File-to-factory: maakbaarheid vs. virtualiteit

Davy Franssens
Persbericht

File-to-factory: maakbaarheid vs. virtualiteit

File-to-factory: maakbaarheid vs. virtualiteit.

Wij zijn allemaal adepten van de digitale revolutie. De computer is niet meer uit ons leven weg te denken en de computer blijft terrein winnen. Zo vormt deze computer met al zijn mogelijkheden sinds enige tijd een bron van inspiratie voor tal van experimentele architecten. De ideeën over een organische architectuur bestaan al sinds de jaren ‘20, de dromen over een digitale architectuur sinds de jaren ‘50 -’60. Het uitwerken van deze ideeën bestaat echter nog maar sinds 10 jaar voor de millenniumwissel.

Het experimentele is nu wat voorbij. Er is een bewustzijn gegroeid onder de avant-garde architecten. Zij hebben ondertussen hun eigen ontwerpstrategieën bedacht en uitgezuiverd.

De eerste te bouwen experimentele ontwerpen eindigden meestal in de vuilnisemmer, omdat de kennis en technologie nog niet op punt stonden. De architectuur en de bouwwereld waren er met name nog niet klaar voor.

Deze organische, complexe architectuur realiseren, vraagt om een onderliggende duidelijke geometrie. De chaos moet geordend worden. Voor het ordenen van hun ontwerp, tracht men nu van in het begin de onderliggende structuur in te bedden in zijn vorm. Dit vaak door middel van scripting. Daardoor wordt het model een bundel van parameters en door zijn voorgedefinieerde parameters ook aanpasbaar.

Architectuur is niet louter een verhaal van experimenteren in animatiesoftware. Na hard met het hoofd tegen de muur gestoten te zijn, werken architecten nu nauw samen met informatici, wiskundigen en ondersteunende ingenieursbureaus. Wat de uitvoering betreft, werken ze van in het ontwerpstadium samen met de betreffende constructeurs.

Al van in het tweede jaar werd ik door uitdagende architectuur aangesproken. Ik begon met vormstudies en atelierontwerpen in de taal van een “Zaha Hadid”. Dit evolueerde naar organische vormen in het vierde jaar.

De vraag, die ik me gedurende dit traject stelde, was: hoe maak je nu zoiets?

Hoe worden de complexe, organische vormen maakbaar? Dit werd dan ook de grote onderzoeksvraag van mijn thesis.

En snel bleek dat op deze vraag geen eensluitend antwoord paste. Het thema op zich is nog zo nieuw dat er in België amper architecten zijn die met deze vormgeving vertrouwd zijn, laat staan dat zij in staat zijn die te construeren. De thesis moet in dit opzicht dan ook opgevat worden als een zoektocht. Een verhaal met een duidelijk vertrekpunt, maar zonder eindpunt. De beschrijving van dit onderzoek wordt ingezet met het hoofdstuk File, waar ik de complexe, organische ontwerpen kader binnen het gebruik van de benodigde software. Welke types zijn er en waarvoor wordt elk type gebruikt? Hierna bekijken we onmiddellijk enkele korte cases van organische, digitale ontwerpers. Elk heeft ondertussen zijn eigen ontwerpstrategie ontwikkeld. Daarna volgt het hoofdstuk parametrisch ontwerpen, het item waar binnen de internationale architectuurwereld veel over gesproken wordt, maar dat door velen verkeerd wordt begrepen of geïnterpreteerd. Ik tracht deze term dus ook ruimer te kaderen. Hierna gaan we over naar het deel over de maakbaarheid, factory genaamd. In dit deel wordt de indeling gemaakt tussen het voorontwerp, het optimaliseren van het ontwerp en de fabricatie. In het voorontwerp worden processen beschreven om dummy’s of prototypes te fabriceren, van rapid prototyping tot rapid manufacturing. Na deze eerste confrontatie met het prototype, moet het ontwerp geoptimaliseerd worden met het oog op de latere constructiefase. Het is in deze fase dat veel architecten met hun ontwerpen stranden. Dit heeft geleid tot de oprichting van bureaus die zich enkel toespitsen op het adviseren en begeleiden van architecten naar de constructiefase.

In de constructiefase wordt er enkel van computergestuurde fabricatiemethoden gebruik gemaakt. Dit was ook een belangrijk punt in deze thesis: hoe worden virtuele digitale ontwerpen digitaal maakbaar?

Als toemaatje beschrijf ik nog twee processen die volledige gebouwen kunnen printen en construeren. Het vorige deel beschreef het theoretische luik van mijn thesis. Het tweede deel, het meer praktische luik vertelt over een onderzoek waarin ik zelf dit pad van virtualiteit naar maakbaarheid trachtte te bewandelen. Het onderzoek spitste zich toe op de schaal van productdesign, een klein organisch vormpje, met name een jeneverglaasje, een idee dat groeide uit de wedstrijd voor een nieuw jeneverglas, uitgeschreven door de stad Hasselt. Na gesprekken met Andre Houdart, Kristiaan Van Weert en Walter Fransen, wou ik dit computermodel parametriseren. Zo liep er gelijktijdig een dubbelonderzoek over dit glaasje. Het eerste onderzoek naar het ontwerpen en produceren van dit borrelglas en het tweede hoe we dit alles zouden doen door middel van parametrisch ontwerpen. Vooral dit laatste was een zware opgave, omdat ik geen programmeur ben. Op enkele maanden tijd moest de scripttaal van 3ds Max mij eigen worden. Men kan zich ondertussen afvragen waarom ik keer op keer opteer voor 3ds Max. Ik was al enkele jaren vertrouwd met het modelleren en renderen in dit pakket en een mens is tenslotte een gewoontedier. Daarnaast bleek in het onderzoek dat verschillende architectenbureaus ook gebruikmaken van animatiesoftware. Aldus startte ik in 3ds Max. Tijdens mijn zoektocht ontdekte ik een nieuw softwarepakket, die er specifiek op gericht was parametrisch te ontwerpen, toegepast op architectuur. Mocht ik dit onderzoek kunnen verlengen, dan zou ik dit softwarepakket geïntegreerd hebben.

Mijn interesse binnen dit vakgebied is echter dankzij deze thesis enkel groter geworden en daarom raad ik dan ook elke student aan om architectuur niet te eng te bekijken. Durf barrières en grenzen oversteken, denk grensoverschrijdend. Ik heb dankzij deze thesis niet enkel veel bijgeleerd op het gebied van scripten, maar ook op het gebied van planning. Een juiste coördinatie en planning is haast even belangrijk als een goed 3D-model. De lange zoektocht, die deze thesis was, het traject van de virtualiteit naar de maakbaarheid, resulteerde in de uitvoering van het jeneverglaasje. Mij rest nu enkel het geloof en de hoop op de creatie en realisatie van organische vormen in de toekomst.

Alvast een mooie wandeling gewenst doorheen mijn onderzoekstraject. Omwille van de zware technische aard van de thesis, zal het voor u als lezer soms misschien wel lopen worden. Maar niemand heeft ooit beweerd dat het leven van een architect makkelijk zou zijn.

“VELLE NON DISCITUR”1

1 velle non discitur: willen kan je niet leren [citaat Danny Eerlingen, zomer 2007]

 

 

Bibliografie

Bibliografie
180
Boeken
Heynen, H. & Loeckx,A. …(Rec.); Dat is architectuur:
Sleutelteksten uit de twintigste eeuw, 2004, Gent: 010
uitgeverij.
Kieran, S. & Timberlake, J., Refabricating Architecture:
How manufacturing methologies are poised to transform
building construction, 2004, London: McGraw-Hill.
Kolarevic, B., Architecture in the digital age, design and
manufacturing, 2003, New York: Taylor&Francis.
Hwang, I. & Sakamoto, T. …(Red.), Verb Natures: architecture
boogazine, 2006, Barcelona: Actar.
Lefteri, C., Making It: manufacturing techniques for product
design, 2007, Londen: Laurence King Publishing.
Jodidio, P., NL: Architectuur in Nederland, 2006, Keulen:
Taschen.
Gössel, P. & Leuthäuser, G., Architectuur van de 20e
eeuw, 2005, Keulen: Taschen.
Brauer, G., Architektur als Markenkommunikation,
Dynaform+Cube, 2002, Basel: Birkhäuser.
Verver, M.W., Materiaalkunde, bouwkunde en civiele
techniek, 2000, Houten: EPN.
Mattei, E., Wereldtentoonstelling, 1998, Wommelgem
Antwerpen: Emico.
Jenks, C., Le Corbusier and the Continual Revolution in
Architecture, 2000, New York: The Monacelli Press.
Schmid, E. T., Advanced Glassworking Techniques: An
enlightened manuscript, 1997, Bellingham Washington:
Glassmountain Press.
181
Schmid, E. T., Beginning Glassblowing, 1997, Bellingham
Washington: Glassmountain Press.
Essays
Essay Mick Eekhout: Naar een nieuwe balans tussen
archtitectuur en bouwtechnologie, 1999 [Dit artikel werd
door prof.dr.ir. Mick Eekhout, hoogleraar Productontwikkeling,
geschreven op uitnodiging van het Stimuleringsfonds
voor de architectuur en uitgegeven onder de titel
‘Op het breukvlak van millennia’, 010 uitgeverij Rotterdam
1999, ISBN 90-6450-318-4.]
Internet
Archipel, metamorfe architectuur; http://www.archipelvzw.
be/details3.aspx?LID=33&MID=15&tID=10, laatst
geraadpleegd op 5 september 2007
Khlim, MDA,productdesign genk”, http://193.190.56.244/
mda/pd/esthetica.htm, laatst geraadpleegd 22 mei
2007
ONL [Oosterhuis-Lénard], www.oosterhuis.nl, laatst geraadpleegd
29 december 2007.
Smartgeometry, www.smartgeometry.org, laatst geraadpleegd
10 februari 2008.
Boboland, http://www.scriptspot.com/bobo/mel2mxs/
mel2mxs.htm, laatst geraadpleegd op 31 december
2007
Contour Crafting, www.contourcrafting.com, laatst geraadpleegd
op 17 februari 2008.
Gramazio Kohler, www.gramaziokohler.com, laatst geraadpleegd
op 16 februari 2008.
Skidmore, Owings & Merrill, www.som.com, laatst geraadpleegd
op 16 februari 2008.
Tijdschriften
Novak, M., “Find More Like This: Speciation, transvergence,
allogenesis: notes on the production of the alien.”
Architectural Design, 2002(72), pp. 64-71.
McCullough, M., “20 years of scripted space.” Architectural
Design, 2006(76), pp 12-15.
M Rocker, I., “When code matters.” Architectural Design,
182
2006(76), pp 16-25.
Wolfram, S., “How do simple programs behave.” Architectural
Design, 2006(76), pp 34-37.
Menges, A., “Manufacturing diversity” Architectural Design,
2006(76),pp 70-77.
Lauwers, B. & Kruth, J.P. & Wijers, J. & Van der Schueren,
B., “Van Rapid Prototyping tot e-Manufacturing” Het
Ingenieursblad, 2005(6-7), pp. 20-28.
Lezingen-Films-Tentoonstellingen-Thesisverdedigingen
“Sketches of Frank Gehry” (2005); Regie: Sydney Pollack,
voorstelling: dinsdag 09 oktober 2007, Hasselt:
Z33, zebrazaal,
Thesisverdegingen vrijdag 7 september 2007 KUL
kasteel van arenberg lokaal 00.29
Thesissen van
Benaets Hannes, Recente digitale technieken voor architectuur:
invloeden uit de productontwikkeling. Promotor:
Neuckermans Herman, co-promotor: Boeykens Stefan
Debacker Wouter, Recente ontwikkelingen in digitale
modelleringstechnieken: Procedureel Modelleren. Neuckermans
Herman, co-promotor: Boeykens Stefan
Lobelle Joris, Digitale architectuuranalyse en stereolithografie:
de kapel Notre-Dame du Haut te Ronchamps.
Promotor : Neuckermans Herman, co-promotor: Boeykens
Stefan
Studiereizen, uitstappen
Trip London, City Hall, Gerko of Swiss Re Tower, City Hall
Project, augustus 2007
Tentoonstelling Design Museum London, Zaha
Hadid
Tentoonstelling Tate Modern.
Trip Delft, Protospace, TU Delft departement Bouwkunde.
Oktober 2007
Studiereis Seminarie Bouwtechnische concepten, oktober
2006
183
Workshop
Workshop Mechelen, 14-18 maart 2007, tutor: Andre
Houdart. Students: Jerzy, Corina, Jelle, Davy, Gauthier,
Martha, Sara
Eigen werk
Werk Seminarie Bouwtechnische concepten, Hessing
Cockpit, Miete Kusters, Evi Docx, Davy Franssens, begeleiders:
Maria Leus, Piet Pellens.
Paper Architectuurkritiek 2007, 4ar, docent Peter Princen
Thesis, scripties
Herssens J., Virtualiteit in architectuur {(re)presentaties}:
een ambiguïteit van symboliek en techniek, 2004,
Heverlee: KUL Faculteit Toegepaste Wetenschappen Departement
ASRO Kasteel van Arenberg.
Sorgeloos W., Digitaal ontwerpen en File-to-factory,
2005-2006, PHL dep. Architectuur.
Afbeeldingen
[Boek Kolarevic B.] 001-010,024-027,030-031.
[Davy Franssens] 011-020,076-085,094,101-105,
115,123-136,142-159
[KUL pma] 028-029
[Boek Brauer G.] 033-057
[Werk Sem. Bouwtechnische Concepten, groepswerk Evi
Docx, Miete Kusters, Davy Franssens, 2006-2007, Hessing
Cockpit] 058-060,071-073,075
[ONL] 061-070,074
[designtoproduction] 086-094
[3dengineering] 095-100
[GramazioKohler] 106-113
[Ralph Feiner] 114
[www.contourcrafting.com] 114b
[Andy Camps, Xios] 116-122
[Krist Mielnik, Sirris] 137-141
184