Ontwijkend antwoordgedrag van politici: Een onderzoek naar het antwoordgedrag van Bart De Wever en Yves Leterme in (politieke) interviews

Aurélie
Lodewick

 

Aurélie Lodewick
 
Bart De Wever doet het openlijk, Yves Leterme in het geniep
Ontwijkingsstrategieën in politieke interviews
 
Wie wel eens naar een politiek interview op televisie kijkt, kent het gevoel. Nadat een interviewer minutenlang vragen heeft afgevuurd op een politicus, is het toch nog mogelijk dat je als kijker wat verweesd in je zetel blijft zitten en je afvraagt wat de politicus precies op de vragen heeft geantwoord. Dat komt doordat politici op een groot deel van de vragen geen direct antwoord geven, maar veeleer voor ontwijking kiezen.
Omdat er in België nauwelijks onderzoek is gedaan naar het ontwijkende antwoordgedrag van onze politici, nam Aurélie Lodewick in haar scriptie het antwoordgedrag van twee spraakmakende politici onder de loep, namelijk van Bart De Wever en Yves Leterme. Ze ging op zoek naar de strategieën die de politici (kunnen) hanteren om vragen te ontwijken en naar de oorzaken die aan de basis van die ontwijkingen liggen. Uit het onderzoek blijkt dat De Wever en Leterme ongeveer in dezelfde mate vragen ontwijken, maar verschillen op het vlak van de gebruikte tactieken.
 
Openlijk en verdoken ontwijken
De strategieën die politici in het algemeen, en De Wever en Leterme in het bijzonder gebruiken om geen direct antwoord op een vraag te geven, kunnen we in twee grote groepen opdelen met elk hun eigen voor- en nadelen: de openlijke strategieën en de verdoken strategieën.
Gebruikt een politicus een openlijkestrategie, dan geeft hij min of meer expliciet aan dat hij geen antwoord zal geven op de vraag. De alom bekende en frequent gebruikte uiting “geen commentaar” is een duidelijk voorbeeld van zo’n openlijke strategie. Het nadeel van de openlijke methode is dat de politicus zijn tegenstand opvallend maakt en dat zijn ontwijkende antwoordgedrag sowieso door de interviewer en het publiek wordt opgemerkt. Daarom onderneemt de politicus vaak stappen om de schade te beperken. Zo kan hij verklaren waarom hij niet op de vraag zal antwoorden.
Als de politicus voor een verdokenstrategie kiest, dan doet hij enkel alsof hij op de vraag antwoordt, maar gebeurt dat in werkelijkheid niet. Daarom wordt die vorm van ontwijking als bedrieglijker beschouwd. Het voordeel van de verdoken strategieën voor de politicus is dat de ontwijking mogelijk niet wordt opgemerkt en dat hij er dus mee kan wegkomen. Wordt zijn tegenstand wel ontdekt, dan kan hij als slinks en manipulatief overkomen. In tegenstelling tot de openlijke ontwijkingen, kunnen verdoken ontwijkingen niet gepaard gaan met schadebeperkende tactieken. De politicus kan zijn ontwijking wel extra proberen te verdoezelen door bijvoorbeeld woorden uit de vraag te herhalen.
 
Leterme oprechter dan De Wever?
In het onderzoek naar het antwoordgedrag van Bart De Wever en Yves Leterme, werden voor elke politicus drie interviewfragmenten geselecteerd uit de televisieprogramma’s Terzake, De Keien van de Wetstraat, Phara en Voor eens en voor altijd. In die fragmenten ontwijkt Bart De Wever 30 van de 45 vragen die hij voorgeschoteld krijgt. Doordat het aantal ontwijkingen bij Leterme met 26 op een totaal van 43 vragen lager ligt, lijkt Leterme op het eerste gezicht oprechter dan De Wever.
In het merendeel van de gevallen kiest Bart De Wever voor een openlijkeontwijkingsstrategie. Meestal gaat het om een onomwonden weigering en antwoordt hij met “ik ga daar geen uitspraken over doen”. Een ander treffend voorbeeld van een expliciete weigering is de uitspraak “u moet niet proberen mij alle pieren uit de neus te halen”. Omdat De Wever bij zulke weigeringen vaak uitlegt waarom hij de vraag niet wil beantwoorden, worden zijn weigeringen enigszins verzacht. Behalve de expliciete weigering, gebruikt de NV-A’er ook andere openlijkestrategieën. Zo vermijdt hij af en toe om op een vraag te antwoorden door haar hypothetische of foutieve karakter aan te klagen, of door te stellen dat hij ze al eerder beantwoordde.
Yves Leterme wendt in het overgrote deel meer subtiele en dus verdoken ontwijkingsstrategieën aan. Zo antwoordt Leterme vaak naast de kwestie, zoals we in de volksmond zouden zeggen. Hij heeft het dan wel over zaken die in verband staan met het onderwerp uit de vraag, maar een echt antwoord op de vraag geeft hij niet. Wanneer Kathleen Cools hem bijvoorbeeld na de splitsing van het kartel CD&V/NV-A vraagt of het nog goed kan komen met de NV-A antwoordt hij “tussen ons en de kiezers van het kartel kan het goed komen”. Kathleen Cools doelde niet op de kiezers van het kartel, maar op de relatie tussen de kopstukken van beide partijen. Ze antwoordt dan ook “Wat zegt u dan? Met de leiding komt het niet meer goed?”, maar ook die vraag ontwijkt Leterme. In zijn antwoord “menselijk heb ik geen enkel probleem om met die mensen opnieuw rond de tafel te gaan zitten” focust hij zich op de menselijke en niet op de politieke relatie tussen de partijleiders. Tot slot beantwoordt de CD&V’er een aantal vragen eenvoudigweg met “ja” of “neen”. Aangezien van politici wordt verwacht dat ze in interviews telkens voldoende uitgebreid antwoorden op een vraag, worden ook zulke antwoorden als verdoken ontwijkingen beschouwd.
Omdat Leterme meestal voor verdoken strategieën kiest en dus veinst dat hij de vraag beantwoordt, kunnen we zijn antwoordgedrag als minder oprecht interpreteren dan dat van De Wever. Bovendien ligt het aantal ontwijkingen van Leterme in werkelijkheid hoger dan 26. In een aantal gevallen werd namelijk enkele dagen na het interview duidelijk dat hij al dan niet bewust verkeerde informatie leverde.
 
Angst voor gezichtsverlies
Het ontwijkende antwoordgedrag van politici is vrij eenvoudig te verklaren. Voor democratisch verkozen politici is het van cruciaal belang dat ze positief gewaardeerd worden omdat hun overleving in de politiek afhangt van de goedkeuring van de bevolking. Politici willen dan ook koste wat het kost voorkomen dat hun zelfbeeld beschadigd wordt door het beantwoorden van bepaalde vragen. Belangrijk is dat ze niet alleen hun eigen zelfbeeld zullen beschermen, maar ook dat van hun partij, collega’s en het kiespubliek. Wanneer politici bijvoorbeeld een vraag krijgen over een controversieel thema, dan zullen ze vermijden om een van beide standpunten te steunen. Bij elke keuze zouden ze namelijk een deel van het kiespubliek tegen de borst stuiten en hun positieve waardering in gevaar brengen.
 
Hoewel de resultaten van de analyse voorzichtig geïnterpreteerd moeten worden, leverde het onderzoek enkele interessante vaststellingen op. Zo blijkt het cliché te kloppen dat politici zeer vaak vragen ontwijken. Bovendien werd vastgesteld dat de twee bestudeerde politici dat ongeveer in dezelfde mate doen, maar verschillen op het vlak van de gekozen strategieën. De voorkeur van Bart De Wever gaat bijvoorbeeld uit naar openlijke strategieën, Yves Leterme kiest voor de meer subtiele. Tot slot biedt de studie niet alleen inzicht in de ontwijkingsstrategieën van beide heren, maar in het ontwijkende antwoordgedrag van politici in het algemeen.

Bibliografie

 

Primair
De Keien van de Wetstraat, Bart De Wever, CANVAS, 7-09-2007.
 
De Keien van de Wetstraat, Yves Leterme, CANVAS, 20-03-2009.
 
Terzake, Bart De Wever: “U zal misschien nog raar opkijken”, CANVAS, 10-07-2009.
 
Terzake, Conflict Bart De Wever - Mark Demesmaeker, CANVAS, 13-06-2006.
 
Phara, Leterme geeft eigen foute visie begroting toe, CANVAS, 16-04-2008.
 
Voor eens & voor altijd, Yves Leterme geeft geen commentaar, CANVAS, 10-04-2009.
 
 
Secundair
Bavelas, J. B., Black, A., Bryson, L. & Mullett, J. (1988). Political equivocation: A situational explanation. Journal of Language and Social Psychology, 7, 137-145.
 
Berninger, G. & Garvey, C. (1981). Relevant replies to questions: answers versus evasions. Journal of Psycholinguistic Research, 10, 403-420.
 
Bovens, M. A. P., ‘t Hart, P., Dekker, S. & Vanheuvel, G. (1998). De politieke kunst van het ontwijken : beleidselites en defensieve retoriek. http://igitur-archive.library.uu.nl/USBO/2006-0822-200644/UUindex.html, Utrechtse School voor Bestuurs- en Organisatiewetenschap, 1-17.
 
Brown, P. & Levinson, S.C. (2006). Politeness: some universals in language usage. In A. Jaworski & N. Couplan (eds.), The Discourse Reader (pp. 311-323). London: Routledge.
 
Bull, P. & Fetzer, A. (2006). Who are we and who are you? The strategic use of forms of address in political interviews. Text & Talk, 26, 3-37.
 
Bull, P. & Mayer, K. (1988). Interruptions in political interviews: A study of Margaret Thatcher and Neil Kinnock. Journal of Language and Social Psychology,7, 35-45.
 
Bull, P. & Mayer, K. (1993). How not to answer questions in political interviews. Political Psychology, 14, 651-666.
 
Bull, P. (1994). On identifying Questions, Replies and Non-Replies in Political Interviews. Journal of Language and Social Psychology, 13, 115-131.
 
Bull, P. (1998). Equivocation theory and news interviews. Journal of Language and Social Psychology, 17, 36-51.
 
Bull, P. (1998). Political interviews: Television interviews in Great Britain. In C. De Landtsheer & O. Feldman (eds.), Politically speaking: a worldwide examination of language used in the public sphere (pp. 149-160). Westport: Praeger.
 
Bull, P. (2003). The microanalysis of political communication : Claptrap and ambiguity (pp. 100-129). Londen: Routledge.
 
Bull, P. (2008). “Slipperness, evasion and ambiguity”. Equivocation and facework in noncommittal political discourse. Journal of Language and Social Psychology,27, 333-344.
 
Bull, P., Elliott, J., Palmer, D. & Walker, L. (1996). Why politicians are three-faced: The face model of political interviews. British Journal of Social Psychology, 35, 267-284.
 
Burton, D. (1982). Analysing spoken discourse. In M. Coulthard & M. Montgomery (eds.), Studies in discourse analysis (Vol. 8, pp. 61-81). London: Routledge & Kegan Paul.
 
Chilton, P. & Schäffner, C. (1997). Discourse and politics. In T. A. van Dijk (ed.), Discourse as social interaction. Discourse Studies: A multidisciplinary introduction. Volume 2 (pp. 206-230). London: Sage.
 
Chilton, P. & Schäffner, C. (2002). Introduction: Themes and principles in the analysis of political discourse. In P. A. Chilton & C. Schäffner, Politics as text and talk: Analytic approaches to political discourse (p. 1-41).Amsterdam: Benjamins. 
 
Clayman, S. E. & Heritage, J. (2002). Questioning presidents: journalistic deference and adversarialness in the press conferences of U.S. presidents Eisenhower and Reagan. Journal of Communication, 52, 749-775.
 
Clayman, S. & Heritage, J. (2005). The news interview: Journalists and public figures on the air. Cambridge: Cambridge University Press.
 
Clayman, S. E. (2001). Answers and evasions. Language in Society, 30, 403-442.
 
Clayman, S.E. (1993). Reformulating the question: A device for answering/not answering questions in news interviews and press conferences. Text, 13, 159-188.
 
Coeck, L., Quanten, A. & Gelders, D. (2009). Debatstrategieën en -tactieken van politici in televisie(s)t(r)ijd. Brugge: Vanden Broele.
 
De Landtsheer, C. (1987). De politieke taal in de Vlaamse media: Vertellen politici dan altijd leugens? Antwerpen: Kluwer.
 
De Landtsheer, C. (1998). Introduction to the study of political discourse. In C. De Landtsheer & O. Feldman (eds.), Politically speaking: a worldwide examination of language used in the public sphere (pp. 1-16). Westport: Praeger.
 
Devos, C. (2007). De beeldenstorm in een nulsomspel: Geen politiek zonder perceptie. In P. F. Anthonissen, ‘Versta me niet verkeerd’: 11 lessen in reputatiemanagement (pp. 105-117). Tielt: Lannoo.
 
Dickerson, P. (2001). Disputing with care: analysing interviewees’ treatment of interviewers’ prior turns in televised political interviews. Discourse Studies, 3, 203-222.
 
Ekström, M. (2009). Announced refusal to answer: a study of norms and accountability in broadcast political interviews. Discourse Studies, 11, 681-702.
 
Fetzer, A. & Bull, P. (2008). ‘Well, I answer it by simply inviting you to look at the evidence’. The strategic use of pronouns in political interviews. Journal of Language and Politics, 7, 271-289.
 
Fetzer, A. (2007). Well if that had been true, that would have been perfectly reasonable: Appeals to reasonableness in political interviews. Journal of Pragmatics, 39, 1342-1359.
 
Fetzer, A. (2008). “And I think that is a very straightforward way of dealing with it”: The communicative function of cognitive verbs in political discourse. Journal of Language and Social Psychology, 27, 384-396.
 
Galasinski, D. (1996). Deceptiveness of evasion. Text, 16, 1-22.
 
Giora, R. (1994). On the political message: Pretending to communicate. In H. Parret (ed.), Pretending to communicate (pp. 104-123). Berlin: de Gruyter.
 
Gnisci, A. & Bonaiuto, M. (2003). Grilling politicians: Politicians’ answers to questions in television interviews and courtroom examinations. Journal of Language and Social Psychology, 22, 385-413.
 
Greatbatch, D. (1986). Aspects of topical organization in News Interviews: the use agenda-shifting procedures by interviewees. Media, Culture & Society, 8, 441-455.
 
Halmari, H. (2005). In search of “successful” political persuasion. A comparison of the styles of Bill Clinton and Ronald Reagan. In H. Halmari & T. Virtanen (eds.), Persuasion across genres: A linguistic approach (pp. 105-134). Amsterdam: Benjamins.
 
Hamo, M., Kampf, Z. & Shifman, L. (2010). Surviving the ‘mock interview’: challenges to political communicative competence in contemporary televised discourse. Media, Culture & Society, 32, 247-266.
 
Harris, S. (1991). Evasive action: How politicians respond to questions in political interviews. In P. Scannell (ed.), Broadcast talk (pp. 76-99). London: Sage.
 
Harris, S. (2001). Being politically impolite: extending politeness theory to adversarial political discourse. Discourse & Society, 12, 451-472.
 
Heritage, J. & Greatbatch, D. (1991). On the institutional character of institutional talk: the case of news interviews. In D. Boden & D. H. Zimmerman (eds.), Talk and social structure: Studies in ethnomethodology and conversation analysis (pp. 93-137). Cambridge : Polity Press.
 
Heritage, J. (1985). Analyzing news interviews: aspects of the production of talk for an overhearing audience. In T. A. Van Dijk (ed.), Handbook of discourse analysis (Vol. 3, pp. 95-117). London: Academic Press.
 
Molenbeek, M. & Aalberts, C. (2010). U draait en u bent niet eerlijk: Spindoctoring in politiek Den Haag. Den Haag: Sdu Uitgevers.
 
Obeng, S.G. (1997). Language and politics: indirectness in political discourse. Discourse & Society, 8, 49-83.
 
Piirainen-Marsh, A. (2005). Managing adversarial questioning in broadcast interviews. Journal of Politeness Research, 1, 193-217.
 
Rasiah, P. (2010). A framework for the systematic analysis of evasion in parliamentary discourse. Journal of Pragmatics, 42, 664-680.
 
Samyn, S.. Leterme I verdubbelt budgetten consultants. De Standaard. 16-04-2008, p. 1.
 
Simon-Vandenbergen, A. (1996). Image-building through modality: the case of political interviews. Discourse & Society, 7, 389-415.
 
sts, kld & svh. Leterme boos op publicatie budget consultants. De Standaard Online. 16-04-2008.
 
svh. Fout in begroting verdubbelt budget experten. De Standaard Online. 17-04-2008.
 
Temmerman, M. & Sinardet, D. (2008). Political journalism across the language border: Communicative behaviour in political interviews by Dutch- and French-speaking journalists with Dutch- and French-speaking politicians in federal Belgium. In F. Boers, J. Darquennes & R. Temmerman (eds.), Multilingualism and applied comparative linguistics (Vol. 2, pp. 110-135). Newcastle: Cambridge Scholars.
 
Valk van der, I. (2003). Right-wing parliamentary discourse on immigration in France. Discourse & Society, 14, 309-348.
 
van Dijk, T. A. (1997). What is political discourse analysis? In J. Blommaert & C. Bulcaen (eds.), Political linguistics (pp. 11-52). Amsterdam: Benjamins.
 
Werth, P. (1981). Conversation and discourse: Structure and interpretation. London: Croom Helm.
 
Wilson, J. (1990). Politically speaking: The pragmatic analysis of political language. Oxford: Blackwell.
 
 
Masterscriptie
Spinder, K. (2005). “Daar gaat het nu niet over.”: Een onderzoek naar het antwoordgedrag van politici in het kamerdebat over terrorismebestrijding. masterscriptie Universiteit Groningen.

Download scriptie (2.16 MB)
Universiteit of Hogeschool
Erasmushogeschool Brussel
Thesis jaar
2010