Hinderpalen om spirometrie te implementeren in de dagelijkse huisarts praktijk: een kwalitatief onderzoek.

Femke
Meynen
  • Jan
    Degryse
  • Johan
    Buffels

Inleiding

Chronische luchtwegaandoeningen vormen wereldwijd een steeds groter wordend gezondheidsprobleem. COPD is vandaag de vierde grootste doodsoorzaak in Europa en het aantal patiënten blijft stijgen (1). Ondanks deze toename laat de diagnostiek en zo ook de behandeling nog veel te wensen over. 75% van de COPD patiënten in Europa zouden niet of slecht gediagnosticeerd zijn (2).

Astma is een belangrijk gezondheidsprobleem dat mensen van alle leeftijden kan treffen. Wanneer de aandoening niet goed gecontroleerd is, kan deze een ernstige belemmering veroorzaken in het dagelijkse leven en kan ze zelfs fataal zijn (3).

Het gebruik van spirometrie is onmisbaar voor de diagnose en opvolging van obstructieve luchtwegaandoeningen. Het grootste deel van de patiënten met COPD en astma wordt gevolgd in de eerste lijn. Het is dan ook duidelijk dat longfunctieonderzoek een belangrijk instrument kan zijn bij de huisarts. De nieuwsgierigheid is aanwezig bij de Vlaamse huisarts, wat blijkt uit de interesse voor de opleidingen, maar toch wordt spirometrie in de eerste lijn weinig gebruikt. Waarom is dat?

Onderzoeksvraag

Het doel van deze studie is te achterhalen welke hinderpalen artsen met interesse in spirometrie ervaren om het onderzoek te implementeren in de dagelijkse huisartspraktijk.

 

Methode

Drie focusgroepen en negen semigestructureerde interviews werden uitgevoerd verspreid over Vlaanderen. De deelnemers van de focusgroepen werden geselecteerd uit een groep van artsen die na een basisopleiding spirometrie deelnam aan een opfrissingcursus. De deelnemers van de interviews werden ad random geselecteerd uit een groep artsen die de voorbije jaren de basisopleiding had gevolgd. Alle deelnemers kregen dezelfde vragen voorgelegd om op die manier de inzichten en ideeën over spirometrie in kaart te brengen. Hypothesen werden vooraf gegenereerd en dienden als basis voor de vragen en stellingen die aan bod kwamen tijdens de interviews en focusgroepen (tabel 1). Mits toestemming van de deelnemers werden de gesprekken opgenomen en kort daarna volgde de transcriptie van de audio files.  Deze gegevens werden vervolgens geanalyseerd met behulp van het softwarepakket ‘Nvivo’.

 

Discussie

Het organisatorisch probleem bleek de grootste hinderpaal te vormen bij het gebruik van spirometrie in de huisartspraktijk. Zowel de artsen met als deze zonder praktijkhulp ervoeren tijdsgebrek en slaagden er meestal niet in het onderzoek te integreren in het aanmeldingsconsult. Voor spirometrie diende bijna altijd een tweede afspraak gemaakt te worden. Wel viel op dat het onderzoek makkelijker in te plannen was wanneer de praktijk ondersteund werd door een assistente die de planning en uitvoering op zich nam. Dit strookt met de gevonden literatuur hieromtrent. Poels et al. onderzochten het gebruik van de spirometer in verschillende praktijken die toegang hadden tot een spirometer. Huisartsen die werkten in een gestructureerde praktijk met goede middelen onder de vorm van praktijkhulp en infrastructuur, voerden het meeste spirometries uit (20). De moeilijke implementatie in het EMD bleek voor onze artsen een ander hekel organisatorisch punt. Doordat er vaak geen rechtstreekse link was naar het EMD, konden deze onderzoeken niet geïntegreerd worden in het dossier van de patiënt. Hierdoor raakte het overzicht zoek en kostte het meer moeite een goede opvolgplanning te maken voor de patiënt.

Een andere reden om het onderzoek niet uit te voeren, lag in het gepercipieerde gebrek aan kennis. Veel artsen voelden zich onzeker in de uitvoering en interpretatie van spirometrie. Dit hing sterk samen met de frequentie van uitvoeren. Uiteraard creëert dit een vicieuze cirkel. De artsen voeren het onderzoek niet uit wegens onzekerheid, het gevoel van ‘onkunde’ neemt toe, met als gevolg dat de drempel nog groter wordt om zelf spirometrie uit te voeren. Albert Bandura stelt in zijn ‘self-efficacy’ theorie dat personen sneller gemotiveerd zijn om een bepaalde handeling uit te voeren als ze het idee hebben dat ze de bekwaamheid bezitten om deze met succes te verrichten. Terwijl personen met een lage zelfeffectiviteit om een bepaalde taak tot een goed einde te brengen, dus onzeker zijn over hun capaciteiten, eerder zullen proberen deze taken te vermijden (22). Er zijn verschillende studies die aanhaalden dat spirometrie vaker werd uitgevoerd, naargelang men meer vertrouwd was met het onderzoek en de interpretatie ervan (20,9). Ook volgens Kaminsky et al. vormden gebrek aan kennis in het uitvoeren van spirometrie en het interpreteren van de gegevens, belangrijke hinderpalen (23).

Opfrissingcursussen werden door de artsen in onze studie over het algemeen als zeer zinvol beschouwd. De artsen die geen spirometrie uitvoerden, wilden de aandacht weer op het onderzoek vestigen en de basiskennis herhalen. De geroutineerde artsen wilden met bijkomende opleidingen hun kennis scherp stellen. Opvallend was wel dat de artsen die het longfunctieonderzoek systematisch uitvoerden, het nut van een opfrissingcursus het meest onderstreepten. De groep die longfunctieonderzoek zo nu en dan uitvoerde, ervoer geen beperkingen in kennis of nood aan opfrissing.  Een studie uit Nieuw-Zeeland toonde aan dat training een significante verbetering van de kwaliteit van de uitgevoerde spirometries bij huisartsen teweeg brengt (21). Daar tegenover stond een afname van kwaliteit naarmate de tijd verstrijkt na een cursus (2). Huisartsen uitten dan ook een blijvende nood voor ondersteuning bij het interpreteren van spirometrie (24).

Veel artsen uit onze onderzoeksgroep schreven slechts een beperkte meerwaarde toe aan spirometrie. Vooral in kader van jaarlijkse opvolging eens de diagnose was gesteld, bleek de gepercipieerde meerwaarde klein. Dit kwam ook tot uiting in de manier waarop huisartsen hun patiënten met obstructieve longpathologie opvolgden, slechts een minderheid van hen gebruikte systematisch spirometrie. Velen hadden het gevoel dat een longfunctieonderzoek weinig kon bijleren als de klinische toestand onder controle leek op basis van anamnese en klinisch onderzoek. Dit leek dan ook een belangrijke reden waarom huisartsen weinig spirometrie uitvoerden. Ook uit de literatuur bleek dat huisartsen niet altijd even overtuigd zijn van het nut van spirometrie (21). Een studie uit Australië toonde aan dat de huisarts de voorkeur geeft aan het stellen van de diagnose op klinische basis (8). Veel artsen waren zich niet bewust van de sterke associatie tussen longfunctie en klinische outcome. Zij die overtuigd waren dat spirometrie noodzakelijk is voor de diagnose voerden dan ook significant meer longfuncties uit in de praktijk (11,23).

 Conclusie

Meer ondersteuning voor de huisarts is een noodzaak om spirometrie meer toegankelijk te maken. Dit kan onder de vorm van een praktijkassistente of regio-verpleegkundige, maar ook meer gebruiksvriendelijke EMD’s kunnen de drempel voor spirometrie verlagen. Er is een blijvende nood aan bijscholingen, niet alleen ter verbetering van de praktische uitvoering en interpretatie van spirometrie, maar ook om de steeds veranderende richtlijnen en de plaats van spirometrie hierin over te brengen naar de huisarts.

Bibliografie

Referenties

 

  1. GOLD : Global strategy for the diagnosis, management and prevention of chronic obstructive pulmonary disease 2013. Beschikbaar via: http://www.goldcopd.org/uploads/users/files/GOLD_Report_2013_Feb20.pdf. Geraadpleegd 2013 maart 16.
  2. E. Derom, C. van Weel, G. Liistro, J. Buffels, T. Schermer, E. Lammerse,

E. Wouters and M. Decramer. Primary care spirometry. Eur Respir J 2008; 31: 197–203.

  1. GINA : Global strategy for asthma management and prevention 2012. Beschikbaar via: http://www.ginasthma.org/local/uploads/files/GINA_Report_2012Feb13.pdf

Geraadpleegd 2013 januari 12.

  1. Geijer RMM, Chavannes NH et al. NHG-standaard astma bij volwassenen.Huisarts wet 2007; 50(11):537-51.  
  2. Schermer TR, Crockett AJ, Poels PJ, van Dijke JJ, Akkermans RP, Vlek HF et al. Quality of routine

spirometry tests in Dutch general practices. Br.J.Gen.Pract. 2009;59:e376-e382.

  1. Belgisch staatsblad. Publicatie 18/5/2007. Beschikbaar via: http://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/api2.pl?lg=nl&pd=2007-05-18&numac=…. Geraadpleegd 2012 juni 8.
  2. P. P. Walker, P. Mitchell, F. Diamantea, C. J. Warburton, L. Davies. Effect of primary-care spirometry on the diagnosis and management of COPD. Eur Respir J. 2006; 28(5):945-52.
  3. Walters JA, Hansen E, Mudge P, Johns DP, Walters EH, Wood-Baker R. Barriers to the use of spirometry in general practice. Aust Fam Physician 2005; 34(3):201-3.
  4. Bolton CE, Ionescu AA, Edwards PH, Faulkner TA, Edwards SM, Shale DJ. Attaining a correct diagnosis of COPD in general practice. Respir Med 2005; 99(4):493-500.
  5. Buffels Johan, Degryse Jan, Heyrman Jan, Decramer Marc. Office spirometry significantly improves early detection of COPD in general practice : The DIDASCO study. Chest 2004; 125: 1394-1399.
  6. O'Dowd LC, Fife D, Tenhave T, Panettieri RA Jr. Attitudes of physicians toward objective measures of airway function in asthma. Am J Med. 2003;114(5):391-6.
  7. J.Degryse, J.Buffels, Y. Van Dijck, M. Decramer, B. Nemery. Accuracy of office spirometrie performed by trained primary-care physicians using the MIR spirobank hand-held spirometer. Respiration 2012 ;83 :543-552.
  8. Leen E Tuomista et al. Asthma programme in Finland : the quality of primary care spirometry is good. Primary care respiratory journal 2008 ; 17(4) : 226-231.
  9. David P. JOHNS,1 Deborah BURTON,2 Julia A.E. WALTERS1 AND Richard WOOD-BAKER1. National survey of spirometer ownership and usage in general practice in Australia. Respirology 2006; 11: 292-298.
  10. Patricia Huston, Margo Rowan. Qualitative studies, their role in medical research. Canadian Family Physician 1998; 44: 2453-2458.
  11. Jane Forman, John W. Creswell et al. Qualitative research methods: Key features and insights gained from use in infection prevention research. Am J Infection control 2008; 36:764-71.
  12. Hsiu-Fang Hsieh, Sarah E. Shannon. Three approaches to Qualitative Content Analysis. Qualitative health research 2005 ;15 (9) : 1277-1288.
  13. Allison Tong, Peter Sainsbury, Jonathan Craig. Consolidated criteria for reporting qualitative research (COREQ): a 32-item checklist for interviews and focus groups. International journal for quality in Health Care 2007; 19 (6): 349-357.
  14. NVivo qualitative data analysis software; QSR International Pty Ltd. Version 10, 2012
  15. Poels PJ, Schermer TR, Jacobs A, Akkermans RP, Hartman J, Bottema BJ et al. Variation in

spirometry utilization between trained general practitioners in practices equipped with a spirometer. Scand.J.Prim.Health Care 2006;24:81-7.

  1. Eaton T, Withy S, Garrett JE, Mercer J, Whitlock RM, Rea HH.  Spirometry in primary care practice: the importance of quality assurance and the impact of spirometry workshops. Chest 1999; 116(2):416-23.
  2. Anthony R, Artino Jr. Academic self-efficacy : from educational theory to instructional practice. Perspect Med Educ 2012 ; 1 :76-85.
  3. Kaminsky DA, Marcy TW, Bachand M, Irvin CG. Knowledge and use of office spirometry for the detection of chronic obstructive pulmonary disease by primary care physicians. Respir Care 2005; 50(12):1639-48.
  4. Poels PJ, Schermer TR, Akkermans RP, Jacobs A, Bogart-Jansen M, Bottema BJ et al. General

practitioners' needs for ongoing support for the interpretation of spirometry tests. Eur.J.Gen.Pract. 2007;13:16-9.

  1. Buffels Johan, Degryse Jan, Decramer Marc, Heyrman Jan. Spirometry and smoking cessation advice in general practice : A randomised clinical trial. Respiratory medicine 2006; 100, 2012-2017.
  2. Ferguson GT, Enright PL, Buist S, et al. Office spirometry for lung health assessment in adults. A consensus statement from the National Lung Health Education Program. Chest 2000; 117(4) : 1146-61.
  3. Poels PJ, Schermer TR, Schellekens DP, Akkermans RP, Vries Robbe PF, Kaplan A et al. Impact of a spirometry expert system on general practitioners' decision making. Eur.Respir.J. 2008;31:84-92.
  4. Poels PJ, Olde Hartman TC, Schermer TR. Qualitative studies to explore barriers to spirometry use: a breath of fresh air? Respir.Care 2006;51:768.
  5. Smeele IJM, Van Weel C et al. NHG-standaard: COPD. Huisarts Wet 2007;50(8):362-79.
  6. Ketelaer Paul, Hentenaar Felix, Kooter Marloes. Groepen in focus : in vier stappen naar toegepast focusgroeponderzoek. Den Haag: Boom Lemma Uitgevers; 2011. p219
  7. Janice Elliott, Sara Heesterbeek, Carolyn J. Lukensmeyer, Nikki Slocum. Participatory Methods Toolkit. A practitioner’s manuel' p135-144, internetsite Koning Bouwdewijn stichting, 2005. Beschikbaar via: http://www.kbs-frb.be/uploadedFiles/KBS-FRB/Files/NL/PUB_1599_Participa…. Geraadpleegd 2012 september 9.
  8. Nicola J Roberts, Susan F Smith, Martyn R Partridge. Why is spirometry underused in the diagnosis of the breathless patient: a qualitative study. BMC pulomary medicine 2011; 11(37).
  9. Julia A. Walters et al. Under-diagnosis of chronic obstructive pulmonary disease : A qualitative study in primary care. Respiratory medicine 2008 ; 102 : 738-743.
  10. E Vermeire, P Van Royen, F Griffiths, S Coenen, L Peremans, K Hendrickx. The critical appraisel of focus group research articles. European Journal of General Practice 2002; 8(3):000-0.
  11. Liza C. O’Dowd, MD, Daniel Fife, MD, Thomas Tenhave, MPH, PhD, Reynold A. Panettieri, Jr, MD. Attitudes of Physicians Toward Objective Measures of Airway Function in Asthma. The American Journal of Medicine 2003; 114(5): 391-6.
  12. Niels Chavannes. The necessity for spirometry in the primary care management of COPD. Primary Care Respiratory Journal 2004; 13: 11-14.
  13. K. Elinck, A. Vints, Y. Sibille , B. Gérard. Aanpak van acute exacerbaties van COPD in de ambulante praktijk. Huisarts nu 2009 ; 38 :311-28.
  14. Miller MR, Hankinson J, Brusasco V, Burgos F, Casaburi R, Coates A, Crapo R, Enright P, van der Grinten CP, Gustafsson P, Jensen R, Johnson DC, MacIntyre N, McKay R, Navajas D, Pedersen OF, Pellegrino R, Viegi G, Wanger J. ATS/ERS Task Force, Standardisation of spirometry. Eur Respir J. 2005; 26(2):319-38.

 

 

Download scriptie (1.06 MB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2013
Thema('s)