De verhaalbaarheid van de kosten van verdediging: en wat met de rechtshulp?

Melissa
Cybulski

Verhaalbaarheid

Er wordt weleens beweerd dat de partij die een rechtszaak verliest het honorarium van de advocaat van de tegenpartij moet betalen. Dat klopt maar gedeeltelijk. De verhaalbaarheid van de kosten van verdediging is een actueel thema. Iedereen komt wel eens terecht in een conflictsituatie en wanneer deze conflicten verergeren, worden ze vaak voor een rechtbank uitgevochten. De proceskosten, die al snel kunnen oplopen, schrikt velen af om een proces te voeren waardoor het gerecht voor de gewone man vaak ontoegankelijk wordt. Een recent onderzoek wees dan ook uit dat burgers het te duur vinden om hun rechten af te dwingen voor een rechtbank. De honoraria van de advocaten staat daarbij centraal. Omtrent de verhaalbaarheid van de kosten van verdediging is gedurende lange tijd discussie geweest. We stellen vast dat er tot voor de Wet Verhaalbaarheid nog geen concreet wettelijk kader bestond die deze materie regelde. De rechter kon wel al een forfaitaire vergoeding toekennen, maar deze was vrij beperkt. Handelaars, enkel handelaars, konden ook wel al een redelijke vergoeding krijgen voor het honorarium van hun advocaat.

 

Naar aanleiding van het bekende ‘septemberarrest’ van het Hof van Cassatie, werd de “onverhaalbaarheid” dan ook in vraag gesteld. Het Hof besliste toen dat de kosten van een advocaat een onderdeel kunnen vormen van de vergoedbare schade die “onmiddellijk en rechtstreeks” gevolg is van de contractuele wanprestatie van de schuldenaar. Er dient sprake te zijn van een noodzakelijk beroep op een advocaat om een vergoeding te krijgen van zijn schade ten gevolge van een contractuele wanprestatie. Het Hof stelt uitdrukkelijk dat alleen die schade vergoedbaar is. Het ‘septemberarrest’ legde de basis voor de verhaalbaarheid en een eerste Wet op de Verhaalbaarheid volgde op 21 april 2007 (Wet Verhaalbaarheid).

 

Sinds de Wet Verhaalbaarheid krijgt de winnende partij een hogere forfaitaire tegemoetkoming die een deel van de kosten en erelonen van de advocaat moet vergoeden. Deze vergoeding noemt “rechtsplegingsvergoeding”. Het wettelijk basisbedrag wordt bepaald op basis van de vordering, maar kan op verzoek van de partijen door de rechter worden aangepast (bv. wegens de financiële draagkracht van de verliezende partij).

Het Belgische rechtssysteem ontwikkelde zich van een systeem waar het verhalen van de advocatenkosten onmogelijk was tot in de jaren ’80, tot een rechtssysteem waar de verhaalbaarheid van advocatenkosten een concreet en afdwingbaar recht is geworden.

Maar is het niet meer dan rechtvaardig dat een in het gelijkgestelde partij de kosten van haar advocaat kan recupereren van haar verliezende tegenpartij? En leidt dit dan tot een betere en meer gelijke toegang tot de rechter?

Vanuit de vraagstelling van mijn meesterproef blijkt al dat er onzekerheid bestaat ten aanzien van de gelijke toegang tot het recht voor iedereen. De ontwikkeling van de Wet Verhaalbaarheid wordt in verband gebracht met de huidige regeling van de rechtshulp. Is de toegang tot het gerecht verbeterd door de Wet Verhaalbaarheid? Het doel van deze thesis is om een antwoord te zoeken op de vraag of we het huidige systeem iets bijdraagt aan een gelijke toegang tot de rechter t.a.v. procespartijen die mindervermogend zijn. Deze groep van mensen dient namelijk een tal van drempels te nemen op de weg naar het gerecht. Centraal daarbij is de financiële drempel.

 

Door de verhaalbaarheidsregeling wordt er een groter risico gecreëerd voor diegene die een gerechtelijke procedure inleidt. De kans bestaat immers dat de rechter beslist om de advocaatkosten van de winnende partij ook ten laste van de verliezer te leggen. De verliezer moet dan in de betaling voorzien van zijn eigen advocatenkosten én in de rechtsplegingsvergoeding van de winnende partij die zich liet vertegenwoordigen door een advocaat. De kosten bij verlies zijn dus groter dan wanneer er geen verhaalbaarheid zou zijn. Wanneer men geen zekerheid heeft over de uitkomst van een procedure, zal men eerder afzien van een procedure, terwijl men dit niet zouden doen indien ze niet moesten instaan voor de betaling van een rechtsplegingsvergoeding aan de winnende partij.

Uit voorgaande kunnen we eigenlijk maar één enkel besluit trekken. Namelijk, waar het opzet oorspronkelijk was de drempel weg te halen, lijkt het dat we door de Wet Verhaalbaarheid een bijkomende financiële drempel hebben gecreëerd voor diegenen die voorheen ook reeds de financiële drempel ervoeren. De toegang tot de rechter wordt dus niet altijd vergroot wordt door de verhaalbaarheidsregeling.

Rechtshulp

Door het groeiende besef van de nood aan rechtshulp ontstonden er initiatieven die ervoor zorgden dat we doorheen de 20e eeuw uiteindelijk kunnen spreken van een systeem van rechtshulp. De inwerkingtreding van de wet van 23 november 1998 betreffende de juridische bijstand is hierbij van belang. Deze wet zorgde voor een uitbreiding van de juridische bijstand. Toch wordt er kritiek geuit op deze wet. Grootste punt van kritiek is dat deze zich voornamelijk richt op de armsten in onze maatschappij. De juridische tweedelijnsbijstand is namelijk slechts voorzien voor de armste mensen en niet voor de middenklasse.

Justitie in cijfers

De statistieken van de FOD Justitie tonen net aan dat er de laatste jaren enkel maar meer zaken worden ingeleid, wat dus ontegensprekelijk zou moeten wijzen op het feit dat mensen toch nog steeds de weg lijken te vinden tot de rechtbank en er juist geen te hoge drempel tot het gerecht wordt ervaren. Beide bevindingen zijn tegenstrijdig waardoor er natuurlijk een hoop twijfel ontstaat over dit leerstuk. Ook de budgeten voor rechtshulp stijgen ieder jaar, wat ons toont dat de overheid al grote inspanningen levert om aan de instellingsverplichting te voldoen. Dit sluit grote leemtes op bepaalde vlakken echter nog niet uit.

Besluit

Hoewel de verhaalbaarheidsregeling en het beperkte rechtshulpsysteem doet geloven dat de drempel tot het gerecht verhoogd wordt, stellen we vast dat dit niet ondersteund wordt door de statistieken van de FOD justitie.

Omdat er nog geen maatschappelijke rust heerst omtrent deze problematiek en men de twijfel moet doen verdwijnen, is het belangrijk dat men kwantitatief onderzoek voert naar rechtssubjecten uit alle lagen van de samenleving en een analyse van de impact van al deze nieuwe regels. Dit om achterhalen hoe het systeem van rechtshulp en verhaalbaarheid moeten worden herzien.

Bibliografie

 

Bibliografie

Wetgeving

Melissa Cybulski 2e master

Afbeelding verwijderd.Afbeelding verwijderd.

Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden, 4 november 1950. (EVRM)

Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, 19 DECEMBER 1966. (BUPO)

Handvest 12 december 2007 van de grondrechten van de Europese Unie, P.B., C. 303, 14 december 2007.

Richtlijn 2004/48/E.G. van het Europees Parlement en de Raad betreffende de handhaving van intellectuele eigendomsrechten.

De Belgische Grondwet.

Wet 10 oktober 1967 houdende het Gerechtelijk Wetboek, BS 31 oktober 1967.

Wet 23 november 1998 betreffende de juridische bijstand, BS 22 december 1998.

Wet 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties, BS 7 augustus 2002.

Wet 21 april 2007 betreffende de verhaalbaarheid van de erelonen en de kosten verbonden aan de bijstand van een advocaat, BS 31 mei 2007.

Wet 21 februari 2010 tot wijziging van de artikelen 1022 van het Gerechtelijk Wetboek en 162bis van het Wetboek van strafvordering en tot opheffing van artikel 6 van de wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties.

KB 30 november 1970, BS 3 december 1970.

KB van 20 december 1999 tot vaststelling van de vaste bijdrage verschuldigd door de aanvrager aan wie juridische eerstelijnsbijstand is verleend, overeenkomstig artikel 508/5, §2, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek, BS 30 december 1999.

KB 18 december 2003 tot vaststelling van de voorwaarden van de volledige of gedeeltelijke kosteloosheid van de juridische tweedelijnsbijstand en rechtsbijstand, BS 24 december 2003, ed. 2.

KB 26 oktober 2007 tot vaststelling van het tarief van de rechtsplegingsvergoeding bedoeld in artikel 1022 van het Gerechtelijk Wetboek en tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van de artikelen 1 tot 13 van de wet van 21 april 2007 betreffende de verhaalbaarheid van de erelonen en de kosten verbonden aan de bijstand van de advocaat, BS 9 november 2007.

Beleidsnota, Parl.St. 2004-2005, nr. 51, 9.

52

Melissa Cybulski 2e master

Parlementaire voorbereiding van het Gerechtelijk Wetboek, Parl.St. 1965-66, nr. 59/49, 151. Parl. St., Senaat, 2005-2006, nr. 3-1686/5, 10; Parl. St., Senaat 2006-2007, nr. 3-1686/4, 4;

Parl. St. Senaat, 2006-2007, nr. 3-1686/5, 8-15.
Memorie van toelichting 7 december 2009 bij het wetsontwerp tot wijziging van artikel 1022

van het Gerechtelijk Wetboek en artikel 162bis van het Wetboek van Strafvordering

Advies Hoge Raad voor de Justitie over de wetsvoorstellen inzake verhaalbaarheid: terugbetaling van kosten en erelonen van advocaten, 25 januari 2006, 17, http://5023.fedimbo.belgium.be/sites/5023.fedimbo.belgium.be/files/pres… 8b.pdf.

Rechtspraak

EHRM 21 februari 1975, Golder/VK, Publ. Cour eur. D. H., Serie A, nr. 18. EHRM 28 juli 1999, Bottazzi/Italië, nr.34884/97.
Arbitragehof 14 oktober 1999, nr. 113/99, RW 2001-02, 787.
Arbitragehof 19 april 2006, nr. 2006/57, RW 2005-06, afl. 41, 1614.

GwH 18 december 2008, nr.182/2008, BS 22 januari 2009. Cass. 11 april 1956, Arr.Verbr. 1956, 657.
Cass., 11 juni 1956, Pas. 1956, I, 1098.
Cass. 2 mei 1961, Pas. 1961, I, 926.

Cass. 29 september 1967, RW 1967-68, 590, Arr.Cass. 1968, 141, JT 1967, 606, Pas. 1968, I, 132, JL 1967-68, 49.

Cass. 23 januari 1969, RW 1968-69, 1370.
Cass. 28 april 1986, Arr. Cass. 1985-86, 1155, Pas. 1986, I, 1043 en RW 1986-87, 1907.

Cass. 9 mei 1986, Arr. Cass. 1985-86, 1223, JT 1987, 162, Pas. 1986, I, 1100, RW 1986-87, 2699 en TBH 1987, 413.

Cass. 23 oktober 1991, Arr. Cass. 1991-92, 180; Cass. 30 maart 1994, Arr. Cass. 1994, 340. Cass. 20 oktober 1994, RGAR 1996, nr. 12563, Arr.Cass. 1994, 866, en RW 1996-97, 297.

Cass. 7 april 1995, Arr. Cass. 1995, 390, Bull. 1995, 403, P&B 1996, 73, Pas. 1995, I, 403, Arr. Cass. 1996, 16.

Cass. 5 mei 1999, RW 2001-02, 1171.

Afbeelding verwijderd.Afbeelding verwijderd.Afbeelding verwijderd.

53

Cass. 2 september 2004, NJW 2004, 953, RW 2004-05. Cass. 16 december 2004, Arr.Cass. 2004, 2054.
Cass. 27 juni 2008, AR C/07.0384/F, nr. 411.
Cass. 24 juni 2010, AR C090425N.

Cass. 9 november 2011, RW 2012-2013, 985.
RvS 10 juli 2008, nr. 185.315.
Luik 2 november 2000, nr. 13514, RGAR 2002.
Brussel 16 januari 2003, nr. 13755, RGAR 2003
Brussel 11 juni 2003, JLMB 2003, 1691; Rb. Brussel 20 juni 2002, JT 2003, 69. Antwerpen 24 juni 2003, NJW 2003, 1299; Luik 6 januari 2005, JLMB 2005, 714. Bergen 12 november 2003, De Verz. 2004, 778.

Luik 14 december 2004, JLMB 2005, 69
Rb. Leuven 20 januari 2005, AR. 042717, onuitg.
Pol. Brugge (7e k.) 10 december 2004, vonnisnr. 2004/12696 – dossiernr. 04B010365, onuitg. Pol. Brugge (1° burgerlijke kamer) 21 maart 2005, AR 04194, onuitg.
Pol. Brugge (1e kamer) 4 april 2005, AR 02A378, onuitg.
Vred. Sint-Gillis 1 oktober 1985, T. Vred. 1987, 51-53.

Rechtsleer

BECQ, S., “Drempel om naar rechtbank te stappen vergroot”, 2011, www.sonjabecq.be/brussel/nieuws/drempel-om-naar-rechtbank-te-stappen-ve….

BOONE, R. en MORIAU, I., “Particulieren grootste dupe van de wet op de verhaalbaarheid”, Juristenkrant, afl. 172, 25 juni 2008, 3.

BOURGOIGNIE, T., DELVAX, G., DOMONT-NAERT, F. en PANIER, C., Rechtshulp aan de consument, Brussel, Bruylant, 1981.

BREDA, J. en STEVENS, A., “Organiseren van algemene sociale rechtshulp. De betekenis van de Balie en van andere initiatiefnemers”, in A.J. HOEKEMA en J. VAN HOUTTE (eds.), De rechtssociologische werkkamer. Beeld van het rechtssociologisch empirisch onderzoek,

Melissa Cybulski 2e master

Afbeelding verwijderd.Afbeelding verwijderd.

54

Melissa Cybulski 2e master

CAENEGEM, P., “Verhaalbaarheid van kosten van verdediging versus rechtsbijstand”, o.c., 82.

CALLEWAERT V., en DE CONINCK, B., “La répétibilité des frais et honoraires d’avocat après l’arrêt de la Cour de Cassation du 2 septembre 2004: responsabilité et assurances”, RGAR 2005, 13944.

CLIJMANS, C., “De verhaalbaarheid van het honorarium en de kosten van de advocaat” (noot onder Cass. 2 september 2004), , NJW 2004, 953, RW 2004-05.

CLOSSET-MARCHAL, G., en DROOGHENBROECK, J.-F., “La répétibilité des honoraires d'avocat à l'aune du droit judiciaire“, RGAR 2005, 13945 e.v., nr.18.

COLLE, Ph. en ZEGERS, S., De terugvorderbaarheid van de erelonen van advocaten en verzekeringen, Brussel, Maklu, 2005, 465.

CUYPERS D. en HUBEAU, B.(eds.), De stand van de rechtsbijstand, Tegenspraak Cahier 22, Brugge, die Keure, 2002, 225.

DABIN, J. en LAGASSE, A., “Examen de jurisprudence (1955 à 1959). La responsabilité délictuelle et quasi délictuelle”, RCJB 1959, 316-317, nr. 137.

DAEMEN, G., “Het standpunt van de rechtsbijstandsverzekeraar”, Proces en Bewijs 1997, 8- 10

DE CONINCK, B., “La répétibilité des honoraires d’avocat dans le contentieux de la réparation du dommage”, RGAR 2003, 13750.

DE CONINCK, B., “Répétibilité et responsabilité civile: un arrêt de principe”(noot onder Cass. 2 september 2004), NJW 2004, 953

DE RODE H. en GEORGE, J., “Vae victis! La répétibilité des honoraires d’avocat“, De Verz. 2005, 252; C. PARMENTIER, “Le caractère nécessaire de l’intervention de l’avocat, condition de la répétibilité des frais de défense“, JLMB 2005, 679.

DESSARD, D., “Répétibilité: appreciation ex aequo et bono: un moindre mal?“(noot onder Luik 14 december 2004,) JLMB 2005, 69.
DE TEMMERMAN, B., “De verhaalbaarheid van kosten van juridische of technische bijstand”, TPR 2003, 1015-1019.

DE TEMMERMAN, B., “De verhaalbaarheid van kosten van juridische of technische bijstand”, TPR 2003, 1021; F. GLANSDORF., F, “La loi du 2 août 2002, Un pas vers la répétibilité des honoraires?”, La Tribune 2002/8, 14-16.

DE TEMMERMAN, B., “De verhaalbaarheid van kosten van juridische of technische bijstand”, TPR 2003, 1061

DE WULF, V., ”Répétibilité des frais et honoraires d’avocat: la fin des incertitudes?” (noot onder GwH 18 december 2008), JT 2009, afl. 6340, 101.

Deventer, Van Loghum Slaterus, 1982, 64

55

Melissa Cybulski 2e master

DIRIX, E., “Kanttekening. Verhaalbaarheid proceskosten en Rechtscultuur”, RW 2008, nr.1, 42.

EVERS, F., “Verhaalbaarheid van de kosten van verdediging: enkele bedenkingen in de marge”, o.c. 280.

EVERS, F., en LEFRANC, P., (eds.), De verhaalbaarheid van de kosten van verdediging: en wat met de toegang tot de rechter?, Tegenspraak Cahier 25, Brugge, die Keure, 2005.

EVERS, F., en LEFRANC, P., (eds.), De verhaalbaarheid van de kosten van verdediging: en wat met de toegang tot de rechter? Rechtshulp op de helling, Tegenspraak Cahier 25bis, Brugge, die Keure, 2005.

GALANTER, M., “Why the “Haves” Come out ahead: Speculations on the Limits of Legal Change”, Law and Society Review, 1974, 95-160.

GELDHOF, W. en CLAESSENS, B., “Advocatenhonoraria. Vergoedbare schade?”, NJW 2002, 342-346;

GIBENS, S., “Gezocht: visie op rechtshulp”, Juristenkrant, afl. 76, 2003, 2.

GIBENS, S., “Rechtshulp anno 2005: de afwezigheid van een traditie”, in F. Evers en P. LEFRANC (eds.), De verhaalbaarheid van de kosten van verdediging: en wat met de toegang tot de rechter? Rechtshulp op de helling, Tegenspraak Cahier 25bis, Brugge, die Keure, 2005, 2.

GLANSDORFF, F., “La prise en charge des honoraires d’avocat: un important arrêt de la Cour de Cassation”, Journ. proc. 2004, 4.

GLANSDORFF, F., “Recommandations aux avocats à la suite de l’arrêt de la Cour de Cassation du 2 septembre 2004”, JT 2004, 786.

GOETHALS,J., LEMAITRE,A.,DOUTRELEPONT,R.,FINCOEUR,R.,KELLENS,G.,PERMANTIER, S., SIMAYS, C., WYSEURN, L., VAN AERSCHOT, G. en VERVAEKE, V., “Justitie in vraag gesteld. Een kwalitatieve benadering vetrekkende vanuit de justitiebarometer”, Gent, Academia Press, 2005, 362p.

GOUDEN M. en PHILIPPE, D., “Les honoraires d’avocat et les frais d’expert constituent un élément du dommage”(noot onder Cass. 2 september 2004), Journ. Proc. 2004, 29, JT 2004, 684.

GRAULUS, P., “Kosten van verdediging: het Hof van Cassatie neemt een bocht van 180 graden!”, Verz. 2002, 704-707.

GRAULUS, P., “De verhaalbaarheid van de verdedigingskosten: het Hof van Cassatie gaat verder op de ingeslagen weg” (noot onder Cass. 2 september 2004), JLMB 2004, 1320,.

HAMAIDE, J., “Access à la justice et assistance judiciaire”, in Hoge Raad voor de Justitie, Gerechtelijke achterstand: geen noodzakelijk kwaad, Brussel, Bruylant, 2004, 101-109.

56

Melissa Cybulski 2e master

HERMANS, G., “De terugvorderbaarheid van advocatenkosten: een schets van de standpunten in rechtspraak en rechtsleer” in F. EVERS en P. LEFRANC (eds.), De verhaalbaarheid van de kosten van verdediging: en wat met de toegang tot de rechter?: rechtshulp op de helling, Tegenspaak Cahier 25, Brugge, die Keure, 2005, 93-120

HOFSTRÖSSLER, P., “Betaalt de verliezer alles?”, in Informatieblad Nederlandse Orde van Advocaten te Brussel – permanente vorming 2004-2005, afl. 1, 742.

HUBEAU, B., PARMENTIER,S., “Preadvies Rechtshulp”, in Interdepartementale Commissie voor Armoedebestrijding (red.), Aanbevelingen voor het armoedebestrijdingsbeleid 1990- 1991, derde verslag, Brussel, Kabinet van de Staatssecretaris voor Maatschappelijke Emancipatie, 1991, 57-91.

HUBEAU, B., GOORDEN, J. en MERTENS, J. (eds.), Recht op recht. Sociale rechtshulp en sociaaljuridische dienstverlening in Vlaanderen, Antwerpen, Kluwer, 2011, 147.

HUBEAU, B., en PARMENTIER, S., “Rechtshulp”, TPR 2003, 1039-1048.

HUBEAU, B., “Sociale rechtshulp en sociaaljuridische dienstverlening zijn mensenwerk”, in B. HUBEAU, J. GOORDEN en J. MERTENS (eds.), Recht op recht. Sociale rechtshulp en sociaaljuridische dienstverlening in Vlaanderen, Antwerpen, Kluwer, 2011, 147.

HUBEAU, B., “Van rechtshulp naar juridische bijstand: over de instellingen en de mensen van het recht”, D. CUYPERS en B. HUBEAU (eds.), De stand van de Rechtsbijstand, Die Keure 2005, 12.

HUBEAU, B., “Verhaalbaarheid van de kosten van verdediging en betaalbare rechtshulp: over transparantie en behoorlijke prijsvorming”, o.c., 41-78.

HUYSE, L., Sociologie van het recht, Leuven, syllabus Faculteit Rechtsgeleerdheid, 1997- 1998.

KORKMAZER F. en LAMON, H., “Het verhaal van de verhaalbaarheid: het Grondwettelijk Hof heeft gesproken”, CBR Jaarboek, 2008-2009, 48.

LAMON. H., “Erelonen van advocaten: hoever geraken we met de billijke gematigdheid?”, Ad Rem 2003, nr. 1, (11) 16.

LAMON, H., “Rechtsplegingvergoeding is niet strijdig met grondwet”, Juristenkrant, afl. 180, 16 oktober 2008, 3.

LAMON, H., “Verhaalbaarheid van advocatenkosten Wet van 21 april 2007”, NJW 2007, nr.26, 441.

LEFRANC, P. en EVERS, F., “Leidt de verhaalbaarheid van de advocatenkosten tot een meer toegankelijke justitie?”, TvMR 2007, afl. 4, 9.

LEFRANC, P., ”Verhalen van kosten”, TBBR 2005, afl. 4, 180.

57

Melissa Cybulski 2e master

LEFRANC, P., “Verhalen van kosten”, in EVERS F. en LEFRANC P. (eds.), De verhaalbaarheid van de kosten van verdediging: en wat met de toegang tot de rechter?, Tegenspraak Cahier 25, Brugge, die Keure, 2005, 58.

MAENHOUT, K., Verhaalbaarheid van erelonen en kosten van advocaten inzake handelstransacties na de wet van 2 augustus 2002, RW 2002-03, (613)615.

MERTENS, F., “Verhaalbaarheid van kosten van bijstand inzake onteigening: een gefnuikt pilootproject”, in F. EVERS en P. LEFRANC (eds.), De verhaalbaarheid van de kosten van verdediging: en wat met de toegang tot de rechter?, Tegenspraak Cahier 25, Brugge, die Keure, 2005, 179.

NIHOUL, M, ”La répétibilité des honoraires du conseil en matière d’expropriation: vers une indemnité de défense en marge du droit commun?”, JT 1996, 401-410.

ONGENA, S. en VANPETEGHEM, V., “Betalingsachterstand bij handelstransacties. De wet van 2 augustus 2002”, NJW 2003, 366-372.

Orde van Vlaamse Balies, “Juridische tweedelijnsbijstand”, www.advocaat.be/Page.aspx?genericid=49.

Orde van Vlaamse Balies, Memorandum, 15 juli 2010, 20.
PARMENTIER, S., “Elk recht heeft zijn prijs. De kosten van verdediging vanuit het perspectief

van de toegang tot het recht en de rechtsbedeling”, o.c., 135.

PARMENTIER S., VERVAEKE, G., GOETHALS, J., DOUTRELEPONT, R., KELLENS, G., LEMAITRE, A., CLOET, B., SCHOFFELEN, J., VANDERHALLEN, M., BIREN, P., SINTOBIN, M., VAN WIN, T. en VANDEKEERE, M., Justitie doorgelicht. De resultaten van de eerste Belgische “ justitiebarometer”, Gent, Academia Press, 2004, 118, 55-56.

PARMENTIER, S. en PATART, D., “La loi du 2 août 2002 concernant la lutte contre le retard du paiement dans les transactions commerciales”, TBH 2003, 233-224.

PARMENTIER, S., “Rechtshulp en toegang tot het recht: nieuwe oplossingen voor oude problemen”, in D. CUYPERS en B. HUBEAU (eds.), De Stand van de rechtsbijstand, Brugge, die Keure, Tegenspraak Cahier 22, 2002, (185)192.

Rapport Commissie Burger, Recht en Samenleving aan de Koning Boudewijnstichting, Het recht van de mensen. Naar een kwaliteitsvolle verhouding tussen burger, recht en samenleving, Brussel, Koning Boudewijnstichting, 2001, 88-89;

www.kbs-frb.be/uploadedFiles/KBS- FRB/Files/NL/PUB_1254_Het_recht_van_de_mensen.pdf.

RIESE, H., “De duivel schijt altijd op de grootste hoop”, www.nbmf.nl/Uploads/Docs/NTvBM- %20mei%202004%20Jaargang%2015,%20nr%201.pdf.

SAGAERT, V., “De Europese richtlijn betreffende de bestrijding van betalingsachterstand bij handelstransacties”, RW 2001-02, 1441-1442.

Afbeelding verwijderd.Afbeelding verwijderd.Afbeelding verwijderd.Afbeelding verwijderd.Afbeelding verwijderd.

58

Melissa Cybulski 2e master

SAGAERT V. en SAMOY, I., “De wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties. Een verwittigd wanbetaler is er twee waard”, RW 2002-03, (320) 328.

SAGAERT, V. en SAMOY, I., “De wet van 21 april 2007 betreffende de verhaalbaarheid van kosten en erelonen van een advocaat”, RW 2007-08, afl. 17, 693.

SAGAERT V. en SAMOY, I., “Kosten en erelonen van de advocaat, de wetgever is aan zet”, RW 2003-04, 838.

SAGAERT V. en SAMOY, I., “Kroniek verhaalbaarheid erelonen”, CBR Jaarboek, 2008-2009, 3. SCHOLLEN, P., “De verhaalbaarheid van advocaten beslist? Een kort bezwaar vanuit een groot

beginsel”, o.c., 264-265.
SCHOLLEN, P. en VANGEEBERGEN, B., “Juridische Bijstand”, Jura Falc., 2000-2001, 426-427.

SCHWITTERS, R., Recht en samenleving in verandering: een inleiding in de rechtssociologie, Deventer, Kluwer, 2008, 118.

SMEYERS, H., “Rechtsbijstandverzekering, de lange weg van luxeproduct naar wit product”, De Verz. 1998, afl. 167, 174; C. PARIS, Le régime de l’assurance protection juridique, Brussel, Larcier, 2004, 119.

SMEYERS, H., “Toegang tot het (ge)recht: de rechtsbijstandsverzekering als oplossing”, o.c., 112.

M.E. STORME, “Aansprakelijkheid voor gerechtskosten en aansprakelijkheid van de advocaat”, Proces en Bewijs, 2-4.

STORME, M.E, “De wet van 2 augustus 2002 inzake betalingsachterstand en de discriminatie inzake de verhaalbarheid van advocatenkosten”, TPR 2003, (1077) 1080.

STROOBANT, M., "De sociale grondrechten naar Belgisch recht. Een analyse van de parlementaire werkzaamheden bij art. 23 G.W." in M. STROOBANT (ed.), Sociale grondrechten, Antwerpen, Maklu, 1995, 90.

STROOBANT, M., “De sociale grondrechten naar Belgisch recht. Een analyse van de parlementaire werkzaamheden bij artikel 23 Gw.” in M STROOBANT (ed.), Sociale grondrechten, Antwerpen, Maklu Uitgevers 1995, 57-94

TEIJL, R., “Een economische analyse van de verdeling van proceskosten”, P&B1997, 20-22. VAN CAENEGEM, P., “Art. 692-693 Ger. W.” in Comm. Ger. 2004, nr. 1.

VAN DER VEKEN, R., “Invorderbaarheid van verdedigingskosten of hoe onbereikbaar is vrouwe Justitia?”,o.c., 139.

59

VAN DONINCK, J., “Het omslaan van de gedingkosten en de nieuwe rechtsplegingsvergoeding: as you like it?”, RW 2009-2010, 306.

VAN DROOGHENBROECK, J.F. en DE CONINCK, B., “La loi du 21 avril 2007 sur la répétibilité des frais et honoraires d’avocat”, JT 2008, afl. 6295, 52.

VAN GERVEN, W., Met twee voeten op de aarde, o.c., 157.

VANHOUTTE, J., VAN WAMBEKE, W. en DELANOEIJE, B., Rechtshulp en rechtsinformatie, Brussel, Federale Diensten voor Wetenschappelijke, Technische en Culturele aangelegenheden, 1995, 160 p.

VAN KILDONCK, K., “Verhaalbaarheid advocatenhonorarium”, NJW 2005, 194, nr. 61.

VAN OEVELEN, A., “De ongeldigheid van het beding tot verhoging van de schuldvordering ingeval deze in rechte wordt opgeëist en de toepassing ervan op de invordering van advocatenhonoraria”, RW 1995-96, (189) 190.

VAN ORSHOVEN, P., “The loser’s standing small?”, Juristenkrant, afl. 94, 2004, 8.

VAN REEPINGHEN, C., “Verslag over de Gerechtelijke Hervorming”, I, BS 1964, 394-395.

VAN VOLSEM, F., “De Wet Verhaalbaarheid erelonen en de strafrechter: de regeling doorstaat (voorlopig?) de toetsing door het Grondwettelijk Hof en het Hof van Cassatie werkt ondertussen (sommige) onduidelijkheden m.b.t. de rechtsplegingvergoeding weg”, RABG 2009, afl. 7, 446- 460.

VELU, S., “La “non-répétibilité” des frais et honoraires de conseils est-elle compatible avec les exigences du droit d’accès à un tribunal? “ in Liber Amicorum Lucien Simont, Brussel, Bruylant, 2002, 224 p.

VOET, S. en TAELMAN, P., “De verhaalbaarheid van de advocatenhonoraria: analyse van een aantal knelpunten na één jaar toepassing”, in P. VAN ORSHOVEN (ed.), De proceswetten van 2007 – Les lois de procédure de 2007 ... revisited!, Brugge, Die Keure 2009, 161.

VZW SiVi, Dossier armoede en justitie: als je in het rood staat, springt het niet automatisch op groen, VZW SiVi, 2007, 12.

VZW SiVi, Dossier armoede en justitie: als je in het rood staat, springt het niet automatisch op groen, VZW SiVi, 2007.

WILLEKENS, H., “De verhaalbaarheid van verdedigingskosten, de toegankelijkheid van het gerecht en de (her)verdelingsproblematiek”, o.c.,153.

WILMS, B. en CHRISTIAENS, K., “Erelonen en kosten van advocaten kunnen op een schadeveroorzakende partij worden verhaald als onderdeel van door een slachtoffer geleden schade” (noot onder Cass. 2 september 2004), TBBR 2004, 461.

Melissa Cybulski 2e master

60

Melissa Cybulski 2e master

X, Justitie in vraag gesteld. Een kwalitatieve benadering vertrekkende vanuit de “justitie- barometer”, Gent, Academia Press, 2005, 95-96, 105-106, 142, 196-170, 173-174, 198-201, 236-237, 245-246, 269-275, 297, 302-303, 310, 312, 318.

Websites

“Daling aantal verkeersongevallen en verkeersslachtoffers”, www.belgium.be/nl/nieuws/2011/news_statistieken_verkeersongevallen_2010….

FOD Economie, “Verkeersongevallen 2008”, 1, http://statbel.fgov.be/nl/binaries/pr145_nl_tcm325-81146.pdf.

FOD economie, “Verkeersongevallen 2009”, http://statbel.fgov.be/nl/modules/pressrelease/statistieken/verkeer_en_… a_circulation_2009.jsp.

Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting, Verslag Armoedebestrijding 2008-2009, 55; “Verhaalbaarheid van de erelonen van de advocaat: naar een betere toegang tot justitie?”, 51, www.armoedebestrijding.be/publications/verslag5/rap5_Uitoefening_rechte… d_NL.pdf.

www.kbs-frb.be/uploadedFiles/KBS- FRB/Files/NL/PUB_1254_Het_recht_van_de_mensen.pdf.

http://statbel.fgov.be
www.advocaat.be/Page.aspx?genericid= http://ec.europa.eu/civiljustice/legal_aid/legal_aid_bel_nl.htm. 

 

Download scriptie (1.92 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Antwerpen
Thesis jaar
2013