Waarom ga je naar de bibliotheek? Om boeken uit te lenen, uiteraard, maar ook om op het internet te surfen, te studeren, af te spreken met vrienden en kennissen, te luisteren naar een auteurslezing of deel te nemen aan andere activiteiten. Het boekenhuis verandert immers steeds meer in een ontmoetingsplaats waar van alles te beleven valt. Om in te spelen op deze trend schakelde de openbare bibliotheek Tweebronnen in Leuven om naar een nieuw concept: de belevenisbibliotheek. Wat dat precies inhoudt, wordt onderzocht in de scriptie van masterstudent in het cultuurmanagement Lieselotte De Snijder.
De openbare bibliotheek van Leuven is een van de zes grote Vlaamse bibliotheken. Toch wordt ook Tweebronnen, net als de andere bibliotheken in Vlaanderen, geconfronteerd met een aantal nieuwe uitdagingen door de komst van het internet. Bibliotheken hebben vandaag niet langer een monopolie op de toegang tot informatie: de toenemende concurrentie op het vlak van kennis en cultuur zorgt ervoor dat de uitleencijfers van bibliotheken stagneren of dalen, en hun kernfunctie wordt in vraag gesteld. Willen bibliotheken een rol blijven spelen in de informatiemaatschappij, moeten ze nieuwe manieren zoeken om hun gebruikers aan te spreken. Een van de mogelijkheden is de omschakeling naar een belevenisbibliotheek, zoals de bibliotheek van Leuven.
Voor het begrip belevenisbibliotheek verwijst Tweebronnen naar de klassieker van Pine en Gilmore: The Experience Economy (1999). Bij een belevenis, leggen de auteurs uit, staat niet zozeer het product (bv. een boek) of de dienst (bv. het uitlenen van boeken) centraal, maar de onvergetelijke ervaring die daarmee gecreëerd wordt (bv. een interessante lezing over een boek of het bezoek aan de bibliotheek zelf). Het concept van Tweebronnen steunt dan ook op drie pijlers: een aangename inrichting, een verdieping van de collectie door verrassende presentaties en begeleiding van de gebruikers door de bibliotheekmedewerkers, en tot slot extra activiteiten in samenwerking met 30CC, het cultuurcentrum van de stad.
Op die manier wil de Leuvense openbare bibliotheek succes boeken in de plaatselijke gemeenschap, zowel bij het publiek als de overheid. Aangezien de noden van de gebruikers en de kansen in de omgeving voortdurend veranderen, ziet Tweebronnen de invulling van het concept als een proces, waarbij niet alleen het personeel maar ook andere belanghebbenden, zoals de gebruikers en lokale organisaties, een rol spelen. Dit impliceert dat de bibliotheek voortdurend moet innoveren om betere belevenissen te creëren.
In de scriptie wordt onderzocht hoe Tweebronnen het concept van de belevenisbibliotheek invult en hoe ze daarvoor samenwerkt met 30CC. Om dat te kunnen doen wordt het concept theoretisch onderbouwd met literatuur over de beleveniseconomie, bibliotheken en samenwerking. Op die manier kan de invulling van de belevingsbibliotheek door Tweebronnen verder aangevuld worden en kunnen ook andere bibliotheken ermee aan de slag gaan. In de theorie over de beleveniseconomie wordt er een onderscheid gemaakt tussen vier soorten belevenissen en twee vormen van beleveniscreatie, die door elke bibliotheek op maat ingevuld kunnen worden om tegemoet te komen aan de noden van de eigen gebruikers.
De vier soorten belevenissen zijn ontspannende belevenissen (bv. auteurslezingen), educatieve belevenissen (bv. cursussen mediageletterdheid), esthetische belevenissen (bv. tentoonstellingen) en ontsnappende belevenissen (bv. schrijfworkshops). Bij de twee vormen van beleveniscreatie wordt er gesproken over twee generaties. De eerste generatie betekent dat er gedacht wordt vanuit de bibliotheek zelf. Er gaat dan veel aandacht naar de fysieke en digitale omgeving waarin belevenissen worden aangeboden, zoals de inrichting van het gebouw en de interface van de website. In de tweede generatie van beleveniscreatie wordt er daarentegen meer gedacht vanuit de gebruiker. Dat betekent ten eerste dat bibliotheken hun gebruikers moeten leren kennen en ten tweede dat ze hen bij hun werking moeten betrekken. Sociale media spelen bijvoorbeeld een grote rol om interactie tot stand te brengen.
In de bibliotheek van Leuven vinden we voorbeelden van de vier soorten belevenissen terug. De nadruk ligt vooral op de eerste generatie van beleveniscreatie en er wordt vooral aandacht besteed aan de fysieke belevenisomgeving. Twee van de drie pijlers van de belevenisbibliotheek die eerder vermeld zijn, horen hier immers thuis: de inrichting van de bibliotheek en de verdieping van de collectie. De digitale belevenisomgeving blijft in Leuven voorlopig nog op de achtergrond. Hoewel de bibliotheek al een aantal initiatieven heeft genomen om de gebruikers beter te betrekken, kan er op dat vlak meer gedaan worden. Deze conclusies leiden tot een aantal aanbevelingen, die kunnen helpen om het concept van de belevenisbibliotheek verder in te vullen:
Op die manier kunnen bibliotheken een antwoord geven op de uitdagingen waarvoor ze gesteld worden en veranderen ze in een open huis waar iedereen uit de omgeving zich welkom voelt. Tweebronnen is dan ook een goed voorbeeld voor andere bibliotheken om van de belevenisbibliotheek een feit te maken.