Reinheid, gezondheid en therapie: " Baden en zwemmen in Antwerpen ( 1875 - 1915)"

Wouter
Kesteloot

Baden en zwemmen in Antwerpen (1875-1915) : “Zwart als negers in het water”

Historicus Wouter Kesteloot geeft in zijn masterproef een beeld van de Antwerpse badgewoontes van meer dan een eeuw geleden. Arbeiders gingen na hun werk zich wassen in het stedelijke openluchtzwembad,  leraren trokken met hun klassen naar publieke douches en gaven zwemlessen aan hun leerlingen. Het Antwerpse schepencollege wilde met de bouw van douches en zwembaden zijn inwoners properder, sterker en gezonder maken.

Mannen en vrouwen apart

Vanaf 1850 gingen de Antwerpenaren massaal naar het nieuwe publieke openluchtzwembad in het zuiden van de stad. Aanvankelijk waren er enkel mannelijke bezoekers toegelaten. In 1879 stelde het stadsbestuur het zwembad ook open voor vrouwen. Deze beslissing kwam er onder druk van de Plaatselijke Geneeskundige Commissie.  De dokters van deze commissie wezen in een brief aan het stadsbestuur op de voordelen van het zwembad voor de gezondheid. Ze vroegen waarom vrouwen geen toegang kregen tot het zwembad: “Met de inrichting van het zwemdok is een nuttig werk tot stand gebracht ; de baden  vervangen de zeebaden, voor de menschen die van deze laatste geen gebruik kunnen maken. Terwijl wij deze groote voordelen voor de mannen waardeeren,vragen wij ,waarom de vrouwen dezelve ook niet mogen genieten.”

Uiteindelijk mochten vrouwen zwemmen op dinsdag – en vrijdagvoormiddag. Op deze momenten waren er geen mannen toegelaten. In het zwembad bestond er immers een strikte scheiding tussen geslachten. Alleen mannelijke redders mochten in de buurt van de kleedkamers van de vrouwen blijven om eventueel hulp te verstrekken.  Er was in het zwembad ook een afscheiding tussen een niet- betalend en een betalend gedeelte. Het betalende deel bood meer comfort aan de zwemmers. Betalende bezoekers konden vanop springplanken springen in het water.

Van de fabriek naar het zwembad         

Uit de bronnen van het Antwerpse stadsarchief blijkt dat arbeiders direct na hun werk naar het zwembad trokken. Historicus Wouter Kesteloot bestudeerde de verslagen van de Antwerpse gemeenteraad en ontdekte daarin de leefwereld van het zwembad rond de eeuwwisseling. In zitting van de gemeenteraad van 27 november 1905 klaagde de katholiek Jérome Van Kerckhoven over de inrichting van het zwembad. Van Kerckhoven, toen ook voorzitter van de Antwerpsche Zwemclub, vroeg de installatie van minstens twee douches in de niet – betalende afdeling van het zwembad. De douches waren noodzakelijk omdat arbeiders vuil in het water plonsden: “de meeste deze zwemmers zijn werklieden, die thuis de noodige middelen niet hebben om behoorlijk hun lichaam te reinigen, en die daar een bad komen nemen na het werk verlaten te hebben; onder hen zijn er, die werken aan het laden van kolen,… die gaan in het water, zwart als negers.”

Het openluchtzwembad in het zuiden van Antwerpen bleek tegen het einde van de negentiende eeuw onvoldoende voor de groeiende Antwerpse bevolking. Vanaf 1890 kwamen er in de lokale pers klachten over het gebrek aan badplaatsen in het Noorden van de stad. Figuren uit de zwemsport en gemeenteraadsleden vroegen de bouw van een tweede zwembad in het Noorden. Het tweede zwembad kwam er echter niet. Na een onderzoek van de Antwerpse stadsingenieur Gustave Royers, besloot het schepencollege de bouw van een extra zwembad uit te stellen omdat het te veel kostte. Ondertussen was er wel een goedkoper alternatief naar voor gekomen : eenvoudige publieke douches. In een openbaar badhuis in de volkswijken konden arbeiders zich vanaf 1911 douchen aan een goedkoop tarief.  Pas in 1933 opende het zwembad in het Noorden van Antwerpen in de Veldstraat. Dit gebouw bestaat vandaag nog steeds en is het oudste zwembad in Antwerpen.  

Schooldouches en zwemlessen

In het stedelijke zwembad kregen Antwerpse gemeentescholen vanaf 1890 zwemlessen. Dit zwemonderricht had een dubbele doelstelling: de leerlingen moesten een proper bad nemen en leren zwemmen. Het Antwerpse stadsbestuur wilde daardoor de kinderen sterker en gezonder maken. Er waren evenwel allerlei problemen met de concrete organisatie van de zwemlessen. Sommige scholen moesten meer dan een uur stappen om het zwembad te bereiken. Bovendien kregen de leraren slechts twintig minuten tijd voor de zwemlessen en waren er vaak niet genoeg kleedkamers voor de leerlingen.

Vanaf de eeuwwisseling financierde en bouwde het Antwerpse schepencollege ook nog allerlei publieke schooldouches. Het stadsbestuur wilde met de douches de persoonlijke hygiëne van de leerlingen verbeteren. De liberale arts en schepen voor openbare gezondheid Victor Desguin legde in de gemeenteraad van 1901 de plannen uit voor de schooldouches.  De douches waren bedoeld voor kinderen uit de arbeidersklasse. Het ontwerp bestond uit één inrichting van warme douches per groep van vier scholen. Hierdoor kon elke leerling zich wekelijks baden. Later kwamen er nog extra schooldouches bij. Leraren van de gemeentescholen trokken samen met hun leerlingen tijdens de lesuren naar de schooldouches voor een wasbeurt.  

Watertherapie

Naast de publieke baden gefinancierd door het gemeentebestuur, openden er in Antwerpen ook private badhuizen. De  arts Emiel Descamps ontwierp een project voor een groot badhuis. De plannen van Descamps werden gesteund door de Franstalige medische vereniging van Antwerpen, de Société de médecine d’Anvers. Het badhuis van Descamps opende in 1903 en bestond uit een combinatie van een binnenzwembad, een reeks badkuipen en douchecabines. De toegangsprijs van het badhuis was wel veel hoger dan in de publieke baden. In het badhuis van Descamps  gebruikten artsen speciale baden voor medische behandelingen met water. Ziektes als bloedarmoede en tuberculose werden bijvoorbeeld behandeld in medische baden. 

De Antwerpse private en publieke baden hadden een grote invloed op de leefwereld van de bevolking. Voortaan werd hygiëne en gezondheidszorg een steeds belangrijker aspect in de samenleving. Artsen gaven in gezondheidsboekjes de raad om regelmatig het lichaam te wassen met water en zeep. Ondertussen, in 2012, lijken deze regels vanzelfsprekend. In het begin van de twintigste eeuw waren dit echter nieuwe normen voor arbeiders die de gewoonte hadden om zich te wassen in rivieren. 

Bibliografie

1.      Bronnen

Archivalische bronnen

ANTWERPEN, Stadsarchief, Modern Archief, nr. 480 # 4316: Inrichting ‘Wasinrichting Prekersstraat’, 1909-1911.

ANTWERPEN, Stadsarchief, Modern Archief, nr. 480 # 4318: Briefwisseling ‘Wasinrichting Prekersstraat’, 1910- 1930.

ANTWERPEN, Stadsarchief, Modern Archief, nr. 480 # 5891: Congres over Volks – en Schoolbaden, te Scheveningen, 1912.

ANTWERPEN, Stadsarchief, Modern Archief, nr. 77588: Dossier over de bouw en de inrichting van het openluchtzwembad op de terreinen tussen de huidige van der Sweepstraat en de Hobokensevest, 1852-1870.

ANTWERPEN, Stadsarchief, Modern Archief, nr. 77589: Dossier over de bouw van openbare wasplaatsen, 1865-1907.

ANTWERPEN, Stadsarchief, Modern Archief, nr. 77592: Reglement voor personeel en publiek, 1878-1900.

ANTWERPEN, Stadsarchief, Modern Archief, nr. 77595: Voorstellen voor de bouw van een tweede zwembad, 1891-1909.

ANTWERPEN, Stadsarchief, Modern Archief, nr. 77595: Bouw van schutsels voor meisjes, 1892-1895.

ANTWERPEN, Stadsarchief, Modern Archief, nr. 77597: Stukken betreffende uitbating, organisatie en onderhoud van het zwembad, 1898-1909.

Niet- archivalische bronnen

Periodieken

Annales de la Société de médecine physique d’Anvers.

Annales de médecine physique.

Gemeenteblad Antwerpen.

Bulletin de la société de médecine d’Anvers, 1895.

 

 

Publicaties

CALLAERT, ‘Appareil simplifié pour bains de lumière ‘, Annales de la Société médecine physique d’Anvers, 1 (1903), 1 – 4.

CUPÉRUS, N.J., ‘Een merkwaardige omzendbrief’, Volksheil: weekblad voor turnbelangen, 19 ( 1891), 255- 278.

DESCAMPS, E., Cours spécial d’hygiène comprenant l’hygiène privée, l’hygiène publique et sociale et l’hygiène scolaire, Antwerpen, 1891.

Idem, ‘Projet de grand établissement de bains ( à ériger à Anvers)’, Annales de la société de médecine d’Anvers (1895), 53-74.

Idem, ‘Quelques observations pratiques faites aux Bains Anversois’, Annales de la Société médecine physique d’Anvers, 1 (1903), 9-12.

Idem, ‘Le traitement de Brandt dans la fièvre typhoïde’, Annales de la Société médecine physique d’Anvers, 2 (1904), 71-73.

 

Idem, ‘Hydrotherapie: Action de l’eau sur la circulation’, Annales de la Société médecine physique d’Anvers, 3 (1905), 65-82.

 

FRANCOIS, P., ‘La méthode photothérapique Finsen dans le traitement du Lupus vulgaire’, Annales de la Société médecine physique d’Anvers, 2 (1904), 75-85.

GUNZBURG, I., ‘Propriétés phsysiologiques des bains de lumière’, Annales de la Société médecine physique d’Anvers, 1 (1903), 13 – 17.

Idem, ‘Rapport sur la Section d’hydrothérapie à l’Institut médico- mécanique Zander d’Anvers’, Annales de médecine physique, 6 ( 1908), 173-182.

Idem, ‘Traitement mécano – et hydrothérapique des affections de l’estomac’, Annales de médecine physique, 8 (1910), 167-179.

Idem, Eléments de médecine physique et de physiothérapie, Brussel, 1936.

GUNZBURG, I. en VAN BREEMEN, J., ‘Quelques notes à propos des Installations physiothérapiques actuelles’, Annales de médecine physique, 5 (1907), 287-294.

TERWAGNE, M., Portez -vous bien: Notions élementaire d’hygiène populaire et rationelle, 3de uitg., Gent, 1905.

Idem, Ce que doivent savoir ceux qui vont à la mer: Exposé élémentaire des effets de la cure marine, Antwerpen, 1909.

VAN DE VELDE, A., ‘l’hydrothérapie dans les maladies des organes respiratoires’, Annales de la Société médecine physique d’Anvers, 2 (1904), 61-69.

2.      Secundaire literatuur

ADAMS, J. en MARLAND, H., ‘Hydropathy at Home: The Water Cure and Domestic Healing in

Mid - Nineteenth- Century Britain’, Bulletin of the history of medicine, 83 (2009), 499-529.

BERTELS, I., Building the city, Antwerp, 1819-1880, Ongepubliceerde doctoraatsverhandeling, Katholieke Universiteit Leuven, Onderzoeksgroep Architectuurgeschiedenis en Monumentenzorg, 2008.

Idem, ‘Gustaaf Royers’, Nationaal Biografisch Woordenboek, XX, Brussel, 2011, 717-727.

BERTELS, I., BISSCHOPS, T. en BLONDÉ, B. ‘Stadslandschap: Ontwikkelingen en verwikkelingen van een stedelijke ruimte’, Antwerpen, biografie van een stad, I. BERTELS., B. DE MUNCK en H. VAN GOETHEM red., Antwerpen, 2010, 11-66.

BERTELS, I. en VAN GOETHEM, H., ‘Vergankelijke stedelijke ruimte: De afbraak van de Spaanse omwalling in de negentiende eeuw’, Antwerpen versterkt: De Spaanse Omwalling vanaf haar bouw in 1542 tot haar afbraak in 1870, P. LOMBAERDE en I. SCHOUPS red., Brussel, 2009, 118-145.

BORMANS, C., Lichaamsverzorging en sanitaire voorzieningen bij de Gentse bevolking (1850-1940), Ongepubliceerde licentiaatsverhandeling, Rijksuniversiteit Gent, Departement nieuwste geschiedenis, 1984.

BURKE, P., Wat is cultuurgeschiedenis? , Utrecht, 2009.

BYERS - BELL, J., 'Jan Van Rijswijck. Liberaal flamingant en burgemeester van Antwerpen', L. WILS red., Kopstukken van de Vlaamse Beweging. Jan Van Rijswijck, Adolf Pauwels, Louis Franck, Kortrijk, 1978, 9-106. 

DE MEYER, G., Nicolaas Jan Cupérus en de ontwikkeling van de turnbeweging (Rapporten van de onderzoekseenheid SOCK, 6), KU Leuven, 1986.

DEN HOLLANDER, M., Sport in ’t stad: Antwerpen, 1830-1914, Leuven, 2006.          

DEPAEPE, M., ‘De markt van het kind: over de medicalisering van opvoeding en onderwijs’, L.NYS e.a. red. , De zieke natie: over de medicalisering van de samenleving, 1860-1914, Groningen, 2002, 260-278.

DE SCHAMPELEIRE, E., De socialist – geneesheer – vrijmetselaar Modeste Terwagne en zijn tijd, Ongepubliceerde licentiaatsverhandeling, Vrije Universiteit Brussel, Faculteit van de economische, sociale en politieke wetenschappen, 1973.

HANCKÉ, L., De Antwerpse burgemeesters van 1830 tot 2000, Antwerpen en Rotterdam, 2000.

HAVELANGE, C., ‘De uitvinding van de wanorde: het negentiende – eeuwse verbond tussen collectiviteit en gezondheid’, L. NYS e.a. red., De zieke natie: over de medicalisering van de samenleving, 1860-1914, Groningen, 2002, 74-85.

HEYLEN, S. e.a., ‘Gustave Royers ( 1848-1923)’, in Odis – Databank intermediaire structuren Vlaanderen, (www. odis. be).

HEYLEN, S., VAN HERCK, H., D’HONDT, B., ‘Emiel Descamps ( 1846-)’, in Odis – Databank intermediaire structuren Vlaanderen, (www. odis. be).

HOUWAART, E., De hygiënisten: artsen, staat en volksgezondheid in Nederland 1840-1890, Maastricht, 1991.

KARNAU, O., Hermann Josef Stübben Städtebau 1876-1930, Wiesbaden, 1996.

LABRIE, A., ‘Romantische politiek: moderniteit en het ideaal van de zuivere gemeenschap’, L. NYS e.a. red., De zieke natie: over de medicalisering van de samenleving,1860-1914, Groningen, 2002, 58-73.

LADD, B., ‘Public baths and civic improvement in nineteenth-century German cities’, Journal of Urban History, (14) 1988, 372- 393.

LIS, C., ‘Woontoestanden en gangsaneringen te Antwerpen in het midden der negentiende eeuw’, Belgisch Tijdschrift voor Nieuwste Geschiedenis, 1 (1969), 93-131.

MEYFROOTS, G., Een architectuurhistorische en typologische studie van de openbare en publiek toegankelijke zwembaden en badinrichtingen van het huidig Brussels Gewest van circa 1850 tot 1960, Ongepubliceerde licentiaatsverhandeling, Vrije Universiteit Brussel, Departement kunstwetenschappen en archeologie, 1996.

NYS, L., ‘De grote school van de natie. Legerartsen over drankmisbruik en geslachtsziekten in het Belgisch leger( circa 1850 -1950)’, Bijdragen en mededelingen betreffende de geschiedenis der Nederlanden, 115 (2000), 392-425.

Idem, ‘Nationale plagen: Hygiënisten over het maatschappelijk lichaam’, L.NYS e.a. red. , De zieke natie: over de medicalisering van de samenleving, 1860-1914, Groningen, 2002, 220-241.

NYS, L. e.a., ‘Een medisch object: veranderingen in menswetenschap, cultuur en politiek’, L.NYS e.a. red., De zieke natie: over de medicalisering van de samenleving, 1860-1914, Groningen, 2002, 10-20.

OP T’ EYNDE, L., De zwemsport in België: opkomst en eerste jaren ( 1890-1920), met een inleidend hoofdstuk over het zwemmen in België van 1830 tot 1890, Ongepubliceerde licentiaatsverhandeling, Katholieke Universiteit Leuven, Departement geschiedenis, 1992.

PARKER, C., ‘Improving the condition of the people: The health of Britain and the provision of public baths 1840-1870’, The Sports Historian, 20 (2000), 20-42.

PAUL, L., ‘Niels Ryberg Finsen: The only dermatologist to be awarded the Nobel Prize for medicine’, British Journal of Dermatology, Supplement Special Issue : Abstracts of the 90th Annual Meeting of the British Association of Dermatologists, 123 (2010), 73.

PEETERS, E., De beloften van het lichaam: een geschiedenis van de natuurlijke levenswijze in België, 1890-1940, Amsterdam, 2008.

Idem, ‘ Questioning the medical fringe: The “cultural doxy” of catholic hydropathy in Belgium, 1890-1914’, Bulletin of the history of medicine, 84 (2010), 92-119.

PEIREN, L., ‘Alfred Cools (1861-1932)’, in Odis – Databank intermediaire structuren Vlaanderen, ( www. odis. be).

TYSSENS, J., Om de schone ziel van ’t kindHet onderwijsconflict als een breuklijn in de Belgische politiek, Gent, 1998.

VAN BERKEL, K., ‘Een vanzelfsprekend bondgenootschap? De zieke stad en de opkomst van de natuurbescherming’, L. NYS e.a. red. , De zieke natie: over de medicalisering van de samenleving, 1860-1914, Groningen, 2002.

VAN CRAENENBROECK, W., Antwerpen op zoek naar drinkwater: Het ontstaan en de ontwikkeling van de openbare drinkwatervoorziening in Antwerpen, 1860-1930, Tielt, 1998.

VAN DAELE, H., 150 jaar stedelijk onderwijs te Antwerpen 1819-1969, Antwerpen, 1969.

VANDENBREEDEN, T., De badhuizen en de zwembaden van Brussel uit de negentiende eeuw en de eerste helft van de twintigste eeuw: een voorlopige inventaris en typologisch onderzoek, Ongepubliceerde licentiaatsverhandeling, Katholieke Universiteit Leuven, Departement Kunstwetenschap, 1996.

VANDENDRIESSCHE, J., Geneeskunde en politiek. De Antwerpse carrière van Victor Desguin ( 1838-1919), Ongepubliceerde masterproef, Katholieke Universiteit Leuven, Departement geschiedenis, 2009.

 

Idem, 'Medische expertise en politieke strijd. De dienst medisch schooltoezicht in Antwerpen, 1860-1900', Stadsgeschiedenis, 6(2011), 113-128.

 

VAN DE VIJVER, S., Cholera te Antwerpen 19 e eeuw, Ongepubliceerde licentiaatsverhandeling, Rijksuniversiteit Gent, Departement geschiedenis, 1969.

 

VANOBBERGEN, B., ‘Het gaat niet zozeer om het genezen, maar om het hervormen. Over de rol en betekenis van het zeehospitaal voor kinderen in het hygiëneoffensief van het eind van de negentiende eeuw’, Tijdschrift voor geschiedenis, 122 (2009), 48-61.

 

VELLE, K., Lichaam en hygiëne: Naar de wortels van de huidige gezondheidscultuur, Gent en Leuven, 1984.

Idem, ‘ Bronnen voor de medische geschiedenis: De Belgische medische pers ( begin XIXde eeuw – 1940)’, Annalen van de Belgische vereniging voor de geschiedenis van de hospitalen en de volksgezondheid, 23-24 ( 1985-1986), 67- 119.

Idem, ‘Water en medisch toerisme’, R. GOBYN red. , Te kust en te kuur: Badplaatsen en kuuroorden in België 16de – 20ste eeuw, Brussel, 1987, 103 – 111.

Idem, ‘ De centrale gezondheidsadministratie in België voor de oprichting van het eerste ministerie van volksgezondheid (1849-1936)’, Belgisch tijdschrift voor nieuwste geschiedenis, 21 (1990), 162-210.

Idem, De nieuwe biechtvaders: de sociale geschiedenis van de arts in België, Leuven, 1991.

Idem, ‘Het lichaam in de geschiedschrijving van de nieuwste tijd’, M. DHOKER en J.TOLLENEER red., Het vergeten lichaam. De geschiedenis van de lichamelijke opvoeding in België en Nederland, Leuven, 1995, 103-119.

Idem, ‘De overheid en de zorg voor volksgezondheid’, J. DE MAYER, e.a. red., Er is leven voor de dood: Tweehonderd jaar gezondheidszorg in Vlaanderen, Kapellen, 1998, 130-150.

VERMANDERE, M., We zijn goed aangekomen!: Vakantiekolonies aan de Belgische kust (1887-1980), Gent, 2010.

VIGARELLO, G., Le propre et le sale, l’hygiène du corps depuis le moyen âge, Parijs, 1985.

WILS, L., ‘Nicolaas Jan Cupérus als liberaal flamingant’, Huldeboek Prof Dr. Marcel Bots: Een bundel historische en wijsgerige opstellen, Gent, 1995, 333-347.

WILLIAMS, M., Washing “the great unwashed”: Public baths in urban America, 1840-1920, Colombus, 1991.

WITTE, E., ‘Gemeenteregies in België ( 1850-1914): Liberaal interventionisme of sociaal municipalisme?’, Het openbaar initiatief van de gemeenten in België 1795-1940, Brussel, 1984, 85-106.

Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2012
Thema('s)