Wie maakte het nog niet mee dat een dierbaar familielid op een medische intensieve zorgen opgenomen werd ? Eén van de meest prangende vragen die ons dan bezig houdt – buiten het genezen, beter worden van ons kind, ouder, broer, zus of echtgeno(o)t(e), is wel dat hij of zij niet zal ‘afzien’ en ‘lijden’. In hoeverre kan de bedside verpleegkundige er toe bijdragen in het verzorgen en het verlichten van de pijn en het leed van de familie en de kritisch zieke geventileerde (kunstmatig beademde) patiënt op een medische intensieve zorgen? In hoeverre zijn verdovende middelen heilzaam ? Zijn er mogelijkheden tussen een kunstmatige coma en delier of agitatie ? Is sederen (verdoven) een noodzaak en zo ja in welke mate ? Wat is een ‘optimale balanced analgosedatie’ ? Pijnbestrijding en kwaliteitszorg zijn een patiëntenrecht. Het objectief is het genezingsproces van de zwaar zieke patiënt op de intensieve zorgen te bespoedigen en zorgen dat hij en zijn familie zo min mogelijk nefaste gevolgen en traumatische herinneringen aan het verblijf over houden. Alhoewel het gebruik van propofol (verdovend middel), midazolam (benzodiazepine) en morfinomimetica (pijnstillende middelen) aan een stricte wetgeving onderworpen is, toch blijkt het gebruik ervan in de praktijk op intensieve zorgen niet zo evident om te optimaliseren. Het leek me interessant om de bevindingen uit de literatuur te vergelijken met de resultaten van het onderzoek in het werkveld in onze regio. Onder- of oversederen van geventileerde patiënten is de oorzaak van moeilijk weanen (het ontwenningsproces bij kunstmatige ademhaling), complicaties, orgaanfalen en dus langere verblijfsduur op IZ. Optimale analgosedatie eisen in de eerste plaats van de bedside verpleegkundige een grondige kennis van de ziektegeschiedenis van de patiënt en de competentie om klinische parameters te interpreteren. De terughoudendheid van de artsen en vooral de verpleegkundigen bij het gebruik van analgosedativa en adjuverende middelen is te wijten aan onvoldoende kennis van de producten vooral wat betreft de onset, het halfleven, neveneffecten en synergische effecten. Het basisconcept in het analgosedatie standaardprotocol mag niet exclusief bestaan uit het opheffen van de agitatie maar in de eerste plaats in het behandelen van de oorzaken ervan : angst, pijn en delier. Anderzijds kunnen het schrijnende gebrek, onvoldoende of subjectieve manier van angst, pijn, delier- en agitatie-evaluatie bij de geventileerde patiënt en het niet subsequente en routinematige aanpassen van de behandeling , de oorzaak vormen van inadequate analgosedatie. Dubbel checken van pijn, agitatie en discomfort is geen overbodige zaak. Ondanks variatie in de resultaten, kan de BIS-score als objectieve score weerhouden worden ook op intensieve zorgen bij langdurig beademde kritisch zieke patiënten mits het gelijktijdig toepassen van een subjectieve controle score waarbij RASS en BPS het frequentst gebruikt worden. De verantwoordelijkheid voor de globale zorg van de patiënt ligt in de eerste plaats in de handen van de bedside verpleegkundige : zij/hij vraagt advies en refereert bij problemen aan de gespecialiseerde arts, kinesitherapeut, …. Het gebruik van protocols en het multidisciplinaire overleg voor het geïndividualiseerde toepassen of aanpassen van de protocols voor analgosedatie bij de kritisch zieke geventileerde patiënt, liggen aan de basis en zijn de garantie voor betere kwaliteit en rendement van de zorg waar de patiënt als cliënt centraal staat. Elk ziekenhuis heeft er baat bij de kwaliteit-kosten verhouding te verbeteren : aan zijn patiënten de beste zorg te garanderen, de beste pijn, agitatie en discomfort behandeling aan te bieden, de verblijfsduur op intensieve zorgen te reduceren, de kortstmogelijke beademingsduur na te streven om aldus het risico op complicaties en nosocomiale infecties (ziekenhuisinfecties) te beperken. Optimale analgosedatie vereist een multidisciplinaire aanpak en constant overleg en deskundig advies van gespecialiseerde artsen, kinesitherapeut, logopedist en de verpleegkundige die op de eerste plaats komt aan de bedzijde van de patiënt. Kwaliteitszorg aan de patiënt gaat gepaard met correcte verpleegkundige diagnose, betere en recente kennis van de gebruikte producten, toepassen van nieuwe technieken en multidisciplinair overleg. Het toepassen van flexibele, realiseerbare richtlijnen en zorgplannen zijn haalbaar mits stuurgroepen en permanente vorming. Een optimaal pijn, agitatie en discomfort management is ook kostenbesparend en vermindert de stress bij de patiënt en de verzorgenden. Vandaar het nut van pijn en agitatie protocols aan te maken die vrij gemakkelijk toe te passen zijn op de werkvloer en eventueel aan te passen volgens de noden van de patiënt volgens de voorschriften van de intensivist. CAM-ICU en de Comfortschaal (meetinstrumenten) zijn van belang bij patiënten met verminderde cognitieve functies en communicatievermogen. De introductie van de objectieve BIS-score samen met de BPS of RASS-score (meetinstrumenten) op elke medische of gemengde intensieve zorgen bij geventileerde patiënten is een meerwaarde. Rekening houdend met de wetgeving van elk land, de reglementering , de kwaliteitspolitiek en het zelfstandig gezag van elk ziekenhuis, kan uit de literatuurstudie en onderzoek een algoritme opgesteld worden (deel 1 ICU algo-agitatierad in bijlage) dat als leidraad kan dienen bij het ontwerp van een analgosedatieprotocol. Het strict opvolgen van een wel overwogen analgosedatie protocol verbetert de kwaliteit van de totaalzorg aan de cliënt, patiënt en garandeert een betere continuïteit van de zorg. Ook de zorgverstrekkers waaronder in de eerste plaats de bedside verpleegkundige ervaren minder stress en zijn zelfzekerder bij het uitvoeren van de zorgen aan een kritisch zieke geventileerde patiënt.