Arbeidszorg; de structurele begeleiding
Arbeid is in onze Westerse samenleving meer dan essentieel. Je identiteit wordt voor een groot stuk bepaald door wat je doet. Wie niets doet, wordt vaak bekeken als niets. Werkloosheid heeft meerdere zware gevolgen op maatschappelijk niveau; marginalisering, individualisering, verlies aan koopkracht… Maar het grootste pijnpunt waar een kapitalistische maatschappij met een sterk onderbouwd sociaal zekerheidsstelsel mee te kampen krijgt, is zonder meer het structurele financieringsprobleem. Bovendien sleept werkloosheid ook op individueel niveau niet verwaarloosbare consequenties met zich mee; verlies van een inkomen, vermindering van sociale contacten, verlies van tijdsstructuur, en niet in het minste; het verlies van het gevoel een deel uit te maken van een groter maatschappelijke geheel. Wie lange tijd zonder arbeid valt, glijdt langzaamaan af in de oogluikend toegelaten vergetelheid van maatschappelijke exclusie.
De sociale economie tracht de neveneffecten die onze prestatiegerichte maatschappijvorm veroorzaakt gedeeltelijk te compenseren. Dit gebeurt onder meer in sociale werkplaatsen. Via het hanteren van een kansenklimaat geeft men mensen de mogelijkheid om dankzij de vereiste ondersteuning en begeleiding hun potentieel tot uiting te laten komen in een omgeving die niet dezelfde standaarden, normen en eisen hanteert als in de maatschappij gangbaar zijn. Maar ondanks de heersende kansenpolitiek op de sociale tewerkstellingsmarkt merkte men dat een percentage van de beoogde doelgroep moeilijkheden ondervond om dit traject vol te houden. Voor deze doelgroep richtte men arbeidszorginitiatieven op.
Jarenlang bevond arbeidszorg zich in een ongesubsidieerde schemerzone. Men voldeed noch aan de normen van arbeid, noch aan de normen van hulpverlening. Dat de nood naar dergelijke projecten maatschappelijk verspreid was, wordt gestaafd door het feit dat er al sinds 1984 gelijkaardige projecten actief waren die dezelfde missie hanteerden, maar geherbergd werden onder een andere naam. Deze initiatieven opereerden onafhankelijk van elkaar en er ontstond een sterke differentiatie. Dit alles zorgde ervoor dat het concept arbeidszorg moeilijk te vatten was; zelfs voor de betrokken partijen. Pas in 2005 kwam de Ronde Tafel Arbeidszorg tot een consensus over wat de gemeenschappelijke visie op arbeidszorg nu precies inhield.
Sinds 2001 en de daarbij horende erkenning van arbeidszorg in sociale werkplaatsen begint de overheid met de officialisatie van het project.
Arbeidszorg zweefde jarenlang in een kaderloze omgeving en kent een grote variatie aan doelgroepmedewerkers. Elk arbeidszorginitiatief heeft een speciaal op de doelgroep afstelde begeleidingsmethoden ontwikkeld, maar deze trajecten vereisen een contextuele aanpak en zijn relatief subjectief, doch ze resulteren in de beste trajecten. Door de verscheidenheid aan doelgroepmedewerkers zijn deze trajecten zijn niet altijd te grijpen in direct definieerbare quota; iets wat door bemiddeling van de overheid onvermijdelijk verlangt wordt. Wanneer begeleiders in functie van bepaalde quota dienen te handelen en gevraagd worden vereisten te behalen die de overheid vooropstelt om zo het voortbestaan van het project te verzekeren, kan een begeleider voor de keuze gesteld worden om te handelen voor het grotere goed, het voortbestaan van het initiatief, en gedwongen worden de individuele belangen in kader van algemene efficiëntie aan de kant zetten.
Langzaamaan begint de inmenging van de overheid duidelijk voelbaar te worden. Dit onder meer door de inwerkingtreding van het meerbanenplan waar men het concept arbeidszorg hanteert als een tewerkstellingsmogelijkheid voor het onderste slib in de categorie werklozen. Het meerbanenplan wordt slechts doorgevoerd in een fractie van het arbeidszorggebied. In dit oefenproject ondervindt men dat een eenduidige aanpak voor deze doelgroep, zelfs in 1 specifieke sector van arbeidszorg, niet voor de hand liggend is. Algemene conformering van de begeleidingswijze is niet eenvoudig en dit terwijl het meerbanenplan slechts ingang vindt in 1 van de 4 arbeidszorgsectoren. Daarenboven heeft elk arbeidszorginitiatief jarenlang de vrijheid gehad het concept in te vullen vanuit de persoonlijke visie van de verantwoordelijken. Die visie is na jaren van praktijk stevig vergroeid met de organisatie. Het is een moreel gefundeerde beslissing van het bestuur die nauw samenhangt met het mensbeeld die de organisatie hanteert en de algemene visie op arbeid. De visie die de hulpverlenende initiatieven op arbeidszorg hebben, zal onvermijdelijk verschillen van wat de overheid als noodzakelijk in arbeid beschouwt… Arbeidszorg is gefundeerd op een harmonieuze samenwerking tussen arbeid en zorg, en beiden zijn van essentieel belang voor het slagen van het traject. Sowieso is het in deze sector moeilijk het evenwicht tussen de sociale invalshoek die de missie met zich meebrengt en de economische noodzaak die de overleving van het initiatief te garanderen correct uit te balanceren. Het is cruciaal dat de overheid het belang van dit evenwicht snapt, voordat men deze fragiele balans doet kantelen.
Het feit dat er een doelgroep aanwezig is voor arbeidszorg, duidt op zich al de nood van arbeidszorg aan. Deze nood kan enkel ontstaan in een maatschappij die deze nood met zich meebrengt, terwijl het beleid niet enkel een gevolg is van wat de maatschappij nodig heeft, maar ook een vertaling is van wat een maatschappij verwacht, in dit geval; eendrachtige normalisering. En dit is geen eis waar noch de doelgroep, noch de begeleiders op in kunnen gaan. Tenslotte zou het een contradictie op zich zijn wanneer men maatschappelijk geldende eisen stelt aan een doelgroep die per definitie al afgekeurd is van de ‘normale’ arbeidsmarkt omdat ze niet voldoen aan de eisen van de maatschappij. De grootste vraag die de inmenging dus met zich meebrengt is en blijft, behoudt men de mogelijkheid tot het aanvaarden van de contextuele begeleidingswijze van elke arbeidszorger wanneer gevraagd wordt aan bepaalde quota te voldoen? Of laten we ons steeds meer verleiden om het evenwicht tussen arbeid en zorg te laten verschuiven en creëren we slechts een nieuwe vorm van exclusie door de queeste naar kapitaalgerichte efficiëntie...
Dit ganse kluwen van tegenstrijdige belangen zorgt ervoor dat dit structureringsproces het waard is van nabij te bestuderen.
. A. Boeken:
Lauwereyns L., Nicaise I., (1999). ‘Morfologie van de sociale tewerkstelling in België’. Eerste uitgave. Leuven: Katholieke Universiteit Leuven. Hoger instituut voor arbeid.
Coenen - Hanegraaf M., Valkenburg B., Ploeg M, Coenen H., (1998) ‘Begeleid werken: theorie en methodiek van een individuele, vraaggerichte benadering’ Uitgeverij: Jan van Arkel.
Frans. M., Seynaeve, K., Vranken J., (2002). ‘Balanceren op een slappe koord: spanningsvelden in de sociale economie’. Garant.
B. Handboeken:
Borremans L., Goeminne D., Henderickx B. ea. (2003). “Handboek voor begeleiders in arbeidszorg/ Antwerps Netwerk Arbeidszorg ( A.N.A.)” i.o. van het Provinciaal Overleg Arbeidszorg Antwerpen, 90p.
Samenwerkingsverband Sociale Tewerkstelling i.s.m. Riso Antwerpen en Antwerps Netwerk Arbeidszorg (2000). “Werkboek begeleiders Arbeidszorg.” Werkboek. Gent, Ateljee vzw, sociale werkplaats
(2007) “De wet betreffende de rechten van de vrijwilliger”, ontstaan uit samenwerkingscontract tussen Het Punt vzw – Brussel, Provinciale Steunpunten Vrijwilligerswerk en het Vlaams Steunpunt Vrijwilligerswerk vzw, 28 p.
De Keiberg (2008). Brochure. Gent, Arbeidszorg De Keiberg
Auman K., Machiels M., Verbeek A., (2007). ‘Bezoek ‘Werksaam’ aan de Witte Hoeve. Voorstelling assessment en arbeidstraining.’ Brochure. Besele. De Witte Hoeve.
Frans M., Vranken J., (2000). ‘Samenvatting van het onderzoeksrapport ‘Tussen Welzijn en Werk. Een eigen plaats voor arbeidszorg.’ 21p.
C. Sites:
Reglementering Van 15 september 2005 betreffende de erkenning en subsidiëring van arbeidszorginitiatieven
Bron: www.oostvlaanderen.be
Geraadpleegd op: 7 januari 2008)
Nota betreffende invulling meerbanenplan arbeidszorg en trajecten
Bron: www.sst.be
Geraadpleegd op: 12 januari 2008
Van A tot Z; een visie op arbeidszorg, Ronde Tafel Arbeidszorg
Bron: www.oostvlaanderen.be/public/welzijn
Geraadpleegd op: 8 januari 2008
Bron: http://www.sst.be/pdf/EvaluatierapportAZ%20 geintegreerd.pdf
Geraadpleegd op: 1 februari 2008
Bron: http://ateljee.info.be
Geraadpleegd op: 5 maart 2008
Bron: http://www2.vlaanderen.be/ned/sites/werk/documenten/tw_sw_bgp.doc
Geraadpleegd op: 22 februari 2008
Bron: http://www.sst.be/news/SST_ledenhoek/web/PDF/az14maart2007.pdf
Geraadpleegd op: 12 februari 2008
Bron: http://www.sst.be/news/pdf/Arbeidszorg.pdf
Geraadpleegd op: 4 maart 2008
Bron: http://www.sst.be/news/SST_ledenhoek/web/ledenhoek/toeleiding.doc
Geraadpleegd: 12 februari 2008
Bron: http://www2.vlaanderen.be/werk/documenten/tw_az_oproep.doc
Geraadpleegd op: 12 februari 2008
Bron:http://www.sst.be/news/SST_ledenhoek/web/PDF/notastatuut.pdf Geraadpleegd op: 12 februari 2008)
Bron: http://www.juridat.be/cgi_loi/wetgeving.pl
Geraadpleegd op: 1 maart 2008)
Bron: http://www.vaph.be
Geraadpleegd op: 2 december 2007
Bron: http://www.socialewerkplaats-desleutel.be/nieuws.php
Geraadpleegd op: 22 april 2008
Bron:http://www.senate.be/www/?MIval=/Registers/ViewReg&COLL=H&PUID=33574986….
Geraadpleegd op: 1 maart 2008