland rivers in Belgium. Regulated Rivers-Research & Management 8: 73-82.

 

Cordonier A., Straub F., Bernard R. & Bernard M. 2003. Bilan de la qualité de l’eau des rivières valaisannes à l’aide des diatomées. Bulletin Murithienne 121: 73-82.

 

Coste M. 1982. Étude des méthodes biologiques d’appréciation quantitative de la qualité des eaux.. Rapport Q.E. Lyon. – A.F. Bassin Rhône-Méditerranée-Corse, CEMAGREF, Bordeaux. 218p.

 

Dahl J., Johnson R.K. & Sandin L. 2004. Detection of organic pollution of streams in southern Sweden using benthic macroinvertebrates. Hydrobiologia 516: 161-172.

 

De Cooman W., Maeckelberghe H., Vos G., D’Hondt P., Van Erdeghem M., Van Wauwe P., Martens K., Belpaire C., Breine J., Van Thuyne G. & Degans H. 2003. Quality surface waters. In: Van Steertegem V. (Ed.), Report on the environment and nature in Flanders: themes. Lannoo, Leuven, pp. 323-334 MIRA-T 2003.

De Pauw N. & Hawkes H.A. 1993. Biological Monitoring Of River Water Quality. In: Walley W.J. & Judd S. River Water Quality Monitoring and Control. Aston University, U.K. 294 p.

 

De Pauw N. & Vanhooren G. 1983. Method for biological quality assessment of watercourses in Belgium. Hydrobiologia 100: 153-168.

 

De Pauw N., Roels D. & Fontoura A.P. 1986. Use of artificial substrates for standardized sampling of macroinvertebrates in the assessment of water quality by the Belgian Biotic Index. Hydrobiologia 133: 237-258.

 

De Pauw N. & Vannevel R. 1991. Macro-invertebraten en waterkwaliteit. Stichting Leefmilieu, Antwerpen. 287p.

 

De Pauw N. & Heylen S. 2001. Biotic index for sediment quality assessment of watercourses in Flanders, Belgium. Aquatic Ecology 35: 121-133.

 

De Roeck L. & Smet K. 2004. Het decreet Integraal Waterbeleid. Mijlpaal voor het Vlaamse waterbeleid. Vlaamse Milieumaatschappij, Aalst. 38 p.

 

Descy J.P. 1979. A New Approach to Water Quality Estimation Using Diatoms. Nova Hedwigia 64: 305-323.

 

Descy J.P. 1980. Utilisation des algues benthiques comme indicateurs biologiques de la qualité des eaux courantes. In: Pesson P. La pollution des eaux continentales. Incidence sur les biocénoses aquatiques. Gauthier-Villars, Paris: 169-174.

 

Descy J.P. & Coste M. 1990. Utilisation des diatomées benthiques pour l’évaluation de la qualité des eaux courants. Rapport final contrat CEE B-71-23, UNECED Namur, CEMAGREF, Bordeaux. 64 p.

 

Descy J.P. & Coste M. 1991. A test of methods for assessing water quality based on diatoms. Verhandlungen Internationale Vereinigung für theoretische und angewandte Limnologie 24: 2112-2116.

 

Descy J.P. & Ector L. 1999. Use of diatoms for monitoring rivers in Belgium and Luxemburg. In: Prygiel J., Whitton B.A. & Bukowska J. Use of Algae for Monitoring Rivers III. Institut for botanik, Austria: 128-137.

 

Descy J.P. & Micha J.-C. 1988. Use of biological indices of water qualtiy. Statistical Journal of the United Nations ECE 5: 249-261.

 

Doi J., 1994. Complex mixtures. In: Calow P. (Ed.), Handbook of ecotoxicology. Blackwell Scientific Publications, Oxford, pp. 289-310.

 

EN 13946. 2003. Water quality – Guidance standard for the routine sampling and pre-treatment of benthic diatoms from rivers.

 

EN 14407. 2004. Water quality – Guidance standard for the identification, enumeration and interpretation of benthic diatom samples from running waters.

 

European Commission 2000. Directive 2000/60/EC of the European Parliament and Council establishing a framework for Community action in the field of water policy. Official Journal of the European Communities. L327: 1-72.

 

Florea A-M. & Büsselberg D. 2006. Occurrence, use and potential toxic effects of metals and metal compounds. BioMetals 19: 419-427.

 

Gabriels W., Goethals P., Adriaenssens V., Heylen S. & De Pauw N. 2003. Ontwikkelen van een score of index voor macro-invertebraten voor de Vlaamse rivieren en meren volgens de Europese Kaderrichtlijn Water en uittesten REFCOND. Eindverslag. Laboratorium voor Milieutoxicologie en Aquatische Ecologie, Universiteit Gent, België. 72 p. + bijlagen.

 

 

 

 

Gabriels W., Goethals P., Adriaenssens V. & De Pauw N. 2004. Toepassing van verschillende biologische beoordelingssystemen op Vlaamse potentiële interkalibratielocaties overeenkomstig de Europese Kaderrichtlijn Water, partim benthische ongewervelden. Eindrapport. Laboratorium voor Milieutoxicologie en Aquatische Ecologie, Universiteit Gent, België. 59 p. + bijlagen.

 

Gabriels W., Goethals P. & De Pauw N. 2006. Development of a multimetric assessment system based on macroinvertebrates for rivers in Flanders (Belgium) according to the European Water Framework Directive. Verhandlungen Internationale Vereinigung für theoretische und angewandte Limnologie 29: 2279-2282.

 

Gerhardt A., Janssens de Bisthoven L. & Soares A.M.V.M. 2004. Macroinvertebrate response to acid mine drainage: community metrics and on-line behavioural toxicity bioassay. Environmental Pollution 130: 263-274.

 

Giménez Casalduero F. 2001. Bio-indicators. Tools for the impact assessment of aqauculture activities ont he marine communities. In: Uriarte A. & Basurco B. Environmental impact assessment of Mediterranean aquaculture farms. CIHEAM-IAMZ. Zaragoza: 147-157.

 

Gold C., Feurtet-Mazal A., Coste M. & Boudou A. 2002. Field transfer of periphytic diatom communities to assess short-term structural effects of metals (Cd, Zn) in rivers. Water Research 36: 3654-3664.

 

Groenendijk D., Kraak M.H.S. & Admiraal W. 1999a. Efficient shedding of accumulated metals during metamorphosis in metal-adapted populations of the midge Chironomus riparius. Environmental Toxicology and Chemistry 18: 1225–1231.

 

Groenendijk D., van Opzeeland B., Dionisio Pires L.M. & Postma J.F. 1999b. Fluctuating Life-History Parameters Indicating Temporal Variability in Metal Adaptation in Riverine Chironomids. Archives of Environmental Contamination and Toxicology  37: 175–181.

 

Hawkes H.A. 1979. Chapter 2: Invertebrates as Indicators of River Water Quality. In: James A. & Evison L. Biological Indicators of Water Quality. John Wiley & Sons, Great Britain: 1-45.

 

Hawkes H.A. 1997. Technical Note: Origin and development of the Biological Monitoring Working Party score system. Water Research 32: 964-968.

 

Hendrickx A. & Denys L. 2005. Toepassing van verschillende biologische beoordelingssystemen op Vlaamse potentiële interkalibratielocaties overeenkomstig de Europese Kaderrichtlijn Water – partim “Fytobenthos”. Rapport IN.R.2005.06, Instituut voor Natuurbehoud, Brussel.

 

Hellawell J.M. 1989. Biological indicators of freshwater pollution and environmental managment. Elsevier applied science, London and New York. 446 p.

 

Hering D., Feld C.K., Moog O. & Ofenböck T. 2006. Cook book for the development of a Multimetric Index for biological condition of aquatic ecosystems: experiences from the European AQEM and STAR projects and related initiatives. Hydrobiologia 566: 311-324.

 

Hirst H., Jüttner I. & Ormerod S.J. 2002. Comparing the responses of diatoms and macro-invertebrates to metals in upland streams of Wales and Cornwall. Freshwater Biology 47: 1752-1765.

 

Ivorra N., Bremer S., Guasch H., Kraak M.H.S. & Admiraal W. 2000. Differences in the sensivity of benthic microalgae to zink and cadmium regarding biofilm development and exposure history. Environmental Toxicology and Chemistry 19: 1332-1339.

 

Janssens de Bisthoven L., Nuyts P., Goddeeris B. & Ollevier F. 1998. Sublethal parameters in morphologically deformed Chironomus larvae: clues to understanding their bioindicator value. Freshwater Biology 39: 179-191.

 

Jongman R.H.G., Ter Braak C.J.F. & Van Tongeren O.F.R. 1987. Data analysis in community and landscape ecology. Pudoc Wageningen. 274 p.

 

Joosen S. 2007. Accumulatie en effecten van zware metalen in vier vissoorten gevangen langsheen een pollutiegradiënt in de Dommel”. Thesis Bachelor in de Chemie, Karel de Grote-Hogeschool, Hoboken, 57 blz. + bijlagen.

Karr J.R. 1981. Assessment of biotic integrity using fish communities. Fisheries 6: 21–27.

 

Kelly M.G. & Whitton B.A. 1995. The Trophic Diatom Index: a new index for monitoring eutrophication in rivers. Journal of Applied Phycology. 7: 433-444.

 

Kelly M.G., Penny C.J. & Whitton B.A. 1995. Comparative performance of benthic diatom indices used to assess river water quality. Hydrobiologia 302: 179-188.

 

Kelly, M.G. 1998. Use of the trophic diatom index to monitor eutrophication in rivers. Water Research. 31: 236-242.

 

Kelly M.G., Cazaubon A., Coring E., Dell’Uomo A., Ector L., Goldsmith B., Guasch H., Hürlimann J., Jarlman A., Kawecka B., Kwandrans J., Laugaste R., Lindstrøm E.-A., Leitao M., Marvan P., Padis´ak J., Pipp E., Prygiel J., Rott E., Sabater S., van Dam H. & Vizinet J. 1998. Recommendations for the routine sampling of diatoms for water quality assessments in Europe. Journal of Applied Phycology 10: 215-224.

 

King L., Barker P. & Jones R.I. 2000. Epilithic algal communities and their relationship to environmental variables in lakes of the English Lake District. Freshwater Biology 45: 425-442.

 

Kwandrans J., Eloranta P., Kawecka B. & Wojtan K. 1998. Use of benthic diatom communities to evaluate water quality in rivers of southern Poland. Journal of Applied Phycology 10: 193-201.

 

Lange-Bertalot H. 1978. Diatomeen-Differentialarten anstelle von Leitformen ein geeigneteres Kriterium der Gewässerbelastung. Archiv für Hydrobiologie Supplementum 51: 393-427.

 

Lange-Bertalot H. 1979. Pollution Tolerance of Diatoms as a Criterion for Water Quality Estimation. Nova Hedwigia 64: 268-304.

 

László B., Szilágyi F., Szilágyi E., Heltai G. & Licskó I. 2007. Implementation of the EU Water Framework Directive in monitoring of small water bodies in Hungary, I. Establishment of surveillance monitoring system for physical and chemical characteristics for small mountain watercourses. Microchemical Journal 85: 65-71.

 

Leclercq L. & Maquet B. 1987. Deux nouveaux indices diatomique et de qualité chimique des eaux courantes. Comparaison avec différents indices existants. Cahiers de Biologie Marine 28: 303-310.

 

Lecointe C., Coste M. & Prygiel J. 1993. “Omnidia”: software for taxonomy, calculation of diatom indices and inventories management. Hydrobiologia 269/270: 509-513.

 

Lenoir A & Coste M. 1996. Development of a practical diatom index of overall water quality applicable to the French national water board network. In: Whitton B.A. & Rott E. Use of algae for monitoring rivers II. Institut for botanik, Austria: 29-43.

 

Medley C.N. & Clements W.H. 1998. Responses of diatom communities to heavy metals in streams: The influence of longitudinal variation. Ecological Applications 8: 631-644.

 

Meire P.M. & Dereu J. 1990. Use of the Abundance Biomass Comparison method for detecting environmental stress – some considerations based on intertidal macrozoobenthos and bird communities. Journal of Applied Ecology 27: 210-223.

 

Metcalfe J.L. 1989. Biological Water Quality Assessment of Running Waters Based on Macroinvertebrate Communities: History and Present Status in Europe. Environmental Pollution 60: 101-139.

 

MIRA (2006) Milieurapport Vlaanderen, Achtergronddocument 2006, Verspreiding van zware metalen. Maes J., Bierkens J., Provoost J., Den Hond E., Geuzens P., Van Volsem S., Desmedt M., Roekens E., Theuns I., De Cooman W., Clayes N, Demoulin, J, Eppinger R., Van Damme M., De Temmerman L., Goemans G., Belpaire C., Vandecasteele B., De Vos B., Van den Bulck S., Ceenaeme J., Dedecker D., De Naeyer F., Dries V., Gommeren E., Van Dijck W., Van Dyck E., D’Havé H., De Coen W. & Peeters B., Vlaamse Milieumaatschappij, www.milieurapport.be.

 

Morin S. 2006. Bioindication des effets des pollutions métalliques sur les communautés de diatomées benthiques. PhD thesis Universiteit Bordeaux 1. 301 p.

 

Morin S., Vivas-Nogues M., Duong T., Boudou A. & Coste M. 2007. Dynamics of benthic diatom colonization in a cadmium/zinc-polluted river (Riou-Mort, France). Archiv für Hydrobiologie 168: 179-187.

 

Nawrot T., Plusquin M., Hogervorst J., Roels H.A., Celis H., Thijs L., Vangronsveld J., Van Hecke E. & Staessen J.A. 2006. Environmental exposure to cadmium and risk of cancer: a prospective population-based study. Lancet Ocology 7: 119-126.

 

Pagola-Carte S. 2004. ABC method and Biomass Size Spectra: what about macrozoobenthic biomass on hard substrata? Hydrobiologia 527: 163-76.

 

Pielou E. C. 1975. Ecological Diversity. J. Wiley & Sons, New York.

 

Potapova M. & Charles D.F. 2003. Distribution of benthic diatoms in U.S. rivers in relation to conductivity and ionic composition. Freshwater Biology 48: 1311-1328.

 

Prego R. & Cobelo-García A. 2003. Twentieth century overview of heavy metals in the Galician Rias (NW Iberian Peninsula). Environmental Pollution 121: 425-452.

 

Prygiel J. & Coste M. 1993. The assessment of water quality in the Artois-Picardie water basin (France) by the use of diatom indices. Hydrobiologia 269/270: 343-349.

 

Prygiel J. 1994. Comparaison de six indices diatomiques et deux indices invertébrés pour l’estimation de la qualité de l’eau de la rivière Sensée (France). Ecologia Mediterranea XX (1/2): 121-133.

 

Prygiel J. & Coste M. 1995. Les diatomées et le diagnostic de la qualité des eaux courantes continentales : les principales méthodes indicielles. Vie Milieu 45: 179-186.

 

Prygiel J. & Coste M. 1996. Les diatomées et les indices diatomiques dans la réseaux de mesure de la qualité des cours d’eau français: historique et avenir. Bulletin français de la Pêche et de la Pisciculture 341/342: 65-79.

 

Prygiel J., Carpentier P., Almeida S., Coste M., Druart C., Ector L., Guillard D., Honoré M., Iserentant R., Ledeganck P., Lalanne-Cassou C., Lesniak C., Mercier I., Moncaut P., Nazart M., Nouchet N., Peres F., Peeters V., Rimet F., Rumeau A., Sabater S., Straub F., Torrisi M., Tudesque L., Van de Vijver B., Vidal H., Vizinet J. & Zydek N. 2002. Determination of the biological diatom index (IBD NF T 90-354): results of an intercomparison exercise. Journal of Applied Phycology 14: 27-39.

 

Reid M.A., Tibby J.C., Penny D. & Gell P.A. 1995. The use of diatoms to assess past and present water quality. Australian Journal of Ecology 20: 57-64.

 

Ruse L.P. 1996. Multivariate techniques relating macroinvertebrate and environmental data from a river catchment. Water Research 30: 3017-3024.

 

Sabater S. 2000. Diatom communities as indicators of environmental stress in the Guadiamar River, S-W. Spain, following a major mine tailings spill. Journal of Applied Phycology 12: 113-124.

 

Schiefele S. & Schreiner C. 1991. Use of diatoms for monitoring nutrient enrichment, acidification and impact of salt in rivers in Germany and Austria. In: Whitton B.A., Rott E. & Friedrich G. Use of Algae for Monitoring Rivers. Institut for botanik, Austria: 103-110.

 

Schoeman F.R. & Haworth E.Y. 1984. Diatoms as Indicators of Pollution. Report on a workshop. In: Ricard M. Proceedings Of the 8th International Diatom Symposium Paris. Otto Koeltz Publications, Koenigstein.: 757-759.

 

Sekiranda S. B. K., Okot-Okumu J., Bugenyi F. W. B., Ndawula L. M. & Gandhi P. 2004. Variation in compositon of macro-benthic invertebrates as an indication of water quality status in three bays in Lake Victoria. Uganda Journal of Agricultural Sciences 9: 396-411.

 

Sladeček V. 1973. System of water quality from the biological point of view. Archive für Hydrobiologie 7: 1-218.

 

Sladeček V. 1986. Diatoms as indicators of organic pollution. Acta hydrochimica et hydrobiologica 14: 555-566.

 

Smits M. 2005. Vergelijking van bio-indicatoren voor de bepaling van de waterkwaliteit in een natuurlijk waterlopensysteem Licentiaatverhandeling UIA. 98 p.  

 

Soininen J. & Könönen K. 2004. Comparative study of monitoring South-Finnish rivers and streams using macroinvertebrate and bethic diatom community structure. Aquatic Ecology 38: 63-75.

 

Solà C., Burgos M., Plazuelo A., Toja J., Plans M. & Prat N. 2004. Heavy metal bioaccumulation and macroinvertebrate community changes in a Meditterranean stream affected by acid mine drainage and an accidental spill (Guadiamar River, SW Spain). Science of the Total Environment 333: 109-126.

 

Stark J. D. 1998. SQMCI: a biotic index for freshwater macroinvertebrate coded-abundance data. New Zealand Journal of Marine and Freshwater Research 32: 55-66.

 

Steinberg C. & Schiefele S. 1988. Biological indication of trophy and pollution of running waters. Zeitschrift für Wasser- und Abwasser-Forschung 21: 227-234.

 

Stuijfzand S.C., Jonker M.J., van Ammelrooy E. & Admiraal W. 1999. Species-specific responses to metals in organically enriched river water, with emphasis on effects of humic acids. Environmental Pollution 106: 115-121.

 

Szabó K., Kissi K.T. Taba G. & Ács É. 2005. Epiphytic diatoms of the Tisza River, Kisköre Reservoir and some oxbows of the Tisza River after the cyanide and heavy metal pollution in 2000. Acta Botanica Croatica 64: 1-46.

 

ter Braak C.J.F. & Prentice I.C. 1988. A theory of gradient analysis. Advanced Ecological Research 18: 271-317.    

 

ter Braak C.J.F. & Smilauer P. 1998. CANOCO reference manual and users’ guide to CANOCO for Windows. Centre for Biometry, Wageningen.

 

Thorne R.S.J. & Williams W.P. 1997. The response of benthic macroinvertebrates to pollution in developing countries: a multimetric system of bioassessment. Freshwater Biology 37: 671-686.

 

Triest L., Adriaenssens V., Belpaire C., Breine J., D’heere E., Gabriels W., Goethals P., Simoens I. & De Pauw N. 2001a. Vergelijking van bio-indicatoren voor de ecologische evaluatie van waardevolle bovenstroomse beektrajecten. VLINA 00/08 rapport. Min. Vlaamse Gemeenschap, AMINAL, D/2001/3241/335: 149pp., 39pp. annexen en 4 kaarten.

 

Triest L., Kaur P., Heylen S. & De Pauw N. 2001b. Comparative monitoring of diatoms, macroinvertebrates and macrophytes in the Woluwe River (Brussels, Belgium). Aquatic ecology 35: 183-194.

 

Van Dam H., Mertens A. & Sinkeldam J. 1994. A coded checklist and ecological indicator values of freshwater diatoms from the Netherlands. Netherlands Journal of Aquatic Ecology 28: 114-133.

 

Van de Vijver B. & Beyens L. 1998. Diatoms and Water Quality in the Kleine Nete, a Belgian Lowland Stream. Limnologica 28: 145-152.

 

Van de Vijver B., Beyens L., Vincke S. & Gremmen N. 2004. Moss-inhabiting diatom communities from Heard Island, sub-Antarctic. Polar biology 27: 532-543.

 

Van der Werff A. 1955. A new method of concentrating and cleaning diatoms and other organisms. Verhandlungen Internationale Vereinigung für theoretische und angewandte Limnologie 12: 276-277.

 

VIWC (2001) De Europese kaderrichtlijn water: een leidraad. Vlaams Integraal Wateroverleg Comité, Brussel.

Vlaamse Regering. 2000. Besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende vaststelling van het Vlaamse Reglement betreffende de milieuvergunning (Vlarem), zoals gewijzigd bij besluit van 17 juli 2000. Belgisch Staatsblad, 5 augustus 2000.

Walley W.J. & Hawkes H.A. 1996. A computer-based reappraisal of the Biological Monitoring Working Party scores using data from the 1990 River Quality Survey of England and Wales. Water  Research 30: 2086-2094.

 

Walley W.J. & Hawkes H.A. 1997. A computer-based development of the Biological Monitoring Working Party score system incorporating abundance rating, site type and indicator value. Water Research 31: 201-210.

 

Warwick R.M. 1986. A new method for detecting pollution effects on marine macrobenthic communities. Marine Biology 92: 557-562.

 

Warwick R.M., Pearson T.H. & Ruswahyuni 1987. Detection of pollution effects on marine macrobenthos: further evaluation of the species abundance/biomass method. Marine Biology 95: 193-200.

 

Warwick R.M. & Clarcke K.R. 1994. Relearning the ABC: taxonomic changes and abundance/biomass relationships in disturbed benthic communities. Marine Biology 118: 739-744.

 

Werner D. ed. 1977. The Biology of Diatoms, Botanical Monographs, University of California Press, v. 13, 498 p.

 

Woodiwiss F. S. 1964. The biological system of stream classification used by the Trent River Board. Chemistry and Industry 14: 443-447.

 

www.vmm.be. 2006. Gegevensdatabank Vlaamse Milieu Maatschappij.

 

Zelinka M. & Marvan P. 1961. Zur Prasisierung der biologischen Klassifikation des Rheinheit fliessender Gewässern. Archive für Hydrobiologie 19: 389-407.



Specifieke determinatiewerken voor macro-invertebraten


Bass J. 1998. Last-instar larvae and pupae of the Simuliidae of Britain and Ireland. Freshwater Biological Association 55. 101 p.

 

Brinkhurst R.O. 1963. A Guide for the Identification of British Aquatic Oligochaeta. Freshwater Biological Association 22. 52 p.

 

Carchini G. 1983. A Key to the Italian Odonate Larvae. Societas Internationalis Odonatologica Rapid Communications (Supplements) 1. 101 p.

 

Cranston P.S. 1982. A key to the British Orthocladiinae (Chironomidae). Freshwater Biological Association 45. 152 p.

 

De Pauw N. & Vannevel R. 1991. Macro-invertebraten en waterkwaliteit. Stichting Leefmilieu, Antwerpen. 278 p.

 

Den Hertog C. 1962. De Nederlandse Platwormen (Tricladida). Wetenschappelijke mededelingen van de Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging 42. 40p.

 

Dresscher T.G.N. & Engel H. 1960. De Nederlandse Bloedzuigers (Hirudinea). Wetenschappelijke mededelingen van de Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging  39. 60p.

 

Drost M.B.P., Cuppen H.P.J.J., Van Nieukerken E.J. & Schreijer M. 1992. De Waterkevers van Nederland. Uitgeverij Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging. 280 p.

 

Drost M.B.P. & Schreijer M. 1978. Waterkevertabel. Jeugdbondsuitgeverij. 222 p.

 

Edington J.M. & Hildrew A.G. 1995. Caseless Caddis Larvae of the British Isles. Freshwater Biological Association 53. 134 p.

 

Elliot J.M., Humpesch U.H. & Macan T.T. 1988. Larvae of the British Ephemeroptera. Freshwater Biological Association 49. 145 p.

Elliot T.T. & Mann K.H. 1998. A key to the British Freshwater Leeches. Freshwater Biological Association 44. 72 p.

 

Geijskens D.C. & Van Tol J. 1983. De libellen van Nederland (Odonata). Uitgeverij Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging. 368 p.

 

Gledhill T., Sutcliffe D.W. & Williams W.D. 1993. British Freshwater Crustacea Malacostraca. Freshwater Biological Association 52. 173 p.

 

Heidemann H. & Seidenbusch R. 1993. Die Libellenlarven Deutschlands und Frankreichs. Handbuch für Exurriensammler. 391 p.

 

Langton P.H. 1991. A key to pupal exuviae of West Palearctic Chironomidae. Privately published, Huntingdon, 386 p.

 

Macan T.T. 1994. A key to the British Fresh- and Brackish-Water Gastropods. Freshwater Biological Association 13. 44 p.

 

Moller Pillot H.K.M. 1984. De larven der Nederlandse Chironomidae (Diptera). (Inleiding, Tanypodinae & Chironomini). Nederlandse Faunistische Mededelingen 1A: 1-277.

 

Moller Pillot, H.K.M. 1984. De larven der Nederlandse Chironomidae (Diptera). (Orthocladiinae sensu lato). Nederlandse Faunistische Mededelingen 1B: 1-175.

 

Moller Pillot H.K.M. & Buskens R.F.M. 1990. De larven der Nederlandse Chironomidae (Diptera). Autecologie en verspreiding. Nederlandse Faunistische Mededelingen 1C: 1-87.

 

Nieser N. 1982. De Nederlandse water- en oppervlakte wantsen. Wetenschappelijke mededelingen van de Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging 155. 78p.

 

Norling U. & Sahlén G. 1997. Odonata, Dragonflies and Damselflies. Aquatic Insects of North Europe – A taxonomic Handbook 2. 65 p.

 

Tachet H., Bournaud M. & Richoux P. 1980. Introduction à l’étude des macroinvertébrés des eaux douces. Centre Régional de Documentation Pédagogique de l’Académie de Lyon. 156 p.

 

Ulmer G. 1961. Trichoptera. Die Süßwasserfauna Deutschlands 5/6. 326 p.

 

Wallace I.D., Wallace B. & Philipson G.N. 2003. Keys to the Case-Bearing Caddis Larvae of Britain and Ireland. Freshwater Biological Association 61. 259 p.

Download scriptie (5.16 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Antwerpen
Thesis jaar
2007