Publieksonderzoek Nekka-Nacht: Onderzoek naar het profiel- en verloop van de bezoekers van de Nekka-Nacht

Karin
Tolsma

 “... We hebben ongelofelijke haast!”

We voelen tegenwoordig een steeds grotere tijdsdruk, het lijkt alsof we steeds minder vrije tijd hebben. Toch is dit maar valse schijn, want in vergelijking met de jaren tachtig en negentig hebben we nog steeds evenveel uren vrije tijd. Door de toegenomen tijdsdruk zijn we wel meer geneigd onze tijd planmatig in te richten. Er wordt steeds vaker gebruik gemaakt van speciaal voor de vrije tijd ingerichte arrangementen om een unieke belevenis te ervaren. En die belevenissen worden steeds belangrijker in de huidige maatschappij.

Dit geldt ook voor concerten en festivals. Deze moeten zich meer gaan toespitsen op het beleveniselement, de bevrediging van emotionele behoeften. Mensen willen geprikkeld worden en deze prikkels worden steeds extremer omdat er anders wel eens gewenning zou kunnen optreden. De drang om alles mee te maken, niet voor niets geleefd te hebben en iets na te laten, wortelt diep in de menselijke aard. Dat haastige gedrag is niet nieuw, Herman van Veen zong het al in 1979: “we hebben ongelofelijke haast, we moeten rennen, springen, vliegen, duiken, vallen, opstaan en weer doorgaan”. Het verschil met destijds is dat mensen hun beperkte vrije tijd tegenwoordig anders invullen en hierdoor is de beleveniseconomie in opkomst.

Een festival dat met deze trend, de opkomst van de beleveniseconomie, te maken heeft is de Nekka-Nacht. Dit festival met Nederlandstalige muziek vindt jaarlijks plaats in het Antwerpse Sportpaleis. De Nekka-Nacht kent een lange traditie. Sinds 1994 is het ieder jaar een groot feest in het Sportpaleis, met een centrale gast, die grote verdiensten heeft als Nederlandstalige muzikant. Deze gast nodigt andere artiesten uit en samen maken ze een unieke setlist met duetten en vertalingen die nergens anders te horen zijn. Het Sportpaleis wisten ze tot en met 2010 tot de nok toe te vullen. In 2011 kwam hier verandering in en mocht de organisatie slechts 11.322 bezoekers verwelkomen. In 2010 waren dit er nog 22.490. Of dit te maken heeft met de opkomende beleveniseconomie en de veranderde vrijetijdsbesteding heeft dit publieksonderzoek uitgewezen.

Voor dit onderzoek zijn de bezoekers van de Nekka-Nacht benaderd via de digitale nieuwsbrief en Facebook, in totaal zo'n 10.000 mensen. Hieruit kwamen 403 bruikbare reacties. Door dit onderzoek is er een beeld geschetst van het publieksprofiel en daarnaast is het verloop van het publiek verklaard. Als er rekening wordt gehouden met de ontwikkelingen in de muziekindustrie is het opmerkelijk dat juist de Nekka-Nacht met een daling van het aantal bezoekers te maken heeft. Het Nederlandstalige lied is tegenwoordig immers razend populair. Nationale producties worden steeds vaker gedraaid op de radio en ook de 'big four', de vier dominerende platenmaatschappijen, besteden steeds meer aandacht aan de lokale en Nederlandstalige artiesten.

Het was niet zozeer de Nederlandstalige muziek, maar het waren de optredende artiesten die niet in de smaak vielen bij de bezoekers. Uit het onderzoek bleek dat een goede programmering zeer belangrijk is voor de Nekka-Nacht. De reden waarom de mensen in 2011 niet kwamen was voornamelijk omdat de artiesten hen niet aanspraken. Dit was voor 61,1% van de niet-bezoekers het geval. Desondanks is 92% van alle bezoekers tevreden over de show in het algemeen. Boudewijn de Groot zou zingen: “Het is toch goed zoals het is, of niet soms”, maar de bezoekers delen deze mening niet. Er wordt namelijk nog veel commentaar gegeven op het verloop van de show en het geluid in de zaal, ook door de bezoekers die in 2011 wel zijn gekomen. De show zou niet vlekkeloos en soepel verlopen zijn, waardoor bezoekers snel uit de magie van de show werden gehaald. De beleving was hierdoor minder sterk, iets wat juist in deze tijd belangrijk is en zou moeten domineren.

Maar wie zijn de bezoekers van de Nekka-Nacht eigenlijk? Om antwoord op deze vraag te krijgen, is er gevraagd naar de socio-demografische gegevens van de bezoekers. Hieruit blijkt dat 54% man is, en 46% vrouw. De gemiddelde leeftijd is 43 jaar en qua opleiding hebben de meeste bezoekers niet universitair hoger onderwijs gevolgd. Daarnaast zijn de bezoekers bovengemiddeld geïnteresseerd in culturele activiteiten. De Nekka-Nacht bezoeker leest gemiddeld vaker een boek, bezoekt vaker een bioscoop, een theatervoorstelling, een balletvoorstelling en een museum, dan de gemiddelde Vlaming. Tevens vinden de bezoekers het niet erg om even onderweg te zijn vooraleer ze het Sportpaleis bereiken. De meeste mensen komen weliswaar uit de provincie Antwerpen, maar ook uit andere Vlaamse provincies reizen de mensen af naar de Nekka-Nacht.

Het onderzoek geeft tevens een beeld van de populariteit van de Nederlandstalige muziek. 66,1% Geeft aan naast de Nekka-Nacht ook andere Nederlandstalige festivals te bezoeken. Populaire festivals onder de Nekka-Nacht bezoekers zijn de Gentse Feesten, Boterhammen in het Park en de 11 juli vieringen. Deze festivals kunnen concurrenten voor de Nekka-Nacht zijn. Opvallend detail is dat de Nekka-Nacht de Gentse Feesten vaak adviseert over de Nederlandstalige programmering, waardoor ze hun eigen concurrentie creëren.

Wat betreft artiesten, zijn Bart Peeters, Buurman en Clouseau favoriet. Toch zijn dit niet de artiesten die de bezoekers graag nog eens op de Nekka-Nacht zouden willen zien, met uitzondering van Bart Peeters. Daarnaast mogen Boudewijn de Groot en Yevgueni nog eens op het podium van het Sportpaleis verschijnen als het aan de respondenten ligt. Voor de Nekka-Nacht is het belangrijk om artiesten te programmeren die het publiek kunnen entertainen en de bezoekers kunnen betrekken bij het concert. Het moet een feest zijn tussen podium en publiek, niet alleen op het podium.

Kortom, de Nekka-Nacht moet meer een belevenis worden. Niet alleen een goede line-up, maar ook een mooie aankleding, goede akoestiek, een soepel verlopende show en interactie tussen het podium en het publiek moeten er voor zorgen dat de Nekka-Nacht een unieke belevenis wordt. De programmering voor 2012 ziet er alvast rooskleurig uit. Met Willem Vermandere als centrale gast, brengt de Nekka-Nacht één van de favorieten volgens de respondenten van de enquête. Hiermee is de Nekka-Nacht al goed op weg voor de editie van 2012. Daarnaast zullen er nog zeker een aantal veranderingen moeten plaatsvinden, maar het ziet er naar uit dat het Sportpaleis in de toekomst weer vol zal stromen met enthousiaste bezoekers.

Bibliografie

 Bibliografie

  • CONINX, S. (2008) 'Concurrentie en globalisering in de muzieksector', 87-96 in DE BRABANDER, G. & SCHRAMME, A. (red.), Concurrentie in de wereld van kunst en cultuur, Politeia, Brussel, 99 p.

  • DE MEYER, G. (2004) Cultuur met een kleine c, Acco, Leuven, 350 p.

  • DEMPSTER, A.M. (2006) 'Managing Uncertainty in Creative Industries: Lessons from Jerry Springer the Opera' in Creativity and Information Management, 15, (3): 224 – 233.

  • DE RIDDER, H. (2002) Communiceren via het web, Academic Service, Schoonhoven, 106 p.

  • ENGWIRDA, I. & OUWERKERK, R. (2001) All business is showbusiness, een schets van de beleveniseconomie, De Baak Management Centrum VNO-NCW, 28 p.

  • JAGERS, T. (2006) Gevolgen van globalisering op de Vlaamse populaire muzieksector, eindwerk Communicatiewetenschappen, Universiteit Antwerpen, 38 p.

  • LAERMANS, R. (2007) Cultuurkijker, Cultuurparticipatie in meervoud, De Boeck, Antwerpen, 318 p.

  • MOMMAAS, H. (2000) De vrijetijdsindustrie in stad en land: een studie naar de markt van belevenissen, Sdu Uitgevers, Den Haag, 198 p.

  • MOONS, A. (2007) Cultuurindustrieën ont(k)leed. Naar een analysemodel inzake de constituerende processen en impactindicatoren van cultuurindustrieën, Working Papers: Centre for Media Sociology, 28 p.

  • PEPPERS, D. & ROGERS, M. (1999) Enterprise One-to-One, Marketing in het interactieve tijdperk, Samsom, Deventer, 303 p.

  • PIËT, S. (2003) De emotiemarkt: de toekomst van de beleveniseconomie, Speakers Academy, Rotterdam, 264 p.

  • PINE, J. & GILMORE, J.H. (1999) The experience economy, Harvard Business School Press, 254 p.

  • PORTER, M.E. (1999) Porter over concurrentie, Uitgeverij Contact, Amsterdam/Antwerpen, 442 p.

  • RANSHUYSEN, L. (1999) Handleiding publieksonderzoek voor podia en musea, Boekmanstudies, Amsterdam, 259 p.

  • SCHMITT, B. & SIMONSON, A. (1997) Marketing Aesthetics: The Strategic Management of Brands, Identity, and Image, The Free Press, New York, 345 p.

  • VAN DEN BULCK, H. (2010) De bescherming en de promotie van de Vlaamse cultuur en identiteit door de VRT, Onderzoeksgroep Media, Policy and Culture, Universiteit Antwerpen, 61 p.

  • VAN DER SPEETEN, G. (2006) 'Het concertleven bloeit' in De Standaard, 12 mei 2006

  • VANHOUCHE, M. (2008) Succes gegarandeerd? Een onderzoek naar succesfactoren binnen cultuurindustrieën op basis van twee cases uit de Vlaamse muziekindustrie: Clouseau en Laura Lynn, Vrije Universiteit Brussel, 115 p.

  • VAN POECKE, L. & VAN DEN BULCK, H. (red.) (1994) Culturele globalisering en lokale identiteit, Amerikanisering van de Europese Media, Garant, Leuven – Apeldoorn, 117 p.

  • VAN STRATUM, R. (2001) Nix is wat het lijkt, maar dat maakt het juist zo mooi!, Eburon, Tilburg, 211 p.

  • VERHAAR, J. (2004) Projectmanagement 1: Een professionele aanpak van evenementen, Uitgeverij Boom, Amsterdam, 265 p.

  • VNPF (2010) In-sight poppodia 2009, Amsterdam, 25 p

Elektronische bronnen

          gelezen op 21.07.2011

 

 

 

Download scriptie (1.44 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Antwerpen
Thesis jaar
2011