Het Europese en Belgische energiebeleid in het licht van de klimaatverandering

Marijke
Peys

Klimaat en energie, beladen begrippen in de actualiteit

Een rechts-gebonden thema met actualiteitswaarde, dat was mijn doelstelling bij het kiezen van een thesisonderwerp. Het lezen van kranten bracht mij al gauw op de thema’s klimaat en energie. Electrabel lag de laatste jaren onder vuur omwille van zijn hoge prijzen. De privésector gaat geld pompen in windenergie. De subsidiëring van zonnepanelen wordt teruggedraaid. Dit zijn slechts enkele voorbeelden van de synergie tussen milieu en energie. Ze tonen bovendien aan hoe flexibel het recht en de besluitvorming dienen te zijn om een dynamisch energiebeleid blijvend te kaderen. Energie is immers een beleidsdomein dat iedereen aanbelangt. In een sterk geïndustrialiseerde wereld wordt energie ervaren als een basisbehoefte, men kan niet meer zonder.

Toch kan men energie niet alleen als goed beschouwen. Energie wordt heden ten dage in dezelfde zin gebruikt met de begrippen: milieu, klimaat en specifiek klimaatverandering. Wetenschappers schrijven de klimaatverandering vooral toe aan de uitstoot van broeikasgassen, waarbij de energiesector verantwoordelijk is voor veruit het grootste deel van de door de mens veroorzaakte broeikasgasemissies. De Europese Raad definieert klimaatverandering als “een verandering in het klimaat die direct of indirect wordt toegeschreven aan menselijke activiteit, die de samenstelling van de atmosfeer wijzigt en die naast natuurlijke klimaatwisselingen wordt waargenomen gedurende vergelijkbare perioden”. (Besluit Raad nr.94/69/EG, 15 december 1993 betreffende de sluiting van het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatsverandering, PB L 33 7 februari 1994.)

In mijn thesis wordt er dieper ingegaan op het energiebeleid dat België en Europa vandaag voeren. Hoe is dit gegroeid en hoe zal dit verder evolueren? Energie werd lange tijd door de lidstaten buiten de bevoegdheid van de Europese Unie gehouden. Ze wilden dit nationaal blijven behandelen. Vandaag de dag komt steeds meer de idee naar boven dat een eengemaakte markt niet mogelijk is zonder ook een eengemaakt energiebeleid. Het is juridisch interessant om na te gaan hoever men in 2012 staat met deze interne energiemarkt. Het Europese Klimaat- en Energiepakket van 2008 vormt de leidraad doorheen de verhandeling. Hierin werden volgende drie doelstellingen opgenomen:
- 20% minder uitstoot van broeikasgassen
- 20% minder energieverbruik
- 20% van het totale energieverbruik uit hernieuwbare energiebronnen.
Om na te gaan welke initiatieven Europa genomen heeft om deze 20-20-20-doelstellingen te verwezenlijken, vertrok ik van de vier energiebeleidsgebieden opgenomen in art. 194 VWEU.

Het eerste beleidsgebied dat behandeld werd is het waarborgen van de energiemarkt. In dit deel wordt het liberaliseringsproces van de gas- en elektriciteitsmarkt besproken. In België kunnen we vanaf 1 juli 2007 spreken over een volledig vrije elektriciteits- en gasmarkt.

Het waarborgen van de continuïteit van de energievoorziening vormde een tweede beleidslijn. Om continuïteit te garanderen, dient de Unie in grote mate energieonafhankelijk te zijn. Dit beoogt de Europese wetgever door in te zetten op hernieuwbare energiebronnen. Hernieuwbare energiebronnen zijn bronnen die niet uitputten door exploitatie. België heeft inzake gekozen voor een systeem van groenestroomcertificaten. Uit een praktijkvoorbeeld over zonnepanelen heb ik echter trachten aan te tonen dat de Europese en Belgische wetgever inzake dergelijke certificaten het beleid niet helemaal hadden doordacht en naarmate de jaren verstrijken wordt dit beleid dan ook opengetrokken.

Energie-efficiëntie vormt de derde beleidslijn. De Europese initiatieven inzake energie-efficiëntie situeren zich op 6 gebieden: de energieprestatie-eisen van huishoudelijke apparaten en gebouwen, de verbetering van de energieomzetting, het beperken van het brandstofverbruik bij voertuigen, voorlichting en bescherming van de consument en internationale partnerschappen.

In het vierde deel wordt het bevorderen van de interconnectie van de energienetwerken besproken.

De conclusie is dat de bezorgdheid voor het klimaat, een bezorgdheid die de laatste jaren een centrale plaats gekregen heeft binnen het wetgevingsproces, een duurzaam energiebeleid naar voor geschoven heeft. De Europese en Belgische wetgevers proberen een lange-termijnvisie uit te werken waarin energie toegankelijk wordt en blijft voor alle burgers, zonder dat dit nefaste gevolgen dient te hebben voor het milieu. Twee belangrijk elementen in deze visie zijn: de bewustmaking van de burgers en het belang van blijvende innovatie.

Belangrijk is om te benadrukken dat de klimaatverandering een mondiaal probleem vormt. De Europese initiatieven zijn zinloos zonder de inzet van de gehele internationale gemeenschap. Energie is niet meer weg te denken uit onze samenleving en vormt dan ook een onderwerp dat iedereen aanbelangt en door velen wordt opgevolgd. Dit onderwerp is naast juridisch dus ook maatschappelijk van belang. Mijn thesis heeft mij duidelijk gemaakt dat de aanpak van de klimaatverandering een proces van lange duur is. Europa heeft vele jaren nodig gehad vooraleer de lidstaten bereid waren hun krachten te bundelen. Op internationaal vlak is eenzelfde aarzeling te bemerken. Optimisme mag er echter wezen. Zo heeft Barack Obama ook de strijd aangebonden tegen de klimaatverandering. In juni 2013 werd er nog persaandacht gegeven aan de samenwerking tussen de VS en China. Deze grootmachten hebben een belangrijke rol te spelen willen we deze strijd winnen, immers:

“Those of us in positions of responsibility, we’ll need to be less concerned with the judgment of special interests and well-connected donors, and more concerned with the judgment of posterity” (Quote President Obama, toespraak, Georgetown University, 25 juni 2013.)
 

 

Bibliografie

A. Bibliografie
A. Internationaal recht
a) Wetgeving
 Art. 2, §1 Handvest van de Verenigde Naties, 26 juni 1945, BS 1 januari 1946.

 Protocol nr. 1 van het Verdrag tot oprichting van de OESO, 14 December 1960.

 Verklaring van de conferentie van de Verenigde Naties inzake het Leefmilieu, Stockholm, 16 juni 1972.

 Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering, 1992.

 Art. 8 statute of the OECD Nuclear Energy Agency, as amended on 13 July 1995, http://www.oecd-nea.org/nea/statute.html

 Decision of the Council establishing an International Energy Agency of the Organisation, 15 november 1974.

 Resolutie 45/53 van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (6 december 1988).

 Resolutie 44/228 van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (22 december 1989).

 Resolutie 44/206 van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (22 december 1989).

 Resolutie 44/207 van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (22 december 1989).

 Resolutie 45/212 van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (21 december 1990).

 Resolutie 46/169 van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (19 december 1991).

b) Rechtsleer
i. (Bijdragen in) Boeken
 BRUNDTLAND, G. (ed), Report of the World Commission on Environment and development: our Common future, 1987, http://conspect.nl/pdf/Our_Common_Future-Brundtland_Report_1987.pdf

 RAMNEWASH-OEMRAWSINGH, S.T., DE KRAMER, T.P., Klimaatverandering en rechtsontwikkeling anno 2005, Den Haag, Boom Juridische Uitgevers,2006, 18p.

 Europees Milieuagentschap, “Meer dan hete lucht- Werelddiplomatie en de zoektocht naar een opvolger voor het Kyoto-protocol”, 9 oktober 2009, http://www.eea.europa.eu/nl/articles/meer-dan-hete-lucht-werelddiplomat…

 LYSTEr, R., BRADBROOK, A., Energy law and the environment, Melbourne, Cambridge University Press, 2006, 239 p.

 SCOTT, R., IEA the first 20 years, volume one: Origins and structure, OECD/IEA, 1994, 428p.

 SCOTT, R., IEA the first 20 years: volume 2: Major policies and actions, OECD/IEA, 1994, 388p.

 IEA, IEA Energy policies review: The European Union, 2008, 217p.
B. Europees recht
a) Wetgeving
 Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal van 18 april 1951.

 Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie van 25 maart 1957.

 Geconsolideerde versie van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, PB C 84 30 maart 2010.

 Verdrag betreffende de Europese Unie, PB C.191 29 juli 1992.

 VEU, PB C 83 30 maart 2010.

 VWEU, PB C. 83 30 maart 2010.

 Resolutie 89/C, 183/03 van de Raad (21 juni 1989), PB C 183 20 juli 1989.

 Resolutie 2005/2049(INI) van het Europees Parlement (16 november 2005), PB C 280E 18 november 2006.

 Resolutie 2007/2089(INI) van het Europees Parlement (10 juli 2007), PB C-175 E 10 juli 2008.

 Resolutie 2007/2106(INI) van het Europees Parlement (31 januari 2008), PB C 68E 21 maart 2009.

 Resolutie 2008/2239(INI) van het Europees Parlement (3 februari 2009), PB C 67E 18 maart 2010.

 Resolutie 2010/2107(INI) van het Europees Parlement (15 december 2010), PB C 169E 15 juni 2012.

 Verordening Commissie nr. 1998/2006, 15 december 2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op de- minimisteun, PB L379/5 28 december 2006.

 Richtlijn Raad nr. 79/530/EEG, 14 mei 1979 betreffende de informatie, door middel van etikettering, over het energieverbruik van in de huishouding gebruikte apparaten, PB L 145 13 juni 1979.

 Richtlijn Raad nr. 92/75/EEG, 22 september 1992 betreffende de vermelding van het energieverbruik en het verbruik van andere hulpbronnen op de etikettering en in de standaard-productinformatie van huishoudelijke apparaten, PB L 297 13 oktober 1992.

 Richtlijn Raad nr. 93/76/ EEG, 13 september 1993 tot beperking van kooldioxide-emissies door verbetering van de energie-efficiëntie, PB. L. 237 22 september 1993.

 Richtlijn Europees Parlement en Raad nr. 96/92/EG, 19 december 1996 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit, PB L. 27 30 januari 1997.

 Richtlijn Europees Parlement en Raad nr. 98/30/EG, 22 juni 1998 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor aardgas, PB L. 204 21 juli 1998.

 Richtlijn Europees Parlement en Raad nr. 1999/94/EG, 13 december 1999 betreffende de beschikbaarheid van consumenteninformatie over het brandstofverbruik en de CO²-uitstoot bij de verbranding van nieuwe personenauto’s, PB L 12 18 januari 2000.

 Richtlijn Europees Parlement en Raad nr. 2001/77/EG, 27 september 2001 betreffende de bevordering van elektriciteitsopwekking uit hernieuwbare energiebronnen op de interne elektriciteitsmarkt, PB L 283/33 27 oktober 2001.

 Richtlijn Europees Parlement en Raad nr. 2002/91/EG, 16 december 2002 betreffende de energieprestatie van gebouwen, PB L 1 4 januari 2003.

 Richtlijn Europees Parlement en Raad nr. 2003/30/EG, 8 mei 2003 ter bevordering van het gebruik van biobrandstoffen of andere hernieuwbare brandstoffen in het vervoer, PB L 123/42 17 mei 2003.

 Richtlijn Europees Parlement en de Raad nr. 2003/54/EG, 26 juni 2003 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en houdende intrekking van Richtlijn 96/92/EG, PB L 176/37 15 juli 2003.

 Richtlijn Europees Parlement en Raad nr. 2003/55/EG, 26 juni 2003 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor aardgas en houdende intrekking van Richtlijn 98/30/EG, PB L 176/57 15 juli 2003.

 Richtlijn Europees Parlement en Raad nr. 2009/28/EG, 23 april 2009 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen en houdende wijziging en intrekking van Richtlijn 2001/77/EG en Richtlijn 2003/30/EG, PB L140/16 5 juni 2009.

 Richtlijn Europees Parlement en Raad nr. 2009/72/EG, 13 juli 2009 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en tot intrekking van Richtlijn 2003/54/EG, PB L 211/55 14 augustus 2009.

 Richtlijn Europees Parlement en Raad nr. 2009/73/EG, 13 juli 2009 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor aardgas en tot intrekking van Richtlijn 2003/55/EG, PB L 211/94 14 augustus 2009.

 Richtlijn Europees Parlement en Raad nr. 2010/30/EU, 19 mei 2010 betreffende de vermelding van het energieverbruik en het verbruik van andere hulpbronnen op de etikettering en in de standaardproductinformatie van energie-gerelateerde producten, PB L 153/I 18 juni 2010.

 Richtlijn Europees Parlement en Raad nr. 2010/31/EU, 19 mei 2010 betreffende de energieprestatie van gebouwen, PB L 153 18 juni 2010.

 Richtlijn Europees Parlement en Raad nr. 2012/27/EU, 25 oktober 2012 betreffende energie-efficiëntie, tot wijziging van Richtlijnen 2009/125/EG en 2010/30/EU en houdende intrekking van de Richtlijnen 2004/8/EG en 2006/32/EG, PB L 315/1 14 november 2012.

 Beschikking Raad nr.93/389/EEG, 24 juni 1993 inzake een bewakingssysteem voor de uitstoot van CO² en andere broeikasgassen in de Gemeenschap, PB. L 167 9 september 1993.

 Besluit Raad nr.94/69/EG, 15 december 1993 betreffende de sluiting van het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatsverandering, PB L 33 7 februari 1994.

 Beschikking Raad nr. 2002/358/EG, 25 april 2002 betreffende de goedkeuring, namens de Europese Gemeenschap, van het protocol van Kyoto bij het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatsverandering en de gezamenlijke nakoming van de in dat kader aangegane verplichtingen, PB L 130 15 mei 2002.

 Beschikking Europees Parlement en Raad nr. 1229/2003/EG, 26 juni 2003 tot opstelling van richtsnoeren voor trans-Europese netwerken in de energiesector en houdende intrekking van beschikking nr. 1254/96/EG, PB. L. 176/11 15 juli 2003.

 Beschikking Europees Parlement en Raad nr. 1364/2006/EG, 6 september 2006 tot opstelling van richtsnoeren voor trans-Europese netwerken in de energiesector en houdende intrekking van de Beschikkingen 96/391/EG en nr. 1229/2003/EG, PB L262/1 22 september 2006.

 Besluit Raad nr.2009/954/EG, 30 november 2009 betreffende de ondertekening en de sluiting door de Europese Gemeenschap van het “Referentiekader voor het Internationaal Partnerschap voor samenwerking inzake energie-efficiëntie” (Ipeec) en het “Memorandum inzake het onderbrengen van het secretariaat van het Internationaal Partnerschap voor samenwerking inzake energie-efficiëntie bij het Internationaal Energieagentschap”, PB L. 330 16 december 2009.

 COM(74)1960.

 COM(95)689.

 COM(1998)571.

 COM(2000)247.

 COM(2000)769.

 COM(2001)1.

 COM(2001)264.

 COM(2003)572.

 COM(2005)265.

 COM(2005)35.

 COM(2006)105.

 COM(2006)545.

 COM(2007)0001.

 COM(2007)19.

 COM(2008)30.

 COM(2008)782.

 COM(2010)186.

 COM(2010)639.

 COM(2011)109.

 COM(2011)658.

 COM(2011)885.

 COM(2012)573.

 Mededeling Commissie Intrekking van verschillende voorstellen en ontwerpen van de Commissie en de Raad, PB C- 228 van 24 augustus 1993.

 Communautaire kaderregeling Europese Commissie inzake staatsteun ten behoeve van het milieu, PB C 37/3 3 februari 2001.

 Europese Commissie nr. SG(2001)D/290545, 25 juli 2001, Betreft: Steunmaatregel nr. 550/2000- België Groenestroomcertificaten.

 Europese Commissie nr. C(2001)3738fin, 28 november 2001, Betreft Staatsteun N415/A/01- België Ontwerpdecreet van de Waalse regering betreffende de bevordering van groene stroom – Aspecten betreffende het systeem van groenestroomcertificaten.

 Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 12 maart 2013 met het oog op de vaststelling van Verordening (EU) nr. .../2010 van het Europees Parlement en de Raad betreffende richtsnoeren voor de trans-Europese energie-infrastructuur en tot intrekking van Beschikking nr. 1364/2006/EG en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 713/2009, (EG) nr. 714/2009 en (EG) nr. 715/2009, 12 maart 2013, http://www.europarl.europa.eu/sides/getDoc.do?type=TA&reference=P7-TA-2…

 Vr. en Antw. Europees Parlement, 14 april 2005, (Vr. Nr. 97 K. RIJS-Jørgensen).

 Vr. en Antw. Europees Parlement, 3 maart 2011, (Vr. Nr.P-001887/2011 A. GIEREK).

 MEMO/11/125, Questions and Answers on the third legislative package for an internal EU gas and electricity market, Brussel, 2 maart 2011, 5p.

 MEMO/11/149, ‘The Commission’s new Energy-efficiency plan’, Brussel, 8 maart 2011, 4p.

 MEMO/08/380, The international Parternschip for Energy Efficiency Cooperation (IPPEEC), Brussel, 8 juni 2008, 2p.

b) Rechtspraak
 HvJ, Case C-325/91, Frankrijk v. Commissie, 1993, para. 26.

 HvJ, Case C-157/96, National farmers Union E.A., 1998, para. 63.

 HvJ, Case C-180/96, Verenigd Koninkrijk vs. Commissie, 1998, para. 99.

 HvJ, Case C-377/98, Koninkrijk der Nederlanden tegen Europees Parlement en Raad van de Europese Unie, 2001, E.C.R. I-07079, para. 31.

 HvJ, Case C-154/04 and C-155/04, Alliance for Natural Health and Nutri-link Ltd, 2005, E.C.R. I-06451, para. 101.

 HvJ, Case C-370/07, Commissie v. Raad, 2009, paras. 38-39.

 HvJ, Case C-58/08, Vodaphone and others, 2010, E.C.R. I-4999, para. 72.

 HvJ, Case C-176/09, Grand Duchy of Luxemburg v European Parliament and Council of the European Union, 2011, E.C.R. 00000, para. 76.

c) Rechtsleer
i. (Bijdragen in)Boeken
 BOHNE, E., “Clash of regulatory cultures in the EU: the liberalization of Energy markets”, in E BOHNE, C. KARLSSON (Eds.), Repositioning Europe and America for Growth, Munster, Lit Verslag, 2010, 145-190.

 BUCHAN, D., Energy and climate change: Europe at the crossroads”, Oxford, Oxford University Press, 2009, 218p.

 Bulletin van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal, Onderzoek naar de energievooruitzichten op lange termijn in de Europese Gemeenschap, Luxemburg, 1962, 203p.

 COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN, Energie in Europa. De interne energiemarkt, Luxemburg, Bureau voor officiële publicaties der Europese Gemeenschappen, 1988, 72p.

 EUROPEAN REGULATORS GROUP FOR ELECTRICITY AND GAS, Draft guidelines on article 22, an ERGEG public consultation paper, REF: E07-GFG-31-07, Brussel, 5 maart 2008, 23p.

 EUROPESE COMMISSIE, persbericht van 11 maart 2010 IP/10/265, “Renewable energy: forecasts show EU on track to meet 20% target”.

 FREESTONE, D., STRECK, C., Legal aspects of implementing the Kyoto Protocol mechanisms, Oxford, Oxford University Press, 2005, 643p.

 KROT, B., SMORENBURG-VAN MIDDELKOOP, L. (eds.), Duurzame energie: juridische kansen en belemmeringen, Groningen, Europa law publishing, 2010, 220p.

 LENAERTS, K., VAn NUFFEL, P., Europees recht, Antwerpen, intersentia, 2011, 753p.

 MOLLE, W., The economics of European integration: theory, practice, policy, Dartmouth, Dartmouth Publishing Company Limited, 1990, 547p.

 STAVRIDIS, S., MOSSIALOS, E., MORGAN, R., MACHIN, H., New challenges to the European Union: policies and policy-making, Alderschot, Dartmouth, 1997, 604p.

 STUYCK, J., 1993:De Europese interne markt, de lid-staten, de marktdeelnemers en de burgers, Brussel, Story -Scientia, 1988, 28p.

 VINCK, S., De liberalisering van de Europese elektriciteitsmarkt: Case België, masterproef faculteit Economie en Bedrijfskunde Universiteit Gent, 2007-2008, 58p.

 WETENSCHAPPELIJKE RAAD VOOR HET REGERINGSBELEID (ed.), Klimaatstrategie: tussen ambitie en realisme, Amsterdam, Amsterdam University Press, 2006, 352p.
Tijdschriften
 DEKETELAERE, K., DELVAUX, B., VANDEN BORRE, T., VERMEIR, T., SCHURMANS, M., DERIDDER, L., TOP, L., ROOBROUCK, N., “Het Europees energie- en klimaatpakket”, MER 2008, 174-220.

 N. CAMBIEN, T. ROES, “Het Verdrag van Lissabon: anywhere as long as it’s forward? Een overzicht voor de rechtspraktijk”, TBP 2010, 195-206.

 PALLEMAERTS, M., “De Europese Gemeenschap als Verdragsluitende partij bij het protocol van Kyoto”, TMR 2004, 122-137.

 SÖDERHOLM, P., WÅRELL, L., “Market opening and third party access in district heating networks”, Energy policy 2011, 742-752.

 VANHECKE, E., DEVROE, W., “Reddings- en herstructureringssteun in tijden van economische crisis”, Jura falc. 2009-2010, 291-322.


C. Belgisch recht
a) Wetgeving
 Art 6, §1, VII Bijzondere Wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, BS 15 augustus 1980.

 Code Wallon du 14 mai 1984 de l’aménagement du territoire, de l’urbanisme, du patrimoine et de l’énergie, MB 25 Mai 1984.

 Wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, BS 11 mei 1999.

 Wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de gasmarkt en het fiscaal statuut van de elektriciteitsproducenten, BS 11 mei 1999.

 Wet van 1 juni 2005 tot wijziging van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, BS 14 juni 2005.

 Wet van 1 juni 2005 tot wijziging van de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen, BS 14 juni 2005.

 Decreet van 5 juli 2000 houdende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, BS 22 september 2001.

 Décret du 12 avril 2001 relatif à l’organisation du Marché régional de l’électricité, BS 1 mei 2001.

 Decreet van 6 juli 2001 houdende de organisatie van de gasmarkt, BS 3 oktober 2001.

 Décret du 19 décembre 2002 relatif à l’organisation du Marché régional du gaz, BS 11 februari 2002.

 Decreet van 7 mei 2004 houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat voor gebouwen en tot invoering van een energieprestatiecertificaat, BS 30 juli 2004.

 Decreet van 22 december 2006 houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen en tot invoering van een energieprestatiecertificaat en tot wijziging van artikel 22 van het REG-decreet, BS 27 maart 2007.

 Décret de 19 avril 2007 modifant le CWATUP en vue de promouvoir la performance énergétisue des batîments, BS 29 mai 2007.

 Decreet van 8 mei 2009 houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid, BS 7 juli 2009.

 Decreet van 8 juli 2011 houdende de implementatie van de Richtlijn 2009/28/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen en houdende wijziging en intrekking van Richtlijn 2001/77/EG en Richtlijn 2003/30/EG, BS 25 juli 2011.

 Besluit van 28 september 2001 van de Vlaamse Regering inzake de bevordering van elektriciteitsopwekking uit hernieuwbare energiebronnen, BS 23 oktober 2001.

 Besluit van 6 mei 2004 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de promotie van groene elektriciteit en van kwaliteitswarmtekrachtkoppeling, BS 28 juni 2004.

 Besluit van 11 maart 2005 van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen, BS 17 juni 2005.

 Besluit van 30 november 2006 van de Waalse Regering tot bevordering van elektriciteitsopwekking uit hernieuwbare energiebronnen of warmtekrachtkoppeling, BS 29 december 2006.

 Besluit van 8 december 2006 van de Vlaamse Regering betreffende het onderhoud en het nazicht van stooktoestellen voor de verwarming van gebouwen of voor de aanmaak van warm verbruikswater, BS 27 april 2007.

 Besluit van 21 december 2007 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestatie en het binnenklimaat van gebouwen, BS 5 februari 2008.

 Besluit van 11 januari 2008 van de Vlaamse Regering houdende de invoering van het energieprestatiecertificaat residentiële gebouwen bij verkoop en verhuur en de uitvoering van de energieaudit, BS 8 februari 2008.

 Arrêté de 17 avril 2008 du gouvernement wallon déterminant la méthode de calcul et les exigences, les agréments et les sanctions applicables en matière de performance énergétique et de climat intérieur des batîments, MB 30 juillet 2008.

 Besluit van 19 december 2008 van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 december 1992 houdende instelling van een aanpassingspremie en een verbeteringspremie voor woningen, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 2 maart 2007 inzake de openbaredienstverplichtingen ter bevordering van het rationeel energiegebruik, en tot invoering van dakisolatiepremies, BS 12 februari 2009.

 Besluit van 29 januari 2009 van de Waalse Regering tot voorkoming van de luchtverontreiniging door de centrale verwarmingsinstallaties voor de verwarming van gebouwen of de productie van sanitair warm water en tot beperking van het energieverbruik ervan, BS 19 mei 2009.

 Arrêté du 27 mai 2010 du gouvernement wallon modifiant l’arrêté du gouvernement wallon du décembre 2009 relatif à la certification des bâtiments résidentiels existants, MB 7 juni 2010.

 Besluit van 3 juni 2010 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de voor de verwarmingssystemen van gebouwen geldende EPB-eisen bij hun installatie en tijdens hun uitbating periode, BS 9 juli 2010.

 Besluit van 19 november 2010 van de Vlaamse Regering houdende algemene bepalingen over het energiebeleid, BS 8 december 2010.

 Besluit van 26 mei 2011 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 6 mei 2004 betreffende de promotie van groene elektriciteit en van kwaliteitswarmtekrachtkoppeling, BS 20 juni 2011.

 Besluit van 1 maart 2012 van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 30 november 2006 tot bevordering van elektriciteitsopwekking uit hernieuwbare energiebronnen of warmtekrachtkoppeling, BS 3 oktober 2012.

 Ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijke Gewest, BS 17 november 2001.

 Ordonnantie van 14 december 2006 tot wijziging van de ordonnanties van 19 juli 2001 en van 1 april 2004 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt en de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en tot opheffing van de ordonnantie van 11 juli 1991 met betrekking tot het recht op een minimumlevering van elektriciteit en de ordonnantie van 11 maart 1999 tot vaststelling van de maatregelen ter voorkoming van de schorsingen van de gaslevering voor huishoudelijk gebruik, BS 9 januari 2007.

 Ordonnantie van 7 juni 2007 houdende de energieprestatie en het binnenklimaat van gebouwen, BS 11 juli 2007.

 MB van 21 augustus 2008 betreffende de inwerkingtreding van de verplichting om over een energieprestatiecertificaat te beschikken bij verkoop en verhuur van residentiële gebouwen, BS 3 september 2008.

 KB van 10 november 1996 betreffende de vermelding van het energieverbruik en het verbruik van andere hulpbronnen op de etikettering en in de standaard productinformatie van huishoudelijke apparaten, BS 25 januari 1997.

 KB van 11 oktober 2000 betreffende de toekenning van individuele vergunningen voor de bouw van installaties voor de productie van elektriciteit, BS 1 november 2000.

 KB van 13 augustus 2011 betreffende de vermelding van het energieverbruik en het verbruik van andere hulpbronnen op de etikettering en in de standaardproductinformatie van energiegerelateerde producten, BS 5 september 2011.

 Wetsontwerp betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, Parl. St. Kamer, 1933 nr. 1933/10.

 Ontwerp van decreet houdende de implementatie van de Richtlijn 2009/28/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen en houdende wijziging en intrekking van richtlijn 2001/77/EG en richtlijn 2003/30/EG, Parl. St. Vl. Parl. (stuk 1146) 2010-11, nr. 1.

 Hand. Vl. Pl. 2009-10, 4 mei 2010, nr. 5.

 Hand. Senaat 2011-12, 8 december 2011, nr. 5-1369/1.

 Beleidsnota Energie 2009-2014, Vl. Parl. 2009-2010, nr. 5.

b) Rechtspraak
 RvS 25 maart 2003, nr. 117.482.

 

c) Rechtsleer
i. (Bijdragen in)Boeken
 BLOCK, G., BOURMORCK, A., Le nouveau marché de l’énergie: guide juridique à l’usage des distributeurs et des consommateurs,  Louvain-la neuve, Anthemis, 2007, 468p.

 CREG (ed.), studie (f)111006-cdc-1111 Over de actualisering van studie (f)101105cdc-986 betreffende de wijzigingen aan te brengen aan de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt voor het verbeteren van de werking en de opvolging van de elektriciteitsmarkt en in overeenstemming met richtlijn 2009/72/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en tot intrekking van richtlijn 2003/54/EG uitgevoerd met toepassing van artikel 23, §2,Tweede lid, 2° van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, Brussel, 6 oktober 2011, 156p.

 CREG (ed.), Studie over “de gevolgen van de mogelijke verwerving door ELECTRABEL van de Europese activa, op heden in handen van TRACTEBEL”, Brussel, 27 november 2003, 20p.

 CREG, Voorstel van indicatief programma van de productiemiddelen voor elektriciteit 2005-2014 opgesteld met toepassing van artikel 3 van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, 20 januari 2005.

 CREG, Studie (F)100520-CDC-966 over “de verschillende ondersteuningsmechanismen voor groene stroom in België”, 20 mei 2010.

 SERV, Advies Groene warmte van 30 september 2011, nr. 20110930.

 SERV, Advies van 16 november 2011, nr. 20111116.

 VREG, Mededeling met betrekking tot de quotumberekening en indieningsprocedure, 5 maart 2013.

 BRUSSELS INSTITUUT VOOR LEEFMILIEU, Infofiche “Hernieuwbare energie”, februari 2009, p.6, http://documentatie.leefmilieubrussel.be/documents/IF_Energie_ER02_part…

 ENOVER/CONCERE, Belgisch Nationaal actieplan voor hernieuwbare energie overeenkomstig Richtlijn 2009/28/EG, november 2010, http://economie.fgov.be/nl/binaries/NREAP-BE-v25-NL_tcm325-112992.pdf

 VEA, Actieplan bijna-energieneutrale gebouwen, juni 2012, http://www2.vlaanderen.be/economie/energiesparen/epb/BEN/Actieplan_BEN_…

 DEKETELAERE, K. (ed.), Handboek milieu- en energierecht, Brugge, Die Keure, 2006, 1801p.

 DEKETELAERE, K., DE COCK, K., DERIDDER, L., VERHOOSEL, G., Handboek energierecht, Antwerpen, Intersentia rechtswetenschappen, 2001, 312p.

 DELVAUX, B., DEWAELE, F., “Van windstilte tot zonnestorm: een overzicht van tien jaar Vlaams Groenestroombeleid”, in DEKETELAERE, K., DELVAUX, B. (eds), Jaarboek energierecht 2010, Antwerpen, Intersentia, 2011, 440p.

 DERIDDER, L., Handboek Gas- en elektriciteitsliberalisering, Groningen, Intersentia, 2003, 631p.

 DEWAELE, F., LAMEIRE, W., De energieregelgeving in het Vlaamse Gewest , http://www.jura.be/secure/showfile.aspx?id=dx1576571.pdf

 VERMEIR, T., “Met energie-efficiëntie op weg naar 2020”, in DEKETELAERE, K., DELVAUX B. (eds), Jaarboek energierecht 2010, Antwerpen, Intersentia, 2011, 440p.

 VAN KERCKHOVEN, S., “Groene warmte”, in DEKETELAERE, K., DELVAUX, B. (eds.), Jaarboek energie 2011, Antwerpen, intersentia, 2012, 293p.

 VERBOND VAN BELGISCHE ONDERNEMINGEN (ed.), Klimaatveranderingen: Waarom klimaatsveranderingen een wereldwijde oplossing vergen, Brussel, 2001, 26p.

 VAN DEN BERGH, S., De Europese Unie als strategische actor? Case- study: Het Europese energiebeleid, eindwerk, Leuven, K.U. Leuven Faculteit sociale wetenschappen, 2008-2009, 58p.

Tijdschriften
• CEULEMANS, S., VAN THUYNE, S., “Implementering van de richtlijn hernieuwbare energie in België”, Cah. Jur. 2010, 83-87.

• DEWAELE, F., “Ondersteuning van hernieuwbare energie in het Vlaamse Gewest: het groenestroomcertificatensysteem”, TMR 2006, 505-528.

• DE CONINCK, E., GILLARD, W., “De liberalisering van de elektriciteitsmarkt in België”, Jura Falconis, 2004-05, 453-523.


D. Online bronnen
http://www.klimaat.be/spip.php?rubrique4&fs=

http://www.vreg.be/groenestroomcertificaten;

http://www.vreg.be/minimumsteun

http://www.vreg.be/welk-bedrag

http://www.vreg.be/certificatensysteem-voor-nieuwe-zonnepanelen-vanaf-2…

http://www.vlaanderen.be/nl/bouwen-wonen-en-energie/energie/energieprem…

http://www.iea.org/media/workshops/2012/pedee/Amit_Bando.pdf

http://www.ipeec.org/ABOUTIPEEC.aspx

http://economie.fgov.be/nl/consument/Energie/Aardgas/Liberalisering_aar…

http://ec.europa.eu/energy/infringements/index_en.htm

http://www.leefmilieubrussel.be/Templates/Professionnels/informer.aspx?…

http://www.energiesparen.be/BEN/beleid

http://ec.europa.eu/energy/infringements/index_en.htm

http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=CELEX:52011DC0539…

http://economie.fgov.be/nl/consument/Energie/Politique_energetique/Cont…

http://www.iea.org/publications/freepublications/publication/worldwide_…

http://www.energy.eu/

http://www.oecd.org/eu/europeanunionandtheoecd.htm
 

Download scriptie (1.12 MB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2013