Het Welfare Quality protocol: het welzijn van melkvee op traditionele versus moderne melkveebedrijven

Erlijn Deolet
Persbericht

Het Welfare Quality protocol: het welzijn van melkvee op traditionele versus moderne melkveebedrijven

Het welzijn van melkvee: bindstal versus loopstalTijdens de intensivering in de landbouw is er heel wat veranderd voor de landbouwer en zijn dieren. Om te overleven was het noodzakelijk een groter aantal dieren te huisvesten, de productie op te drijven, neven-activiteiten te laten vallen en een ander staltype te bouwen. Aan de hand van het Welfare Quality® protocol tracht Erlijn Deolet een antwoord te vinden op de centrale onderzoeksvraag of er een verschil is in het welzijn van melkvee op traditionele versus moderne melkveebedrijven. Dit onderzoek, onder leiding van Frank Tuyttens van het ILVO, startte in februari 2010 en eindigde in april 2011.

Het Welfare Quality® protocol

Erlijn heeft gebruik gemaakt van een Europees protocol om dierenwelzijn op een gestandaardiseerde methode te scoren op melkveebedrijven. Dit protocol zit momenteel nog in zijn kinderschoenen. Maar de kans is reëel dat protocol op termijn een erkende methode wordt om dierenwelzijn te evalueren op melkveebedrijven in de Europese Unie.Uit onderzoek blijkt dat de burger zich kritisch opstelt bij het consumeren van dierlijke producten. De consument vindt het belangrijk kennis te hebben van de dier(on)vriendelijk omstandigheden waarin een dierlijk product wordt geproduceerd. Een doelstelling van het Welfare Quality® protocol is om in de toekomst een welzijnscategorie toe te kennen aan dierlijke producten.

Ruwe data verzamelen

Als eerste test de observator de schrikreactie van de koeien op mensen. Dit wordt de ADF-test genoemd. De observator moet naar de neus van de koe stappen en de afstand noteren waarop de koe zich terugtrekt. Hierna wordt de emotionele toestand van de kudde beoordeeld door een observatie genaamd QBA. De kudde wordt enkele minuten geobserveerd en nadien duidt de observator onder andere aan hoe gelukkig, verveeld en apathisch de kudde zich gedraagt naar zijn gevoel. Deze test lijkt heel subjectief. Maar onderzoek wees uit dat de meningen van verschillende observatoren betrekkelijk goed overeenstemmen.

Tijdens de volgende observatie wordt de kudde onderverdeeld in kleinere groepen. Deze kleine groepjes worden grondig geobserveerd. De observator noteert het aantal sociale en agonistische gedragingen die hij waarneemt. Een koe die een soortgenoot likt, is een voorbeeld van sociaal gedrag. Voorbeelden van agonistische gedragingen zijn kopstoten, achtervolgingen en koeien die rechtgejaagd worden door soortgenoten. Tijdens deze observatie wordt het aantal seconden gechronometreerd die een koe nodig heeft om te gaan liggen. Een koe die meer dan enkele seconden nodig heeft om te gaan liggen, wijs erop dat de constructie van de ligbedden niet goed zijn afgestemd op de koe. Melkvee dat belemmerd wordt om te gaan neerliggen, overbelast de klauwen. Aanrakingen met het huisvestingsysteem noteert de observator ook tijdens de neergaande beweging.Nadien wordt er op individueel niveau een klinische score aan de koeien toegekend. De lichaamsconditie, het aantal haarloze plekken, wonden en zwellingen, diarree, de consistentie van de mest, kreupelheid, een zware ademhaling, een gebroken staart, de aanwezigheid van neus- en oogvloei worden gescoord tijdens de klinische observatie.In het laatste onderdeel van het protocol vult  de landbouwer een vragenlijst in en scoort de observator de drinkwatervoorziening. De vragenlijst bevat gegevens over het aantal koeien die gestorven zijn en een moeilijke kalving hadden de laatste twaalf maanden.

Vragen over het onthoornen van de kalveren komen ook aan bod. Op moderne bedrijven is het een noodzaak om de koeien te onthoornen om de kans op verwondingen bij rangordegevechten te vermijden. Dit draagt bij aan een beter welzijn op voorwaarde dat de juiste methode en verdoving gebruikt worden. Op traditionele bedrijven is het vaak nog een noodzaak om de dieren niet te onthoornen. Zonder hoorns zouden vele koeien zich uit het bindsysteem kunnen wringen.

Het aantal dagen dat melkvee op de weide wordt gelaten, is van essentieel belang voor het dierenwelzijn. De klauwen, die in de winter vaak geïnfecteerd zijn door de hoge infectiedruk in de stal, kunnen in de weide herstellen. De koeien op de weide gaan op een natuurlijke methode liggen en opstaan. Zo krijgt hun lichaam voldoende rust aangezien er geen plaatsgebrek of een gladde ondergrond is tijdens de neergaande beweging. Geen enkele beweging wordt belemmerd door een slechte constructie.

Resultaten

Op alle ruwe data voerde Bart Ampe van de Universiteit Gent statische analyses uit. Hieronder zijn slechts enkele resultaten weergegeven.Voorgaande grafiek geeft het significante verschil weer van de ADF voor beide bedrijfstypes. In een bindstal kan de observator meer koeien aanraken dan in een loopstal. De grotere angstrespons in de loopstal is te wijten aan de automatisering. Door de technologie heeft de landbouwer veel minder contact met zijn koeien.De bovenstaande grafiek geeft de mate weer waarin de kudde zich sociaal gedraagt. Dit is een van de resultaten van de QBA. Dat koeien in een bindstal vaker socialer zijn dan koeien in een loopstal is te verklaren door het sociaal likken dat frequenter voorkomt in bindstallen.Deze grafiek, horend bij de gedragsobservaties, geeft het gemiddeld aantal seconden weer dat een koe nodig heef om te gaan neerliggen. Hoe lager het aantal seconden, hoe beter voor het welzijn. Een groot aantal seconde wijst op een foute constructie van het ligbed. De moderne bedrijven scoren beter in vergelijking met de traditionele bedrijven. Dit verschil is echter niet significant (P= 0,81).De voorgaande grafiek geeft het gemiddeld aantal haarloze plekken weer op het lichaam van een koe per bedrijfstype. Het verschil is echter niet significant (P< 0,0779) maar er zijn meer haarloze plekken in een bindstal dan in de loopstal. Deze resultaten zijn een onderdeel van de klinische score.De bovenstaande grafiek geeft een van de resultaten weer van de management en omgevingsgerelateerde parameters weer. Hierop is te zien dat de koeien in een bindstal een groter aantal dagen op de weide lopen in vergelijking met de koeien in een loopstal.

Besluit

Een correct besluit maken is moeilijk aangezien het protocol bepaalde wegingsfactoren toekent aan de verschillende scores in de integratie. De integratie, waarbij aan een bedrijf een welzijnscategorie wordt toegekend, valt echter buiten de grenzen van de bachelorproef van Erlijn Deolet.

Door alle onderdelen van het protocol eenzelfde wegingsfactor toe te kennen, kan er worden besloten dat traditionele bedrijven beter scoren voor ADF, QBA, management en omgevingsgerelateerde parameters. Moderne bedrijven scoren algemeen beter voor de gedragsobservaties en klinische parameters.Het besluit van dit onderzoek luidt dat er weldegelijk een verschil is in het welzijn van melkvee op traditionele en moderne melkveebedrijven. 

Bibliografie

 

  • Alban, L. (1995). Lameness in Danish dairy cows: frequency and possible risk factors. Preventive Veterinary Medicine, 22 (3), 213-225.
  • Alban, L., Agger, J.F., Lawson, L.G. (1996). Lameness in tied Danish dairy cattle: the possible influence of housing systems, management, milk yield, and prior incidents of lameness. Preventive Veterinary Medicine, 29 (2), 135-149.
  • Andersson, M., Schaar, J., Wiktorsson, H. (1984). Effects of drinking water flow rates and social rank on performance and drinking behaviour of tied-up dairy cows. Livestock Production Science, 11 (6), 599-610. 
  • Andersson, M. (1987). Effects of number and location of water bowls and social rank on drinking behaviour and performance of loose-housed dairy cows. Applied Animal Behaviour Science, 17 (1-2), 19-31.
  • Anoniem. (2001). Interdisciplinary report "Housing design for cattle, Danish recommendations. Third edition 2001". The Danish Agricultural Advisory Center. Translated into English and issued in 2002. 
  • Bakken, G. (1981). Environment and bovine udder diseases in the loose housing system for dairy cows with reference to relevant data from the cowhouse system. Acta Veterinaria Scandinavica, 31,445-451.
  • Bakken, G., Røn, I., Østerås, O. (1988). Clinical disease in dairy cows in relation to housing systems. Proceedings VI International Congress on Animal Hygiene, 14-17 juni 1988, Skara, pp 18-22.
  • Bergsten, C., Herlin, A.H. (1996). Sole haemorrhages and heel horn erosion in dairy cows: The influence of housing system on their prevalence and severity. Acta Veterinaria Scandinavica, 37 (4), 395-408.
  • Bergsten, C. (2003). Causes, Risk Factors, and Prevention of Laminitis and Related Claw Lesions. Acta Veterinaria Scandinavica, 98, 157-166.
  • Blokhuis, H.J., Hopster, H., Geverink, N.A., Korte, S.M., van Reenen, C.G. (1998). Studies of stress in farm animals. Comparative Haematology International, 8 (2), 94-101.
  • Boxem, T.J., Dobbelaar, P., Durksz, D.L., Mulder, W., Talsma, L.W., van Wuijckhuise, L. (1998). Handleiding Conditiescore melkvee, aanvullend managementinstrument voor melkveehouderijbedrijven. Lelystad: Praktijkonderzoek Rundvee, Schapen en Paarden.
  • Brambell, F.W.R. (1965). Report of the Technical Committee to Enquire into the Welfare of Animals kept under Intensive Livestock Husbandry Systems. Londen: Her Majesty’s Stationery Office.
  • Broom, D.M. (1996). Animal welfare defined in terms of attempts to cope with the environment. Acta Agriculturae Scandinavica, Section A - Animal Science, 27, 22-28.
  • Blowey, R., Nazhvani, S.D. (2007). Lameness in dairy Cows. Iranian journal of veterinary surgery, 2 (4), 69-81.
  • Cady, R.A. (s.a.). Dystocia – Difficult Calving, What it Costs and How to Avoid it. Gevonden op 10 december 2010 op het internet: http://www.wvu.edu/~agexten/forglvst/Dairy/dirm20.pdf.
  • Correa, M.T., Erb, H.N., Scarlette, J.M. (1993). Risk factors for Downer Cow Syndrome. Journal of Dairy Science, 76, 3460-3463.
  • Cook, N.B. (2004). Sand stalls, sore feet, and sour rumens - North American perspectives on lameness in dairy cows. Cattle Practice, 12, 275-280.
  • Daelemans, J. (1999). Dierenwelzijn en huisvesting. In Dierenwelzijn in de veehouderij. Opgesteld naar aanleiding van de studiedag, in het kader van Agriflora, georganiseerd door het ministerie van Middenstand en Landbouw op 8 januari 1999 (pp. 21-24). Brussel: Ministerie van Middenstand en Landbouw
  • Dawkins, M.S. (1988). Behavioural deprivation: a central problem in animal welfare. Applied Animal Behaviour Science, 20 (3), 209–225.
  • Duncan, I.J.H. (1996). Animal welfare defined in terms of feelings. Acta Agriculturae Scandinavica, Section A - Animal Science, 27, 29-35.
  • Duncan, I.J.H., Fraser, D. (1997). Understanding animal welfare. In M.C. Appleby, B.O. Hughes (Eds.). Animal welfare (pp. 19-31). Wallingford (Verenigd Koninkrijk): CAB International.
  • Dyrendal, I., Ewbank, R. (1968). An experimental demonstration of the effect of surface cooling upon the health of the bovine mammary gland. The Veterinary Record, 84, 685-686.
  • Farm Animal Welfare Council. (1993). Report on priorities for research and development in farm animal welfare. Tolworth (Verenigd Koninkrijk): MAFF.
  • Farm Animal Welfare Council. (2010). Annual Review 2009-2010. Verenigd Koninkrijk: s.n. Gevonden op 10 april 2011 op het internet: http://www.fawc.org.uk/pdf/annualreview09-10.pdf.
  • Fraser, A.F., Broom, D.M. (1997). Farm animal behaviour and welfare. Wallingford (Verenigd Koninkrijk): CAB International.
  • Fraser, D., Weary, D.M., Pajor, E.A., Milligan, B.N. (1997). A scientific conception of animal welfare that reflects ethical concerns. Animal Welfare, 6 (3), 187-205.
  • Fregonesi, J.A., Leaver, J.D. (2001). Behaviour, performance and health indicators of welfare for dairy cows housed in strawyard or cubicle systems. Livestock Production Science, 68 (2-3), 205–216.
  • Geers, R. (1999). Dierenwelzijn in het spanningsveld tussen fysiologie en technologie. In Dierenwelzijn in de veehouderij. Opgesteld naar aanleiding van de studiedag, in het kader van Agriflora, georganiseerd door het ministerie van Middenstand en Landbouw op 8 januari 1999 (pp. 9). Brussel: Ministerie van Middenstand en Landbouw.
  • Gustafson, G.M. (1993). Effects of daily exercise on the health of tied dairy cows. Preventive Veterinary Medicine, 17 (3-4), 209-223.
  • Groehn, J.A., Kaneene, J.B., Foster, D. (1992). Risk factors associated with lameness in lactating dairy cattle in Michigan. Preventive Veterinary Medicine, 14 (1-2), 77-85.
  • Hemsworth, P.H.,  Barnett, J.L.,  Beveridge, L.,  Matthews, L.R. (1995). The welfare of extensively managed dairy cattle: A review. Applied Animal Behaviour Science, 42 (3), 161-182.
  • Hemsworth, P.H., Coleman, G.J., Barnett, J.L., Borg, S. (2000). Relationships between human-animal interactions and productivity of commercial dairy cows. Journal of Animal Science, 78 (11), 2821-2831.
  • Hirst, W. M., Murray, R. D., Ward, W. R., French, N. P. (2002). Generalised additive models and hierarchical logistic regression of lameness in dairy cows. Preventive Veterinary Medicine, 55 (1), 37-46
  • Hovinen, M., Rasmussen, M.D., Pÿrälä, S. (2009). Udder health of cows changing from tie stalls to free stalls with conventional milking to free stalls either with connventional or automatic milking. Journal of Dairy Science, 92, 3696-3703.
  • Hughes, B.O. (1976). Preference decisions of domestic hens for wire or litter floors. Applied Animal Ethology, 2 (2), 155-165.
  • Hultgren, J. (2003). Cattle welfare aspects of animal hygiene. PROCEEDINGS XI International Congress ISAH (International Society for Animal Hygiene), 23-27 february 2003, Mexico City. Gevonden op 26 oktober 2010 op het internet: http://www.isah-soc.org/
  • Katainen, A., Norring, M., Manninen, E., Laine, J., Orave, T., Kuoppala, K., Saloniem, H. (2005). Competitive behaviour of dairy cows at a concentrate self-feeder. Acta Agriculturae Scandinavica, Section A - Animal Science, 55, 98-105.
  • Keil, N.M., Wiederkehr, T.U., Friedli, K., Wechsler, B. (2006). Effects of frequency and duration of outdoor exercise on the prevalence of hock lesions in tied Swiss dairy cows. Preventive Veterinary Medicine, 74, (2-3), 142-153.
  • Kielland, C., Ruud, L.E., Zanella, A.J., Østerås, O. (2009). Prevalence and risk factors for skin lesions on legs of dairy cattle housed in freestalls in Norway. Journal of Dairy Science, 92 (11), 5487-5496.
  • Kjæstad, H.P., Simensen, E. (2001). Cubicle Refusal and Rearing Accommodation as Possible Mastitis Risk Factors in Cubicle-Housed Dairy Heifers. Acta Veterinaria Scandinavica, 42 (1), 123-130.
  • Koninklijk besluit van 17 mei 2001 betreffende de toegestane ingrepen bij gewervelde dieren, met het oog op het nutsgebruik van de dieren of op de beperking van de voortplanting van de diersoort. (4 juli 2001). Belgisch Staatsblad.
  • Krohn, C.C., Munksgaard, L. (1993). Behaviour of dairy cows kept in extensive (loose housing/pasture) or intensive (tie stall) environments II. Lying and lying-down behaviour. Applied Animal Behaviour Science, 37 (1), 1-16.
  • Krohn, C.C. (1994). Behaviour of dairy cows kept in extensive (loose housing/pasture) or intensive (tie stall) environments. III. Grooming, exploration and abnormal behavior. Applied Animal Behaviour Science, 42 (2), 73-86.
  • Leach, K.A., Dippel, S., Huber, J., March, S., Winckler, C., Whay, H.R. (2009). Assessing lameness in cows kept in tie-stalls. Journal of Dairy Science, 92 (4), 1567-1574.
  • Loberg, J., Telezhenko, E., Bergsten, C., Lidfors, L. (2004). Behaviour and claw health in tied dairy cows with varying access to exercise in an outdoor paddock. Applied Animal Behaviour Science, 89 (1), 1-16.
  • Mattiello, S., Arduino, D., Tosi, M.V., Carenzi, C. (2005). Survey on housing, management and welfare of dairy cattle in tie-stalls in western Italian Alps. Acta Agriculturae Scandinavica, Section A - Animal Science, 55, 31-39.
  • Mattiello, S., Klotz, C., Baroli, D., Minero, M., Ferrante, V., Canali, E. (2009). Welfare problems in alpine dairy cattle farms in Alto Adige (Eastern Italian Alps). Italian Journal of Animal Science, 8 (2), 628–630.
  • Mason, G.J., Latham, N.R. (2004). Can't stop, won't stop: is stereotypy a reliable animal welfare indicator? Animal Welfare, 13 (1), 57-69.
  • Mee, J.F. (2008). Prevalence and risk factors for dystocia in dairy cattle: A review. The Veterinary Journal, 176 (1), 93–101.
  • Munksgaard, L. Simonsen, H. B. (1996). Behavioral and pituitary adrenal-axis responses of dairy cows to social isolation and deprivation of lying down. Journal of Animal Science, 74 (4), 769-778.
  • Murphy, M.R. (1992). Water Metabolism of Dairy Cattle. Journal of Dairy Science, 75 (1), 326-333.
  • Ödberg, F. (1999). Evaluatie van welzijn.In Dierenwelzijn in de veehouderij. Opgesteld naar aanleiding van de studiedag, in het kader van Agriflora, georganiseerd door het ministerie van Middenstand en Landbouw op 8 januari 1999 (pp. 14-16). Brussel: Ministerie van Middenstand en Landbouw.
  • Österman, S., Redbo, I. (2001). Effects of milking frequency on lying down and getting up behaviour in dairy cows. Applied Animal Behaviour Science, 70 (3), 167-176.
  • Østerås, O., Vågsholm, I., Lund, A. (1990). Teat lesions with reference to housing and milking management. Journal of Veterinary Medicine Series A, 37 (1-10), 520-524.
  • Petrie, N.J., Mellor, D.J., Stafford, K.J., Bruce, R.A., Ward, R.N. (1996). Cortisol responses of calves to two methods of disbudding used with or without local anaesthetic. New Zealand Veterinary Journal, 44 (1), 9-14.
  • Plesch, G., Broerkens, N., Laister, S., Winckler, C., Knierim, U. (2010). Reliability and feasibility of selected measures concerning resting behaviour for the on-farm welfare assessment in dairy cows. Applied Animal Behaviour Science, 126 (1), 19-26.
  • Raussi, S. (2003). Human–cattle interactions in group housing. Applied Animal Behaviour science, 80 (3), 245-262.
  • Regula, G., Danuser, J., Spycher, B.,Wechsler, B. (2004). Health and welfare of dairy cows in different husbandry systems in Switzerland. Preventive Veterinary Medicine, 66 (1-4), 247–264.
  • Rollin, B.E. (1996). Ideology, “value-free science”, and animal welfare. Acta Agriculturae Scandinavica, Section A - Animal Science, 27, 5-10.
  • Rousing, T., Wemelsfelder, F. (2006). Qualitative assessment of social behaviour of dairy cows housed in loose housing systems. Applied Animal Behaviour Science, 101 (1-2), 40-53.
  • Rowlands, G. J., Russell, A. M., Williams, L. A. (1985). Effects of Stage of Lactation, Month, Age, Origin and Heart Girth on Lameness in Dairy-Cattle. Veterinary Record, 117 (22), 576-580.
  • Seamer, J.H. (1998). Human stewardship and animal welfare. Applied Animal Behaviour Science, 59 (1), 201–205.
  • Simensen, E., Østerås, O., Bøe, K.E., Kielland, C., Ruud, L.E., Naess, G. (2010). Housing system and herd size interactions in Norwegian dairy herds; associations with performance and disease incidence. Acta Veterinaria Scandinavica, 52 (1), 1-14.
  • Sobry, L., Goossens, X., Opsomer, G., Nevens, F., De Smet, S., Ödberg, F., Maes, D., Lommelen, F., Tuyttens, F., Geers, R. (2005). Hoe wel zijn mijn koeien? Evaluatie van dierenwelzijn en –gezondheid op melkveebedrijven. Gontrode: Steunpunt Duurzame Landbouw.
  • Sogstad, A.M., Fjeldaas, T., Østerås, O., Forshell, K.P. (2005). Prevalence of claw lesions in Norwegian dairy cattle housed in tie stalls and free stalls. Preventive Veterinary Medicine, 70 (3-4), 191-209.
  • Sommer, S.G., Zhang, G.Q., Bannink, A., Chadwick, D., Misselbrook, T., Harrison, R., Hutchings, N.J., Menzi, H., Monteny, G.J., Oenema, O., Webb, J. (2006). Algorithms Determining Ammonia Emission from Buildings Housing Cattle and Pigs and from Manure Stores. Advances in Agronomy, 89, 261-335.
  • Tucker, C. B., Weary, D. M., Fraser, D. (2004). Free-stall dimensions: Effects on preference and stall usage. Journal of Dairy Science, 87 (5), 1208-1216.
  • Tucker, C. B., Weary, D. M. (2004). Bedding on geotextile mattresses: How much is needed to improve cow comfort? Journal of Dairy Science, 87 (9), 2889-2895.
  • Tuyttens, F.A.M. , Vanhonacker,F., Van Poucke, E., Verbeke, W. (2010). Quantitative verification of the correspondence between the Welfare Quality operational definition of farm animal welfare and the opinion of Flemish farmers, citizens and vegetarians. Livestock Science, 131 (1), 108-114.
  • Thysen, I. (1987). Foot and leg disorders in dairy cattle in different housing systems. In: H.K. Wierenga, D.J. Peterse (Eds). Cattle housing systems, lameness and behaviour (pp. 166-178). Dordrecht: Martinus Nijhoff Publishers.
  • Ursinus, W.W., Schepers, F., de Mol, R.M., Bracke, M.B.M., Metz, J.H.M., Groot Koerkamp, P.W.G. (2009). COWEL: a decision support system to assess welfare of husbandry systems for dairy cattle. Animal Welfare, 18 (4), 545-552.
  • Valde, J.P., Hird, D.W., Thurmond, M.C., Østerås, O. (1997). Comparison of ketosis, clinical mastitis, somatic cell count, and reproductive performance between free stall and tie stall barns in Norwegian dairy herds with automatic feeding. Acta Veterinaria Scandinavica, 38 (2), 181-192.
  • Weary, D.M., Taszkun, I. (2000). Hock Lesions and Free-Stall Design. Journal of Dairy Science, 83(4), 697-702.
  • Webster, A.J.F. (2001). Farm animal welfare: the five freedoms and the free market. The Veterinary Journal, 161 (3), 229-237.
  • Welfare Quality®. (2009). Welfare Quality® assessment protocol for cattle. Welfare Quality® Consortium, Lelystad, Netherlands.
  • Welfare Quality®. (2004). Science and society: Improving animal welfare in the food quality chain. Gevonden op 20 april 2010 op het internet: http://www.welfarequality.net/everyone/26536/5/0/22.
  • Welfare Quality®. (s.a.). Principles and criteria of good animal welfare. Gevonden op 20 april 2010 op het internet: http://www.welfarequality.net/everyone/41858/5/0/22.
  • Welfare Quality®. (s.a.2). The overall on-farm animal welfare score. Gevonden op 20 april 2010 op het internet: http://www.welfarequality.net/everyone/41858/5/0/22.
  • Wechsler, B., Schaub, J., Friedli, K., Hauser, R. (2000). Behaviour and leg injuries in dairy cows kept in cubicle systems with straw bedding or soft lying mats. Applied Animal Behaviour Science, 69 (3), 189-197.
  • Wemelsfelder, F., Hunter, E.A., Mendl, M.T., Lawrence, A.B. (2000). The spontaneous qualitative assessment of behavioural expressions in pigs: first explorations of a novel methodology for integrative animal welfare measurement. Applied Animal Behaviour Science, 67 (3), 193-215.
  • Whay, H.R., Main, D.C.J., Green, L.E., Webster, A.J.F. (2003). Assessment of the welfare of dairy cattle using animal-based measurements: direct observations and investigation of farm records. Veterinary Record, 153, 197-202.
  • Wiepkema, P. R. (1993). Gedrag en welzijn van melkvee. Doetinchem: Praktijkreeks veehouderij.
  • Wierenga, H.K., Hopster, H. (1990). The significance of cubicles for the behaviour of dairy cows. Applied Animal Behaviour Science, 26 (4), 309-337.
  • Windschnurer, I., Boivin, X., Waiblinger, S. (2009). Reliability of an avoidance distance test for the assessment of animals’ responsiveness to humans and a preliminary investigation of its association with farmers’ attitudes on bull fattening farms. Applied Animal Behaviour Science, 117 (3), 117-127.
  • Winckler, C., Brill, G. (2004). Lameness prevalence and behavioural traits in cubicle housed dairy herds — A field study. Proceedings 13th International Symposium Conference on Lameness in Ruminants, Univerzitetna Knjižnica Maribor, Slovenia, pp 160-161.
  • Winckler, C., Capdeville, J., Gebresenbet, G., Hörning, B., Roiha, U., Tosi, M., & Waiblinger, S. (2003). Selection of parameters for on-farm welfare-assesssment protocols in cattle and buffalo. Animal Welfare, 12 (4), 619-624.
  • http://www.pdashop.be/product-gallery/46601/category-4203-hele%20assort…. Gevonden op 13 mei 2011.
  • http://www.barnstormers.co.uk/acatalog/info_1956DBL5.html. Gevonden op 13 mei 2011.
  • http://www.mcarthur-group.com/Agricultural_Products/Livestock_Equipment…. Gevonden op 13 mei 2011.
Universiteit of Hogeschool
Agro- & biotechnologie (afstudeerrichting Dierenzorg)
Publicatiejaar
2011
Share this on: