De betekenis van muziek en subculturen in een postmoderne samenleving

Bram
Somers

 

Dit werk bouwt in rechtstreekse zin verder op een centraal thema binnen de culturele studies en meerbepaald binnen de studie van populaire cultuur. Daarin wordt de vraag gesteld of subculturen als kleinschalige gemeenschappen met een gedeelde collectieve identiteit in hedendaagse westerse samenlevingen nog als werkelijk subcultureel beschouwd kunnen worden. Zo is het moeilijk geworden om duidelijke grenzen te trekken in de subculturele beleving en lijken subculturen continu onderhevig aan de invloed van de cultuurindustrie. Bovendien kan dit een invloed hebben op de identiteitsontwikkeling van zowel individuen als groepen. Het lijkt noodzakelijk om een vergelijking met eerder onderzoek te maken en indien nodig te zoeken naar een aangepaste omschrijving van dergelijke subculturele praktijken. In deze zoektocht moet er rekening gehouden worden met hedendaagse tendensen als globalisering en de verspreiding van het neoliberaal, transnationaal kapitalisme. Het is immers zo dat subculturen een gevoel van vrijheid en onafhankelijkheid cultiveren, maar hoe kan deze rol geëvalueerd worden onder deze steeds veranderende omstandigheden?

Deze vraag hangt nauw samen met een ander centraal topic in de contemporaine culturele studies, namelijk de impact van de massacultuur op onze samenleving. Deze kan een hernieuwde vorm van manipulatie, dan wel een bevrijding van de oude klassenmaatschappij betekenen. Het is om deze reden dat een deel van de focus van dit werk gericht is op de productie en de verspreiding van populaire muziek, al dan niet in samenhang met de beschreven subculturen. Gezien de aard van het thema zal dit onderwerp vanuit een kritische invalshoek besproken worden.

Een mogelijk voorbeeld van deze veronderstellingen kan gezien worden in het recente ontstaan en de razendsnelle verspreiding van het muziekgenre dubstep. De vraag stelt zich of de oorspronkelijke subcultuur die rond dit genre is ontstaan zich eveneens verspreid heeft, of dat het genre louter opgepikt is geweest door de markt en sindsdien verspreid wordt als een product van de cultuur- en muziekindustrie. De onderzoeksvraag die aldus geformuleerd kan worden, luidt als volgt: kunnen subculturen in de hedendaagse westerse samenleving nog als werkelijk subcultureel worden beschouwd en wat is het gevolg van deze mogelijke ontwikkeling op de muziekbeleving en identiteitsontwikkeling van haar leden? Kan daarenboven de opkomst van dubstep in dit opzicht als typevoorbeeld gelden?

Doelstelling

Algemeen gesteld, wordt er in dit onderzoek een dieper inzicht gegeven in de perceptie van hedendaagse muziek en subculturen, waarbij de bruikbaarheid van nieuw opgeworpen concepten uit de contemporaine literatuur wordt nagegaan. Daarnaast wordt er een antwoord gegeven op de vraag of de veranderende betekenis van muziek en subculturen een invloed heeft op de identiteitsontwikkeling van individuen en groepen en wat dit tot gevolg heeft in verband met onder meer het consumptiegedrag in de zogenaamde postmoderne samenleving. Om die reden wordt er een verklaringsmodel opgesteld dat gebruik maakt van de notie postmoderniteit.

In de resultaten wordt er een algemeen beeld geschapen van de hedendaagse muziekcultuur om dit vervolgens toe te passen op de bovenstaande vragen. De case-study over dubstep dient om na te gaan of het beeld binnen de theorie gereflecteerd wordt in het veld. Het concrete doel van dit onderzoek ligt bijgevolg in het verder uitbouwen van een samenhangende theorie over de manier waarop subculturen opereren binnen het terrein van de jeugdcultuur, de popmuziek en de populaire cultuur in het algemeen. Op deze manier levert het een bijdrage aan het reeds bestaande onderzoek over subculturen. Bovendien wordt dubstep, oorspronkelijk een subcultuur, nauwkeurig onderzocht en in verband gebracht met de beschreven theorie.

 Structuur

Dit onderzoek omvat drie grote delen: een uitgebreide literatuurstudie, een case-study en een verklaringsmodel. Het eerste deel bestaat uit drie hoofdstukken, i.e. een uiteenzetting van achtereenvolgens muziek, subculturen en identiteitsontwikkeling. In het tweede deel wordt dieper ingegaan op dubstep door middel van interviews en een tekstanalyse en in het laatste hoofdstuk wordt er een verklaringsmodel opgesteld met een focus op de postmoderne samenleving.

In het eerste hoofdstuk, een theoretische bespreking van muziek, wordt eerst en vooral de term populaire muziek geconceptualiseerd en onderscheiden van klassieke muziek, volksmuziek en alternatieve muziek. Vervolgens wordt er een korte inleiding gegeven tot de esthetiek van de muziek. Deze bespreking zal van belang zijn als instrument bij het beschrijven van de opkomst van de cultuur- en muziekindustrie als een laatste onderdeel van dit hoofdstuk. Dit laatste punt is tevens van belang om de overstap te maken naar het hoofdstuk over subculturen.

In dit tweede hoofdstuk wordt de bespreking van subculturen gesitueerd binnen het meer algemene onderzoek van de culturele studies en de studie van populaire cultuur. Daarnaast wordt er een overzicht gegeven van de historische benaderingen binnen het subculturenonderzoek. Dit overzicht gaat van het vroege sociologische werk van Ferdinand Tönnies, over de Chicago School, tot het onderzoek aan het Centre for Contemporary Cultural Studies in Birmingham dat vooral in de jaren zeventig furore maakte; dit overigens ten koste van de Chicago School. Sinds dit onderzoek naar subculturen zijn er echter vele nieuwe benaderingen gekomen die onder de noemer post-subculturele studies geplaatst kunnen worden. Het zijn deze laatste benaderingen die van belang zullen zijn in de case-study en bij het onderzoek naar de implicaties binnen de identiteitsontwikkeling.

Bij het onderzoeken van zowel de persoonlijke als de collectieve vorming van identiteit, wordt er gekeken naar de vorming van maatschappelijke en persoonlijke ideologieën. In dit opzicht zijn de zogenaamde (sub)culturele implicaties van groot belang. Onder dit punt worden namelijk enkele centrale concepten aangehaald zoals taste cultures en lifestyles. Deze moeten in het achterhoofd gehouden worden bij de uiteenzetting van de case-study.

De case-study zal, zoals gezegd, een dieper inzicht geven in het muziekgenre dubstep dat bij haar ontstaan nog als een subcultuur kon aanschouwd worden. Dit inzicht wordt verkregen met behulp van drie interviews en een uitgebreide tekstanalyse. De resultaten van dit onderzoek worden vervolgens samengevat en verwerkt tot een beschrijving van de kenmerken en de ontwikkeling van dubstep om uiteindelijk de gevolgen van de internationalisering ervan te bekijken. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de terminologie die in het theoretisch gedeelte van dit werk uiteengezet werd.

Ten slotte wordt er in een laatste hoofdstuk gezocht naar een verklaring voor de vergaande versplintering van hedendaagse subculturen en van het postmoderne subject. In dit kritisch model wordt dan ook dieper ingegaan op de notie postmoderniteit zelf en enkele sleutelbegrippen daarbinnen, namelijk het neoliberaal kapitalisme en de globaliseringstendens. Ten slotte wordt er nog kort ingegaan op het consumptiegedrag onder de beschreven omstandigheden.

Bibliografie

 

Adorno, Theodor W. & Simpson, George (1941) “On Popular Music” Studies in Philosophy and Social Sciences, 9 (1), p.17-48.

Adorno, Theodor W. & Horkheimer, Max (1947) “The Culture Industry: Enlightenment as Mass Deception” In: During, Simon red. (1993) The Cultural Studies Reader. London / New York: Routledge, p.31-41.

Adorno, Theodor W. (1949) Filosofie van de nieuwe muziek. Nijmegen: SUN, vertaling 1992. (oorspronkelijke uitgave: Philosophie der neuen Musik. Tübingen: Mohr, 1949)

Althusser, Louis (1971) “Ideology and Ideological State Apparatuses” In: Althusser, Louis (1971) Lenin and Philosophy and Other Essays. New York / London: Monthly Review Press.

Appadurai, Arjun (1990) “Disjuncture and Difference in the Global Economy” In: Featherstone, Mike red. (1990) Global Culture: Nationalism, Globalization and Modernity. London: Sage, p.295-310.

Austin, Joe (2005) “Youth, Neoliberalism, Ethics: Some Questions” Rhizomes, 10 <http://www.rhizomes.net/issue10/austin.htm&gt; [Geraadpleegd op 16.04.2011].

Badiou, Alain (2006) Polemics. London: Verso.

Baetens, Jan et al. (2009) Culturele Studies: Theorie in de praktijk. Nijmegen: Vantilt.

Barker, Chris (2000) Cultural Studies: Theory and Practice. London: Sage.

Baudrillard, Jean (1988) Selected Writings. Cambridge: Polity Press.

Beckett, Alan (1966) “Popular Music” New Left Review, 39, p.87-90.

Bennett, Andy (1999) “Subcultures or Neo-Tribes?: Rethinking the Relationship between Youth, Style and Musical Taste” Sociology, 33 (3), p.599-617.

Bennett, Andy (2000) Popular Music and Youth Culture: Music, Identity and Place. Basingstoke: Macmillan Press.

Boel, Jonas (2010) “Dubstep voor dummies” Focus Knack, woensdag 10 maart, p.26.

Bourdieu, Pierre (1984) Distinction: A Social Critique of the Judgement of Taste. Cambridge / Massachusetts: Harvard University Press. (oorspronkelijke uitgave: La Distinction: Critique sociale du jugement. Paris: Les Editions de Minuit, 1984)

Bourdieu, Pierre (1989) “Social Space and Symbolic Power” Sociological Theory, 7 (1), p.14-25.

Brake, Michael (1985) Comparative youth culture: The Sociology of Youth Cultures and Youth Subcultures in America, Britain and Canada. London: Routledge & Kegan Paul.

Campbell Robinson, Deanna et al. (1991) Music at the Margins: Popular Music and Global Cultural Diversity. Newbury Park: Sage.

Chaney, David (1996) Lifestyles. London: Routledge.

Cohen, Phil (1972) “Subcultural Conflict and Working-class Community” In: Gelder, Ken red. (2005) The Subcultures Reader. Oxon / New York: Routledge, p.86-94.

Delgouffe, Evelien (2011) “Diepe bassen stotterende beats” Het Laatste Nieuws, zaterdag 19 maart, p.20.

De Meyer, Gust (2004) cultuur met een kleine c. Leuven / Voorburg: Acco.

De Meyer, Gust (2006) De beste smaak is de slechte smaak: populaire cultuur en complexiteit. Leuven / Voorburg: Acco.

Deschouwer, Kris & Hooghe Marc (2005) Politiek: Een inleiding in de politieke wetenschappen. Amsterdam: Boom

During, Simon red. (1993) The Cultural Studies Reader. London / New York: Routledge.

Durkheim, Emile (1897) “La conception matérialiste de l’histoire” In: Filloux, Jean-François red. (1970) La science sociale et l’action. Paris: Presses Universitaires de France, p.245-252.

Dyer, Richard (1977) “Entertainment and Utopia” In: During, Simon red. (1993) The Cultural Studies Reader. London / New York: Routledge, p.271-283.

Esterberg, Kristin G. (2002) Qualitative Methods in Social Research. Columbus: McGraw-Hill.

Fine, Gary Alan & Kleinman, Sherryl (1979) “Rethinking Subculture: An Interactionist Analysis” The American Journal of Sociology, 85 (1), p.1-20.

Fornäs, Johan (1995) “Youth, Culture and Modernity” In: Fornäs, Johan & Bolin, Göran red. (1995) Youth Culture in Late Modernity. London: Sage, p.1-11.

Friedman, Jonathan (1990) “Being in the World: Globalization and Localization” In: Featherstone, Mike red. (1990) Global Culture: Nationalism, Globalization and Modernity. London: Sage, p.311-328.

Frith, Simon (1978) Rock! Sociologie van een nieuwe muziekcultuur. Amsterdam / Brussel: Elsevier, vertaling 1984. (oorspronkelijke uitgave: Sound effects. London: Constable, 1978)

Frith, Simon (1987) “Towards an aesthetic of popular music” In: Leppert, Richard & McClary, Susan red. (1987) Music and Society. Cambridge: Cambridge University Press, pp.133-149.

Gelder, Ken red. (2005) The Subcultures Reader. Oxon / New York: Routledge. (eerste uitgave: Gelder, Ken & Thornton, Sarah red. The Subcultures Reader, 1997)

Giddens, Anthony (1991) Modernity and Self-Identity: Self and Society in the Late Modern Age. Cambridge: Polity Press.

Giddens, Anthony (2009) Sociology. Cambridge: Polity Press.

Grossberg, Lawrence (1992) We Gotta Get Out of This Place: Popular Conservatism and Postmodern Culture. New York: Routledge.

Hall, Stuart & Jefferson, Tony red. (1976) Resistance Through Rituals: Youth subcultures in post-war Britain. London: Hutchinson.

Hall, Stuart et al. (1976) “Subcultures, Cultures and Class” In: Hall, Stuart & Jefferson, Tony red. (1976) Resistance Through Rituals: Youth subcultures in post-war Britain. London: Hutchinson, p.9-74.

Hammond, Bob (2008) “How low can it go? The evolution of dubstep” New York Magazine, 41 (27), p.76-77.

Hays, Sharon (1994) “Structure and Agency and the Sticky Problem of Culture” Sociological Theory, 12 (1), p.57-72.

Hebdige, Dick (1979) “Subculture: The Meaning of Style” In: Gelder, Ken red. (2005) The Subcultures Reader. Oxon / New York: Routledge, p.121-132.

Inglehart, Ronald (1977) The Silent Revolution. Changing Values and Political Styles Among Western Publics. Princeton: Princeton University Press.

Irwin, John (1977) “Notes on the status of the concept subculture” In: Gelder, Ken red. (2005) The Subcultures Reader. Oxon / New York: Routledge, p.66-70.

Jameson, Frederic (1984) “Postmodernism, or The Cultural Logic of Late Capitalism” New Left Review, 146 (1), p.53-92.

Kjelgaard, Dannie & Askegaard, Søren (2006) “The Glocalization of Youth Culture: The Global Youth Segment as Structures of Common Difference” Journal of Consumer Research, 33 (2), p.231-247.

Maffesoli, Michel (1996) “The Emotional Community: Research Arguments” In: Gelder, Ken red. (2005) The Subcultures Reader. Oxon / New York: Routledge, p. 193-210.

Maslow, Abraham (1972) Motivatie en Persoonlijkheid. Rotterdam: Lemniscaat.

Muggleton, David. (2000) Inside Subculture: The Postmodern Meaning of Style. Oxford: Berg.

Osiris (2008) “Wat is Dubstep?” Brrrap!, 1, p.1.

Paddison, Max (1982) “The Critique Criticised: Adorno and Popular Music.” Popular Music, 2, p.201-218.

Ren, Hai (2005) “Subculture as a Neo-Liberal Conduct of Life in Leisure and Consumption” Rhizomes, 10 <http://www.rhizomes.net/issue10/ren.htm&gt; [Geraad- pleegd op 04.03.2011].

Roberts, Martin (2004) “Notes on the Global Underground” In: Gelder, Ken red. (2005) The Subcultural Reader. Oxon / New York: Routledge, p.575-586.

Rutten, Paul (1992) Hitmuziek in Nederland: 1960 – 1985. Amsterdam: Otto Cram-winkel.

Shuker, Roy (1994) Understanding Popular Music. London: Routledge.

Shuker, Roy (2005) Popular Music: The Key Concepts. London: Routledge.

Smirke, Richard et al. (2010) “Dubstep By Step” Billboard, 122 (44), p.12.

Storey, John (2003) Inventing Popular Culture: From Folklore to Globalization. Oxford: Blackwell.

Straw, Will et al. red. (1995) Popular Music: Style and Identity. Montreal: Dufferin Press.

Thornton, Sarah (1995a) Club Cultures: Music, Media and Subcultural Capital. Cambridge: Polity Press.

Thornton, Sarah (1995b) “The Social Logic of Subcultural Capital” In: Gelder, Ken red. (2005) The Subcultures Reader. Oxon / New York: Routledge, p.184-193.

Tillekens, Ger (2000) “Wat moeten we nu nog met Adorno?” Journal on Media Culture, 2 (1) <http://www.icce.rug.nl/~soundscapes/VOLUME02/Wat_ moeten_ we_nu_nog_met_Adorno.shtml> [Geraadpleegd op 04.03.2011].

Tillman, Robert H. (1980) “Punk Rock and the Construction of ‘Pseudo-Political’ Movements” Popular Music and Society, 7 (3), p.165-175.

van Hoof, Jacques & Van Ruysseveldt, Joris red. (1996) Sociologie en de moderne samenleving: Maatschappelijke veranderingen van de industriële omwenteling tot in de 21ste eeuw. Amsterdam: Boom.

Visser, Jeroen & Lion, Jonas (2009) dBstep documentaire. <http://www.dbstep.be&gt; [Geraadpleegd op 17.04.2011].

Wermuth, Mirjam (2002) No Sell Out: De popularisering van een subcultuur. Amsterdam: Aksant.

Wielemans, Willy (1993) Voorbij het individu: mensbeelden in wetenschappen. Leuven / Apeldoorn: Garant.

Willis, Paul (1977) Learning to labour: How working class kids get working class jobs. Farnborough: Saxon House.

Willis, Paul et al. red. (1990) Common culture: Symbolic work at play in the everyday cultures of the young. Milton Keynes: Open University Press.

Žižek, Slavoj (1991) Looking Awry: An Introduction to Jacques Lacan through Popular Culture. Cambridge / London: MIT Press.

Žižek, Slavoj (2009) Geweld: Zes Zijdelingse Bespiegelingen. Amsterdam: Boom.

“Akkachar” Brrrap!, 7, p.3.

An interview with Distance (2011), <http://www.getdarker.com/articles/an-interview-with-distance/&gt; [Geraadpleegd op: 17.05.2011]

“Dit is dubstep” De Standaard, 13 december 2006, p.34.

“Dubstep by step” Le Vif L’Express, 12 maart 2010, p.4.

The Growth of Dubstep offline (2009), <http://www.getdarker.com/articles/the-growth -of-dubstep-offline-hospitality-matter/> [Geraadpleegd op: 17.05.2011].

 

Download scriptie (478.72 KB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2011