Annick Kesteleyn
euthanasie in de psychiatrie
De ondraaglijke pijn van het zijn
Volgens cijfers van de Federale Commissie Euthanasie heeft amper 1% van het totaal aantal uitgevoerde en geregistreerde euthanasieaanvragen in België betrekking op patiënten met een psychiatrische aandoening. Toch staat in de Belgische euthanasiewet expliciet vermeld dat euthanasie ook mag worden toegepast bij patiënten met een ‘ondraaglijk psychisch lijden’. Ook psychiatrische patiënten, die in veel gevallen psychisch lijden, komen dus in aanmerking voor euthanasie. Maar hun vraag wordt dikwijls niet gehoord of niet ernstig genomen. Annick Kesteleyn, alumnus van de Arteveldehogeschool Gent (Bachelor in de verpleegkunde), breekt een lans voor specifieke richtlijnen voor de benadering van psychiatrische patiënten die de vraag om euthanasie stellen.
De Belgische euthanasiewet van 28 mei 2002 somt de voorwaarden op waaraan patiënten die beroep willen doen op euthanasie moeten voldoen. Zo moet de patiënt onder meer ‘handelingsbekwaam en bewust’ zijn en moet hij zich bevinden in ‘een medisch uitzichtloze toestand (…) van aanhoudend en ondraaglijk fysiek of psychisch lijden dat niet gelenigd kan worden, en dat het gevolg is van een ernstige en ongeneeslijke, door ongeval of ziekte veroorzaakte aandoening’. Als een terminaal zieke patiënt om euthanasie verzoekt, ligt het meestal voor de hand dat deze voorwaarden vervuld zijn, maar voor patiënten met een psychiatrische stoornis is dat in de praktijk niet zo objectief toetsbaar.
In hoeverre is een psychiatrische patiënt in staat om om zijn eigen wil te formuleren? Hoe uitzichtloos is de toestand van een psychiatrische patiënt die lichamelijk nog in staat is om misschien nog tientallen jaren te leven? Wanneer overschrijdt psychisch lijden de grens van het verdraagbare? Hoeveel medicatie en therapieën moet een psychiatrische patiënt al geprobeerd hebben vooraleer kan besloten worden dat het lijden niet kan gelenigd worden? Is een euthanasieverzoek ongeldig als een patiënt verdere behandeling weigert? Is een psychiatrische stoornis een ziekte?
Normen en waarden
Het is duidelijk dat de euthanasiewet tal van praktische vragen oproept die niet altijd eenduidig en ondubbelzinnig kunnen beantwoord worden. Volgens de wet is het de taak van de behandelende arts om in elke individuele situatie te oordelen over de geldigheid van het euthanasieverzoek van een psychiatrische patiënt. Artsen zien zich al snel voor het dilemma geplaatst tussen wat zij ethisch verantwoord vinden en wat mogelijk is binnen de lijnen van de wet. Eenzelfde terughoudendheid vindt men ook terug bij verpleegkundigen, die doorgaans niet de theoretische achtergrond hebben van de euthanasiewetgeving, maar ook moeite hebben met de doodswens van psychiatrische patiënten.
De manier waarop een hulpverlener met de patiënt en zijn doodswens omgaat, wordt grotendeels bepaald door hoe hij zelf omgaat met zijn gevoelens en in welke mate hij er al dan niet kan of durft bij stilstaan. De psychiatrisch verpleegkundige dient niet alleen op de hoogte te zijn van wat kan en niet kan volgens de euthanasiewet, maar moet daarbij ook zijn eigen normen en waarden in vraag (durven) stellen.
Ethische visie
Een eigen mening hebben, is een noodzakelijke maar geen voldoende voorwaarde om psychiatrische patiënten met een verzoek om euthanasie adequaat te kunnen bijstaan en begeleiden. Want wat als het ziekenhuis of de instelling waar de verpleegkundige tewerkgesteld is er een andere, zelfs diametraal tegenovergestelde visie op nahoudt? Dat is niet denkbeeldig, vermits de psychiatrische gezondheidszorg in Vlaanderen wordt gedomineerd door christelijk geïnspireerde organisaties zoals Caritas Catholica en Broeders van Liefde, waar euthanasie weliswaar wel bespreekbaar, maar niettemin niet toegelaten is. Het is daarom meer dan nuttig dat de psychiatrisch verpleegkundige nagaat of de visie van zijn werkgever strookt met zijn eigen visie.
Open communicatie
Zelfs al laat de ethische visie van een psychiatrische instelling of ziekenhuis ruimte voor bespreekbaarheid van het euthanasiethema, dan nog blijft het in de praktijk een delicaat onderwerp. Daarom is het van groot belang dat er vrank en vrij over euthanasie kan gesproken worden in het behandelende team. Door de nauwe betrokkenheid van psychiatrisch verpleegkundigen bij de patiënt hebben zij als geen ander een goed beeld op de situatie. Daarom kunnen zij een belangrijke inbreng hebben in de besluitvorming over het verzoek om euthanasie van een psychiatrische patiënt.
Algemene richtlijnen
De algemene richtlijnen die Kesteleyn in haar bachelorproef formuleert zijn dus dat psychiatrisch verpleegkundigen de euthanasiewetgeving moeten kennen en hun eigen houding bepalen inzake euthanasie, dat ze hun persoonlijk standpunt vervolgens best toetsen aan de ethische visie van hun werkgever, en dat ze tot slot een volwaardige rol spelen in het besluitvormingsproces bij een euthanasieverzoek. In de praktijk gebeurt dit allemaal nog veel te weinig.
Psychiatrisch verpleegkundigen zouden al een flink stuk geholpen zijn als zij konden terugvallen op specifieke richtlijnen voor de benadering van psychiatrische patiënten die de vraag om euthanasie stellen. Maar gericht onderzoek en gespecialiseerde literatuur over de professionele omgang met deze doelgroep en deze problematiek is tot nog toe onvoldoende voorhanden. Volgens Kesteleyn is het evenwel niet nodig om nieuwe ‘technieken’ of pasklare ‘oplossingen’ te formuleren. Dit zou immers suggereren dat er een draaiboek kan worden gemaakt, wat in contrast staat met de individuele benadering op maat van elke patiënt en de zorgvuldigheid die eigen zijn aan het verpleegkundig handelen.
Specifieke richtlijnen
Op basis van theorieën en benaderingen die in de zorgsector algemeen gebruikt en aanvaard worden voor andere doelgroepen (bv. terminaal zieken) of andere problematieken (bv. suïcidaliteit) komt Kesteleyn met een eigen voorstel voor de benadering van psychiatrische patiënten met een verzoek om euthanasie.
De specifieke richtlijnen zijn onder meer dat de vraag van de patiënt au sérieux moet worden genomen en dat de situatie van de patiënt in team moet worden besproken en opgevolgd. De psychiatrisch verpleegkundige dient erop toe te zien dat de patiënt niet in een isolement terechtkomt doordat een gesprek over zijn doodswens uit de weg wordt gegaan. De hulpverlening van de psychiatrisch verpleegkundige bestaat erin de patiënt nabij te blijven tijdens de beslissingsprocedure over zijn verzoek om euthanasie.
Besluit
Deze richtlijnen zijn gebaseerd op bestaande modellen, maar hebben in de praktijk hun effectiviteit nog niet bewezen wat betreft de concrete en gerichte toepassing ervan op psychiatrische patiënten met een verzoek om euthanasie. In afwachting van verder onderzoek kunnen de geformuleerde aandachtspunten een houvast betekenen of een aanzet vormen tot verdere interpretatie en uitwerking.
Bibliografie
(zie ook : bachelorproef blz. 79-84)
Boeken
LevensEinde InformatieForum (2008), Iedereen heeft recht op een waardig levenseinde [brochure]. Wemmel: Auteur.
Pans, E. (2006). De normatieve grondslagen van het Nederlandse euthanasierecht. Oisterwijk: Wolf Legal Publishers.
Ten Have, E. (2006). Communicatieve vaardigheden voor verpleegkundigen: De patiënt centraal. Maarssen: Elsevier gezondheidszorg.
Ten Have, H., Ter Meulen, R., & Van Leeuwen, E. (2003). Medische ethiek. Houten: Bohn Stafleu van Loghum.
Artikels
Adriaansen, M., & Van de Pasch, T. (2008). Presentie vergt moed. Tijdschrift voor Verpleegkundigen, 118(6), 24-26.
Asmus, F., & Schoevers, R. (1995). Rol van de psychiater bij zelfdoding. Maandblad Geestelijke Volksgezondheid, 50(2), 131-143.
Baart, A. (2007). Aandacht en aansluiten, aansluiten, aansluiten. Change, (6), 4-8.
Chabot, B.E. (1993). Hulp bij zelfdoding: drie rechtszaken. Maandblad Geestelijke volksgezondheid, 48(7/8), 713-737.
Chabot, B.E. (2000). De vraag om hulp bij zelfdoding. Tijdschrift voor psychiatrie, 42(10), 759-766.
Cras, P., & Vansweevelt, T. (2002). Levensbeeindegende [sic] handelingen bij niet terminale patiënten: Kanttekeningen bij enkele praktijkgevallen. Tijdschrift voor gezondheidsrecht, 7(5),
2-4.
Delbeke, E. (2007). Ondraaglijk psychisch lijden, dementie en euthanasie. Verslag studiedag Belgische Vereniging voor Medische Moraal en Ethiek. Tijdschrift voor gezondheidsrecht, 12(2), 120-123.
Deliens, L., & Van der Wal, G. (2003). Overeenkomsten en verschillen tussen de euthanasiewetten van België en Nederland. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde, 147(4), 169-174.
Hardeman, E. (2007). Veel verpleegkundigen weten zich geen raad met euthanasiewens. Psy, 11(7), 31.
Jonquière, R., & Huisman, J. (2008). Respecteer doodswens van de patiënt. Psy, 12(3), 35.
Kimsma, G.K. (2000). Het lijden beoordeeld. Medisch contact, 55(49), 1757-1759.
Koekkoek, B., & Kaasenbrood, A. (2008). Behandelen van Chronische suïcidaliteit vraagt om risico nemen. Tijdschrift voor psychiatrie, 50(5), 283-287.
Legemaate, J. (1993). Hulp bij zelfdoding in de psychiatrie: regels en opvattingen. Maandblad Geestelijke volksgezondheid, 48(7/8), 750-769.
Liégeois, A. (1993). “Euthanasie” in de psychiatrie: Een ethische benadering. Psychiatrie en Verpleging, 69(5), 267-276.
Liégeois, A. (2006). Begeleiding van psychiatrische patiënten met een verzoek tot euthanasie in een niet-terminale situatie. Psychiatrie en Verpleging, 82(3), 170-176.
Muijen, A. (2004). Bezinningshuis voor mensen met een doodswens: ‘Uiteindelijk zullen onze bewoners kiezen voor het leven’. Psy, 8(8), 9-11.
Naudts, K., Ducatelle, C., Kovacs, J., Laurens, K., Van Den Eynde, F. & Van Heeringen, C. (2006), Euthanasia: the role of the psychiatrist. British Journal of Psychiatry, 188(5), 405-409.
Steketee, M., & Flikweert, M. (2003). Aandacht als methodiek om mensen te bereiken. Sociale interventie: Themanummer Presentie, 12(2), 59-67.
Stevens, J. (2006, 21 oktober). Het Zwitserse Dignitas helpt elke dag een mens het hoekje om. De Morgen, p. 28.
op http://www.brothersofcharity.org/cms/templates/nl/generaleoverste.cfm?d…
Thienpont, L. (z.d.). Euthanasie op basis van psychisch lijden. Kritische beschouwingen aan de hand van een reeks van 37 casussen met de vraag naar euthanasie op basis van psychisch lijden in 2008-2009. Nog niet gepubliceerd.
Thienpont, L., & Van Loon, T. (z.d.). Euthanasie op basis van psychisch lijden. Niet gepubliceerd.
Tholen, A. (2000). Vaardigheden en zorgvuldigheid bij alternatieven voor hulp bij zelfdoding: Een reactie op het artikel van Chabot over ‘De vraag om hulp bij zelfdoding’. Tijdschrift voor Psychiatrie, 42(10), 767-772.
Van Delft, S. (2008). ‘Ze zei dat ze dood wilde, maar ik hoorde haar niet’. Psy, 12(7), 5-8.
Van der Kroef, A. (2007). De verpleegkundige en dood op verzoek in de GGZ. Tijdschrift voor Verpleegkundigen, 117(7-8), 65-69.
Van Lieshout, F. (1997). In gesprek met de suïcidale patiënt. Strook, 19(1), 19-25.
Van Rooijen, M. (2005). Praten over doodsverlangen: ‘Ik ben die obsessie kwijtgeraakt’. Psy, 9(12), 4-5.
Vermeersch, E. (2002, 23 mei). De euthanasiewet: Vreugde en wrevel. De Morgen, p. 12.
Welie, S. (1999). Criteria voor wilsbekwaamheid: enkele valkuilen. Tijdschrift voor psychiatrie, 41(12), 723-729.
Thienpont, L. (2007, december). Public health at the end of life. Genomineerd poster gepresenteerd op het 9 de Public Health Symposium aan de VUB, Brussel.
Bezinningshuis Het Klaverblad krijgt geen subsidies meer. Geraadpleegd op 24 november 2009,
op http://www.psy.nl/index.php?id=134&tx_ttnews%5Btt_news%5D=1184&no_cache…
Boon, F. (2008). De kunst van omgaan met stervenswensen. Geraadpleegd op 7 februari 2009, op http://www.humanistischverbond.nl/dekunstvan/column8.html
Grypdonck, M. (2008). Verpleegkunde en presentie: waarin nadenken en dialogeren over presentie mijn denken beïnvloed heeft. Geraadpleegd op 8 februari 2010, op http://www.presentie.nl/site/index.php?option=com_file_index&key=106571…
Ispahan (z.d.). Wat is palliatieve zorg? Geraadpleegd op 24 januari 2009, op http://www.ispahan.be/palliatievezorg.htm
Postelmans, K. (2006). Hulp bij zelfdoding voorkomt zelfdoding. Geraadpleegd op 7 februari 2009, op www.kennislink.nl/publicaties/hulp-bij-zelfdoding-voorkomt-zelfdoding
Rijksuniversiteit Groningen, Faculteit der Letteren, project Communicatieve Vaardigheden. Communicatieve vaardigheden in het hoger onderwijs. Geraadpleegd op 28 januari 2010, op http://www.rug.nl/noordster/mondelingevaardigheden/voorstudenten/luiste…
Veys, M.-N. (2005-2006). De positie van de psychiatrische patiënt in de Wet Patiëntenrechten. Geraadpleegd op 13 mei 2010 op https://portal.health.fgov.be/portal/page?_pageid=56,8216420&_dad=porta…