De Vlaamse dopingstrijd (1965-heden). Een politiek-maatschappelijke voorgeschiedenis van het huidige antidopingdecreet.

Bram Constandt
Persbericht

De Vlaamse dopingstrijd (1965-heden). Een politiek-maatschappelijke voorgeschiedenis van het huidige antidopingdecreet.

DE VLAAMSE DOPINGSTRIJD

EEN POLITIEK-MAATSCHAPPELIJKE VOORGESCHIEDENIS VAN HET HUIDIGE ANTIDOPINGDECREET

 

InleidingDe bekentenissen van Lance Armstrong, de positieve tests van enkele topatleten en de aanhoudende geruchten over prestatieverbetering in het voetbal maken één zaak pijnlijk duidelijk: doping is actueler dan ooit. Internationaal gezien is een harde lijn van nultolerantie de norm. Doping wordt vandaag gezien als een van de grootste bedreigingen voor het voortbestaan van de sport, die als een “sportkanker” alle sport-ethische waarden aantast. Die hardnekkige strijd tegen doping is evenwel niet zo oud. Meer nog, tot zo’n vijftig jaar terug was er zelfs helemaal geen sprake van een dopingbeleid. Net die periode wil dit artikel overbruggen. Wat bracht doping op de politieke agenda? Wanneer verschenen België en Vlaanderen op het internationale toneel? In welke mate heeft de Vlaamse publieke opinie kunnen wegen op het beleid en wat brengt de toekomst?

De moeizame politieke startVoor de jaren zestig van de vorige eeuw was er vanuit de politieke wereld weinig animo om doping streng te gaan reguleren. Dat was de taak van de sportfederaties, zo luidde het. Die desinteresse was echter niet langer houdbaar. Er vielen steeds meer dodelijke slachtoffers waarvan bewezen werd dat er prestatie-bevorderende middelen in het spel waren. De imagoschade was erg reëel, onder meer door het groeiende mediatiseren van de sportbeleving. België ging anno 1965 als een van de eerste landen wereldwijd een wet invoeren om het dopinggebruik in de sport aan banden te leggen. Veel andere naties volgden snel en de internationale strijd werd langzaam meer zeker opgevoerd.

Doping als “sportkanker” en sociale plaagGaandeweg besefte men maar al te goed dat er nood was aan een goed discours om de toenemende inspanningen te rechtvaardigen. Voor de gewone sportliefhebber maakte het immers meestal niet uit of de winnaar van zijn favoriete wedstrijd nu doping nam of niet. Al wat hij wou zien, was een spannende strijd. Het arsenaal aan argumenten werd bijgevolg stelselmatig uitgebreid. Doping was al snel niet enkel een gevaar voor de gezondheid van de sporters alleen, maar ook een “sportkanker” die de hele volksgezondheid bedreigde. De politiek had de dwingende plicht om die sociale plaag in te dijken. In de jaren tachtig van de twintigste eeuw werd daar nog een meer ethisch aspect aan toegevoegd. De toename van het aantal dopinggevallen werd voor een deel toegedicht aan de commercialisering van de topsport en de bloeiende farmaceutische industrie. De internationale dopingstrijd kreeg steeds meer het karakter van een morele kruistocht.

Het begin van de Belgische en Vlaamse dopingstrijdBelgië criminaliseerde doping dus al erg snel, maar liet dan de teugels min of meer los. Bij de Eerste Staatshervorming in 1970 werd sport gemeenschapsmaterie, terwijl doping als onderdeel van Volksgezondheid pas in 1980 overgedragen werd aan de gemeenschappen. Dat gebeurde niet zonder slag of stoot. Bovendien duurde het daarna nog tot het einde van het millennium vooraleer alle Vlaamse bevoegdheidsaspecten rond sport (competitiesport, breedtesport, schoolsport, doping, …) samengebracht werden onder één minister, die van Sport. Ondanks die moeilijkheden vertolkte Vlaanderen toch een pioniersrol. Door al vanaf het einde van de jaren zeventig van de vorige eeuw in te zetten op bewustwordingscampagnes koos Vlaanderen voor een tweesporenbeleid van straffen enerzijds en preventie anderzijds, lang vooraleer dat internationaal gezien de norm werd.

Twee snelhedenNa de bevoegdheidsoverdrachten had je in België lange tijd een dopingbeleid met twee snelheden. Vlaanderen nam internationaal gezien vaak de leiding, terwijl de andere gemeenschappen in het algemeen achterop hinkten. Dit was eigenlijk een groot probleem, aangezien de omkadering rond veel wedstrijden niet stopt aan de politieke en geografische grenzen. In 1999 werd het Wereld Anti-Dopingagentschap (WADA) opgericht dat tot taak had het internationaal dopingbeleid beter te harmoniseren. Mede vanuit die impuls werd via een aantal vrij recente samenwerkingsakkoorden tussen de Belgische gemeenschappen gezorgd voor een meer coherent Belgisch dopingbeleid.

De rol van de Vlaamse sportpersBinnen de wetenschappelijke literatuur neemt men aan dat de publieke opinie steeds een grote impact heeft gehad op het dopingbeleid. Geldt dit ook voor Vlaanderen? In welke mate heeft de Vlaamse sportpers – die op dit vlak toch een grote verantwoordelijkheid draagt –  die publieke opinie kunnen kneden? Het antwoord op die laatste vraag is vrij eenvoudig: te weinig. Willem Van Wijnendaele besefte het al in 1955: “Wij hebben inderdaad niets gedaan om het [doping, nvdr.] te verhinderen en wij doen nog steeds niets of bitter weinig om de ingeankerde en voortwoekerende kwaal te bestrijden. Wij, dat zijn in de allereerste plaats de joernalisten.[…] Wij, sportjoernalisten, zijn allemaal even schuldig want allemaal even laf.”.

Ook tijdens latere decennia probeerde de Vlaamse sportpers via zogeheten kritische onderzoeksjournalistiek te wegen op het beleid. Dat lukte niet altijd even goed. Te vaak nam men de courante politieke antidopingretoriek zonder meer over. Toch verdient de Vlaamse sportjournalistiek ook enkele eervolle vermeldingen, onder meer vanwege hun houding om op doping betrapte sporters niet alleen als dader, maar ook als slachtoffer te gaan bekijken.

De dubbele moraal en een blik op de toekomstDe doorsnee sportliefhebber lag mede onder invloed van de journalistiek lange tijd niet wakker van doping. Toen de verslaggevers kritischer werden, volgden de fans in zeker zin. Toch blijven zij tot op vandaag een soort dubbele moraal hanteren. Doorgaans reageert men erg streng op betrapte sporters, maar anderzijds is men ook heel snel met het vergeven en het opnieuw populariseren van terugkerende dopeurs. Situeert zich daar in de toekomst misschien een opening om de huidige, harde politieke lijn van absolute tolerantie enigszins in vraag te stellen?

Het recente Vlaamse Antidopingdecreet van 25 mei 2012 kwam per slot van rekening om twee hoofdredenen tot stand: de noodzaak om doping los te koppelen van andere sport-ethische thema’s die veel minder snel evolueren en de wens om het dopingcontrolesysteem met betrekking tot de Vlaamse topsporters terug wat menselijker en redelijker te maken.

Bibliografie

BIBLIOGRAFIE

  1. Secundaire literatuur

1.1   Boeken en meer

·         ANCIAUX (B.), DE BOSSCHER (V.), SCHEERDER (J) e.a. Sport verruimd: 5 jaar Vlaams sportbeleid (2004-2009). Brussel, Vlaamse Overheid, 2009, 101 p.

·         BELGISCH OLYMPISCH EN INTERFEDERAAL COMITÉ. Sport zonder doping. Een handleiding voor artsen, apothekers en sportdeskundigen, opgesteld door het Belgisch Olympisch Interfederaal Comité in samenwerking met Janssen Pharmaceutica. Beerse, Janssen Pharmaceutica, 1986 (1990, 1994), 104 p. (112 p., 99 p.).

·         BLEYEN (J.) & VAN MOLLE (L.). Wat is mondelinge geschiedenis?. Leuven, Acco, 2012, 172 p.

·         BODIN (D.) & SEMPÉ (G.), eds. Ethics and sport in Europe. Straatsburg, Council of Europe Publishing, 2011, 195 p.

·         BURNS (C.N.), ed. Doping in Sports. New York, Nova Science, 2006, 82 p.

·         CLAEYS (U.). Sport- en … Leuven, Davidsfonds, 1986, 156 p.

·         CLARIJS (J.) & VAN INGEN SCHENAU (G.J.), eds. Wielrennen. Een confrontatie tussen de wetenschap en de praktijk van het wielrennen. Lochem, De Tijdstroom, 1985, 240 p.

·         COAKLEY (J.J.). Sport in Society. Issues and Controversies. Second Edition. St. Louis, The C.V. Mosby Company, 1982, 335 p.

·         DAELE (J.E.). Strijd in de wielersport. Of een inleiding tot betere kennis over doping en uitbuiting in de westeuropese wielersport na de tweede wereldoorlog. Gent, Jan Emiel Daele, 1970, 152 p.

·         DEDECKER (D.). The War on Doping. Over korfbalethiek en mensenrechten. Gent, Uitgeverij Larcier, 2010, 96 p.

·         DE HAES (L.), ed. Het hoofd, de benen en het geld. Sport en maatschappij. Leuven, Kritak, 1980, 260 p.

·         DE KNOP (P.) & DE BOSSCHER (V.). De organisatie van de sport in Vlaanderen. Brussel, VUB PRESS, 2007, 167 p.

·         DE KNOP (P.) & PIÉRON (M.). Samenleving & Sport. Beheer en organisatie van de sport in Vlaanderen. Brussel, Koning Boudewijnstichting, 2000, 126 p.

·         DE KNOP (P.), SCHEERDER (J.) & PONNET (H.). Sportbeleid in Vlaanderen. Volume I: trends, visies, cases en cijfers. Brussel, Publicatiefonds Vlaamse trainersschool, 2006, 256 p.

·         DE KNOP (P.), VANREUSEL (B.) & SCHEERDER (J.), eds. Sportsociologie. Het spel en de spelers. Maarssen, Elsevier Gezondheidszorg, 2002, 428 p.

·         DE LAETER (D.), DE PAUW (W.), LEMAHIEU (T.) & VERMEERSCH (L.). Sociaal - cultureel en educatief werk. Het beleid in Vlaanderen. Een wegwijzer. Mechelen, Kluwer, 2008, 104 p.

·         DE SCHAEPDRYVER (A.) & HEBBELINCK (M.), eds. Doping. Proceedings of an International Seminar Organized at the Universities of Ghent & Brussels, May 1964 by the Research Committee of the International Council of Sport and Physical Education (U.N.E.S.C.O.). Oxford, Pergamon Press Ltd., 1965, 180 p.

·         DIMEO (P.). A History of Drug Use in Sport 1876-1976: Beyond Good and Evil. Londen, Routledge, 2007, XI + 153 p.

·         GUTTMANN (A.). Sports: The First Five Millennia. Amherst, University of Massachusetts Press, 2004, 448 p.

·         HAMILTON (T.) & COYLE (D.). De wielermaffia. Het onthullende verhaal over doping in het Armstrong-tijdperk. s.l., Linkeroever Uitgevers, 2012, 310 p.

·         HARTGENS (F.) & KUIPERS (H.), eds. Verboden middelen in de sport. Houten/Diegem, Bohn Stafleu Van Loghum, 2000, XX + 266 p.

·         HARTLEY (H.). Sport, Physical Recreation and the Law. Oxon, Routledge, 2009, XXII + 330 p.

·         HOBERMAN (J.M.). Doping: de atleet als machine. Utrecht/Antwerpen, Uitgeverij Kosmos, 1992, 238 p.

·         HOULIHAN (B.). Dying to Win: Doping in Sport and the Development of Anti-Doping. Straatsburg, Council of Europese Publishing, 2002, 247 p.

·         HUNT (T.M.). Drug Games. The International Olympic Committee And The Politics Of Doping, 1960-2008. Austin, University of Texas Press, 2011, XII + 217 p.

·         KEYSERS (P.). Doping. Het circus van list en bedrog. Leuven, Uitgeverij Kritak, 1993, 196 p.

·         LAUWEREYS (L.), DE WAEGENEER (E.) & JORIS (M.). Stilstaan bij bewegen. Doordenken over sport. Wetteren, De Maakbare Mens vzw, 2008, 47 p.

·         LORENZ (C.). De constructie van het verleden. Een inleiding in de theorie van de geschiedenis. Amsterdam, Boom, 2008, 400 p.

·         McFEE (G.). Sport, rules and values. Philosophical investigations into the nature of sport. Londen, Routledge, 2004, X + 202 p.

·         McNAMEE (M.J.) & MØLLER (V.), eds. Doping and anti-doping policy in sport : ethical, legal and social perspectives. Londen, Routledge, 2011, XI + 248 p.

·         MØLLER (V.). The ethics of doping and anti-doping. Redeeming the soul of sport?. Londen, Routledge, 2010, VIII + 165 p.

·         MOTTRAM (D.R.), ed. Drugs in Sport. Third Edition. Londen/New York, Routledge, 2003, VIII + 417 p.

·         NELISSEN (J.). Doping. Het duivelse spel met leven en gezondheid. Amsterdam/Antwerpen, Uitgeverij L.J. Veen, 2000, 111 p.

·         NIJS (P.), ed. Sport en Doping. Kapellen, De Sikkel N.V., 1978, 483 p.

·         POUND (R.W.). Inside Dope: How drugs are the biggest threat to sports, why you should care, and what can be done about them. Mississauga, Wiley, 2006, 248 p.

·         SCHEERDER (J.), VAN TUYCKOM (C.) & VERMEERSCH (A.), eds. Europa in beweging. Sport vanuit Europees perspectief. Gent, Academia Press, 2007, X + 400 p.

·         SCHEERDER (J.), LAGAE (W.) & BOEN (F.), eds. Vlaanderen fietst! Sociaalwetenschappelijk onderzoek naar de fietssportmarkt. Gent, Academia Press, 2011, VI + 374 p.

·         SCHNEIDER (A.J.) & HONG (F.), eds. Doping in Sport. Global Ethical Issues. Londen, Routledge, 2007, XXI + 199 p.

·         STUDIEDIENST N.I.L.O.S. De Doping. Brussel, N.I.L.O.S., 1963, XI + 158 p.

·         TAMBOER (J.) & STEENBERGEN (J.). Sportfilosofie. Leende, Uitgeverij Davon, 2000, 215 p.

·         TÄNNSJO (T.) & TAMBURRINI (C.M.), eds. Values in Sport: elitism, nationalism, gender equality, and the scientific manufacture of winners. Londen, E & FN Spon, 2000, VIII + 241 p.

·         TOLLENEER (J.), STERCKX (S.) & BONTE (P.), eds. Athletic Enhancement, Human Nature and Ethics. Dordrecht, Springer, 2013, XIV + 315 p.

·         VANDEWEGHE (H.). Wie gelooft die coureurs nog?. Gent, Borgerhoff & Lamberigts, 2013, 334 p.

·         VAN ASSCHE (K.). Dossier doping. Gent, De Steenbok, 1968, 218 p.

·         VAN DEN EECKHOUT (P.) & VANTHEMSCHE (G.), eds. Bronnen voor de studie van het hedendaagse België, 19e-21e eeuw. Brussel, Koninklijke Commissie voor Geschiedenis, 2009, XXXIII + 1629 p.

·         VAN DER HOEK (S.) & PIETERS (T.). Supergenen en turbosporters. Een nieuwe kijk op doping. Amsterdam, Nieuw Amsterdam Uitgevers, 2009, 336 p.

·         VAN HILVOORDE (I.) & PASVEER (B.). Beter dan Goed. Over genetica en de toekomst van topsport. Diemen, Veen Magazines, 2005, 208 p.

·         VAN STUIJVENBERG (W.). Sport en doping. Alles over gebruik en misbruik van spierversterkers, amfetaminen en andere dopingmethoden bij training en topsport. Amsterdam/Brussel, Elsevier, 1986, 183 p.

·         WADDINGTON (I.). Sport, Health and Drugs: A Critical Sociological Perspective. Londen, E & FN Spon, 2000, X + 214 p.

·         WADDINGTON (I.). & SMITH (A.). An Introduction to Drugs in Sport : Addicted to Winning?. Londen, Routledge, 2009, X + 270 p.

·         WESTERBEEK (H.). Sportbeleid in internationaal vergelijkend perspectief. Nieuwegein, Arko Sports Media, 2007, 288 p.

·         WILLIAMS (M.H.). Maximale sportprestaties. Ergogene middelen en methoden. Rijswijk, Uitgeverij Elmar B.V., 2001, 344 p.

·         WILSON (W.) & DERSE (E.), eds. Doping in Elite Sport. The Politics of Drugs in the Olympic Movement. Champaign, Human Kinetics Publishers, 2001, XV + 295 p.

1.2   Bijdragen in boeken

·         BLACK (D.L.). “Doping Control Testing Policies and Procedures: A Critique”. In: W. Wilson en E. Derse (eds.). Doping in Elite Sport. The Politics of Drugs in the Olympic Movement. Champaign, Human Kinetics Publishers, 2001, p. 29-42.

·         DEDECKER (J.M.). “Hematocriet of hypocriet”. In: I. van Hilvoorde en B. Pasveer (eds.). Beter dan Goed. Over genetica en de toekomst van topsport. Diemen, Veen Magazines, 2005, p. 173-177.

·         DE KNOP (P.). “Conceptverduidelijking en begrippenrapport”. In: P. De Knop, B. Vanreusel en J. Scheerder (eds.). Sportsociologie. Het spel en de spelers. Maarssen, Elsevier Gezondheidszorg, 2002, p. 13-30.

·         DUGAS (E.). “The top-level athlete’s dilemma: to dope or not to dope”. In: D. Bodin en G. Sempé (eds.). Ethics and sport in Europe. Straatsburg, Council of Europe Publishing, 2011, p. 105-111.

·         GHELEN (P.), COOMAN (H.) & BARETTE (N.). “Medisch verantwoorde sportbeoefening”. In: P. De Knop, J. Scheerder en H. Ponnet (eds.). Sportbeleid in Vlaanderen. Volume I: trends, visies, cases en cijfers. Brussel, Publicatiefonds Vlaamse trainersschool, 2006, p. 133-138.

·         GLEAVES (J.). “A critique of the contemporary trend towards severe anti-doping sanctions”. In: M.J. McNamee en V. Møller (eds.). Doping and anti-doping policy in sport : ethical, legal and social perspectives. Londen, Routledge, 2011, p. 233-245.

·         HALCHIN (L.E.). “Anti-Doping Policies: The Olympics and Selected Professional Sports”. In: C.N. Burns (ed.). Doping in sports. New York, Nova Science, 2006, p. 1-36.

·         HOBERMAN (J.). “’Athletes in handcuffs?’ The criminalization of doping”. In: M.J. McNamee en V. Møller (eds.). Doping and anti-doping policy in sport : ethical, legal and social perspectives. Londen, Routledge, 2011, p. 99-110.

·         HUETING (J.). “Doping, een vreemd soort voeding”. In: J. Clarijs en G.J. van Ingen Schenau (eds.). Wielrennen. Een confrontatie tussen de wetenschap en de praktijk van het wielrennen. Lochem, De Tijdstroom, 1985, p. 155-181.

·         HYONG (J.) & DE KNOP (P.). “De sociale functies en betekenissen van sport”. In: P. De Knop, B. Vanreusel en J. Scheerder (eds.). Sportsociologie. Het spel en de spelers. Maarssen, Elsevier Gezondheidszorg, 2002, p. 79-96.

·         KAMMERER (R.C.). “What is doping and how is it detected?”. In: In: W. Wilson en E. Derse (eds.). Doping in Elite Sport. The Politics of Drugs in the Olympic Movement. Champaign, Human Kinetics Publishers, 2001, p. 3-28.

·         KAYSER (B.). “On the presumption of guilt without proof of intentionality and other consequences of current anti-doping policy”. In: M.J. McNamee en V. Møller (eds.). Doping and anti-doping policy in sport : ethical, legal and social perspectives. Londen, Routledge, 2011,  p. 84-98.

·         KAYSER (B.) & BROERS (B.). “Anti-doping Policies: Choosing Between Imperfections”. In: J. Tolleneer, S. Sterckx en P. Bonte (eds.). Athletic Enhancement, Human Nature and Ethics. Dordrecht, Springer, 2013, p. 273-292.

·         KNUTS (S.), DELHEYE (P.) & BOEN (F.). “Wentelende wielen. Anderhalve eeuw fietsen en wielrennen in Vlaanderen.”. In: J. Scheerder, W. Lagae en F. Boen (eds.). Vlaanderen fietst! Sociaalwetenschappelijk onderzoek naar de fietssportmarkt, Gent, Academia Press, 2011, p. 15-70.

·         KOORNEEF (M.), KUIPERS (H.) & HARTGENS (F.). “Beheersing van de dopingproblematiek”. In: F. Hartgens en H. Kuipers (eds.). Verboden middelen in de sport, Houten/Diegem, Bohn Stafleu Van Loghum, 2000, p. 86-92.

·         LENK (C.)  “Is Human Enhancement Unnatural and Would This Be an Ethical Problem?”. In: J. Tolleneer, S. Sterckx en P. Bonte (eds.). Athletic Enhancement, Human Nature and Ethics. Dordrecht, Springer, 2013, p. 45-57.

·         MACALOON (J.J.). “Doping and Moral Authority: Sport Organizations Today”. In: W. Wilson en E. Derse (eds.). Doping in Elite Sport. The Politics of Drugs in the Olympic Movement. Champaign, Human Kinetics Publishers, 2001, p. 205-224.

·         MAES (M.). “Sport en ethiek in Europees perspectief”. In: J. Scheerder, C. Van Tuycom en A. Vermeersch  (eds.). Europa in beweging. Sport vanuit Europees perspectief. Gent, Academia Press, 2007, p. 307-326.

·         McNAMEE (M.J.) & TARASTI (L.). “Ethico-legal aspects of anti-doping policy”. In: M.J. McNamee en V. Møller (eds.). Doping and anti-doping policy in sport : ethical, legal and social perspectives. Londen, Routledge, 2011, p. 9-26.

·         MORGAN (W.J.). “Fair is Fair, Or Is It? A Moral Consideration of the Doping Wars in American Sport”. In: A.J. Schneider en F. Hong (eds.). Doping in Sport. Global Ethical Issues. Londen, Routledge, 2007, p. 1-22.

·         MÜLLER (R.K.). “History of Doping and Doping Control”. In: D. Thieme en P. Hemmersbach (eds.). Doping in Sports. Berlijn, Springer, 2010, p. 1-24.

·         NIJS (P.M.M.). “ Doping in de topsport: op weg naar de catastrofe?”. In: L. De Haes (ed). Het hoofd, de benen en het geld. Sport en maatschappij. Leuven, Kritak, 1980, p. 143-176.

·         SCHEERDER (J.), e.a. “Sportbeleid in Vlaanderen: een sociaal-historisch overzicht”. In: P. De Knop, J. Scheerder en H. Ponnet (eds.). Sportbeleid in Vlaanderen. Volume I: trends, visies, cases en cijfers. Brussel, Publicatiefonds Vlaamse trainersschool, 2006, p. 25-37.

·         SCHNEIDER (A.J.) & BUTCHER (R.B.). “A philosophical overview of the arguments on banning doping in sport”. In: T. Tännsjo en C.M. Tamburrini (eds.). Values in Sport: elitism, nationalism, gender equality, and the scientific manufacture of winners. Londen, E & FN Spon, 2000, p. 185-199.

·         TAMBURRINI (C.M.). “What’s wrong with doping?”. In: T. Tännsjo en C.M. Tamburrini (eds.). Values in Sport: elitism, nationalism, gender equality, and the scientific manufacture of winners. Londen, E & FN Spon, 2000, p. 200-216.

·         TODD (J.) & TODD (T.). “Significant Events in the History of Drug Testing and the Olympic Movement: 1960-1999”. In: W. Wilson en E. Derse (eds.). Doping in Elite Sport. The Politics of Drugs in the Olympic Movement. Champaign, Human Kinetics Publishers, 2001, p. 65-128.

·         TOLLENEER (J.) & SCHOTSMANS (P.). “Self, Other, Play, Display and Humanity: Development of a Five-Level Model for the Analysis of Ethical Arguments in the Athletic Enhancement Debate”. In: J. Tolleneer, S. Sterckx en P. Bonte (eds.). Athletic Enhancement, Human Nature and Ethics. Dordrecht, Springer, 2013, p. 21-44.

·         VAN WIMMERSMA GREIDANUS (T.B.), STOELE (F.). & HARTGENS (F.). “Overzicht”. In: F. Hartgens en H. Kuipers (eds.). Verboden middelen in de sport. Houten/Diegem, Bohn Stafleu Van Loghum, 2000, p. 3-11.

·         VERROKEN (M.). “Drug use and abuse in sport”. In: D.R. Mottram (ed.). Drugs in Sport. Third Edition. Londen/New York, Routledge, 2003, p. 29-62.

1.3   Publicaties in wetenschappelijke tijdschriften

·         BEAMISH (R.) & RITCHIE (I.). “From Fixed Capacities to Performance-Enhancement: The Paradigm Shift in the Science of ‘Training’ and the Use of Performance-Enhancing Substances”. In: Sport in History, 25 (2005), 3, p. 412-433.

·         BLACK (P.) & PAPE (A.). “The Ban on Drugs in Sport: The Solution or the Problem?”. In: Journal of Sport and Social Issues, 21 (1997), 1, p. 83-92.

·         CATLIN (D.H.), FITCH (K.D.) & LJUNGQVIST (A.). “Medicine and Science in the Fight Against Doping in Sport". In: Journal of Internal Medicine, 264 (2008), 2, p. 99-114.

·         CHWANG (E.). “Why Athletic Doping Should Be Banned”. In: Journal of Applied Philosophy, 29 (2012), 1, p. 33-49.

·         DE WACHTER (F.). “De sportdroom bedreigd: doping als filosofische kwestie”. In: Ethische perspectieven, 10 (2000), 3, p. 157-162.

·         HOLM (S.). “Doping under medical control. Conceptually possible but impossible in the world of professional sports?”. In: Sport, Ethics and Philosophy, 1 (2007), 2, p. 135-145.

·         HOLT (R.I.G.), EROTOKRITOU-MULLIGAN (I.) SÖNSKEN (P.H.). “The History of Doping and Growth Hormone Abuse in Sport”. In: Growth Hormone & IGF Research, 19 (2009), p. 320-326.

·         KAMBER (M.) & MULLIS (P.E.). “The Worldwide Fight Against Doping: From the Beginning to the World Anti-Doping Agency”. In: Endocrinology and Metabolism Clinics of North America, 39 (2010), 1, p. 1-9.

·         KAMBER (M.). “Development of the role of national anti-doping organizations in the fight against doping: from past to future”. In: Forensic Science International, 213 (2011), 1, p. 3-9

·         KAYSER (B.), MAURON (A.) & MIAH (A.). “Current Anti-Doping Policy: A Critical Appraisal”. In: BMC Medical Ethics, 8 (2007), 2, p. 1-10.

·         KAYSER (B.) & BROERS (B.). “The Olympics and Harm Reduction?”. In: Harm Reduction Journal, 9 (2012), 1, p. 1-9.

·         LIPPI (G.), BANFI (G.), FRANCHINI (M.) & GUIDI (G.C.). “New strategies for doping control”. In: Journal of Sports Sciences, 26 (2008), 5, p. 441-445.

·         LÓPEZ (B.). “Creating fear: The social construction of human Growth Hormone as a dangerous doping drug”. In: International Review for the Sociology of Sport, 48 (2013), 2, p. 220-237.

·         MURRAY (T.H.). “Doping in Sport: Challenges for Medicine, Science and Ethics”. In: Journal of Internal Medicine, 264 (2008), 2, p. 95-98.

·         PETRÓCZI (A.). “Attitudes and Doping: A Structural Equation Analysis of the Relation Between Athletes’ Attitudes, Sport Orientation and Doping Behavior”. In: Substance Abuse Treatment, Prevention, and Policy, 34 (2007), 2, p. 1-15.

·         SAVULESCU ( J.), FODDY (B.) & CLAYTON (M.). “Why we should allow performance enhancing drugs in sport”. In: British Journal of Sports Medicine, 38 (2004), p. 666-670.

·         VANGRUNDERBEEK (H.) & TOLLENEER (J.). “Naar meer tolerantie voor doping de sport? Een onderzoek bij eerstejaarsstudenten (1998-2006)”. In: Ethische perspectieven, 18 (2008), 1, p. 86-100.

·         VAN EENOO (P.) & DELBEKE (F.T.). “The prevalence of doping in Flanders in comparison to the prevalence of doping in international sports”. In: International Journal of Sports Medicine, 24 (2003), 8, p. 565-570.

·         VAN HILVOORDE (I.). “Topsport en gendoping. Grenzen aan sport, opsporing en geloofwaardigheid”. In: Krisis. Tijdschrift voor empirische filosofie, 5 (2004), 4, p. 5-21.

·         VERMEERSCH (A.). "The European Union and the fight against doping in sport: on the field or on the sidelines?". In: Entertainment and Sports Law Journal, 4 (2006), 1, p. 1-12.

·         VORSTENBOSCH (J.). “Doping and Cheating”. In: Journal of the Philosophy of Sport, 37 (2010), 2, p. 166-181.

1.4   Onuitgegeven masterscripties

·         DECOCK (J.). Het sportbeleid in Vlaanderen 1991-2001. Gent, Faculteit Politieke en Sociale Wetenschappen UGent (onuitgegeven licentiaatsverhandeling politieke wetenschappen), academiejaar 2001-2002, 119 p. (promotor: prof. dr. H. Reynaert).

·         DE WOLF (E.). Ethische analyse van het dopingdebat in de sport met als speciale casus: genetische manipulatie. Vanwaar komt onze dubbelzinnige houding tegenover doping in sport en wat heeft dit voor gevolgen voor genetisch gemodificeerde atleten?. Gent, Faculteit Letteren en Wijsbegeerte UGent (onuitgegeven masterscriptie moraalwetenschappen), academiejaar 2006-2007, 109 p. (promotor: prof. dr. G. Pennings).

·         MAEBE (G.). Sport, ethiek en politiek in Vlaanderen (1970-heden). Historische analyse van een bewustwordingsproces. Gent, Faculteit Letteren en Wijsbegeerte UGent (onuitgegeven masterscriptie geschiedenis), academiejaar 2011-2012, 241 p. (promotor: prof. dr. J. Tolleneer)

·         PICAVET (S.). Dopinghandel in België: Een kritische analyse van het beleid. Gent, Faculteit Rechtsgeleerdheid UGent (onuitgegeven masterscriptie criminologische wetenschappen), academiejaar 2009-2010, 121 p. (promotor: prof. dr. T. Decorte).

·         SCHABREGS (B.). Doping en de media. Epo voor de topsporter, opium voor het volk. Leuven, Faculteit Sociale Wetenschappen K.U. Leuven (onuitgegeven licentiaatsverhandeling communicatiewetenschappen), academiejaar 2004-2005, 216 p. (promotor: prof. dr. G. De Meyer)

·         VANGRUNDERBEEK (H.). Sport, doping en ethiek: discoursanalyse van geschriften van studenten en journalisten (1998-2006). Leuven, Faculteit Bewegings- en Revalidatiewetenschappen K.U. Leuven (onuitgegeven masterscriptie lichamelijke opvoeding), academiejaar 2006-2007, 106 p. (promotor: prof. dr. J. Tolleneer).

·         VAN BAELEN (M.). Het sportbeleid van de Europese Unie vanaf het Witboek Sport. Een agenda-settingsanalyse van het anti-doping beleid. Leuven, Faculteit Sociale Wetenschappen K.U. Leuven (onuitgegeven masterscriptie vergelijkende en internationale politiek), academiejaar 2009-2010, 100 p. (promotor: prof. dr. H. Bruyninckx).

·         WIJNAKKER (J.). Studie m.b.t. doping in de sport. Het doel heiligt de middelen?. Gent, Faculteit Rechtsgeleerdheid UGent (onuitgegeven masterscriptie rechten), academiejaar 2009-2010, 146 p. (promotor: prof. dr. B. De Ruyver).

  1. Overige (tijds)documenten[1]

·         BELGA. “’Sport zonder doping’ weer up-to-date gemaakt”. In: Het Belang van Limburg, 24 maart 1994, p. 21.

·         BELGA. “Zaak Lefevere-Dedecker”. In: Het Belang van Limburg, 30 november 2007, p. 53.

·         CARREMANS (F.). “Vlaanderen heeft opnieuw een dopingraad”. In: De Morgen, 5 april 2000, p. 16.

·         CLAUS (L.). “Tolerantie niet ten koste van ethische waarden. Dopingspecialist Michiel Debackere”. In: Kerk en Leven, 15 juni 1994, p. 6.

·         CLICTEUR (L.). “Drama op de Ventoux in de Tour”. In: Het Laatste Nieuws, 14 juli 1967, p. 14.

·         DE BOCK (S.). “Mobiel lab nieuw wapen in oorlog tegen doping”. In: Het Volk, 30 oktober 2002, p. 6.

·         E.L. “Sporta en de Doping”. In: Sporta, 21 (1967), 10, p. 230-237

·         F.J. “Vlaanderen zet namen dopingzondaars online”. In: Het Belang van Limburg, 4 oktober 2003, p. 29.

·         HAUSPIE (J.). “Twee snelheden”. In: Sport/Voetbal Magazine, 11 juli 2001, s.p.

·         JACOBS (H.). “De Mérode voelt zich nutteloos in dopingonderzoek”. In: De Morgen, 25 mei 2000, p. 15.

·         LAMORAL (R.). “Sportminister Johan Sauwens installeert ‘Vlaamse Dopingraad’”. In: Het Laatste Nieuws, 5 april 2000, p. 28.

·         LEFEVERE (L.). “Ivo Belet: 'Celstraffen voor dopinghandelaars en -toedieners'”. In: De Morgen, 27 juli 2007, p. 3.

·         LUYTEN (W.). “De anti-dopingsactie”. In: Sporta, 19 (1965), 5, p. 85.

·         MASSART (S.). “Jean-Marie Dedecker wil dopingdebat aanwakkeren”. In: De Tijd, 16 maart 2005, p. 18.

·         MERCY (M.). “Sauwens gaat Kafka te lijf”. In: De Standaard, 5 april 2000, p. 32.

·         MERLIN (O.). “Is doping de dood van de sport?”. In: niet nader bepaald krantenartikel, 26 augustus 1967, s.p.

·         PAULI (W.). “De verslaggever en het D-woord. Blinde liefde, bedrogen lief”. In: Bahamontes, 1 (2013), 1, p. 128-137.

·         ROBBERECHTS (R.). “Senaat besprak ‘doping’ in de sport”. In: niet nader bepaald krantenartikel, 25 maart 1965, s.p.

·         SCHROOTEN (J.). “Stefan Everts krijgt Vlaams Sportjuweel. ‘Blijk van waardering’”. In: Het Belang van Limburg, 10 december 1997, p. 20.

·         TRUYERS (N.). “De kern. Aanpakken”. In: Het Belang van Limburg, 6 december 1997, p. 2.

·         VANDERSMISSEN (M.). “Twintig dopingvragen per dag”. In: De Standaard, 10 mei 2001, p. 10.

·         VANDEWEGHE (H.). “Dopingprofessor Donike. ‘Ik heb wel eens nachtmerries’”. In: Humo, 2663 (1991), p. 138-143.

·         VANDEWEGHE (H.). “Doping (deel 343)”. In: De Morgen, 8 januari 2000, p. 12

·         VANDEWEGHE (H.). “Bleiter. Anciaux op Sport kon niks, snapte niks en deed niks, behalve tegenwerken”. In: De Morgen, 31 juli 2004, p. 25.

·         VAN DAMME (M.). “We worden nog maar eens gebrandmerkt”. In: Het Nieuwsblad, 23 november 2012, p. 15.

·         VAN DE WINKEL (F.). “Sportarts Chris Goossens haalt zwaar uit naar anti-dopingbeleid in ons land”. In: Het Volk, 26 december 2003, p. 19.

·         VAN DE WINKEL (F.). “’Aanpak harde hand moét’ IOC-baas Rogge en antidopingtopman Delbeke kraken open brief doping”. In: Het Volk, 16 maart 2005, p. 37.

·         VAN DER KELEN (L.). “Vlaanderen en parket samen op dopingjacht”. In: Het Laatste Nieuws, 22 november 2000, p. 15.

·         VAN WIJNENDAELE (W.). “De gesel van de moderne wielersportbeweging: de doping”. In: Het Nieuwsblad, 3 februari 1955, s.p.

·         WAUTERS (W.). “WADA trekt beroep tegen Wickmayer en Malisse in”. In: Het Nieuwsblad, 30 maart 2012, p. 21.

·         WAUTERS (W.). “Voetballer mag vijf keer zondigen, renner drie keer. Nieuw antidopingdecreet versoepelt whereabouts voor ploegsporters”. In: Het Nieuwsblad, 20 november 2012, p. 15.

·         WILLY. “Maar noem geen namen…”. In: Humo, oktober 1960, p. 76-78

·         s.n. “De antidopingcommissie werd opgericht”. In: Sport, 10 (1967), 4, p. 242-245.

·         s.n. “Geen kans tegen de hormoon-monsters?”. In: De Gelderlander/De Nieuwe Krant, 5 juli 1980, s.p.

·         s.n. “Vlaamse Dopingraad geïnstalleerd”. In: Het Nieuwsblad, 5 april 2000, p. 23.

·         s.n. “Artikel zonder titel”. In: Het Nieuwsblad, 16 maart 2005, p. 1.

  1. Parlementaire bronnen[2]

3.1   Handelingen plenaire vergaderingen

·         VLAAMSE RAAD. Handelingen. Zittingen 1983-1984. Brussel, 17/05/1984, geraadpleegd via <http://www.vlaamsparlement.be/vp/plenairevergadering/index.html>, nr. 25, p. 1056.

·         VLAAMSE RAAD. Handelingen. Zittingen 1984-1985. Brussel, 24/01/1985, geraadpleegd via <http://www.vlaamsparlement.be/vp/plenairevergadering/index.html>, nr. 14, p. 446.

·         VLAAMSE RAAD. Handelingen. Zittingen 1985-1986. Brussel, 19/06/1986, geraadpleegd via <http://www.vlaamsparlement.be/vp/plenairevergadering/index.html>, nr. 23, p. 656.

·         VLAAMSE RAAD. Handelingen. Zittingen 1986-1987. Brussel, 08/01/1987, geraadpleegd via <http://www.vlaamsparlement.be/vp/plenairevergadering/index.html>, nr. 12, p. 387-389.

·         VLAAMSE RAAD. Handelingen. Zittingen 1986-1987. Brussel, 26/03/1987, geraadpleegd via <http://www.vlaamsparlement.be/vp/plenairevergadering/index.html>, nr. 24, p. 822-823.

·         VLAAMSE RAAD. Handelingen. Zittingen 1988-1989. Brussel, 16/02/1989, geraadpleegd via <http://www.vlaamsparlement.be/vp/plenairevergadering/index.html>, nr. 21, p. 573.

·         VLAAMSE RAAD. Handelingen. Zittingen 1988-1989. Brussel, 20/04/1989, geraadpleegd via <http://www.vlaamsparlement.be/vp/plenairevergadering/index.html>, nr. 31, p. 868-870.

·         VLAAMSE RAAD. Handelingen. Zittingen 1988-1989. Brussel, 30/05/1989, geraadpleegd via <http://www.vlaamsparlement.be/vp/plenairevergadering/index.html>, nr. 35, p. 1014.

·         VLAAMSE RAAD. Handelingen. Zittingen 1989-1990. Brussel, 14/12/1989, geraadpleegd via <http://www.vlaamsparlement.be/vp/plenairevergadering/index.html>, nr. 18, p. 553.

·         VLAAMSE RAAD. Handelingen. Zittingen 1990-1991. Brussel, 19/03/1991, geraadpleegd via <http://www.vlaamsparlement.be/vp/plenairevergadering/index.html>, nr. 43, p. 1440-1458.

·         VLAAMSE RAAD. Handelingen. Zittingen 1992-1993. Brussel, 19/11/1992, geraadpleegd via <http://www.vlaamsparlement.be/vp/plenairevergadering/index.html>, nr. 11, p. 317-318.

·         VLAAMSE RAAD. Handelingen. Zittingen 1992-1993. Brussel, 04/03/1993, geraadpleegd via <http://www.vlaamsparlement.be/vp/plenairevergadering/index.html>, nr. 36, p. 1417-1421.

·         VLAAMSE RAAD. Bulletin van Vragen en Antwoorden. Zittingen 1994-1995. Brussel, 11/04/1995, geraadpleegd via <http://www.vlaamsparlement.be/vp/plenairevergadering/index.html>, nr. 12, p. 628-629.

·         VLAAMS PARLEMENT. Handelingen. Zittingen 1998-1999. Brussel, 04/05/1999, geraadpleegd via <http://www.vlaamsparlement.be/vp/plenairevergadering/index.html>, nr. 54, p. 1-5.

·         VLAAMS PARLEMENT. Handelingen. Zittingen 1999-2000. Brussel, 04/04/2000, geraadpleegd via <http://www.vlaamsparlement.be/vp/plenairevergadering/index.html>, nr. 51, p. 12-22.

·         VLAAMS PARLEMENT. Handelingen. Zittingen 1999-2000, Brussel, 05/07/2000. geraadpleegd via <http://www.vlaamsparlement.be/vp/plenairevergadering/index.html>, nr. 73, p. 63-65.

·         VLAAMS PARLEMENT. Handelingen. Zittingen 2000-2001. Brussel, 15/05/2001, geraadpleegd via <http://www.vlaamsparlement.be/vp/plenairevergadering/index.html>, nr. 46, p. 3.

·         VLAAMS PARLEMENT. Handelingen. Zittingen 2002-2003. Brussel, 02/04/2003, geraadpleegd via <http://www.vlaamsparlement.be/vp/plenairevergadering/index.html>, nr. 49, p. 136-138.

·         VLAAMS PARLEMENT. Handelingen. Zittingen 2003-2004. Brussel, 03/03/2004, geraadpleegd via <http://www.vlaamsparlement.be/vp/plenairevergadering/index.html>, nr. 36, p. 39-58.

·         VLAAMS PARLEMENT. Handelingen. Zittingen 2006-2007. Brussel, 28/03/2007, geraadpleegd via <http://www.vlaamsparlement.be/vp/plenairevergadering/index.html>, nr. 32, p. 1-5.

·         VLAAMS PARLEMENT. Handelingen. Zittingen 2006-2007. Brussel, 04/07/2007, geraadpleegd via <http://www.vlaamsparlement.be/vp/plenairevergadering/index.html>, nr. 50, p. 5-12.

·         VLAAMS PARLEMENT. Handelingen. Zittingen 2011-2012. Brussel, 23/05/2012, geraadpleegd via <http://www.vlaamsparlement.be/vp/plenairevergadering/index.html>, nr. 37, p. 61-75.

·         VLAAMS PARLEMENT. Handelingen. Zittingen 2012-2013. Brussel, 28/11/2012, geraadpleegd via <http://www.vlaamsparlement.be/vp/plenairevergadering/index.html>, nr. 11, p. 28-31.

3.2   Parlementaire stukken

·         ANCIAUX (B.). “Beleidsbrief Sport. Beleidsprioriteiten 2001-2002”. In: Vlaams Parlement, Zittingen 2001-2002. Brussel, 25/10/2001, geraadpleegd via <http://www.vlaamsparlement.be /Proteus5/zoekIn Archief.action>, stuk 876, nr. 1, 22 p.

·         BLANPAIN (R.). “Voorstel van decreet houdende bestrijding van de doping in de sport”. In: Vlaamse Raad. Zittingen 1988-1989. Brussel, 09/11/1988, geraadpleegd via < http://www.vlaamsparlement.be/Proteus5/ zoekIn Archief.action>, stuk 157, nr. 1, p. 232-239.

·         DEMEESTER-DE MEYER (W.). “Beleidsbrief Gezondheidsbeleid. Beleidsprioriteiten 1998-1999”. In: Vlaams Parlement, Zittingen 1998-1999. Brussel, 27/10/1998, geraadpleegd via <http://www.vlaamsparlement.be/Proteus5/ zoekIn Archief.action>, stuk 1202, nr. 1, 80 p.

·         GENNEZ (C.). “Interpellatie over de strenge uitspraken van het Vlaams Doping Tribunaal ten aanzien van twee toptennissers”. In: Vlaams Parlement, Zittingen 2009-2010. Brussel, 10/12/2009, geraadpleegd via <http://www.vlaamsparlement.be/Proteus5/ zoekIn Archief.action>, CUL 7, nr. C66, p. 1-32.

·         MUYTERS (P.). Beleidsnota Sport 2009-2014. Brussel, Vlaamse Overheid, november 2009, geraadpleegd via: <http://www.vlaanderen.be/nl/overheid/vlaamse-regering/beleidsdocumenten/beleidsnotas-van-de-vlaamse-regering-2009-2014>, 56 p.

·         SAUWENS (J.). “Beleidsnota Sport”. In: Vlaams Parlement, Zittingen 1999-2000. Brussel, 12/01/2000, geraadpleegd via <http://www.vlaamsparlement.be/Proteus5/zoekInArchief. action>, stuk 157, nr. 1, 30 p.

·         SAUWENS (J.). “Actieplan Medisch Verantwoorde Sportbeoefening”. In: Vlaams Parlement, Zittingen 2000-2001. Brussel, 06/12/2000, geraadpleegd via <http://www.vlaamsparlement.be /Proteus5/zoekIn Archief.action>, stuk 15, nr. 16 D, p. 62-63.

·         VANHENGEL (G.). “Beleidsbrief Sport. Beleidsprioriteiten 2002-2003”. In: Vlaams Parlement, Zittingen 2002-2003, Brussel, 30/10/2002, geraadpleegd via <http://www.vlaamsparlement.be/ Proteus5/ zoekIn Archief.action>, stuk 1394, nr. 1, 37 p.

·         VAN VAERENBERGH (V.). “Voorstel resolutie dopingproblematiek van André Denys en Marino Keulen. Verslag namens de Commissie voor Welzijn, Gezondheid en Gezin”. In: Vlaams Parlement, Zittingen 1998-1999. Brussel, 19/04/1999, geraadpleegd via <http://www.vlaamsparlement.be/Proteus5/ zoekIn Archief.action>, stuk 1177, nr. 3, 52 p.

·         VLAAMS PARLEMENT. “Resolutie betreffende de dopingproblematiek”. In: Vlaams Parlement, Zittingen 1998-1999. Brussel, 4 en 5/05/1999, geraadpleegd via <http://www.vlaamsparlement.be/Proteus5/zoekInArchief. action>, 3 p.

·         VLAAMS PARLEMENT. “Ontwerp van decreet  tot goedkeuring van het samenwerkingsakkoord van 19 juni 2001 inzake medisch verantwoorde sportbeoefening, gesloten tussen de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap  en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie”. In: Vlaams Parlement, Zittingen 2002-2003, Brussel, 29/01/2003, geraadpleegd via: <http://www.vlaamsparlement.be/ Proteus5/ zoekInArchief. action>, stuk 1543, nr. 1, 25 p.

·         VLAAMS PARLEMENT. “Ontwerp van decreet betreffende de preventie en bestrijding van doping in de sport”. In: Vlaams Parlement, Zittingen 2011-2012, Brussel, 30/03/2012, geraadpleegd via: <http://www.vlaamsparlement.be/ Proteus5/ zoekInArchief. action>, stuk 1554, nr. 1.

3.3   Wetten, decreten, uitvoeringsbesluiten en bindende internationale overeenkomsten[3]

·         BELGIË. Wet betreffende het verhandelen van gifstoffen, slaapmiddelen en verdovende middelen, psychotrope stoffen, ontsmettingstoffen en antiseptica en van de stoffen die kunnen gebruikt worden voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen en psychotrope stoffen, 24 februari 1921 (BS: 6 maart 1921).

·         BELGIË. Koninklijk Besluit betreffende de handel in slaap- en verdovende middelen, 31 december 1930.

·         BELGIË. Wet waarbij de dopingpraktijk verboden wordt bij sportcompetities, 2 april 1965 (BS: 6 mei 1965).

·         BELGIË. Koninklijk Besluit houdende vaststelling van de lijst van de substanties bedoeld bij de wet van 2 april 1965 waarbij de dopingpraktijk verboden wordt bij sportcompetities, 22 april 1977 (BS: 15 juli 1972).

·         BELGIË. Koninklijk Besluit tot wijziging van het Koninklijk Besluit van 22 april 1977 houdende vaststelling van de lijst van de substanties bedoeld bij de wet van 2 april 1965, waarbij de dopingpraktijk verboden wordt bij sportcompetities, 14 juni 1978.

·         BELGIË. Bijzondere Wet tot hervorming van de instellingen, 8 augustus 1980 (BS: 15 augustus 1980).

·         RAAD VAN EUROPA. Anti-Doping Convention. European Treaty Series (No. 135). Straatsburg, 16 november 1989, raadpleegbaar op: <http://conventions.coe.int/Treaty/Commun/QueVoulez Vous.asp?NT=135& CM=8&CL=ENG>.

·         VLAAMSE GEMEENSCHAP. Decreet inzake medisch verantwoorde sportbeoefening, 27 maart 1991 (BS: 11 juni 1991) [gewijzigd in 1996 en 2004].

·         UNESCO. International Convention against Doping in Sport. Parijs, 19 oktober 2005, raadpleegbaar op < http://www.unesco.org/new/en/social-and-human-sciences/themes/anti-doping/international-convention-against-doping-in-sport/> (BS: 12 september 2008).

·         VLAAMSE GEMEENSCHAP. Decreet inzake medisch en ethisch verantwoorde sportbeoefening, 13 juli 2007 (BS: 13 september 2009).

·         WORLD ANTI-DOPING AGENCY. World Anti-Doping Code. Quebec, WADA, 2009, 136 p., raadpleegbaar via <www.wada-ama.org>.

·         VLAAMSE GEMEENSCHAP. Decreet betreffende de preventie en bestrijding van doping in de sport. 25 mei 2012 (BS: 12 juli 2012).

·         VLAAMSE GEMEENSCHAP. Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord tussen de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie betreffende dopingpreventie en –bestrijding in de sport, gedaan te Brussel op 9 december 2011, 25 juni 2012 (BS: 14 september 2012).

·         VLAAMSE GEMEENSCHAP. Besluit van de Vlaamse Regering houdende uitvoering van het decreet van 25 mei 2012 betreffende de preventie en bestrijding van doping in de sport, 19 oktober 2012 (BS: 7 november 2012).

  1. Historische getuigenissen

·         COOMAN (H.). Interview. Brussel, 18 maart 2013, 27 min. 30 sec.

·         DEBACKERE (M.)[4]

·         DEDECKER (J.M.). Interview. Oostende, 19 maart 2013, 42 min. 10 sec.

·         DEDECKER (D.). Gesprek. Nieuwpoort, 20 maart 2013.

·         SAUWENS (J.). Interview. Brussel, 2 mei 2013, 27 min. 55 sec.

  1. Andere

·         CHRISTIANSEN (A.V.). Lezing Sport, Doping and Ethics. Leuven, 14 maart 2013.

·         DEPAEPE (S.) & TOLLENEER (J.). “’Genderongelijkheid’: een Olympische discipline?”. onuitgegeven artikel, 14 p.

·         MATTENS (G.). “Het Vlaams Doping Tribunaal vzw. Een gesprek met voorzitter Fernand Van Huyneghem”. In: VSFmagazine, (2009), 3, p. 18.

·         MATTENS (G.). “Dopingpreventie en –bestrijding in de sport. Nieuw samenwerkingsakkoord moet geharmoniseerde aanpak in België garanderen”. In: VSFmagazine, (2011), 2, p. 21-22.

·         MATTENS (G.). “Antidopingbeleid. Recente ontwikkelingen in Vlaanderen”. In: VSFmagazine, (2012), 1, p. 17-18.

·         VAN EENOO (P.). De geschiedenis van de doping(analyse) of het verhaal van de boswachter en de stroper. Gent, DoCoLab, onuitgegeven powerpointpresentatie, 17 januari 2013, 46 slides, raadpleegbaar via: <http://www.gentbc.be/files/Geschiedenis_van_doping_print.pdf>.

·         WADA, “World Anti-Doping Code”, op: <http://www.wada-ama.org/en/World-Anti-Doping-Program/Sports-and-Anti-Doping-Organizations/The-Code/>, laatst geraadpleegd op 14 mei 2013.

·         WOESTIJNVIS. “De Festinatour. Een ronde achter tralies”. In: Belga Sport. Oude sportverhalen in een nieuw daglicht, sportdocumentaire getoond op Canvas, 10 maart 2008.

 

[1] Bij enkele van de journalistieke bronnen die hieronder zijn weergegeven, is geen exacte bronbeschrijving mogelijk. Deze artikels zijn vaak als losse knipsels opgenomen in de dozen 21 t.e.m. 25 van het KBC-Van Landeghem-Sportarchief dat raadpleegbaar is in het Sportimonium te Hofstade.

[2] Alle Vlaamse parlementaire bronnen vanaf 1970 tot eind 2012 werden via <http://www.vlaamsparlement.be/Proteus5/ zoekIn Archief.action> op een consequente manier doorzocht. Hierbij werd voornamelijk gebruik gemaakt van volgende zoektermen: “doping”, “stimulerende middelen”, “verboden producten”, “sportethiek” en “sportbeleid”. In deze rubriek vindt u enkel de specifieke documenten terug waarnaar werd gerefereerd in het voetnotenapparaat.

[3] In chronologische volgorde.

[4] Het was de bedoeling om emeritus professor dr. Michiel Debackere te interviewen aangezien hij één van de meest prominente actoren is geweest van een halve eeuw dopingbeleid in Vlaanderen. Zijn echtgenote was zeer verheugd dat er nog steeds aan haar man werd gedacht. Helaas overleed professor Debackere op 12 april 2013 vooraleer er mogelijk nog een gesprek kon plaatsvinden. De vragen die ik graag had gesteld, vindt u terug in bijlage. Om de belangwekkende visie van professor Debackere toch te verwerken in deze masterproef, werd een beroep gedaan op een aantal interviews met hem, die via het Nationaal Wielermuseum, Sportimonium en Mediargus werden geraadpleegd, alsook een interview dat in het boek van Paul Keysers was opgenomen.

 

Universiteit of Hogeschool
Master of arts in de geschiedenis
Publicatiejaar
2013
Kernwoorden
Share this on: