Pesten ligt gevoelig: Een onderzoek naar pesten op school bij hoogsensitieve kinderen en adolescenten

Ann-Sophie
Depamelaere

 

Pesten ligt gevoelig!
Ann-Sophie Depamelaere
 
Iedereen is wel op de een of andere manier bekend met het fenomeen “pesten op school”. Tegenwoordig wordt er veel media-aandacht aan besteed en nog anderen hebben persoonlijke ervaringen met pesten. Vaak gaat men ervan uit dat kinderen die gepest worden enkele typerende kenmerken bezitten. Een algemeen aanvaard kenmerk van de slachtoffers van pesterijen is hun sensitieve en stille manier van doen (Vergeer, 2008). Hierbij kunnen we ons afvragen of er een link bestaat met de karaktertrek “hooggevoeligheid”. Hebben hoogsensitieve kinderen meer kans om gepest te worden dan niet hoogsensitieve kinderen? In dit artikel gaan we dieper in op het verband tussen pesten en hoogsensitiviteit en bespreken we een uniek onderzoek hieromtrent.
 
Hoogsensitiviteit: alweer een nieuw begrip?
Hoogsensitiviteit is geen nieuw uitgevonden begrip maar een begrip dat nog steeds vaak verkeerd begrepen wordt. De beroemde psychiater Carl Jung (1851-1961) maakte in de 19de eeuw al een onderscheid tussen de sensitieve en de niet-sensitieve persoonlijkheid. Later voerde Elaine Aron wetenschappelijk onderzoek naar hoogsensitiviteit. Hoogsensitiviteit is geen ziekte maar een karaktertrek die bij 10 tot 15% van de bevolking voorkomt. Hoogsensitieve kinderen hebben een zenuwstelsel dat bijzonder goed en intensief werkt. Dit zorgt ervoor dat ze heel wat prikkels waarnemen die de meeste kinderen niet eens opmerken. Ze zijn zich heel sterk bewust van andermans gevoelens en zijn ook zelf heel gevoelig. Hun grote empathie zorgt ervoor dat ze sterker geraakt worden door het lijden van anderen. Deze kinderen hebben intense emotionele reacties, wat hen een geliefd slachtoffer voor pesterijen maakt. In de literatuur is het opvallend dat heel wat kenmerken die toegeschreven worden aan gepeste kinderen overeenkomen met het persoonlijkheidskenmerk hooggevoelig. Daarnaast wordt HSP Vlaanderen, de Vlaamse vereniging voor hooggevoelige personen, vaak geconfronteerd met hooggevoelige kinderen en adolescenten die gepest worden. Hieruit ontstond het idee om door middel van onderzoek na te gaan of deze kinderen vaker gepest worden omwille van hun gevoeligheid. Onze onderzoeksvraag gaat na of er een verband bestaat tussen hooggevoeligheid en pesten op school bij kinderen en adolescenten. Gezien er hierover nog geen onderzoek bekend is, willen we benadrukken dat dit dus een eerste verkennend onderzoek is dat uniek is voor België.
Resultaten
Er werden 2 vragenlijsten gebruikt voor dit onderzoek, namelijk de Bully Victim Questionnaire en de HSP-schaal. Beide vragenlijsten werden samengevoegd tot 1 geheel. Er bestaat een HSP-schaal voor kinderen en volwassenen. De HSP-schaal voor kinderen werd gebruikt voor de leeftijd tot 12 jaar en de HSP-schaal voor volwassenen werd gebruikt vanaf 13 jaar. Dankzij de medewerking van HSP Vlaanderen, het Vrij CLB Regio Gent vestiging Marialand en de sociale netwerksite Netlog konden er 74 vragenlijsten verzameld worden. Daarvan hadden 54 kinderen (32 meisjes, 22 jongens) ooit te maken gehad met pesten. De leeftijd varieerde van 9 tot 18 jaar.
 
Uit de analyse van de antwoorden op de vragenlijsten bleek dat 64,81% van de kinderen op de speelplaats gepest worden of ooit gepest werden. Daarnaast bleek verbaal pesten het meest voor te komen, namelijk bij 51% van de kinderen. Deze resultaten werden al gevonden in eerder wetenschappelijk onderzoek van Pontzer (2010).
 
Naast de analyse van de vragenlijsten werden ook 2 statistische toetsen gebruikt. Zo werd er een Chi-kwadraat toets uitgevoerd om na te gaan of er een verband bestaat tussen pesten en hooggevoeligheid. Alle gegevens werden met het statistisch programma SPSS 17 verwerkt. Uit de analyse bleek dat er een duidelijk verband bestaat tussen pesten en het persoonlijkheidskenmerk hooggevoelig (c² (9)= 19.157, pc.05). In de literatuur konden we al eerder een link leggen maar nu wordt dit ook bevestigd door ons onderzoek. Hooggevoelige kinderen en adolescenten bezitten heel veel positieve kwaliteiten die lijken uitgebuit te worden bij pesten. Aanvullend op deze resultaten besloten we nog om na te gaan of er bepaalde items op de HSP-schaal kenmerkend waren voor gepeste kinderen. Dit werd berekend met een logistische regressie. Dit is een statistische methode die gebruikt wordt om een voorspelling te maken wanneer je werkt met variabelen die je kan onderverdelen in categorieën. Uit deze resultaten concludeerden we dat het gebruikte model significant was (c² (48)= 79.21, p= <.01, Nagelkerke R²=1). Item 12, 15 en 20 van de HSP-schaal bleken kenmerkend te zijn voor gepeste kinderen. Anders gesteld: indien een leerling gepest wordt, kunnen we voorspellen wat ze op de significante items van de HSP-schaal zullen antwoorden. Kinderen die ooit het slachtoffer waren geweest van pesten of dat nog steeds zijn, antwoordden op deze items significant steeds ja. Item 12 werd als volgt omschreven in de vragenlijst voor adolescenten: “Ik voel me opgejaagd als ik veel moet doen in korte tijd” en bij kinderen: “Ik wil me verkleden als mijn kleren nat of zanderig zijn geworden”. Item 15 bij wordt als volgt omschreven bij kinderen “Als anderen blij, boos of verdrietig zijn dan zie ik dit snel” en bij adolescenten: “Ik doe erg mijn best om te voorkomen dat ik fouten maak of dingen vergeet”. Uiteindelijk hebben we nog item 20 bij kinderen: “Ik zie het als iets van plek veranderd is of als iemand andere kleren heeft” en bij adolescenten: “Ik heb een neus voor delicate geuren, smaken, geluiden en kunstwerken en geniet daarvan”. Deze items zijn kenmerkend voor gepeste kinderen en adolescenten.
 
Slotconclusies
Samenvattend kan gezegd worden dat deze studie uitwijst dat er duidelijk een verband bestaat tussen hooggevoeligheid en pesten. Dergelijk onderzoek kan o.a. een meerwaarde zijn voor preventie. De leerkrachten correct informeren over hoogsensitiviteit kan hierin een eerste stap zijn. Steeds meer leerkrachten scholen zich bij wat betreft hoogsensitiviteit. Desondanks is hoogsensitiviteit bij het grootste deel van de leerkrachten nog onbekend. Daarnaast was het ook opmerkelijk dat het merendeel van de leerlingen op de speelplaats gepest wordt. Hierdoor kunnen we ook opteren voor meer en/of beter toezicht op de speelplaats. Activiteiten organiseren tijdens de speeltijden is ook een optie om te voorkomen dat kinderen gaan pesten uit verveling. Deze onderzoeksresultaten geven ons een volledig andere kijk op hoogsensitiviteit in Vlaanderen. Uiteraard is verder onderzoek vereist.
 
Gebruikte bronnen:
Pontzer, D. (2010). A Theoretical Test of Bullying Behavior: Parenting, Personality, and
the Bully/Victim Relationship. Journal of family violence, 25(3), 259-273.
Vergeer, L. (2008). Multilevelanalyse van de effecten van verdedigergedrag van vrienden
en klasgenoten op slachtofferschap van pesten. (ongepubliceerde Master scriptie).
Universiteit Utrecht, Utrecht, Nederland.
 

Bibliografie

 

REFERENTIELIJST
 
 
Alkema, E., Van Dam, E., Kuipers, J., Lindhout, C., & Tjerkstra, W. (2009). Meer dan onderwijs: Theorie en praktijk van het onderwijs in de basisschool.
Annabell. (2007). HSP ofwel hooggevoelige kinderen. Mens & gezondheid. Afgehaald van het WWW op 23 oktober 2009, http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/kinderen/32739-hsp-ofwel-hooggevoel…
Aron, E. (1997). Sensory-Processing Sensitivity and Its Relation to Introversion and Emotionality. Journal of Personality and Social Psychology, 73(2), 345-368.
Aron, E. (2002). Hoog sensitieve personen: hoe blijft je overeind als de wereld je overweldigt. Amsterdam: Archipel.
Aron, E. (2004a). Het hoog sensitieve kind: help je kinderen op te groeien in een wereld die hen overweldigt. Amsterdam: Archipel.
Aron, E. (2004b). Revisiting Jung’s concept of innate sensitiveness. Journal of Analytical Psychology, 49, 337–367.
Aron, E. (2006a). Sensitivity and Work : HSPs and "Bullying" in the Work Place. Comfort Zone Online. Afgehaald van het WWW op 18 februari 2010, http://www.hsperson.com/pages/2Nov06.htm
Aron, E. (2006b). What is the Relationship Between Borderline Personality Disorder (BPD) and High Sensitivity? Comfort Zone Online. Afgehaald van het WWW op 20 april 2010, http://www.hsperson.com/pages/2May04.htm
Aron, E. (2009). A letter from Elaine Aron. Afgehaald van het WWW op 18 februari 2010, http://www.hsperson.com/
Baarda, D. B.,De Goede, P. P. M., & Dijkum, C. J. (2003). Basisboek statistiek met SPSS. Groningen/Houten, Wolters-Noordhoff.
Baker, Ö. (2010). Cyberbullying and its correlation to traditional bullying, gender and frequent and risky usage of internetmediated communication tools. New media & society, 12(1), 109-125.
Baumeister, R. (2005). Social Exclusion Impairs Self-Regulation. Journal of Personality and Social Psychology, 88(4), 589–604.
Benham, G. (2006). The highly sensitive person Stress and physical symptom reports. Personality and Individual Differences, 40, 1433–1440.
Billen, G. (2005). De trailoogschool 3: een school die iedereen op handen draagt is een gevoelige school! Antwerpen: Garant.
Blaauw, E., Van Der Voort, M., & Kerkhof, A.J.F.M. (2000). Bedreigingen, pesterijen en suïcidaliteit in detentie. Tijdschrift voor psychiatrie, 42(2), 73-83.
Bollaert, R. (2002). Zit stil! Op school. Omgaan met ADHD in de klas. Lannoo.
Bormans, L. (n.d.). “Ze spuwen op me.” Klasse de eerste lijn. Afgehaald van het WWW op 22 oktober 2009, http://www.klasse.be/leraren/eerstelijn.php?id=10742
Bosman, A. (2007). Wat is er aan de hand met dit kind? Nieuwsbrief VHN, 3, 3e kwartaal, 4-5.
Bos-Vlugt, E. (2008). Hooggevoeligheid bij kinderen op de basisschool. Ongepubliceerde master scriptie, Groningen, Nederland.
Bowes, L., Arseneault, L., Maughan, B., Taylor, A., Caspi, A. & Moffit, T. (2009). School, Neighborhood, and family factors Are associated with children’s bullying involvement: A nationally representative longitudinal study. Child and Adolescent Psychiatry, 48 (5), 545-553.
Braams, T; & Talma, T. (1999). Kinderen en jongeren met een depressie. Amsterdam: Boom.
Bronkhorst, P. (2009). HSK’s op school. Afgehaald van het WWW op 16 november 2009, http://www.ookzogevoelig.nl/hsk_opSchool.html
Bruneel, C. (2008). CDO, een school om te leren en te werken. Adviezen aan het CLB om het centrum deeltijds onderwijs te begeleiden in de aanpak van pesten op preventief en curatief vlak. Ongepubliceerd eindwerk, Katholieke hogeschool IPSOC, Kortrijk, België.
Cuyvers, G. (1997) Pesten op school. Een caleidoscoop van geweld (pp 147-157). Leuven: acco.
Deboutte, G. (1995). Pesten, gedaan ermee! Brussel: Bakermat uitgevers.
Deboutte, G., & Schelstraete, I. (2000). Pesten. Wat is het, wat doe je eraan? Mechelen: Bakermat.
Delabie, H. (2010). Systeemdenken. Ongepubliceerde cursus, katholieke hogeschool IPSOC, Kortrijk, België.
Deltour, B. (2006). Contextuele hulpverlening en destructief recht: Blijven waar anderen weglopen. Denkbeeld, april, 18-21.
De Vocht, A. (2009). Basishandboek SPSS 17. Utrecht: Bijleveld Press.
De Wall, C., & Baumeister, R. (2006). Alone but Feeling No Pain: Effects of Social Exclusion on Physical Pain tolerance and Pain Threshold, Affective Forecasting, and Interpersonal Empathy. Journal of Personality and Social Psychology, 91(1), 1–15.
Emmerechts, S. (1999) Pesten, wat doen we eraan? Antwerpen: Icarus.
Evans, D., & Rothbart, M. (2008). Temperamental sensitivity: Two constructs or one? Personality and Individual Differences, 44, 108–118.
Fekkes, M., Pijpers, F., & Verloove-Vanhoorick, S.P. (2004). Bullying behaviour and associations with psychosomatic complaints and depression. J. Pediatrics, 144, 17-22.
 
Fekkes, M., Pijpers, F.I.M., & Verloove-Vanhorick, S.P. (2005a). Bullying: who does what, when and where? Health education Research, 20, 81-91.
Fekkes, M. (2005b). Bullying among elementary school children. Afgehaald op het WWW op 6 november 2009,
 http://www.lumc.nl/rep/cod/redirect/4030/samenvattingen/200506/fekkes.h…
Frisèn, A., & Bjarnelind, S. (2010). Health-related quality of life and bullying in adolescence. Acta Pædiatrica, 99(4), 597-603.
Gedeelde verantwoordelijkheid. (2003). Afgehaald van het WWW op 9 november 2009, http://www.merou.nl/archief/?archiveID=1999102
Gommans, R. (n.d.). Pesten is kindermishandeling: over dat zogenaamd onschuldige gedrag dat pesten heet. Hogeschool van Arnhem en Nijmegen.
Gordon, A. (2009). Afgehaald op het WWW op 4 november 2009, http://nl.wikipedia.org/wiki/Gordon_Allport
Hagendijk, A. (2004). Lijden aan teveel indrukken. Reformatorisch dagblad, 5 mei 2004.
Hallein, L. (2007-2008). Pesten in kindertijd en adolescentie, predictief voor latere geweldsdelicten? Master scriptie, Universiteit Gent, Gent, België.
Hamers, P., Van Leeuwen, K., Braet, C., & Denève, L. (2003). Moeilijke kinderen of kinderen die het moeilijk hebben : evidence-based werken, niet zo evident. Antwerpen: Garant.
Hart, S. (2003). Leven met hooggevoeligheid: van opgave naar gave. Baarn: Ten Have.
Hart, S. (2006). Voluit leven met hooggevoeligheid. Kampen: Ten Have.
Heino, R., Fröjd, S., & Marttunnen, M. (2010). Involvement in bullying and depression in a 2-year follow-up in middle adolescence. European Child & Adolescent Psychiatry, 19(1), 45-55.
Hofmann, S. G. (2007). Sensory-processing sensitivity in social anxiety disorder. Journal of Anxiety Disorders, 21, 944–954.
Howitt, D., & Cramer, D. (2007). Statistiek in de sociale wetenschappen. Amsterdam: Pearson education.
HSP-hooggevoelig. Afgehaald van het WWW op 23 november 2009, http://www.shaniamyway.nl/site/index.php?option=com_content&task=view&i…
Joliffe, D., & Farrington, D. (2010). Is low empathy related to bullying after controlling for individual and social background variables? Journal of adolescence, 1-13.
Klasse voor leraren (2006). Sien is een spons. Klasse voor leraren, 166, 48-49.
Kohnstamm,R. (2009). Kleine ontwikkelingspsychologie. Houten: Springer.
Kumpulainen, K., Räsänen, E., & Puura, K. (2000). Psychiatric Disorders and the Use of Mental Health Services Among Children Involved in Bullying. Aggressive Behavior, 27, 102–110.
Kvarme, l., Helseth, S., Saeteren, B., & Natvig, G. (2010). School children’s experience of being bullied – and how they envisage their dream day. Scandinavian journal of caring sciences.
Kyriakides, L., Kaloyirou, C., & Lindsay, G. (2006). An analysis of the Revised Olweus Bully/Victim Questionnaire using the Rasch measurement model. British Journal of Educational Psychology, 76, 781–801.
Ladd, B., & Pelletier, M. (2008). Teachers' views and beliefs about bullying: Influences on classroom management strategies and students' coping with peer victimization. Journal of School Psychology, 46, 431–453.
Liss, M. (2008). The relationships between sensory processing sensitivity, alexithymia, autism, depression. Personality and individual differences, 45, 255-259.
Marseloo, M. (2008). HSP en stress: een empirisch onderzoek. Ongepubliceerd eindwerk, Lessius Hogeschool, Antwerpen, België.
Matsunaga, M. (2009). Parents Don’t (Always) Know Their Children Have Been Bullied: Child-Parent Discrepancy on Bullying and Family-Level Profile of Communication Standards. Human Communication Research, 35, 221–247.
Mijland, I., & Van Mulligen, W. (2008). Pesten als familietrek? "Zo doen we dat bij ons!". Bij de les, februari 2008, 8-11.
Munro, S. (1997). Pesten bij kinderen: Hoe u als ouder kunt helpen. Nederland: Deltas.
Nickel, M., Muehlbacher, M., Kaplan, P., Krawczyk, J., Buschmann, W., Kettler, C.,                                                                              Rother, N., Egger, C., Rother, W., Loew, K., & Nickel, C. (2006). Influence of Family Therapy on Bullying Behaviour, Cortisol Secretion, Anger, and Quality of Life in Bullying Male Adolescents: A Randomized, Prospective, Controlled Study. The Canadian Journal of Psychiatry, 51(6), 355- 362.
Nieuwenbroek, S. (2006). Hoogsensitieve leerlingen: watjes of kanjers! Bij de les,                                                                               o    oktober 2006, 6-9.
Olweus, D. (1986). Treiteren op school: omgaan met pestkoppen en zondebokken in de klas. Amersfoort: Academische uitgeverij Amersfoort.
Ortega, R., Elipe, P., Merchan, J., Calmaestra, J. & Vega, E. (2009). The Emotional Impact on Victims of Traditional Bullying and Cyberbullying: A Study of Spanish Adolescents. Journal of Psychology, 217(4), 197-204.
Pardoen, J. (2002). Hoe help je een watje het leven te leven? Ouders online, 21 nov. Afgehaald op het WWW op 18 februari 2010, http://www.ouders.nl/moff2002-hsp.htm
Peeters, T., & Quak, G. (2003). Het Aspergersyndroom: autisme in het regulier en speciaal onderwijs. Antwerpen: Garant.
Pontzer, D. (2010). A Theoretical Test of Bullying Behavior: Parenting, Personality, and the Bully/Victim Relationship. Journal of family violence, 25(3), 259-273.
Prins, P., Braet, C. (2008). Handboek klinische ontwikkelingspsychologie. Bohn Stafleu van Loghum, Springer uitgeverij.
Salmivalli, C. (2010). Bullying and the peer group: A review. Aggression and Violent Behavior, 15, 112–120.
Schäfer, M. (2006). ‘Zeg dat je een DIER bent!’. Psyche & Brein, 3, 60-63.
Schmidt, E. (2007). De stille kracht in de klas. Een pleidooi voor bijscholing in hoogsensitiviteit. Ongepubliceerd eindwerk, Hogeschool Windesheim, Zwolle, Nederland.
Scholte, R., Engels, R., Haselager, G., & De Kemp, R. (2004). Stabiliteit in pesten en gepest worden: associaties met sociaal functioneren op de basisschool en middelbare school. Pedagogiek, 24 (2), 171-186.
Sensation seeker test (n.d.). Afgehaald van het WWW op 8 maart 2010, http://www.hooggevoelig.nl/drupal6/sensation-seeker-test
Sieben, I., & Linssen, L. (2008). Logistische regressie analyse: een handleiding. Afgehaald van het WWW op 10 april 2010,
 http://www.ru.nl/socialewetenschappen/rtog/
Sourander, A., Jensen, P., Rönning, J., Niemela, S., Helenius, H., Sillanmäki, L., et al. (2007). What Is the Early Adulthood Outcome of Boys Who Bully or Are Bullied in Childhood? The Finnish “From a Boy to a Man” Study. Pediatrics, 120(2).
Stamm, M. (2009). Ik ben er even niet. Psyche & brein, 6, 74-77.
Steerneman, P. (1999). Aangrijpende belevenissen van kinderen: angsten, pesten, dood, scheiden en misbruik. Leuven: Garant.
Stevens, V., & Van Oost, P. (1995). Pesten op school: een actieprogramma. Leuven: Garant.
Stroeykens, S. (2009). Afgewezen worden doet het IQ kelderen. De standaard, pp. 31.
Smolewska, K., Mccabe, S., & Woody, E. (2006). A psychometric evaluation of the Highly Sensitive Person Scale. The components of sensory-processing sensitivity and their relation to the BIS/BAS and ‘‘Big Five’’. Personality and individual differences, 40, 1269 – 1279.
Van Crombrugge, H. (2006). Pesten. Ongepubliceerde opdracht, Hoger Instituut voor gezinswetenschappen, Schaarbeek, België.
Van Damme, A. (2009). Onveiligheidsbeleving en slachtofferschap van geweld op
School. Masterscriptie, Universiteit Gent, Gent, België.
Van Den Broeck, H. (2006). Opvoeden in de klas: wegwijzer voor leerkrachten. Leuven: Lannoo.
Van Den Daele, I. (n.d.) Beleidsplan Vlaamse vereniging voor hooggevoelige personen.
Van Den Daele, I. (2006). Groeien als HSP… Je gids in het groeiproces!
Van Den Daele, I. (2008). Hooggevoelige kinderen in het onderwijs.
Van Den Daele, I. (2009a). Elaine Aron. Afgehaald op het WWW op 20 november 2009, http://hspvlaanderen.exesgcv.com/hsp_elainearon
Van Den Daele, I. (2009b). Doel vereniging. Afgehaald op het WWW op 21 december 2009, http://www.hspvlaanderen.be
Van Dinter, K. (2007). Nieuwe tijd, nieuwe kinderen. Evita, juni 2007, 154-157.
Van Der Leer, B. (1991). Pesten op school: wat ouders kunnen doen. Nijmegen: Berkhout.
Van Der Lubben, S. (2008). Hoogsensitieve kinderen op de basisschool: verminderen van overprikkeling. Ongepubliceerd eindwerk, Hogeschool INHolland, Nederland.
Van Der Meer, B. (1993). Kinderen en pesten: wat volwassenen ervan moeten weten en eraan kunnen doen. Utrecht/Antwerpen, Uitgeverij Kosmos.
Van Der Meer, B. (1997). Pesten op school: lessuggesties voor leerkrachten. Assen: Van Gorcum & Comp B.V.
Van Der Neut, D. (2009). Vergelijk jezelf niet met anderen. Psychologie magazine, juli/augustus, 94-96.
Van Der Ploeg, J.D. (2007). Kinderen (z)onder vrienden. Rotterdam: Lemniscaat.
Vandormael, J. (2008). Groepsdynamica. Ongepubliceerde cursus, katholieke hogeschool IPSOC, Kortrijk, Belgïe.
Van Vliet, P. (2006). Wat drijft de mens? Inleiding persoonlijkheidsleer. Amsterdam: Boom.
Vergeer, L. (2008). Multilevelanalyse van de effecten van verdedigergedrag van vrienden en klasgenoten op slachtofferschap van pesten. (ongepubliceerde Master scriptie). Universiteit Utrecht, Utrecht, Nederland.
Verheij, F. (2005). Integratieve kinder en jeugdpsychotherapie. Assen: Gorcum.
Vermeulen, P. (2007). Mijn kind heeft autisme: gids voor ouders, leerkrachten en hulpverleners. Gent: Lannoo.
Verweij, D., & Jespers, F. (2001). Passie en persoonlijkheid: de thematiek van het verlangen belicht vanuit de filosofie en psychopathologie. Gorcum.
Walda, S. (2007). Hoogsensitiviteit bij kinderen in het basisonderwijs. (ongepubliceerd eindwerk). Radboud universiteit, Nijmegen, Nederland.
Wang, J., Ianotti, R., & Nansel, T. (2009). School Bullying Among Adolescents in the United States: Physical, Verbal, Relational, and Cyber. Journal of Adolescent Health, 45, 368–375.
Wei, H., Williams, J., Chen, J., & Chang, H. (2010). The effects of individual characteristics, teacher practice, and school organizational factors on students' bullying: A multilevel analysis of public middle schools in Taiwan. Children and Youth Services Review, 32(1), 137-143.
Westerveld, H.J. (2000). Invloeden die de ontwikkeling van kinderen en adolescenten (ernstig) kunnen bedreigen (pp. 98-110).  Maarssen: Elsevier gezondheidszorg.
Wicks-Nelson, R., & Israel, A. (1997). Abnormal child and adolescent psychology. United States, Pearson.

Universiteit of Hogeschool
VIVES Hogeschool
Thesis jaar
2010
Kernwoorden