Virtuele ouderlijke netwerken. De (de)constructie van (goed) ouderschap op het discussieforum www.zappybaby.be

Freya Geinger
Persbericht

Virtuele ouderlijke netwerken. De (de)constructie van (goed) ouderschap op het discussieforum www.zappybaby.be

‘Goed’ ouderschap. Mythe of realiteit?

Vandaag de dag kunnen ouders en aanverwanten terugvallen op een ruim aanbod aan brochures, boeken, artikels en voorzieningen die hen voorzien van advies en begeleiding over de opvoeding van hun kind. De opvoeding van kinderen en jongeren staat centraal op de maatschappelijke en politieke agenda; ook internationaal. Denk bijvoorbeeld aan het Franse ‘INSERM rapport’ als reactie op de rellen in de Franse Banlieues, in het najaar van 2005 of de Engelse ‘Anti-social behaviour act’ van 2003 ter bestrijding van anti-sociaal gedrag.

Deze scriptie benadrukt dat de manier waarop we denken en spreken over opvoeden en ouderschap, niet universeel is. Eerder onderzoek toont bijvoorbeeld heel mooi aan hoe de omgang met en de opvoeding van kinderen verschilt naargelang deze plaatsvindt in Japan, China of de Verenigde Staten. Opvoeden en ouderschap zien er bovendien een stuk anders uit dan pakweg 150 jaar geleden, ten tijde van de industrialisering. Ook tussen gezinnen onderling verschilt de manier waarop ouders opvoeden. Zo zijn geen twee kinderen, geen twee ouders, geen twee buurten dezelfde.Toch stellen we internationaal vast dat er anno 2012 nog steeds een tendens bestaat om opvoeden en ouderschap overwegend vorm te geven op basis van die – Westerse, middenklasse – normen en waarden, die wenselijk worden geacht in de huidige samenleving. Actueel gaat het onder meer om het belang van actieve, zelfstandige en mondige burgers. De opvoeding komt in beeld als een cruciaal moment om te investeren in het toekomstig succes van het kind. Ouders dragen hierbij de hoofdverantwoordelijkheid. Ouders moeten grenzen stellen. Ouders moeten hun kinderen positief benaderen en belonen. Kinderen voldoen het best aan die ontwikkelingsstadia die door de wetenschap zijn vooropgesteld. Ouders bij wie dit niet lukt, die zich onzeker voelen of problemen ondervinden, kunnen beroep doen op allerhande literatuur, experts en voorzieningen waarbij ze ‘goed’ leren opvoeden. Vaak echter blijken deze adviezen volledig los te staan van de sociale omstandigheden waarin ouders en kinderen leven. Hierdoor moeten zowel ouders die niet aansluiten bij ‘het normale’, als ouders die met het gangbare aanbod aan ondersteuning nog steeds met vragen of problemen achterblijven, de schuld bij zichzelf zoeken. In dit verband toont onderzoek enerzijds aan dat kersverse moeders, met zowel een hoge als een lage socio-economische status, moeite hebben om te voldoen aan het vooropgestelde opvoedingsideaal of ertegenin te gaan. Dit kan op zijn beurt leiden tot gevoelens van falen omwille van het voelbare verschil tussen het ideaal en de realiteit. Op die manier dreigen specifieke groepen van ouders en kinderen gemarginaliseerd te worden. Anderzijds vinden we echter ook literatuur die erop wijst dat ouders deze idealen voorstaan, ernaar streven en creatief zijn in het vinden van strategieën om deze te bereiken.

Momenteel is er beperkte informatie beschikbaar over de manier waarop dit internationale verhaal ook van toepassing is op concrete, alledaagse opvoedingspraktijken. Deze scriptie ging na in hoeverre dit het geval is voor Vlaanderen en onderzocht aanvullend wat ouders hiermee doen. Opvoeden en ouderschap zijn immers domeinen die te belangrijk zijn om gereduceerd te worden tot vanzelfsprekendheden.        In een eerste stap werden drie soorten officiële adviesliteratuur in Vlaanderen kritisch onder de loep genomen. Zo trachtten we een zicht te krijgen op de wijze waarop de internationale tendensen zich al dan niet vertalen in concrete opvoedingsadviezen voor ouders in Vlaanderen. Vervolgens gingen we na of de bevindingen uit deze analyse terug te vinden waren in de gesprekken tussen ouders. Dit stelde ons in staat om na te gaan of ouders deze ‘ideale’ opvoedingsadviezen onderstrepen dan wel weerstand bieden en waarom ze dit doen. Gezien er een tekort is aan onderzoek dat ouders en hun informele netwerken onderzoekt, haalden we deze gesprekken af van het online discussieforum www.zappybaby.be. In totaal ging het om 56, in 2011 afgeronde gesprekken in het subtopic ‘opvoeden’, binnen de rubriek 13-36 maanden. Dit alles was goed voor 486 berichten en 355 unieke deelnemers.

Dit onderzoek toont aan dat de internationaal gevonden kenmerken inzake ‘goed’ opvoeden en ouderschap ook in Vlaanderen van toepassing zijn. Bovendien blijken deze een duidelijke invloed uit te oefenen op de ouders in kwestie. Zowel de interpretatie als de adviezen naar andere ouders, zijn doordrongen van een Westerse manier van denken over ‘goed’ opvoeden en ouderschap. Er is echter meer. Ouders argumenteren, interpreteren en adviseren in de eerste plaats vanuit hun of andermans ervaring dat iets werkt of helpt. In plaats van één dominant verhaal over opvoeden en ouderschap, zijn er verschillende verhalen, meningen en dergelijke meer terug te vinden. Verder zien we ook verschillende vormen van weerstand. Dit is heel duidelijk te zien wanneer ouders aangeven dat ze twijfelen aan zichzelf, aan het ‘goede’ van een courante aanpak of zich onzeker voelen doordat hij, zij of hun kind afwijken van het ‘normale’. Ook wanneer er adviezen worden gegeven die losstaan van de context of de concrete dagdagelijkse situatie waarin ze zich op dat moment bevinden, bieden ouders weerstand.

Deze studie heeft niet de bedoeling om de dominante manier van denken en spreken over opvoeding en ouderschap onderuit te halen. Integendeel, ze toont aan dat er wel degelijk ouders zijn die hier een houvast aan hebben en deze manier van opvoeden onderstrepen. Waar ze wel op wijst is dat dit maar een manier van spreken is. Een manier van spreken die niet zo vanzelfsprekend is als ze gedacht wordt te zijn en die verschillende risico’s met zich meebrengt, wanneer ‘goed’ opvoeden en ouderschap hiertoe wordt herleid. Naar actuele praktijken die ouders ondersteunen bij de opvoeding en hun ouderschap, roept deze studie op tot praktijken waar de ruimere context waarin ouders en kinderen leven wordt meegenomen. Plaatsen waar ook gekeken wordt naar wat ‘goed’ opvoeden ‘kan’ zijn in een gegeven context, eerder dan louter te focussen op wat opvoeden ‘moet’ zijn op basis van een vooropgesteld ideaal. Plaatsen waar de betekenisverlening van ouders wordt meegenomen en waar tegenspraak en solidariteit mogelijk is. Goed opvoeden en goed ouderschap zijn namelijk niet zo eenduidig als soms wordt voorgehouden.

 

Bibliografie

Antony M., & Roemer, L. (2003). Behavior Therapy. In: Gurman, A. & Messer, S. (2003). Essential Psychotherapies. Theory and Practice. New York: Guilford Press.

Baarda B., De Goede, M., & Teunissen, J. (2005). Basisboek kwalitatief onderzoek. Handleiding voor het opzetten en uitvoeren van kwalitatief onderzoek. Groningen: Wolters-Noordhoff.

Belsky, J. (1984). The determinants of parenting: a process model. Child Development, 55 (1), 83 – 96.

Blackford, H. (2004). Playground panopticism. Ring-around-the-children, a pocketful of women. Childhood, 11 (2), 227-249.

Bockel, J.M. (2010). La prevention de la délinquance des jeunes. Rapport à monsieur le Président de la République. Paris: Secrétaire d’Etat à la Justice.

Bouverne-De Bie, M., & Roose, R. (2000). Opvoedingsondersteuning en Jeugdzorg. Gent: Academia Press.

Bouverne-De Bie, M. (2007). Cursus Sociale Agogiek. Gent: Academia Press.

Bradt, L., & Bouverne-De Bie, M. (2009). Social work and the shift from welfare to justice. British Journal of Social Work, 39, 113-127. doi: 10.1093/bjsw/bcm072

Butler, J. (1990). Gender trouble. London: Routledge.

Buysse, A. (2008). Opvoedingsondersteuning. Ondersteuning van gezinnen vandaag: een onderzoek in opdracht van de Gezinsbond. Gent: UGent – Gezinsbond.

Campos, G. P. (2004). What are cultural models for? Child-rearing practices in historical perspective. Culture & Psychology, 10 (3), 279-291.

Choi, P., Hensaw, C., Baker, S., & Tree, J. (2005). Supermum, superwife, supereverything: performing femininity in the transition to motherhood. Journal of reproduction and infant psychology, 23 (2), 167-180. doi: 10.1080/02646830500129487

Cockburn, T. (1998). Children and citizenship in Britain. A case for a socially interdependent model of citizenship. Childhood, 5 (1), 99-117. doi: 10.1177/09075682980050010077

Colpin, H. (2001). Opvoeding en preventie: een ‘ecologische’ visie. Alert, 27 (1), 50- 60.

De Mey, W., Coussée, F., Vandenbroeck, M., & Bouverne-De Bie, M. (2009). Social work and parent support in reaction to children's antisocial behaviour: constructions and effects. International Journal of Social Welfare, 18 (3), 299-306. doi: 10.1111/j.1468-2397.2008.00609.x

Dehaene, T., Jans, V., Voorhamme, R., Caron, B., Van der Broght, V., &  Stevens, H. (2007). Decreet houdende de organisatie van opvoedingsondersteuning. Goedgekeurd door het Vlaams Parlement op 13 juli 2007.

Depaepe, M. (1998). De pedagogisering achterna. Aanzet tot een genealogie van de pedagogische mentaliteit in de voorbije 250 jaar. Leuven: Uitgeverij Acco.

Drentea, P., & Moren-Cross, J.L. (2005). Social capital and social support on the web: the case of an internet mother site. Sociology of Health & Illness, 920-943. doi: 10.1111/j.1467-9566.2005.00464.x

Edwards, R., & Gillies, V. (2004). Support in parenting: values and consensus concerning who to turn to. Journal of social policy, 33 (4), 627-647. doi: 10.1017/S0047279404008037

Ellis, B.J., & Heisler, M.J. (2008). Motherhood and the Construction of ‘mommy identity’: messages about motherhood and face negotiation. Communication Quarterly, 56 (4), 445-467. doi: 10.1080/01463370802448246

Expertisecentrum opvoedingsondersteuning. (2010). Dialoogmoment Triple P - Eindverslag. Retrieved from http://www.expoo.be/kennisdocumenten/dialoogmoment-triple-p-eindverslag

Expertisecentrum opvoedingsondersteuning. (2011). Jaarverslag EXPOO 2011. Retrieved from http://www.expoo.be/sites/default/files/jaarverslag_expoo_2011_def.pdf

Fairclough, N. (2003). Analysing discourse. Textual analysis for social research. New York: Routledge.

Featherstone, B. (2006). Rethinking family support in the current policy context. British Journal of Social Work, 36, 5-19. doi:10.1093/bjsw/bch226

Foucault, M. (1993). About the beginning of the hermeneutics of the self. Two lectures at Dartmouth. Political Theory, 21 (2), p. 198-227.

Foucault, M. (1998). Politics, philosophy, culture: interviews and other writings of Michel Foucault, 1977-1984. New York: Routledge.

Gillies, V. (2005). Meeting parents’ needs? Discourses of ‘support’ and ‘inclusion’ in family policy. Critical Social Policy, 25, 70-90.

Groeimee. (2012a). Ontwikkeling van een baby. Retrieved from http://www.groeimee.be/dossiers/ontwikkeling/baby

Groeimee. (2012b). Gezonde voeding. Retrieved from http://www.groeimee.be/dossiers/eetgedrag

Groeimee. (2012c). Slapen bij baby’s. Retrieved from http://www.groeimee.be/dossiers/slapen-bij-babys

Groeimee. (2012d). Angsten bij kinderen. Retrieved from http://www.groeimee.be/dossiers/angsten-bij-kinderen

Groeimee. (2012e). Huilen en huilbaby’s. Retrieved from http://www.groeimee.be/dossiers/huilen-en-huilbabys

Groeimee. (2012f). Voorkeur ouder. Retrieved from http://www.groeimee.be/dossiers/voorkeur-ouder

Groeimee. (2012g). Positief opvoeden. Retrieved from http://www.groeimee.be/dossiers/positief-opvoeden

Groeimee. (2012h). Voorlezen, plezier voor twee. Retrieved from http://www.groeimee.be/dossiers/voorlezen-plezier-voor-twee

Groeimee. (2012i). Bijtende peuters. Retrieved from http://www.groeimee.be/dossiers/bijten

Groeimee. (2012j). Fopspeen afleren. Retrieved from http://www.groeimee.be/dossiers/fopspeen-afleren

Groeimee. (2012k). Kinderspel. Retrieved from http://www.groeimee.be/dossiers/kinderspel

Groeimee. (2012l). Koppigheidsfase of peuterpuberteit. Retrieved from http://www.groeimee.be/dossiers/koppigheidsfase

Groeimee. (2012m). Meertalig opvoeden. Retrieved from http://www.groeimee.be/dossiers/meertalig-opvoeden

Groeimee. (2012n). Ontwikkeling bij peuters. Retrieved form http://www.groeimee.be/dossiers/ontwikkeling/peuter

Groeimee. (2012o). Slapen bij jonge kinderen. Retrieved from http://www.groeimee.be/dossiers/slapengaan-bij-jonge-kinderen

Groeimee. (2012p). Stotteren bij peuters en kleuters. Retrieved from http://www.groeimee.be/dossiers/stotteren-bij-peuters-en-kleuters

Groeimee. (2012q). Zindelijkheid. Retrieved from http://www.groeimee.be/dossiers/zindelijkheid

Groeimee. (2012r). Straffen en belonen. Retrieved from http://www.groeimee.be/dossiers/straffen-en-belonen

Hall, W. &  Irvine, V. (2008). E-communication among mothers of infants and toddlers in a community-based cohort: a content analysis. Journal of advanced nursing, 65 (1), 175-183. doi: 10.1111/j.1365-2648.2008.04856.x

Henri, F., & Pudelko, B. (2003). Understanding and analyzing activity and learning in virtual communities. Journal of Computer Assisted Learning, 19, 474-487.

Hermanns, J. (1992). Het sociale kapitaal van jonge kinderen. Utrecht: Uitgeverij SWP.

Heyting, F. (1998). Opvoeden tot samenleven. Afscheid van moraal en deugd als voorwaarden voor maatschappelijke integratie. Nederlands Tijdschrift voor Opvoeding, Vorming en Onderwijs, 14 (1), 35-49.

Hoek, M. (2008). Ontheemd ouderschap. Betekenissen van zorg en verantwoordelijkheid in beleidsteksten opvoedingsondersteuning 1979-2002. Populaire samenvatting. Retrieved from http://www.expoo.be/sites/default/files/kennisdocument/samenvatting%20o…

Hooghe, M., Grommen, R., Van Crombrugge, H., Brinkgreve, C., Wiewauters, C., et al. (2005). Waanzin van het gezin. Duurzame relaties en opvoeden in de 21ste eeuw. Tielt: Lannoo.

Hook, D. (2001). Discourse, Knowledge, Materiality, History: Foucault and Discourse analysis. Theory & Psychology, 11 (4), 521-547. doi: 10.1177/0959354301114006

Jackson, A.Y. (2004). Performativity identified. Qualitative inquiry,10 (5), 673-690. doi: 10.1177/1077800403257673

Jennings, D., Stagg, V., & Connors, E. (1991). Social Networks and Mothers' Interactions with Their Preschool Children. Child Development, 62, 966-967.

Johnson, D.D., & Swanson, D.H. (2006). Constructing the “Good Mother”: The Experience of Mothering Ideologies by Work Status. Sex roles, 54, 509-519. doi: 10.1007/s11199-006-9021-3

Jones, L., & Osgood, J. (2007). Mapping the fabricated identity of childminders: pride and prejudice. Contemporary issues in early childhood, 8 (4), p. 289-300. http://dx.doi.org/10.2304/ciec.2007.8.4.289

Keller, H., Borke, J., Chaudhary, N., Lamm, B., & Kleis, A. (2010). Continuity in parenting strategies: a cross-cultural comparison. Journal of cross-cultural psychology, 41 (3), 391-409.

Kind en Gezin. (2002). Het kind in Vlaanderen. Brussel: Kind en Gezin.

Kind en Gezin. (2010). Jaarverslag 2010. Brussel: Kind en Gezin.

Kind en Gezin. (2012). Het ABC van baby tot kleuter. Brussel: Kind en Gezin.

King, M. (2007). The Sociology of Childhood as Scientific Communication: Observations from a social systems perspective.  Childhood, 14 (2), 193-213. doi: 10.1177/0907568207078327

Levering, B., & Smeyers, P. (Eds.). (1999). Opvoeding en onderwijs leren zien. Een inleiding in interpretatief pedagogisch onderzoek. Amsterdam: Boom.

Ley, B.L. (2007). Vive les roses!: The architecture of commitment in an online pregnancy and mothering group. Journal of Computer-mediated Communication, 12, 1388-1408. doi:10.1111/j.1083-6101.2007.00378.x

Miller, R.J., & Darlington, Y. (2002). Who supports? The providers of social support tot dual-parent families caring for young children. Journal of community psychology, 30 (5), 461_473. doi:10.1002/jcop.10023

Miller, S., & Sambell, K. (2003). What do parents feel they need? Implications of parents' perspectives for the facilitation of parenting programs. Children & Society, 17 (1), 32-45. doi: 10.1002/CHI.726

Moss, P., Dillon, J., & Statham, J. (2000). The ‘child in need’ and ‘the rich child’: discourses, constructions and practice. Critical Social Policy, 20 (2), 233-254. doi: 10.1177/026101830002000203

Musatti, T. (2007). La signification des lieux d’accueil pour la petite enfance aujourd’hui. In: Brougère, G. & Vandenbroeck, M. (eds.) (2007). Nouveaux paradigms pour repenser l’éducation préscolaire. Bruxelles: Peter Lang.

Nederlands Jeugdinstituut. (n.d.). Kennis over jeugd en opvoeding. Triple P. Retrieved from http://www.nji.nl/eCache/DEF/1/25/462.html

Nichols, S., Nixon, H., & Rowsell, J. (2009).The “good” parent in relation to early childhood literacy: symbolic terrain and lived practice. Literacy, 43 (2), 65-74. doi: 10.1111/j.1741-4369.2009.00519.x

Parton, N. (2006). Every Child Matters: the shift to prevention whilst strengthening protection in children’s services in England, Children and Youth Services Review, 28 (8), 796-992. doi:10.1016/j.childyouth.2005.10.002

Pinderhughes, E., Nix, R., Foster, E., & Jones, D. (2001).  Parenting in context: Impact of neighborhood poverty, residential stability, public services, social networks, and danger on parental behaviors. Journal of Marriage and Family, 63 (4), 941 – 953.

Plantin, L., & Daneback, K. (2009). Parenthood, information and support on the internet. A literature review of research on parents and professionals online. BMC Family Practice, 1-12. doi:10.1186/1471-2296-10-34

Pykett, J., Saward, M., & Schaefer, A. (2010). Framing the good citizen. British Journal of Politics and International Relations, 12, 523-538. doi: 10.1111/j.1467-856X.2010.00424.x

Ramaekers, S., & Suissa, J. (2011). Wanneer is ‘goed’, ook ‘goed genoeg’? Enkele kanttekeningen bij de verwetenschappelijking van de ouder-kindrelatie. Signaal, 72, 4-21.

Ramaekers, S. (2009). Moeten ouders de opvoeders van hun kinderen zijn? Alert, 35 (4), 8-17.

Sanders, M.R., Markie-Dads, C., & Turners, K. (2003). Theoretical, scientific and clinical foundations of the Triple P-Positive Parenting Program: a population approach to the promotion of parenting competence. Parenting Research and Practice Monograph 1. http://www29/triplep.net/

Sanoma Magazines Belgium N.V (2011).  Zappybaby. Retrieved from http://www.zappybaby.be/nl/forum/index.html

Tiggelovend, I. (2009, Winter). Triple P magazine nr. 1. Positief opvoeden werkt. Retrieved from http://www.triplepmagazine.be/

Tiggelovend, I. (2010a, Lente). Triple P magazine nr. 2. Positief opvoeden werkt. Retrieved from http://www.triplepmagazine.be/

Tiggelovend, I. (2010b, Winter). Triple P magazine nr. 4. Positief opvoeden werkt. Retrieved from http://www.triplepmagazine.be/

Tiggelovend, I. (2010c, Zomer). Triple P magazine nr. 3. Positief opvoeden werkt. Retrieved from http://www.triplepmagazine.be/

Tiggelovend, I. (2011a, Lente). Triple P magazine nr. 5. Positief opvoeden werkt. Retrieved from http://www.triplepmagazine.be/

Tiggelovend, I. (2011b, Winter). Triple P magazine nr. 6. Positief opvoeden werkt. Retrieved from http://www.triplepmagazine.be/

Tisdall, E. (2006). Antisocial behaviour legislation meets children's services: challenging perspectives on children, parents and the state. Critical Social Policy, 26 (1), 101-120. doi: 10.1177/0261018306059767

Tobin, J., Wu, D., & Davidson, D. (1989). Preschool in three cultures: Japan, China and the United States. Londen: Yale University Press.

Van Crombrugge, H. (2009). Ouders in soorten. Antwerpen: Garant.

Van den Bruel, B. (2004). Aandacht voor het psychosociaal welzijn van kinderen en gezinnen binnen Kind en Gezin. Retrieved from http://www.kindengezin.be/img/aandacht-voor-het-psychosociaal-welzijn-v…

Van Gils, J. (2004). Maak er geen drama van. Alert, 30 (2), 10-14.

Vandemeulebroecke, L., & De Munter, A. (2004). Opvoedingsondersteuning: visie en kwaliteit. Leuven: Universitaire Pers Leuven.

Vandenbroeck M., Verschelden G., & Boonaert T. (2008). E-learning in a low-status female profession: the role of motivation, anxiety and social support in the learning divide. Journal of Computer Assisted Learning, 24, 181–190. doi: 10.1111/j.1365-2729.2007.00252.x

Vandenbroeck, M., & Bouverne-De Bie, M. (2006). Children’s agency and educational norms. A Tensed negotiation. Childhood, 13 (1), 127-143. doi: 10.1177/0907568206059977

Vandenbroeck, M. (2005). Opvoeden door onderhandeling. Bevrijdende of bevreemdende pedagogiek. In H. Van Crombrugge & E. Lombaert (Red.), Gezin en opvoeding: weldadig en gewelddadig (p. 45-59). Antwerpen/Apeldoorn: Garant.

Vandenbroeck, M. (2009). In verzekerde bewaring. Honderd vijftig jaar kinderen, ouders en kinderopvang. Amsterdam: Uitgeverij SWP.

Vandenbroeck, M. (2011). Gezinspedagogiek. Gent: Academia Press.

Vandenbroeck, M.,  Boonaert, T., Van der Mespel, S., & De Brabandere, K. (2009). Dialogical spaces to reconceptualize parent support in the social investment state. Contemporary Issues in Early Childhood, 10 (1), 66-77. Retrieved from http://dx.doi.org/10.2304/ciec.2009.10.1.66

Vandenbroeck, M., Boonaert, T., Van der Mespel, S., & De Brabandere, K. (2007) Opvoeden in Brussel. Gent-Brussel: UGent – VBJK – VCOK – VGC.

Vandeurzen, J. (2009). Beleidsnota 2009-2014. Welzijn, volksgezondheid en gezin. 1-76.

Verenigde Naties (1989, November). Verdrag inzake de Rechten van het Kind. Artikel 18. Retrieved from       http://www.ond.vlaanderen.be/zorgvuldigbestuur/pdf/Kinderrechtenverdrag…

Verkinderen, D. (2008). Virtuele ouderlijke netwerken: een verkenning van het discussieforum op www.zappybaby.be. Onuitgegeven meesterproef. Gent: vakgroep Sociale Agogiek – Ugent.

Wellman, B., Quan Haase, A., Witte, J., & Hampton, K. (2001). Does the Internet increase, decrease or supplement social capital?: social networks, participation and community commitment. American Behavioral Scientist, 45, 436-455. doi:10.1177/00027640121957286

Woodcock, J. (2003). Social work assessment of parenting. British Journal of Social Work, 33 (1), 87-106. doi: 10.1093/bjsw/33.1.87

Wyness, M. G. (1999). Childhood, agency and education reform. Childhood, 6 (3), 353-368. doi: 10.1177/0907568299006003004

 

Universiteit of Hogeschool
Master Sociaal Werk
Publicatiejaar
2012
Share this on: