KAZERNES IN DE ZUIDELIJKE nedERLANDEN
tYPOLOGIE EN dUNGELHOEFFKAZERNE TE LIER
Studenten: Sarah Lacroix en Sarah Luyten
Master in de Monumenten- en Landschapszorg
2007 - 2008
Promotoren: Arch. Maria Leus en Dr. Ir. Arch. Piet Lombaerde
ABSTRACT
Kazernes worden tot op heden ondergewaardeerd binnen het militair patrimonium. Dat blijkt uit de vele, geheel of gedeeltelijk, gesloopte kazernes in België. De Dungelhoeffkazerne (1890-1900) aan het omleidingskanaal in Lier is daar één van. In 2004 en 2006 werden verschillende gebouwen van deze kazerne afgebroken, maar de essentie van het kazernecomplex bleef gelukkig bewaard. Wat is nu juist die essentie? Wat is het belang van typologie voor een kazerne? Waarom zijn kazernes wel waardevol? En op welke manier kunnen herbestemmingen gerealiseerd worden? Deze boeiende vragen lagen aan de basis van een al even boeiend onderzoek.
INLEIDING: probleemstelling en context
Kazernes worden tot op heden ondergewaardeerd als waardevol erfgoed. Met betrekking tot militair onroerend goed, gaat de interesse van de bevolking uit naar het wapenarsenaal, bunkers en forten, maar zeker niet naar kazernes. Mede door deze geringe publieke interesse bestudeert monumentenzorg dit rijke kazernepatrimonium nog steeds te weinig. Bijgevolg zijn slechts enkele kazernes beschermd. Deze bescherming geldt in de meeste gevallen slechts voor de representatieve onderdelen van het gehele kazernecomplex.Tekenend voor de onderwaardering van en het gebrek aan studies over kazernes, is het ontbreken van een inventaris of cijfermateriaal met betrekking tot het aantal kazernes in België. De literatuur betreffende kazernes behandelt
altijd deelcomponenten, waardoor er nood is aan een globale studie.
Na WO II worden nieuwe grotere complexen gebouwd. Door de reorganisatie van het leger en het wegvallen van de dienstplicht, raken vele kazernes in onbruik waardoor ze leeg komen te staan. Een groot aantal wordt afgebroken, slechts enkelen worden herbestemd.
BESCHRIJVING VAN HET PROJECT
Het resultaat van dit onderzoek is tweeledig. Enerzijds wordt er een aanzet gegeven tot een typologische studie van kazernes in de Zuidelijke Nederlanden. Hierbij is de geschiedenis van het Belgische grondgebied opgedeeld in de Spaanse, Oostenrijkse, Franse, Hollandse en Belgische periode. De Belgische periode zelf is nog eens verder opgedeeld in vijf andere periodes, gebaseerd op geschiedkundige evoluties. Voor elke periode zijn enkele kazernes bestudeerd.
Anderzijds wordt de Dungelhoeffkazerne te Lier gedetailleerd bestudeerd, dit vanuit zowel een historische als een technische invalshoek. Verder toont de casus aan hoe men in de toekomst kan omgaan met kazernes, om ze een waardevolle plaats in de huidige maatschappij te geven.
RESULTATEN EN DISCUSSIEPUNTEN
Uit de aanzet van de typologische studie blijkt dat elke kazerne eigen is aan haar bouwperiode. Dit wil zeggen dat er een duidelijke evolutie in de opvatting van kazernes merkbaar is, die gepaard gaat met de geschiedkundige veranderingen in de Zuidelijke Nederlanden. Kazernes worden dus, naargelang de periode, in de op dat moment gangbare stijl gebouwd. De studie geeft met andere woorden inzicht in de typologie, het materiaalgebruik, de bouwstijl en de constructiewijze.
Kazernes zijn vanaf de 16e eeuw steeds in ons stadsbeeld aanwezig geweest en zijn verweven met onze geschiedenis. Net daarom zijn ze niet te verwaarlozen. De typologische studie blijkt wel degelijk noodzakelijk te zijn om kazernes in hun historische context te kunnen plaatsen, én om hun waarde voor het heden en de toekomst in te kunnen schatten. Verder onderzoek is hierbij aangewezen.
De Dungelhoeffkazerne te Lier is een bijzonder goed voorbeeld van de hedendaagse problematiek omtrent kazernes.
Het complex blijft tot in 2004 nagenoeg intact. Vanaf dan begint men met het slopen van verschillende gebouwen op de site. Toch blijft de oorspronkelijke configuratie van de gebouwen nog steeds leesbaar.
De Dungelhoeffkazerne is typerend voor de 19de eeuw en vergelijkbaar met andere kazernes uit dezelfde periode. De oorspronkelijke opstelling van de kazerne is gebaseerd op het officiële en het functionele. De grote toegangspoort en het centrale plein behoren tot het officiële gedeelte. Het functionele gedeelte is onopvallend aanwezig aan de zijkant van de kazerne.
Het gebruik van de eclectische bouwstijl gebeurde doordacht. Het classicisme straalt hierbij de macht en grootsheid van het leger uit en benadrukt er de gevestigde waarde van in de stad. De renaissance benadrukt dan weer de mens, meerbepaald de soldaat, die centraal staat.
Na zijn oorspronkelijke functie als artilleriekazerne doet ze jarenlang dienst als Koninklijke Cadettenschool. Ondanks deze functiewijziging is het merendeel van de indeling origineel gebleven.
De gebouwen van de Dungelhoeffkazerne zijn van een bijzondere constructieve waarde. Zo bestaat de dakstructuur van het hoofdgebouw uit een aantal unieke geklinknagelde ijzeren vakwerkspanten. De dakstructuur van twee andere gebouwen bestaat uit Polonceauspanten in ijzer of in een combinatie van hout en ijzer.
Hoewel de interieurs vochtschade vertonen doordat de gebouwen al lang in onbruik zijn, verkeren de gebouwen over het algemeen in een vrij goede staat. Met betrekking tot het exterieur is er gevelvervuiling zichtbaar. Naast deze
oppervlakkige schade zijn in het metselwerk van alle gebouwen scheuren terug te vinden.
Uit de analyse van de kazerne blijkt dat ze verschillende waarden heeft. Ze is niet enkel vanuit historisch, esthetisch, volkskundig en wetenschappelijk opzicht waardevol, maar heeft ook een grote authenticiteit-, ensemble- en contextwaarde. Deze laatste drie waarden tonen aan dat de verschillende gebouwen op de site onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. De kazerne moet als één geheel bekeken worden. De bescherming van enkel de voorbouw als stads- en dorpsgezicht in 1995 is dan ook ontoereikend.
Bij de herbestemming van de Dungelhoeffkazerne moet men met verschillende factoren rekening houden.
De kern van de herbestemming van deze site ligt bij de heropleving en het gebruik van het Paradeplein zodat het opnieuw het middelpunt van de kazerne wordt. Om dit plein in zijn oorspronkelijke vorm te herstellen wordt de onderbroken pleinwand gesloten door een nieuw volume. Dit volume vervolledigt de wanden van het Paradeplein en is de link tussen het plein en het achterliggende gebied. Een goede herbestemming zorgt ervoor dat het gebouwencomplex zijn waarde als kazerne blijft behouden.
- Bogaerts W., Corrosie. ‘Corrosietyes: overzicht, beschrijving en herkenning’, Handboek Onderhoud, Renovatie en Restauratie, 11, Mechelen, 2002.
- Dallemagne F., Les casernes Françaises, Picard, 1990.
- Finaly J., Herbetemming van kazernes, (onuitg. rapport), Delft, 1994.
- Lombaerde P., ‘Militaire Architectuur’, in: A. Van Loo (ed.) e.a., Repertorium van de architectuur in België van 1830 tot heden, Antwerpen, 2003.