Vergelijkende studie Carlo Emilio Gadda en Hugo Claus: een introductie. De vervorming in de metafysica, literatuuropvatting en politieke beeldvorming in La cognizione del dolore, Quer pasticciaccio brutto de via Merulana en Het verdriet van België

Inge
Poelemans

 The writer’s speech

“Dad, what’s he saying?”
“I don’t know, but he seems to be saying it rather well.”

Dat fluisteren King George VI en zijn dochter elkaar toe als ze een toespraak van Hitler bekijken in de film The king’s speech (2010). Ook al laat Georges zich in zijn antwoord in de eerste plaats leiden door een lichte afgunst voor het redenaarstalent van de Führer, dat fel afsteekt tegen zijn eigen stottergebrek, toch raakt hij ermee aan de kern van het succes van Hitlers nationaal-socialistisch regime. Het feit namelijk dat zelfs iemand die het Duits niet machtig is, bij het horen van Hitlers toespraak niet onbewogen blijft voor de kracht waarmee Hitler zijn betoog neerzet, geeft aan dat in die redevoering wat gezegd wordt, minder belangrijk is dan hoe het gezegd wordt. Verschillende studies hebben het discursieve karakter van regimes als het Duits nazisme en het Italiaans fascisme in kaart trachten te brengen. Dat wil zeggen dat deze regimes in hun toespraken en propaganda een gedachtegoed trachtten te verspreiden door op een uitgekookte manier beelden en metaforen te combineren, te structureren en te herhalen. De regel gold dat iets gerechtigd was als het maar vaak genoeg gezegd werd. Ook de Vlaamse schrijver Hugo Claus (1929-2008) en de Italiaan Carlo Emilio Gadda (1893-1973) brachten deze eigenschap van bepaalde politieke systemen aan het licht. Zij leunen bij elkaar aan in de bijzonder intelligente, maar ook complexe manier waarop zij het Vlaams-nationalisme enerzijds en Mussolini’s fascisme anderzijds onder vuur namen. Dat maakt een vergelijkende studie van enkele werken van beide heren zo boeiend.

Overigens bestaat er zowel voor het Clausonderzoek als voor de Gadda-studie een dringende behoefte om de werken van de schrijvers te onderwerpen aan een politieke lezing. Lang beschouwden literatuurwetenschappers een politieke lectuur van het werk van Claus overbodig, simpelweg omdat men ervan uitging dat Claus voor zijn lezers geen politieke boodschap in petto had. Claus werd té geniaal bevonden om zich met politiek bezig te houden. Hij werd vooral gewaardeerd voor zijn ingenieuze strikt literaire talenten. Ook Gadda’s politieke antifascistische boodschap werd tot nu toe nog niet ter harte genomen. De Milanese schrijver schreef, zoals erg veel intellectuelen in die tijd, tijdens Mussolini’s bewind propagandistische teksten die het ideeëngoed van deze laatste ondersteunden. Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog zette hij zich echter fel af tegen het in elkaar gestuikte fascisme. Toch hebben vele literatuurcritici twijfels bij de literaire oorvijg die Gadda het fascisme in deze werken toebedeelt. Ten eerste vraagt men zich af hoe authentiek en oprecht Gadda’s afkeer van het fascisme was. Surfte hij niet mee op een algemene trend van massale beschimping van de fascistische gruwel en ellende na de val van het regime? Maar vooral is men ervan overtuigd dat Gadda in zijn antifascistisch betoog het toch niet kan laten hier en daar nog fascistische of toch op zijn minst conservatieve opvattingen te laten oprispen.
Deze ideeën zouden met een politieke lezing van de werken van Gadda en Claus, kunnen ontkracht worden.

Bij die politieke lezing, is het ook interessant de literaire en filosofische opvattingen van Claus en Gadda in acht te nemen. Er zijn om te beginnen grote gelijkenissen tussen de manier waarop beide auteurs dachten over de werkelijkheid en de manier waarop de werkelijkheid weergegeven kan worden in de literatuur. Zo geloven ze dat wie de werkelijkheid tracht te kennen, automatisch ook die werkelijkheid vervormt. De mens kan zichzelf, zijn eigen beperkingen en gevoelens niet uitschakelen in zijn opvattingen over de werkelijkheid. Om dezelfde reden is het ook volstrekt onmogelijk om een transparante weergave van de werkelijkheid te verkrijgen in de literatuur; de schrijver staat als persoon steeds in de weg om de werkelijkheid neutraal op papier te krijgen. Op die manier is literatuur op haar beurt een vervorming van iets dat in de werkelijkheid plaatsvond.

Toch belet de theorie van de onvermijdelijke vervorming van de werkelijkheid de schrijvers niet om nog een doelgerichte uitspraak te doen op een gemeenschappelijk gedeelde werkelijkheid. Integendeel, ze gebruiken hun theorie van de vervorming net om aan die uitspraken literair gestalte te geven. Zo smokkelen Claus en Gadda elementen uit het discours van het Vlaams-nationalisme en het Italiaans fascisme binnen in hun eigen discours om hen vervolgens te vervormen. Anders dan hun tijdgenoten gaan ze geen ideologisch gevecht aan met die politieke regimes, maar speelt hun kritiek op een heel ander niveau, namelijk dat van de taal. Claus en Gadda starten vanuit de fascistische beelden zelf, introduceren ze in hun werk en laten zo beetje bij beetje inconsistenties in het hanteren van die beelden sluipen, zodat er op het einde van de roman niets meer van die beelden overblijft. Zo brengt Claus in Het verdriet van België ernstige schade toe aan het ideaalbeeld van de sterke vaderfiguur, die in het Vlaams-nationalisme als metafoor gold voor een sterke Vlaamse staat. Staf, de vader van hoofdpersonage Louis Seynaeve wordt bijvoorbeeld door zijn vrouw bedrogen en treedt bij dit bedrog erg zwak op. Gadda laat dan weer zien hoe het Italiaans-fascistische ideaalbeeld van de vrouw vol tegenstrijdigheden zit. Nu eens verlangt men van de vrouw dat ze zich volledig ten dienste stelt van haar man en hem in zijn sterkte en virilisme bevestigt door zich helemaal weg te cijferen en aan hem te gehoorzamen. Dan weer wil men dat ze zelf optreedt als een sterke figuur, als voorbeeld voor haar zonen die moeten opgroeien tot dappere krijgers voor het vaderland.

Ook in een hedendaagse context kan een discursieve analyse van politieke regimes en hun weerklank in de maatschappij erg relevant zijn. In het discours rond de figuur van Silvio Berlusconi is het beeld van de vader erg belangrijk. Hij wordt opgevoerd als een soort ‘papà Berlusconi’, die een zorgzame vader is voor zijn Italiaanse kinderen. Anderzijds krijgt zijn vaderlijke status dan weer een erg frappante invulling als je zijn houding ten opzichte van jonge meisjes in acht neemt. Zijn losse omgang met vrouwen staat in schril contrast met de standvastige houding die il Duce aannam ten opzichte van vrouwen. Ook deze laatste was een duchtig verleider, maar deed dat met een stuk minder frivoliteit en vooral veel minder humor. In Vlaanderen staat dan weer een politieke figuur in het brandpunt van de actualiteit, die op zijn beurt door heel wat opiniemakers ervan beschuldigd wordt slechts met retorische kwaliteiten en een handige omgang met taal 33 % van de Vlaamse kiezers achter zich te scharen. Zo zou men kunnen nagaan of deze kritiek op Bart De Wever via soortgelijke procedés verloopt als we bij Claus en Gadda terugvinden.

De ideologische leegte die het besef van het discursieve karakter van politieke regimes heeft geslagen, zou een uitdaging moeten betekenen om die regimes op een andere manier te gaan beschouwen en te analyseren. Een eerste aanzet daartoe wordt al gegeven in The king’s speech door Lionel, de spraakcoach van de stotterende koning. Dat doet hij als deze laatste antwoordt op de vraag hoe hij zich voelt vlak voor hij aan een politieke rede moet beginnen:

“Full of hot air.”
“Isn't that what public speaking is all about?”

 

Bibliografie

 Primaire literatuur:

  • CLAUS, H., De verwondering, Amsterdam, De Bezige Bij, 2010.
  • CLAUS, H., Het teken ven de hamster, Antwerpen, Manteau, 1983.
  • CLAUS, H., Het verdriet van België, Amsterdam, De Bezige Bij, 2008.
  • CLAUS, H., Vrijdag, toneelstuk in vijf scènes, Amsterdam, De Bezige Bij, 1969.
  • D’ANNUNZIO, G., Non abbiamo sofferto abbastanza (orazione del 11 settembre 1919) In: D’ANNUNZIO, G., G. LEOPARDI, E. BIANCHETTI (ed.), Tutte le opere, Milano, Mondadori 1937.
  • GADDA, C.E., Casi ed uomini in un mondo che dura quindici giorni, Da: C. E. GADDA, Meraviglie d’Italia In: C. E. GADDA, L. ORLANDO (ed.), C. MARTIGNONI (ed.), D. ISELLA (ed.) ea., Saggi, giornali, favelle e altri scritti, Milano, Garzanti, 1991-1992, vol. 1, pp. 67-73.
  • GADDA, C.E., J.H. Klinkert-Pötters Vos (vert.), De ervaring van het verdriet, Amsterdam, Meulenhoff, 1964.
  • GADDA, C.E., Eros e Priapo, In: C. E. GADDA, L. ORLANDO (ed.), C. MARTIGNONI (ed.), D. ISELLA (ed.) ea., Saggi, giornali, favelle e altri scritti, Milano, Garzanti, 1991-1992, vol. 2, pp. 213-374.
  • GADDA, C.E., Giulio Ungarelli, Gadda al microfono: l'ingegnere e la Rai 1950-1955, Deel 2, Roma, Nuovo ERI edizioni, 1993.
  • GADDA, C.E., Gadda, come va la vita In: C. E. GADDA, L. ORLANDO (ed.), C. MARTIGNONI (ed.), D. ISELLA (ed.) ea., Saggi, giornali, favelle e altri scritti, Milano, Garzanti, 1991-1992, vol. 1, pp. 950-951.
  • GADDA, C.E., Giornale di guerra e di prigionia, Torino, Einaudi, 1965.
  • GADDA, C.E., M. Bertone (a cura di), I littoriali del Lavoro e altri scritti giornalistici, Pisa, ETS, 2005.
  • GADDA, C.E., Il primo libro delle favelle, In: C. E. GADDA, L. ORLANDO (ed.), C. MARTIGNONI (ed.), D. ISELLA (ed.) ea., Saggi, giornali, favelle e altri scritti, Milano, Garzanti, 1991-1992, vol. 2, pp. 11-84.
  • GADDA, C.E., Lingua letteraria e lingua dell’uso Da: Carlo Emilio Gadda I viaggi la morte In: C. E. GADDA, L. ORLANDO (ed.), C. MARTIGNONI (ed.), D. ISELLA (ed.) ea., Saggi, giornali, favelle e altri scritti, Milano, Garzanti, 1991-1992, vol. 1, pp. 489-494.
  • GADDA, C.E., P. Italia (ed.) Meditazione milanese, Milano, Garzanti, 2002.
  • GADDA, C.E., Quer pasticciaccio brutto de via Merulana, Milano, Garzanti, 2000.
  • MARINETTI, F. T., Discorso furturista agli inglesi Da: F. T. MARINETTI, Guerra sola igiene del mondo In: F. T. MARINETTI, L. DE MARIA (ed.), Teoria e invenzione futurista, Milano, Mondadori, 1998, pp. 280-286.
  • MARINETTI, F.T. Contro il lusso femminile Da: F. T. MARINETTI, Futurismo e fascism In: F. T. MARINETTI, L. DE MARIA (ed.), Teoria e invenzione futurista, Milano, Mondadori, 1998, pp. 546-549.
  • MARINETTI, Contro il matrimonio Da: F. T. MARINETTI, Democrazia futurista In: F. T. MARINETTI, L. DE MARIA (ed.), Teoria e invenzione futurista, Milano, Mondadori, 1983, pp. 368-371.

Secundaire literatuur:

  • ABSILLIS, K., Vechten tegen de bierkaai. Over het uitgevershuis van Angèle Manteau (1932-1971), Antwerpen, Meulenhof | Manteau, 2009
  • ALTHUSSER, L., Ideology and Ideological State Apparatuses: Notes toward an
  • Investigation, In: ALTHUSSER, L., BREWSTER, B. (trans.), Lenin and Philosophy, New York, Monthly Review Press, 1971, pp. 127-186.
  • AMIGONI, F., Spinaci, 2002-2011, http://www.gadda.ed.ac.uk/Pages/resources/walks/pge/spinaciamigo.php [12/04/2011] In: The Edinburgh Journal of Gadda Studies, www.gadda.ed.ad.uk.
  • ALLEENE, C., Hugo Claus – Niemand kan zijn hele verleden torsen In: Spectator, 19 maart 1983, pp. 74-81.
  • [Auteur onbekend], Auteur Hugo Claus – “Ik schrijf een boek vier keer” In: Haagse Post, 3 november 1962.
  • [Auteur onbekend], Hugo Claus – “Dat weerzinwekkende gevoel van vooral bemind te willen worden. De ellende die daaruit voortkomt. Bàh!” In: Vrij Nederland, Jaargang 44, 21 maart 1983, p. 3.
  • BERTONI, F., La verità sospetta. Gadda e l’invenzione della realtà, Torino, Einaudi, 2001.
  • BOOMSMA, G., Hugo Claus – Het verdriet van België, Deel van: Memoreeks – Analyse en samenvatting van literaire werken, vol. 1986:1, Apeldoorn, Walva-Boek, 1986
  • BOUCHARD, N., Céline, Gadda, Beckett: experimental writings of the 1930s, Florida, University Press of Florida,  2000.
  • BROKKEN, J., Hugo Claus’ afdaling in het verleden. In: Haagse Post, 12 maart 1983, pp. 28-36.
  • CANNON, J., The reader as detective: notes on Gadda’s Pasticciaccio, In: Modern Language Notes, Vol. 10, Nr. 3, The Italian Issue, The Johns Hopkins University Press, 1980, pp. 41-50.
  • CLAES, P., Claus-reading, Antwerpen, Manteau, 1984.
  • COENEN, M., Humo sprak met Hugo Claus. “Ik blijf schuimbekken” In: Humo, 27 september 1990, pp. 46-54.
  • DE BELDER, H., Claus: “Ook de verbeelding kan geschiedenis schrijven”. – “Het verdriet van België” (controversiële?) roman over oorlogstijd. In: De Standaard, 17 maart 1983, pp. 6-7.
  • DEBERGH, G., Zie ik nu dubbel, of word ik zot?, Statische en dynamische mimesis in ‘Het verdriet van België’ (Hugo Claus), Brussel, Vrije universiteit Brussel, 2006.
  • DE JORIO FRISARI, G., Carlo Emilio Gadda Filosofo Milanese, Bari, Palomar, 1996.
  • DE MAN, J., Hugo Claus’ vrijheid  In: De Post, 1 maart 1970, pp. 36-39.
  • DE ROEY, J., Het fabeldier der Vlamingen Hugo Claus. In: Tiptop, 7 april 1962, pp. 21-22.
  • DIACONESCU-BLUMENFELD, R., Regemination in Gadda’s Pasticciaccio In: K. EISENBICHLER (ed.) In: Quaderni d’Italianistica: Official Journal of the Canadian Society for Italian Studies, Vol. 16, nr. 1, Torronto, University of Torronto, 1995, pp. 117-121.
  • DI MARTINO, L., Modernism/ Postmodernism, rethinking the canon through Gadda, 2007-2010 http://www.gadda.ed.ac.uk/Pages/journal/supp6editing/articles/velaediti…, [18/10/10] In: The Edinburgh Journal of Gadda Studies, www.gadda.ed.ad.uk.
  • DOMBROSKI, R. S., Apocalypse how? Gadda, Svevo, Pirandello, 2000-2011, http://www.gadda.ed.ac.uk/Pages/resources/coursematerial/lectures/dombr… [11/04/2011] In: The Edinburgh Journal of Gadda Studies, www.gadda.ed.ad.uk.
  • DOMBROSKI, R. S., M. BERTONE & EJGS, Chronology of Gadda’s life, 2000-2011, http://www.gadda.ed.ac.uk/Pages/resources/introducing/biographicalnote… [13/03/2011] In: The Edinburgh Journal of Gadda Studies, <www.gadda.ed.ad.uk&gt;.
  • DOMBROSKI, R. S., Creative Entanglemente: Gadda and the baroque, Toronto Buffalo London, University of Toronto Press, 1999, p.83.
  • DOMBROSKI, R. S., Gadda e il fascismo In: R. S. DOMBROSKI, A. R. DICUONZO, (trad.), Gadda e il barocco, Torino, Bollati Boringheri, 2002, pp. 124 – 140.
  • DOMBROSKI, R. S., Introduzione allo studio di Carlo E. Gadda, Firenze, Vallecchi, 1974.
  • DONNARUMMA, R., Fascismo, 2002-2011, http://www.gadda.ed.ac.uk/Pages/resources/walks/pge/fascismdonnaru.php [10/04/2011] In: The Edinburgh Journal of Gadda Studies, www.gadda.ed.ad.uk.
  • DONNARUMMA, R., Gadda moderno, 2003-2011, http://www.gadda.ed.ac.uk/Pages/journal/suppn+1/articles/donnarumod.php [08/04/2011] In: The Edinburgh Journal of Gadda Studies, www.gadda.ed.ad.uk.
  • DULL, B., Na ‘De vijanden’ nog plannen voor 5 films. Hugo Claus: veelzijdigheid noodzaak. In: Het Parool, 28 februari 1968, p. 9.
  • DÜTTING, H., Over Hugo Claus via bestaande modellen: beschouwingen over het werk van Hugo Claus, Baarn, De Prom, 1984.
  • DUYTSCHAEVER, J., Over 'De verwondering' van Hugo Claus, Amsterdam, Wetenschappelijke Uitgeverij, 1979.
  • GEBAUER, G., C. WULF, Mimesis. Kultur – Kunst – Gesellschaft, Reinbek bei Hamburg, Rowolt, 1992.
  • GOODMAN, N., Ways of Worldmaking, Hassocks, Harvester Press, 1978.
  • GEERTS, G., De taal van het verdriet van België In: Nederlands: een en veelzijdig, Leuven, Leuven University Press, 1995, pp. 213-220.
  • GEERTS, G., Hugo Claus en de taal van België In: Nederlands: een en veelzijdig, Leuven, Leuven University Press, 1995, pp. 195-212.
  • GRIGNANI, M. A., L’Argentina di Gadda fra biografia e straniamento, 2000-2011, http://www.gadda.ed.ac.uk/Pages/journal/issue0/articles/grignaniargenti… [22/04/2011] In: The Edinburgh Journal of Gadda Studies, www.gadda.ed.ad.uk.
  • HAINSWORTH, P., Gadda antifascista, 2003-2011, http://www.gadda.ed.ac.uk/Pages/journal/suppn+1/articles/hainswfasc.php [11/04/2011]  In: The Edinburgh Journal of Gadda Studies, www.gadda.ed.ad.uk.
  • JAMESON, F., Fables of Aggression: Wyndham Lewis, the Modernist as Fascist, Berkeley, University of California Press, 1979.
  • JANUSZ, J., La sfida al reale. Mimesi nei romanzi di Carlo Emilio Gadda http://www.bibliomanie.it/mimesi_romanzi_carlo_emilio_gadda_janusz.htm [28/03/2011]In: M. CONTI (ed.), D. FELICE (ed.), G. GHISELLI (ed.), ea., Bibliomanie, http://www.bibliomanie.it [28/03/2011], nr. 11, ottobre/dicembre 2007.
  • KOOIJMAN, B., Hugo Claus Deel van: Grote ontmoetingen: literaire monografieën, vol. 7, Antwerpen, Manteau, 1984.
  • LACLAU, E., Politics and Ideology in Marxist Theory, New York, Verso, 1977.
  • LACOUE-LABARTHE, P., Diderot: Paradox and Mimesis In: Typography. Mimesis, Philosophy, Politics, Stanford, Stanford University Press, 1989.
  • LAMMERTSE, T., Uit een gesprek met Hugo Claus Uit een programmabrochure van Vrijdag (1969).
  • LEDEEN, M.A., Intervista sul fascismo, Bari, Laterza, 1985.
  • LORENZINI, N., Gadda, la ciclicità,“la deformazione”,2000 -2011, http://www.gadda.ed.ac.uk/Pages/resources/archive/cognizione/lorenzinic… [10/04/2011] In: The Edinburgh Journal of Gadda Studies, www.gadda.ed.ad.uk.
  • MANZOTTI, E., La cognizione del dolore di Carlo Emilio Gadda In: Letteratura italiana di Einaudi. Le Opere, Vol. IV.II, a cura di Alberto Asor Rosa, Einaudi, Torino, 1996.
  • DI MARTINO, L., Modernism/ Postmodernism, rethinking the canon through Gadda, 2007-2010 http://www.gadda.ed.ac.uk/Pages/journal/supp6editing/articles/velaediti…, [18/10/10] In: The Edinburgh Journal of Gadda Studies, www.gadda.ed.ad.uk.
  • NOOTEBOOM, C., Hugo Claus, Over Het verdriet van België, Amsterdam, Atlas, 2004.
  • OFFERMANS, C., De waarheid stinkt In: H. DÜTTING, Over Hugo Claus via bestaande modellen: beschouwingen over het werk van Hugo Claus, Baarn, De Prom, 1984, pp. 226-234.
  • PEDRIALI, F. G., Symmetries of Closure in Gadda’s “Quer Pasticciaccio” In: Italica,Vol. 78, Nr. 2, American Association of Teachers in Italian, 2001, pp. 176-192.
  • PEETERS, C., Toujours sourire! Het verdriet van België: ook waar het iets minder is, is het perfect In: Vrij Nederland, 26 maart1983.
  • PINOTTI, G., Sul testo di ‘Eros e Piapo’, 2007-2011, http://www.gadda.ed.ac.uk/Pages/journal/supp6editing/articles/pinottied… [02/05/2011], In: The Edinburgh Journal of Gadda Studies, www.gadda.ed.ad.uk.
  • ROGIERS, F., Schoppen tegen Vlaamse schenen, vloeken in de kerk. Wat Hugo Claus betekende voor Vlaanderen. In: De Morgen, donderdag 20 maart 2008, p. 10.
  • RICOEUR, P., La métaphore vive, Paris, Editions du Seuil, 1975.
  • RISSET, J., Progetto di descrizione del rapporto letteratura – filosofia in Gadda. In: Quaderni di critica. L’alternativa letteraria del ‘900: Gadda, Roma, Savelli Editore, 1975.
  • ROSCIONI, G. C., La disarmonia prestabilita, Torino, Einaudi, 1995.
  • ROYAARDS, R., Gesprek met Hugo Claus In: De nieuwe linie, 31 december 1966, p. 7.
  • SBRAGIA, A., Carlo Emilio Gadda and the modern macaronic, Florida, University Press of Florida, 1996.
  • KOSOFSKY, E., Sedgwick, Between Men: English Literature and Male Homosocial Desire, New York, Columbia University Press, 1985
  • SPACKMAN, B., Fascist Virilities: Rhetoric, Ideology and Social Fantasy in Italy, University of Minnesota Press, Minneapolis - London, 1996.
  • STELLARDI, G., Gadda antifascista, 2003-2011, http://www.gadda.ed.ac.uk/Pages/journal/suppn+1/articles/stellantifasc… [30/04/2011] In: The Edinburgh Journal of Gadda Studies, www.gadda.ed.ad.uk.
  • STRACUZZI, R., Dialetto, 2002-2011,  http://www.gadda.ed.ac.uk/Pages/resources/walks/pge/dialettostracuz.php [22/04/2011] In: The Edinburgh Journal of Gadda Studies, www.gadda.ed.ad.uk.
  • STRACUZZI, R., Gadda. Propaganda e ironia (in margine a una recente riedizione di scritti divulgativi), 2007-2011, http://www.gadda.ed.ac.uk/Pages/journal/issue6/articles/stracuzziberton… [04/05/2011] In: The Edinburgh Journal of Gadda Studies, www.gadda.ed.ad.uk.
  • TINDEMANS, C., in BRT-uitzending De zeven kunsten op 20 december 1967 naar aanleiding van Claus’ ontvangst van de driejaarlijkse Staatsprijs voor toneel.
  • TINDEMANS, C., Hugo Claus’ ethisch engagement, In: H. DÜTTING, Over Hugo Claus via bestaande modellen: beschouwingen over het werk van Hugo Claus, Baarn, De Prom, 1984, pp. 86-98.
  • VAN AKEN, P., Voorbij de invloeden In: Nieuw Vlaams tijdschrift, nr. 10, juni 1951, pp. 1084-1086.
  • VAN RIET, J., Veerle De Wit: herinneringen aan Hugo Claus. Schavuit, charmeur en roofvogel In: De Standaard, vrijdag 13 mei 2011, pp. L4-L6.
  • VAN SCHOOR, J., Verdikt tegen Claus’ “Tijl II”. Geen zelfkritiek voor Vlaanderen, In: De Periscoop, april 1969, p. 3.
  • VASSILEVA, B., Confounding and Doubling the Self: Sharing the Role of the Protagonist in “La cognizione del dolore”, 2001-2010, http://www.gadda.ed.ac.uk/Pages/journal/issue1/articles/vassildouble.ph…; [18/10/10] In: The Edinburgh Journal of Gadda Studies, www.gadda.ed.ad.uk.
  • VEENSTRA, J.W.H. , Op bezoek bij Hugo in Blaricum In: Vrij Nederland, 29 februari 1964, p. 5.
  • VERCAMMEN, J., Gesprek met Hugo Claus In: Wikor, jaargang 1, nr. 2, maart 1962, pp. 41-44.
  • WEISGERBER, J., Hugo Claus – Experiment en traditie Deel van: Literaire verkenningen, vol. 4, Leiden, Slijthoff, 1970.
  • WILDEMEERSCH, G., Hugo Claus, ‘Gedichten 1969-1978’ In: Hans Dütting, Over Hugo Claus via bestaande modellen: beschouwingen over het werk van Hugo Claus, Baarn, De Prom, 1984, pp. 184-193.
  • WILDEMEERSCH, G., Mythologische tendensen in de Nederlandse literatuur Vanaf 1950, Antwerpen, Universiteit Antwerpen, 2011.
  • WILDEMEERSCH, G., Vrome wensen: over het literaire werk van Hugo Claus, Amsterdam, De Bezige Bij, 2003.
  • ZAAL,W., Hugo Claus, In: Elsevier, 29 juli 1967, pp. 51-56.
Download scriptie (1.83 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Antwerpen
Thesis jaar
2011