David versus Goliath. Over de breuklijk tussen grote en kleine EU-lidstaten

Maarten Vanhaverbeke
Persbericht

David versus Goliath. Over de breuklijk tussen grote en kleine EU-lidstaten

 

David versus Goliath. Over de breuklijn tussen grote en kleine EU-lidstaten.

 

David versus Goliath, Klein versus Groot. De idee van een tegenstelling tussen kleine en grote dingen zit als het ware ingebakken bij de mens. Ook wanneer het over de Europese Unie gaat, vinden we deze gedachte terug in de visie dat er een tegenstelling zou bestaan tussen de kleine en grote EU-lidstaten. Het is echter de vraag of dit wel zo is: zijn er concrete bewijzen uit de Europese besluitvorming die aantonen dat de kleine en grote EU-lidstaten het fundamenteel oneens zijn met elkaar? Het gegeven dat de huidige Unie er één is van hoofdzakelijk kleine lidstaten, maakt dat deze vraag niet onbelangrijk is.

 

Eén van de vele manieren om de Europese besluitvorming te analyseren, is aan de hand van zogenaamde breuklijnen of conflictassen tussen groepen van EU-lidstaten onderling. Zo spreekt men niet enkel van een breuklijn tussen kleine en grote EU-lidstaten, maar ook tussen links en rechts, arm en rijk, Noord en Zuid, voor- en tegenstanders van een verdere Europese integratie, netto-betalers en netto-ontvangers van Europese subsidies,... Breuklijnen liggen aan de basis van coalitievorming tussen de lidstaten bij Europese besluitvorming. Lidstaten met gelijkaardige belangen die voortvloeien uit gemeenschappelijke kenmerken (zoals het gegeven dat men een kleine of grote lidstaat is), zullen coalities vormen om deze belangen te verdedigen. Aan de oorsprong van een breuklijn tussen EU-lidstaten liggen dus botsende belangen, die ervoor zorgen dat groeperingen van lidstaten met gemeenschappelijke belangen telkenmale (ongeacht welk beleidsdomein dus) recht tegenover elkaar komen te staan. In het geval van een breuklijn tussen de kleine en grote EU-lidstaten, zouden de Grote Zes (Duitsland, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk, Italië, Spanje en Polen) dus telkens tegenover maar liefst 21 kleine lidstaten komen te staan.

 

Het is opvallend dat zowel zij die beweren dat er sprake is van een breuklijn tussen de kleine en grote EU-lidstaten, als zij die dit ten stelligste ontkennen, hiervoor geen concrete bewijzen aanvoeren. Het is nochtans perfect mogelijk om na te gaan of er in het dagdagelijks beleid van de Unie al dan niet sprake is van een breuklijn tussen Klein en Groot. Aan de hand van gegevens over het stemmen van wetgevingsbesluiten in de Raad van Ministers (de bijeenkomst van de vakministers van de EU), kan men namelijk nagaan of er bij deze stemmingen min of meer vaste coalitiepatronen tussen bepaalde groepen van lidstaten opduiken. Sinds 1994 zijn deze stemmingsgegevens openbaar en voor de periode 1994-2006 zijn er verscheidene analyses van deze data beschikbaar. Uit deze literatuur over coalitiepatronen bij stemmingen in de Raad van Ministers blijkt nu dat er hoegenaamd geen sprake is van enig coalitiepatroon van Klein versus Groot in de Europese Unie. De kleine lidstaten blijken het in de Raad van Ministers niet fundamenteel oneens te zijn met de grote lidstaten. In feite is het stemgedrag van de lidstaten niet zomaar te categoriseren. Coalities wisselen naargelang het voorstel en van echt vaste coalitiepatronen is er geen sprake. Indien we al kunnen spreken van een breuklijn, dan is deze tussen de noordelijke en zuidelijke lidstaten de meest uitgesprokene. Ook de resultaten van een eigen onderzoek naar de stemmingen in 2007 bevestigen deze conclusies.

 

Waar komt de idee dan vandaan dat er in de Unie een tegenstelling tussen de kleine en grote lidstaten bestaat? Het een en het ander heeft vermoedelijk te maken met de duidelijke meningsverschillen tussen Klein en Groot voor wat betreft institutionele hervormingen. Telkens men het Verdrag (de 'spelregels' van de Unie) wil aanpassen, zien we dat de kleine lidstaten tegenover de grote lidstaten komen te staan voor wat betreft institutionele kwesties. Als we gaan kijken naar de posities van Klein en Groot in de discussies omtrent de institutionele hervormingen bij het Verdrag van Amsterdam, het Verdrag van Nice en het Grondwettelijk Verdrag, is het duidelijk dat we gerust mogen spreken van een 'institutionele breuklijn' tussen de kleine en grote lidstaten. Aan de basis van deze institutionele breuklijn ligt het volgende dilemma: moet men – ongeacht de grootte van een staat – vasthouden aan het principe van gelijkheid tussen staten, dat zorgt dat elke lidstaat op een 'eerlijke' manier vertegenwoordigd wordt in het besluitvormingsproces? Of moet men de voorkeur geven aan een – als meer democratisch beschouwde – proportionele representatie, waarbij men meer rekening houdt met de (machts)verhoudingen tussen de lidstaten onderling en waardoor de grote lidstaten meer zeggenschap hebben? Zij die veel macht hebben – de grote lidstaten – bepleiten proportionaliteit, zij die weinig macht hebben – de kleine lidstaten – eerder gelijkheid. Beide elementen zijn sinds het de oprichting van de Unie vervat in het Verdrag. Reeds in het Verdrag van Rome van 1958 werden de kleine lidstaten dus institutioneel bevoordeeld tegenover de grote staten. Maar toen halverwege de jaren 1990 duidelijk werd dat er een grote uitbreiding op handen was, begonnen de grote lidstaten te pleiten voor verregaande institutionele hervormingen. Negen van de tien potentiële nieuwe lidstaten waren namelijk kleine staten. De Europese Unie zou opeens uit wel een groot aantal kleine lidstaten bestaan. Vanuit een vrees voor machtsverlies werd door de grote lidstaten aldus een hervormingsproces opgestart, dat er uiteindelijk voor zou moeten zorgen dat het principe van de gelijkheid tussen de EU-lidstaten zou worden afgebouwd. De door de grote lidstaten voorgestelde hervormingen werden door de kleine lidstaten terecht opgevat als een aanval op het voor hen heilige principe van gelijkheid tussen EU-lidstaten. Bij de opeenvolgende Verdragsherzieningen kwam het dan ook telkens tot een heuse clash tussen Klein en Groot. Niettegenstaande hevig verzet van de kleine lidstaten, haalden de grote lidstaten hun slag thuis en ondanks een uitbreiding van de Unie met heel wat kleine lidstaten, is de machtspositie van de kleine lidstaten er op achteruitgegaan.

 

Op institutioneel vlak kunnen we dus weliswaar spreken van een breuklijn tussen de kleine en grote EU-lidstaten, maar in het dagdagelijks beleid van de Unie zien we deze breuklijn niet opduiken. 'De' belangen van de kleine of de grote lidstaten blijken niet te bestaan. Het denken in termen van Klein versus Groot is dus – op Europees niveau – irrelevant. De grootte van een lidstaat is bij Europese besluitvorming geen beslissende factor in de coalitievorming tussen de lidstaten. De meer algemene idee van een dichotomie tussen kleine en grote dingen zit echter – zoals gezegd – ingebakken in de mens. In combinatie met de door sommige media uitvergrote institutionele meningsverschillen tussen kleine en grote lidstaten bij de Verdragsherzieningen, zal dit bij sommigen tot de conclusie geleid hebben dat er een breuklijn bestaat tussen kleine en grote EU-lidstaten. Niets is echter minder waar.

Bibliografie

 

Antola, E. (2001a). Small States in the EU: Experiences and Challenges. Paper gepresenteerd aan de workshop 'European Union: Nordic Experience', Tsjechisch Parlement, Praag, 12 juni.

 

Antola, E. (2001b). What kind of Union for Small States? <http://vanha.soc.utu.fi/jean-monnet/tutkimusprojektit/smallstates.html&…;.

 

Archick, K. (2006). The European Union: Questions and Answers. Washington D.C.: Congressional Research Service, Library of Congress.

 

Bachmann, K. (2005). Deliberating or Bargaining - the New Members and the Convention on the Future of Europe. In T. Lane & E. Stadtmüller (Red.), Europe on the Move: The Impact of Eastern Enlargement on the European Union (pp. 55-68). Münster: Lit-Verlag.

 

Baechler, G. (1998). Future Relevance and Priorites of Small States. In L. Goetschel (Red.), Small States Inside and Outside the European Union: Interests and Policies (pp. 267-283). Boston: Kluwer.

 

Bogaards, M., & Crepaz, M. (2002). Consociational Interpretations of the European Union. European Union Politics, 3(3), 357-381.

 

Bolkenstein, F. (2003). De toekomst van de Nederlandstaligen in Europa. Speech voor NedWerk Scheldemond, Gent, 26 maart.

 

Brinkhorst, L. J. (2007). Why tensions are high between the Low Countries. Europe's World, (7), 72-79.

 

Brown, T. (1998). Implications of Enlargement. In L. Goetschel (Red.), Small States Inside and Outside the European Union: Interests and Policies (pp. 243-266). Boston: Kluwer.

 

Bunse, S., Magnette, P., & Nicolaïdis, K. (2007). Big versus Small: Shared Leadership in the EU and Power Politics in the Convention. In D. Beach & C. Mazzucelli (Red.), Leadership in the Big Bangs of European Integration (pp. 134-157). Basingstoke: Palgrave Macmillan.

 

Chryssochoou, D. (2007). Democracy and the European Polity. In M. Cini (Red.), European Union Politics (2e ed., pp. 359-374). Oxford: Oxford University Press.

 

Eppink, D. J. (2004a). Nieuwe koers voor Benelux. De Tijd, 19 juli.

 

Eppink, D. J. (2004b). Met de kleinen tegen de groten. Benelux moet hoeder zijn van belangen kleine EU-landen. NRC Handelsblad, 24 juli.

 

Felsenthal, D., & Machover, M. (2001). The Treaty of Nice and qualified majority voting. Social Choice and Welfare, 18(3), 431-464.

 

Geurts, C. (1998). The European Commission: A Natural Ally of Small States in the EU Institutional Framework? In L. Goetschel (Red.), Small States Inside and Outside the European Union: Interests and Policies (pp. 49-64). Boston: Kluwer.

 

Goetschel, L. (1998). The Foreign and Security Policy Interests of Small States in Today's Europe. In L. Goetschel (Red.), Small States Inside and Outside the European Union: Interests and Policies (pp. 13-31). Boston: Kluwer.

 

Golub, J. (1999). In the Shadow of the Vote? Decision Making in the European Community. Internatinal Organization, 53(4), 733-764.

 

Hagemann, S. (2007). Applying Ideal Point Estimation Methods to the Council of Ministers. European Union Politics, 8(2), 279-296.

 

Hagemann, S., & De Clerck-Sachsse, J. (2007). Old Rules, New Game: Decision-Making in the Council of Ministers after the 2004 Enlargement. CEPS Rapport.

 

Hayes-Renshaw, F., Van Aken, W., & Wallace, H. (2006). When and Why the EU Council of Ministers Votes Explicitly. Journal of Common Market Studies, 44(1), 161-194.

 

Hayes-Renshaw, F., & Wallace, H. (2006). The Council of Ministers (2e ed.). Basingstoke: Macmillan.

 

Heisenberg, D. (2005). The institution of 'consensus' in the European Union: Formal versus informal decision-making in the Council. European Journal of Political Research, 44(1), 65-90.

 

Hilf, M. (1995). The Role of Small Member States in the EU. Úlfjótur, 48(2), 167-170.

 

Kaeding, M., & Selck, T. J. (2005). Mapping Out Political Europe: Coalition Patterns in EU Decision-Making. International Political Science Review, 26(3), 271-290.

 

Kaniovski, S., & Hosli, M. (2008). Towards An Empirical Model of Coalition Formation in the Council of the European Union. Paper gepresenteerd aan de CONNEX-workshop 'Coalition-Formation in the European Union', Leiden, 24-25 januari.

 

Lauwaars, R. (2002). De Verdragen van Amsterdam en Nice over de Europese Unie. Amsterdam: Koninklijke Nederlandse akademie van wetenschappen.

 

Lee, M. (2006). How Do Small States Affect the Future Development of the EU? New York: Nova science publishers.

 

Lijphart, A. (1969). Consociational Democracy. World Politics, 21, 207-225.

 

Magnette, P., & Nicolaïdis, K. (2004). Coping with the Lilliput syndrome. Large vs. Small member states in the European Convention. Politique Européenne, (14), 1-25.

 

Manners, I. (2000). Small States and the Internal Balace of the European Union: Institutional Issues. In J. Gower & J. Redmond (Red.), Enlarging the European Union: The Way Forward (pp. 123-135). Aldershot: Ashgate.

 

Mattila, M. (2004). Contested decisions: Empirical analysis of voting in the European Union Council of Ministers. European Journal of Political Research, 43(1), 29-50.

 

Mattila, M. (2008). Roll Call Analysis of Voting in the EU Council of Ministers after the 2004 Enlargement. Paper gepresenteerd aan de CONNEX-workshop 'Coalition-Formation in the European Union', Leiden, 24-25 januari.

 

Mattila, M., & Lane, J. (2001). Why Unanimity in the Council? A Roll Call Analysis of Council Voting. European Union Politics, 2(1), 31-52.

 

Meerts, P. (1997). Negotiating in the European Union: Comparing Perceptions of EU Negotiators in Small Member States. Group Decision and Negotiation, 6(5), 463-482.

 

Moberg, A. (2007). Is the double majority really double? The second round in the debate of the voting rules in the EU Constitutional Treaty. Madrid: Real Instituto Elcano Working Paper, 30 mei.

 

Moravcsik, A., & Nicolaïdis, K. (1999). Explaining the Treaty of Amsterdam: Interests, Influence and Institutions. Journal of Common Market Studies, 37(1), 59-85.

 

 

 

 

Neumann, B., & Gstöhl, S. (2006). Lilliputians in Gulliver's World? In C. Ingebritsen (Red.), Small States in International Relations (pp. 5-36). Seattle: University of Washington Press.

 

Pace, R. (2000). Small States and the Internal Balance of the European Union: The Perspective of Small States. In J. Gower & J. Redmond (Red.), Enlarging the European Union: The Way Forward (pp. 107-122). Aldershot: Ashgate.

 

Plechanovová, B. (2008). The EU Council Enlarged: North-South-East or Core-Periphery? Paper gepresenteerd aan de CONNEX-workshop 'Coalition-Formation in the European Union', Leiden, 24-25 januari.

 

Prodi, R. (2001). For a strong Europe, with a grand design and the means of action. Speech voor het Institut d'Etudes Politiques, Paris, 29 mei.

 

Rodden, J. (2001). Strength in numbers? Representation and redistribution in the European Union. Paper gepresenteerd aan de European Union Studies Association Meeting, Madison, 31 mei.

 

Rothstein, R. (1968). Alliances and Small Powers. New York: Columbia University Press.

 

Tallberg, J. (2007). Bargaining Power in the European Council. Stockholm: SIEPS Rapport, februari.

 

Theunis, B. (1999). Reflections on Small States and Their Influence in the European Union. In K. Malfliet & W. Keygnaert (Red.), The Baltic States in an Enlarging European Union: Towards a Partnership Between Small States? (pp. 155-179). Leuven: Garant.

 

Thomson, R., Boerefijn, J., & Stokman, F. (2004). Actor alignments in European Union decision making. European Journal of Political Research, 43(2), 237-261.

 

Thorhallsson, B. (2000). The Role of Small States in the European Union. Aldershot: Ashgate.

 

Thorhallsson, B. (2006). The Size of States in the European Union: Theoretical and Conceptual Perspectives. Journal of European Integration, 28(1), 7-31.

 

Van Roozendaal, P., Hosli, M., & Heetman, C. (2008). Coalitions in the Council of the European Union. Paper gepresenteerd aan de CONNEX-workshop 'Coalition-Formation in the European Union', Leiden, 24-25 januari.

 

Von Steinsdorff, S. (2007, maart). The Small EU Member States: Engines of Integration? <http://www.eurotopics.net/en/magazin/politik-verteilerseite/grenzen_der…;

 

Vos, H. (2007). Besluitvorming in De Europese Unie: Een Survival Kit (2e ed.). Leuven: Acco.

 

Vos, H., & De Ridder, E. (2007). Calimero in Europa: Over de toekomst van de Benelux in de Europese Unie. Internationale Spectator, 61(11), 530-532.

 

Wivel, A. (2004). Small EU Member States after Enlargement: A New Context of Foreign Policy-Making? Paper gepresenteerd aan de Centre for Small States Studies 'Workshop on Small States', University of Iceland, 17-18 september.

 

Zbinden, M. (1998). Implications of the Intergovernmental Conference and the Treaty of Amsterdam for Small EU Member States. In L. Goetschel (Red.), Small States Inside and Outside the European Union: Interests and Policies (pp. 49-64). Boston: Kluwer.

 

Zimmer, C., Schneider, G., & Dobbins, M. (2005). The Contested Council: Conflict Dimensions of an Intergovernmental EU Institution. Political Studies, 53(2), 403-422.

Universiteit of Hogeschool
Master in de EU-Studies
Publicatiejaar
2008
Kernwoorden
EU
Share this on: