Natievorming en poëzie: Spoker in ‘Reinaert de Vos’. De nationaal-politieke teksten van Guido Gezelle in het weekblad ‘Reinaert de Vos’ (1860-1865)

Adelheid Ceulemans
Persbericht

Natievorming en poëzie: Spoker in ‘Reinaert de Vos’. De nationaal-politieke teksten van Guido Gezelle in het weekblad ‘Reinaert de Vos’ (1860-1865)

De Spoker in Guido Gezelle

 
Guido Gezelle?  “O krinklende winklende waterding”! … “Dien avond en die rooze”! De poëzie van Guido Gezelle omvat meer dan deze gecanoniseerde verzen. Onder het pseudoniem Spoker, ‘spookte’ Gezelle als satirisch en politiek dichter in flamingantische weekbladen en tijdschriften. In haar masterscriptie bestudeerde Adelheid Ceulemans 44 relatief onbekende nationaal-politieke teksten van Gezelle. Met deze studie toonde ze aan hoe Gezelle met zijn (cultuurflamingantische) pen bijdroeg tot de ontwikkeling van een Vlaams natiegevoel in de negentiende eeuw.
 
 
In tegenstelling tot vele andere negentiende-eeuwse schrijvers, heeft Gezelle het geluk gehad niet in de geschiedenis te verdwijnen als een nobele onbekende. Verzen uit Het schrijverke of uit Dien avond en die rooze, worden te pas en te onpas geciteerd door de cultuurminnende Vlaming. Leerkrachten Nederlands proberen met dergelijke gedichten (en vooral met veel bloed, zweet en tranen) de jeugdige GSM- en Internet-generatie in te wijden in de wondere wereld der Nederlandse literatuurgeschiedenis.
De literatuurwetenschap heeft al ettelijke pagina’s gewijd aan Guido Gezelle. Het is opvallend hoe vaak steeds dezelfde teksten van zijn omvangrijke oeuvre de aandacht genieten. Zijn natuur- en religieuze lyriek en ook de West-Vlaamse aspecten van zijn taalgebruik waren het onderwerp van vele (al dan niet wetenschappelijke) verhandelingen en zijn ook bekend bij een breder publiek. Gezelle was echter meer dan een West-Vlaamse romantische, priester-poëet. Als Spoker nam hij, vaak op een sarcastisch-spottende toon, de politieke actualiteit op de korrel of verdedigde met vuur zijn flamingantische en katholieke opvattingen. De man die verzen als “o krinklende winklende waterding” componeerde, schreef ook:
“Die Vlaming is, moet Vlaming zyn,
Dat moet hy! Niet een deel
Van Vlaming en al ’t ander schyn,
Maer Vlaming zyn – geheel!”
 
Eén van de bladen waarin Spoker publiceerde, was het Antwerpse weekblad Reinaert de Vos. Van 1860 tot 1865 verschenen er maar liefst 44 teksten van Gezelles hand in dit zondagblad voor verstandige lieden, aeneengeknoopt door zeven filosofen (zoals de ondertitel luidt). Een aantal Reinaert-teksten van Gezelle is (na de negentiende-eeuwse publicatie in Reinaert de Vos) nooit eerder uitgegeven of besproken: de bekende verzameledities van Gezelles poëzie bevatten lang niet alle Spoker-teksten. De enige studie die exclusief gewijd is aan Gezelles bijdragen in Reinaert de Vos dateert al van 1904. Maar ook in dit vroeg-negentiende-eeuws artikel zijn niet alle Reinaert-teksten opgenomen. Adelheid Ceulemans zocht en vond alle teksten van Spoker-Gezelle in Reinaert de Vos, stelde een lijst op van eventuele vindplaatsen en edities, en besprak deze teksten afzonderlijk en als geheel. Het merendeel van de Spoker-teksten is nationaal-politiek geladen, wat geen verwondering mag wekken gezien de cultuurpolitieke uitgangspunten en de ideologische achtergrond van Reinaert de Vos. Volgens de hoofdredacteur werd dit weekblad gekenmerkt door “eene echt vlaemsche gezindheid”.De Reinaert-teksten van Gezelle werden bestudeerd vanuit een zeer actuele vraagstelling: konden deze teksten bijdragen tot het proces van de (negentiende-eeuwse) Vlaamse natie- en identiteitsvorming en zo ja, op welke manier?
Ceulemans combineerde in haar masterscriptie – Natievorming en poëzie: Spoker in ‘Reinaert de Vos’. De nationaal-politieke teksten van Guido Gezelle in het weekblad ‘Reinaert de Vos’ (1860-1865) – een tekstuele analyse met een contextuele studie. Ze bestudeerde zowel de stijl als de inhoud van de teksten en plaatste dit onderzoek in een breder kader, meer bepaald in de culturele, politieke en historische realiteit van het negentiende-eeuwse Vlaanderen. Haar studie toont aan dat, ondanks de geringe aandacht die de Spoker-teksten hebben genoten, ze zowel vanuit historisch als literair oogpunt zeer waardevol zijn. In 1830 was de Belgische natiestaat een feit. Vanaf de jaren 1840 ebde in Vlaanderen de onafhankelijkheidseuforie van de eerste decennia weg, en ontwikkelde zich traag maar gestaag een cultuurflamingantisme. Ook auteurs en dichters deden hun duit in het zakje van de Vlaamse natievorming, en zo ook Gezelle. Zowel uit de taal, de stijl als de inhoud van zijn Reinaert-teksten blijkt dat Spoker met zijn pen de Vlamingen wil doordringen van hun Vlamingschap. Hij beheerst de literaire procédés perfect en kan deze dan ook inpassen in zijn nationaal-politieke doelstellingen. Dat doet echter niets af van de dichterlijke kwaliteiten van de teksten. Spoker kan heel verschillende genres aan (politieke hekeldichten, brieven, pseudo-middeleeuwse kronieken, korte berichtjes, gedichten in dialoogvorm) en beheerst het ‘Vlaemsche’ taal- en klanksysteem als geen ander. Het merendeel van zijn (vaak welluidende) Spoker-teksten kan men zonder meer ‘poëzie’ noemen. Een anti-Frans hekeldicht, het verslag van een windhoos (‘de varende vroue’) die in 1861 Moeskroen en omgeving teisterde, een brief aan ‘Reintje’, zelfs de oplossing van het wekelijks raadsel: al deze teksten zijn het werk van een overtuigde Vlaming, maar ook van begaafd dichter.
 
Over het oeuvre en de persoon van Guido Gezelle is al heel wat inkt gevloeid. Adelheid Ceulemans bestudeerde een deel van het Gezelle-oeuvre dat weinig of niet geëxploreerd is. Zo vervolledigt ze het beeld van de negentiende-eeuwse priester-dichter en van zijn oeuvre. Uit zijn Spoker-teksten (en andere journalistieke werken) blijkt duidelijk dat Gezelle niet enkel een romantische natuur- en geloofsdichter was, maar ook een man van vlees en bloed die bezig was met de problemen en de discussies van zijn tijd. Hij huisde niet in een ivoren toren, maar stond met beide voeten op de grond, of beter in de negentiende-eeuwse maatschappij en was er niet vies van zijn mening te verkondigen in het maatschappelijk-politieke debat.
Zoals de negentiende-eeuwse ‘staatshervorming’ Spoker in zijn pen deed kruipen, zo doet de eenentwintigste-eeuwse staatshervorming (of het uitblijven ervan) schrijvers, journalisten en columnisten achter hun computer kruipen. Net zoals Spoker, evalueren zij in opiniërende, satirische, en zelfs opruiende commentaren de politiek-maatschappelijke actualiteit, in dag- en weekbladen. De actualiteitswaarde van de nationaal-politieke teksten van Spoker-Gezelle valt dus niet te ontkennen: “kunstenaars, intellectuelen en politiek engagement: het debat begint altijd opnieuw”, zo schreef Marc Reynebeau in 2007. Reden te meer om de (negentiende-eeuwse) journalistieke en nationaal-politieke teksten van Gezelle vanonder het stof te halen.
 
 
Adelheid Ceulemans, Natievorming en poëzie: Spoker in ‘Reinaert de Vos’. De nationaal-politieke teksten van Guido Gezelle in het weekblad ‘Reinaert de Vos’ (1860-1865). Universiteit Antwerpen (Faculteit Letteren en Wijsbegeerte), 2008.

Bibliografie

Adelheid Ceulemans, ‘Natievorming en poëzie: Spoker in ‘Reinaert de Vos’. De nationaal-politieke teksten van Guido Gezelle in het weekblad ‘Reinaert de Vos’ (1860-1865)’, Gezelliana, Kroniek van de Gezellestudie (2008): in druk.

Adelheid Ceulemans, Italiaanse verhalen in de Vlaamse romantiek. Bachelorscriptie Universiteit Antwerpen, 2007.
 
Adelheid Ceulemans, Vlaanderen en flamingantisme in de poëzie van Guido Gezelle. Twee casestudy’s. Universiteit Antwerpen, 2007.
 
Adelheid Ceulemans, ‘Receptie van Bredero’s Spaanschen Brabander’. In: Hubert Meeus (red.), Gerbrand Adriaensz Bredero Spaanschen Brabander 1618. Willem Ogier Hooveerdigheyt 1644. Antwerpen, 2006.