Interculturele Journalistiek: Hoe kan een maatschappelijke missie vertaald worden naar concrete richtlijnen?

Joke Duponcheel
Persbericht

Interculturele Journalistiek: Hoe kan een maatschappelijke missie vertaald worden naar concrete richtlijnen?

Media moeten meer kleur bekennen

Interculturele richtlijnen leiden tot evenwichtigere berichtgeving en betere journalistiek

Interculturele journalistieke richtlijnen kunnen nieuwe zuurstof geven aan de bladenmarkt. Ze leiden tot nieuwe en onbekende verhalen, stimuleren de lezer om er met anderen over te praten, brengen nieuwe gezichten onder de aandacht, geven onbeperkte mogelijkheden tot interessante achtergrondverhalen. Dat blijkt uit de meesterproef Interculturele journalistiek van Joke Duponcheel.

De meesterproef behandelt een heel actueel onderwerp. Interculturaliteit in de media staat vandaag immers hoog op de beleidsagenda van minister Lieten. Interculturaliteit is evenwel niet enkel een vraag van minister Lieten, maar een maatschappelijke vereiste. Media hebben een grote verantwoordelijkheid in de beeldvorming van hun publiek en moeten zich hiervan bewust zijn in een samenleving die almaar multicultureler wordt. Een evenwichtige berichtgeving over alle bevolkingsgroepen, ook etnische-culturele minderheden, moet een journalistieke evidentie zijn. Interculturaliteit kan mainstream media ook een belangrijk commercieel voordeel bieden. Media die zich intercultureel profileren, willen de facto een brede groep en dus meer lezers bereiken. In een magazinemarkt die voor elke lezer vecht, kan interculturele profilering een belangrijke commerciële doelstelling zijn.

“Media moeten de diversiteit in onze samenleving weerspiegelen en inzetten op genuanceerde beeldvorming, in het bijzonder op de niet-stereotiepe beeldvorming van de kansengroepen in onze samenleving. Meer diversiteit binnen de media is dan ook voor mij een belangrijk aandachtspunt tijdens het komende jaar” Minister van Media, Ingrid Lieten, riep in haar beleidsbrief 2010-2011 en in haar slotspeech op de Staten-Generaal van de Media in mei 2011 de hele mediasector op om intercultureler te denken en de aandacht te verscherpen inzake beeldvorming over kansengroepen, waaronder etnisch-culturele minderheden. Ze vindt het de verantwoordelijkheid van de hele mediasector dat alle Vlamingen zich kunnen herkennen in het media-aanbod. Het gebruik van stereotiepe beelden en de afwezigheid van rolmodellen uit kansengroepen zorgt er volgens de minister namelijk voor dat etnisch-culturele minderheden zich nauwelijks of niet herkennen in de media. Lieten vindt het essentieel dat thema’s, ervaringen en invalshoeken van mensen uit kansengroepen goed en accuraat aan bod komen.

Lieten duidt op het belang van interculturaliteit in de media, maar reikt geen concrete oplossingen aan. Deze meesterproef onderzoekt daarom hoe magazines deze oproep zouden kunnen verwezenlijken. Het resultaat zijn 14 concrete interculturele journalistieke richtlijnen die magazineredacties moeten aanzetten intercultureel te denken en te werken. De voorgestelde interculturele journalistieke richtlijnen zijn het resultaat van literatuuronderzoek en raadpleging van primaire bronnen. Ze vormen samen een praktisch werkdocument waarmee je een breder publiek kunt aanspreken en de kwaliteit van de journalistieke verhalen kunt vergroten. Hoewel de interculturele journalistieke richtlijnen in aparte punten zijn opgesteld, leiden ze elk afzonderlijk niet tot interculturaliteit. De kracht zit in de toepassing van alle richtlijnen, die samen de interculturele formule van het magazine vormen. Een magazine dat intercultureel wil zijn, doet dit in elk nummer, op elke pagina, via elk artikel. Enkel op deze manier wordt interculturaliteit een vaste baken voor de lezer en geen gimmick.

De 14 journalistieke interculturele richtlijnen die in deze meesterproef worden geformuleerd kunnen een belangrijke stimulans zijn om redacties ervan te overtuigen gebruik te maken van de interculturele journalistieke richtlijnen. Journalisten laten zich niet zeggen waarover en hoe ze moeten schrijven. Toch is duidelijk dat zonder interculturele richtlijnen er ook geen interculturele journalistiek kan zijn. Zonder richtlijnen beroepen journalisten zich op hun buikgevoel of leggen er zich vooraf bij neer dat interculturaliteit onhaalbaar is. Interculturaliteit blijft dan steken in goede bedoelingen of interessante experimenten.

Geen dwang

Een belangrijk besluit uit de studie is dat interculturaliteit niet het uitgangspunt moet zijn om onderwerpen te selecteren, maar wel de bril en handelwijze waarop interessante onderwerpen worden behandeld en in beeld gebracht. Zoniet komt interculturaliteit over als een dwang, terwijl het een methode is om verrassend uit de hoek te komen. Interculturaliteit moet niet de eigenschap worden van een tijdschrift, maar de beeldvorming mee bepalen. Interculturaliteit mag de eigenschappen van een automagazine, interieurblad of glamourblad niet beïnvloeden, want dan haken lezers af. Vertrekkend vanuit het vertrouwde concept kunnen tijdschriften zich wel intercultureel profileren om nieuwe invalshoeken te vinden en een bredere doelgroep aan te spreken. Magazines kunnen zich intercultureel profileren door in het hele ontstaansproces, van nieuwsselectie tot vormgeving, bewust na te denken over alle keuzes.

Als minister Lieten haar doelstellingen wil bereiken om media intercultureler te maken, zal ze de journalisten er moeten van kunnen overtuigen dat interculturaliteit een meerwaarde biedt, tot betere journalistiek leidt en dus ook een positieve invloed zal hebben op de verkoopbaarheid van de journalistieke producten. Deze meesterproef wil een aanzet geven om werk te maken van een concreet actieplan, zodat over interculturaliteit in de media niet enkel wordt gepraat of met vallen en opstaan wordt geëxperimenteerd.

Bibliografie

 Publicaties

  • Baetens, J. et al. (2009). Culturele studies: Theorie in de praktijk. Nijmegen: Uitgeverij Vantilt.
  • Balgobind, S. et al. (2007). Gedrukte media in de multiculturele samenleving. Den Haag: Bedrijfsfonds voor de Pers.
  • Bink, S. (2006). Bijna 25 jaar media- en minderhedenbeleid: Van exclusiviteit naar inclusiviteit. Utrecht: Mira Media.
  • Bink, S. & Serkei, C. (2009). Verbinden of polariseren? Over de multiculturele kwaliteit van de media in Nederland. Den Haag: Sdu Uitgevers.
  • Butter, E. & Önce, S. (2010). Allochtonen jongeren: Mediagebruik & mediawijsheid: Verkennende notitie. Amsterdam: ACB Kenniscentrum voor Emancipatie en Participatie.
  • Callebaut, G. (2005). Beeldvorming en taalgebruik over personen met een handicap in de Vlaamse kranten. Niet-gepubliceerde meesterproef, Vrije Universiteit Brussel, Pedagogische Wetenschappen, Sociale Agogiek, Brussel.
  • Clycq, N. (2003). Allochtonen en nieuwsgaring: Komen de Vlaamse nieuwsprogramma’s tegemoet aan de behoeften van jongeren van Turkse of Marokkaanse origine. Niet-gepubliceerd onderzoeksrapport, Steunpunt gelijkekansenbeleid, Antwerpen.
  • Dala, N. (2010). Intercultureel communiceren: Wie durft? Duidelijke spelregels voor de nieuwsbrenger. Leuven: LannooCampus.
  • De immigratie in België: Aantallen stromen en arbeidsmarkt. (2009). Brussel: FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg.
  • De Ridder, K. (2010). De witte media: Of waarom 'allochtonen' altijd slecht nieuws zijn. Leuven: LannooCampus.
  • De Sutter, W. & Saeys, F. (1996). “Bezit en gebruik van audio-visuele media bij allochtone populaties. Een onderzoek uitgevoerd bij Gentse scholieren.” In: d’Haenens, L. & Saeys, F. reds. Media en multiculturalisme in Vlaanderen. Gent: Academia Press, p. 59-88.
  • Devroe, I. (2004). ‘This is not who we are’: Ethnic minority audiences and their perceptions of the media. Niet-gepubliceerde paper gepresenteerd voor de ‘Communication and Cultural Diversity’ Conference, Barcelona.
  • Devroe, I. (2007). Gekleurd nieuws? De voorstelling van etnische minderheden in het nieuws in Vlaanderen. Context, methodologische aspecten en onderzoeksresultaten. Niet-gepubliceerd doctoraatsproefschrift, Universiteit Gent, Vakgroep Communicatiewetenschappen, Gent.
  • Elchardus, M. (2002). De dramademocratie. Tielt: Lannoo.
  • Goffman, E. (1959). The Presentation of Self in Everyday Life. New York: Anchor Books.
  • Hagaebaert, W. (2005). Allochtonen en media: verwachtingen en perceptie. Niet-gepubliceerde meesterproef, Universiteit Gent, Faculteit Politieke en Sociale Wetenschappen, Gent.
  • Leurdijk, A. (2008). Van Marge naar mainstream: Essay over mediabeleid en culturele diversiteit 1999-2008. Den Haag: Ministerie van OCW.
  • Leurdijk, A. & Huveneers, S. (2008). TNO-rapport: Evaluatie stimuleringsregeling bladen voor etnische en culturele minderheden en journalistieke internet informatieproducten. Delft: Stimuleringsfonds voor de Pers.
  • Lleshi, B. (2010). Mapping Etnische Media (voorlopige versie). Draftversie, Koning Boudewijnstichting, Brussel.
  • McQuail, D. & Windahl, S. (2010). Communication models for the study of mass communication. (6de druk). London: Longman.
  • Migratiebewegingen in het Vlaamse Gewest in de periode 1997-2006. (2008). Brussel: Studiedienst van de Vlaamse Regering.
  • New Dutch Media: Naar een samenwerkings- en ondersteuningstructuur voor etnisch culturele media: verslag van de rondetafelgesprekken op 8 en 9 juli 2010. (2010). Utrecht: Mira Media.
  • Ronsmans, S. (2004). Allochtonen in de Antwerpse regionale pers: Een inhoudsanalytisch onderzoek over de berichtgeving en de beeldvorming van allochtonen. Antwerpen: Verbal Vision.
  • Ross, K. (2001). “White Media, Black Audience: Diversity and Dissonance on British Television.” In: Ross, K. & Playdon, P. reds. Black Marks: Minority Ethnic Audiences and Media. Hampshire: Ashgate, p. 3-16.
  • Shadid, W. (2005). “Berichtgeving over moslims en de islam in de westerse media: beeldvorming, oorzaken en alternatieve strategieën.” Tijdschrift voor Communicatiewetenschap, 33(4), p. 333.
  • Shadid, W. (2009). “Moslims in de media: De mythe van de registrerende journalistiek.” In: Vellenga, S. red.  Mist in de polder: Zicht op ontwikkelingen omtrent de islam in Nederland. Amsterdam: Aksant, p.183-184.
  • Sinardet, D. & Mortelmans, D. (2003). “Britney meets Tarkan: hoe allochtoon is allochtoon? Het mediagebruik van allochtone jongeren in Antwerpen.” Oikos: politiek, milieu, cultuur, 7 (25), p. 34-51.
  • Smits, C. (2010). Het suc6-nummer. Succesfactoren multiculturele magazines. Niet-gepubliceerde scriptie, Hogeschool Inholland, Deeltijd Communicatie, Den Haag.
  • Staes, L. & Lerouge, M. (1994). Onderzoek naar de berichtgeving over allochtonen en aanverwante thema’s in de pers. Brussel: Koning Boudewijnstichting en Centrum voor gelijkheid van kansen en racismebestrijding.
  • Tiggelovend, I. (2005). Etnocommunicatie: Communiceren met een multicultureel publiek. Antwerpen: Verbal Vision.
  • Tjoeng, M. (2008). The New Dutch Media: Mogelijkheden van samenwerking binnen de etnische en culturele printmedia. Niet-gepubliceerde scriptie, Hogeschool Windesheim Journalistiek, Amsterdam.

Websites

Bronnenmateriaal voor casestudies

  • Camps, D. (2011). “Colofon.” Living in Mechelen, 1, p. 2.
  • Claes, P. (2011). “Matroesjka in Mechelen.” Living in Mechelen, 1, p. 36-37
  • Claes, P. (2011). “Voor veel Amerikanen woon ik in Disneyland.” Living in Mechelen, 1, p. 8-9.
  • Cordia, A. (2011) “Gij zult uw vrouw bekoren.” Goedele, 31, p. 97.
  • Dyckmans, R. (2011). “Boerka zoekt vrouw.” Goedele, 31, p. 91.
  • Dyckmans, R. (2011). “SheheraZohra.” Goedele, 31, p. 105.
  • Fraihi, H. (2011). “Arabieren om niét te versieren.” Goedele, 31, p. 72-74.
  • Salabi, A.A. (2011). “Wees slim, word moslim!” Goedele, 31, p. 52.
  • Sanoma Magazines Belgium. (2011). “Boerka zoekt vrouw.” Goedele, 31, p. 144.
  • Sneyers, J. (2011). “Gluren bij de buren.” Living in Mechelen, 1, p. 32-35.
  • Sneyers, J. (2011). “Van klein kasteeltje naar spiegelpaleis.” Living in Mechelen, 1, p. 10-13.
  • Stad Mechelen (2011) “Kleine maneblussertjes leren lezen.” Nieuwe Maan, 14, p. 18.
  • Stad Mechelen (2011) “Vrouwenwerking Mechelen Zuid.” Nieuwe Maan, 14, p. 16-17.
  • Van Driessche, E. (2011). “SheheraZohra.” Goedele, 31, p. 105-106.
  • Van Driessche E. (2011). “Moslima’s in the mist.” Goedele, 31, p. 64-65.
Universiteit of Hogeschool
Culturele Studies
Publicatiejaar
2011
Kernwoorden
Share this on: