Post-Medium Liaisons. An Inquiry into Christian Marclay's Cinematographic Oeuvre and its Relation to the Language of Cinema

Boris
Vergote

Post-Mediale Verhoudingen

Journalistiek artikel bij Post-Medium Liaisons. An Inquiry into Christian Marclay’s Cinematographic Oeuvre and its Relations to the Language of Cinema

Voorgelegd door Boris Vergote aan de Faculteit Letteren en Wijsbegeerte, Universiteit Gent voor het behalen van Master of Arts in de Kunstwetenschappen.

Een audiovisuele suite bestaande uit een vier schermen waarop filmfragmenten geprojecteerd worden, waarin op de meeste diverse manieren gemusiceerd wordt. Een vierentwintig-uur durende loop die weinig meer doet dan de tijd tonen in Hollywood scenes die niets met elkaar te maken hebben. Een telefoongesprek waarin telefoons met draaischijven in zwart-wit beelden en moderne toestellen in kleur elkaar in duizelingwekkende sequenties opvolgen.  Christian Marclay’s video-installaties zijn een rollercoaster door de archieven van de cinema: in verduisterde ruimtes met een overtuigende soundtrack wordt de toeschouwer meegesleept in een spektakel dat formeel veel gemeen heeft met een bioscoop voorstelling.

Christian Marclay is een veelzijdig kunstenaar die sinds de jaren ’80 op diverse manieren de raaklijnen tussen beeld en geluid bespeelt. Sinds 1995 bouwt hij aan een deel-oeuvre dat zich nauw met de wereld van cinema verhoudt. De techniek is in wezen steeds dezelfde: video-installaties gebaseerd op bestaand audiovisueel materiaal, bekend als cinematic found footage in de vakterminologie, waarbij de artistieke interventie erin bestaat het materiaal te herschikken eerder dan te manipuleren. Korte flarden cinema worden uit oorspronkelijke langspeelfilm onttrokken en in een nieuw geheel geplaatst met fragmenten uit ongerelateerde films. De reorganisatie gebeurt op basis van een thematisch principe, dat het karakter vormt van het individuele video-installatie.

Een logische consequentie van deze fragmentatie is het verlies aan narratieve informatie die gepaard gaat met de kortstondigheid van de geselecteerde flarden. De oorspronkelijke verhalen van de vele langspeelfilms die de revue passeren gaan onherroepelijk verloren (op de associaties van de getrainde cinefiel na), en het thematisch principe van de video-installatie neemt de semantische implicaties van het audiovisueel materiaal over. De aandacht verschuift van de particuliere aspecten van de verhaallijn naar meer abstracte concepten, die door de toeschouwer ervaren worden aan de hand van een veelvoud aan verschillende uitvoeringen.

 

De initiële incarnatie van de techniek, Telephones uit 1995, is een bondige sequentie bestaande uit footage die een telefoongesprek onder de aandacht brengt. De opeenvolging van fragmenten volgt het logisch verloop van een telefoongesprek: het vormen van een nummer, de telefoon die overgaat, begroeting gevolgd door dialoog en afgesloten door een afscheid, waarna de hoorn wordt neergelegd. De intenties van de verschillende gesprekken gaan verloren, terwijl de menselijke nood aan communicatie begint door te schijnen, in al de ambities en teleurstellingen die ermee gepaard gaan.

Video Quartet richt haar pijlen op scenes waarin gemusiceerd wordt, waarbij filmische muziek die niet tot de verhaallijn behoort buiten beschouwing gelaten wordt. Het is een bloemlezing van de verschillende stemmingen die gecreëerd worden door middel van muziek-scenes en een lofzang aan de climax-functie die deze scenes vaak vervullen met exaltatie of mineur.  Karakteristiek voor Video Quartet is de audiovisuele veelvuldigheid, tot stand gebracht door een quadriptiek van vier nevengeschikte schermen en een polyfone compilatie van verschillende soundtracks, wat resulteert in een uniek weefsel van beeld en geluid.

The Clock is een ambitieus werk, zowel in haar dimensies – met een duur van vierentwintig uur – als haar gewichtige thematiek: tijd in al haar manifestaties. Found footage fragmenten wisselen elkaar af in snel tempo, telkens met een tijdsindicatie in beeld of vervat in de dialoog en bovendien gerangschikt volgens het verloop van een dag: afgesteld volgens de juiste tijdszone functioneert The Clock als een klok voor haar toeschouwers. Het werk is doorspekt van de manier waarop tijd aangewend wordt om structuur te verlenen aan het verhaal, maar met het narratieve achterwege gelaten door Marclay blijft enkel het tijdsaspect an sich over. Tijd in The Clock manifesteert zich zowel als een objectief kader – geordend in uren, minuten en seconden – en als een subjectieve perceptie. De traagheid van het wachten en de snelheid van een deadline worden voelbaar. Marclay slaagt er bovendien in om een opmerkelijk ritme te creëren over de uren heen: een geleidelijke spanningsopbouw werkt zich naar het uur toe, opgevolgd door een détente, waarna de spanningsopbouw hervat wordt. Deze techniek zorgt voor een extatisch vuurwerk om middernacht.

De vele verhaallijnen waaruit de fragmenten voor deze cinematografische collages komen zijn verloren gegaan door de isolatie van deze flarden. De door Marclay naar voor geschoven sequenties zijn echter alles behalve arbitrair. Het telefoongesprek in Telephones, de muzikale compositie in Video Quartet en de klok in The Clock voelen als homogene composities aan, ondanks het heterogene karakter van hun bronnen. De cinematografische werken geven blijk van de toeschouwers’ welwillendheid om continuïteit te zien op basis van elementaire kenmerken van verwantschap.

Deze cinematografische werken van Marclay behoren tot een bredere trend in de beeldende kunst die installaties met bewegend beeld naar voor brengen, waarin de toeschouwer wordt geabsorbeerd door wat zich op het scherm afspeelt. De black box configuratie van Marclay’s werken, een verduisterde ruimte waarin het oplichtende beeld zich manifesteert als enige realiteit, heeft verregaande associaties en affiniteiten met de bioscoop-ervaring. Toch behouden deze werken een zekere afstand tegenover de Hollywoodesque realiteit van de cinema: door de deconstructie van narrativiteit wordt de kijker immers niet meegesleurd in het verhaal, maar in de geëmancipeerde thematiek door middel van de eigenzinnige cut-and-paste montage. Marclay gebruikt bestaand materiaal om nieuwe structuren met hun eigen semantiek te creëren: in elk van deze werken manifesteert zich een nieuwe realiteit. 

Bibliografie

 

8. Bibliograhpy

 

1. BOOKS

 

Agacinski, Sylviane. “The Western Hour.” In Time Zones, edited by Jessica Morgan and Gregor Muir. London: Tate Publishing, 2004.

 

Aristoteles. Poëtica. Translated to Dutch by N. van der Ben and J. M. Bremer. Amsterdam: Athenaeum – Polak & Van Gennep, 2010.

 

Basilico, Stefano, ed. Cut. Film as Found Object in Contempory Video. Milwaukee: Milwaukee Museum of Art, 2004.

 

Bishop, Claire. Installation Art. A Critical History. London: Tate Publishing, 2005.

 

Bloemheuvel, Marente, Giovanna Fossati and Jaap Guldemond, eds. Found Footage. Cinema Exposed. Amsterdam: Amsterdam University Press and EYE Film Institute Netherlands, 2012.

 

_______, and Jaap Guldemond, eds., Cinéma Cinéma. Contemporary Art and the Cinematic Experience. Eindhoven: Stedelijk Van Abbemuseum, 1999.

 

Blümlinger, Christa. Kino aus zweiter Hand. Zur Ästhetik materieller Aneignung im Film und in der Medienkunst. Berlin: Vorwerk 8, 2009.

 

Bordwell, David. Narration in the Fiction Film. Madison: University of Wiscosin Press, 1985.

 

_______, and Kristin Thompson. Film Art. An Introduction. New York: McGraw Hill, 2001.

 

_______, Janet Staiger and Kristin Thompson. The Classical Hollywood cinema: film style and mode or production to 1960. London: Routledge, 1994.

 

Chion, Michel. Film. A Sound Art. New York: Columbia University Press, 2009.

 

Cocteau, Jean. La Voix Humaine. Paris: Librairie Stock, 1930.

 

Connolly, Maeve. The Place of Artists’ Cinema. Space, Site and Screen. Bristol: Intellect Books and Chicago: Intellect Books, The University of Chicago Press, 2009.

 

Cox, Christoph. “The Breaks.” In Festival. Issue 3, edited by David Kiehl. New York: Whitney, 2010.

 

Dohrn-van Rossum, Gerhar. History of the Hour. Clocks and Modern Temporal Orders. Chicago: University of Chicago Press, 1996.

 

Donnelly, K. J. The Spectre of Sound. Music in Film and Television. London: British Film Institute Publishing, 2005.

 

Duane, Mary Ann. The Emergence of Cinematic Time: Modernity, Contingency, the Archive. Cambridge, Massachusetts: Harvard University Press, 2002.

 

Dulpaix, Sophie and Marcella Lista. Sons & Lumières. Une histoire du son dans l’art du XXe siècle. Paris: Editions du Centre Pompidou, 2004.

 

Eisenstein, Sergei. “Montage is Conflict.” In The Cinematic, edited by David Campany. London: Whitechapel Gallery Ventures Limited, 2007.

 

Elsaesser, Thomas. Metropolis. London: British Film Institute, 2005.

 

Foster, Hal, Rosalind Krauss, Yve-Alain Bois, Benjamin H.D. Buchloh and David Joselit. Art Since 1900. Modernism, Antimodernism, Postmodernism. London: Thames & Hudson, 2011.

 

Frohne, Ursula. “Dissolution of the Frame: Immersion and Participation in Video Installations.” In Art and the Moving Image. A Critical Reader edited by Tanya Leighton. London, Tate Publishing, 2008.

 

Furstenau, Marc, ed. The Film Theory Reader. Debates and Arguments. Oxon: Routledge, 2010.

 

Gonzales, Jennifer. “Overtures.” In Christian Marclay. London: Phaidon Press Limited, 2005.

 

Gordon, Kim, Jennifer Gonzales, et al., red. Christian Marclay. London: Phaidon Press Limited, 2005.

 

Guldemond, Jaap. “Found Footage: Cinema Exposed.” In Found Footage. Cinema Exposed, edited by Bloemheuvel, Marente, Giovanna Fossati and Jaap Guldemond, eds. Amsterdam: Amsterdam University Press and EYE Film Institute Netherlands, 2012.

 

Gunning, Tom. “Finding the Way. Films Found on a Scrap Heap.” In Found Footage. Cinema Exposed, edited by Marente Bloemheuvel, Giovanna Fossati and Jaap Guldemond. Amsterdam: Amsterdam University Press and EYE Film Institute Netherlands, 2012.

 

Hanhardt, John G. Nam June Paik. New York: Whitney Museum of American Art, 1982.

 

Higgs, Matthew. “Video Quartet (2002).” In Christian Marclay. London: Phaidon Press Limited, 2005.

 

Jakobson, Roman. “Closing Statement: Linguistics and Poetics.” In Style in Language, edited by Thomas A. Sebeok. Cambridge, Massachussets: MIT Press, 1960.

 

Leader, Darian. “Glue.” In The Clock, ed. Honey Luard. London: White Cube, 2010.

 

Le Grice, Malcolm. “Time and the Spectator in the Experience of Expanded Cinema.” In Expanded Cinema edited by David Curtis, A. L. Rees, e.a. London: Tate Publishing, 2011.

 

Lessig, Lawrence. “The Failures of Fair Use and the Future of Free Culture.” In Cut. Film as Found Object in Contemporary Video, edited by Stefano Basilico. Milwaukee: Milwaukee Art Museum, 2004. 

 

Licht, Alan. “What sound does a conductor make?” In Festival. Issue 3, edited by David Kiehl. New York: Whitney, 2010.

 

Lista, Marcella. “Empreintes sonores et metaphors tactiles. Optophonétique, film et video.” In

Sons & Lumières. Une histoire du son dans l’art du XX Siècle, edited by Sophie Duplaix and Marcella Lista. Paris: Editions du Centre Pompidou, 2004.

 

Marclay, Christian. The Bell and the Glass. Philadelphia: Philadelphia Museum of Art and Relâche, 2003.

 

Mondloch, Kate. Screens: Viewing Media Installation Art. Minneapolis: University of Minnesota Press, 2010.

 

Mulvey, Laura. Death, 24x a Second. Stillness and the Moving Image. Chicago: University of Chicago Press, 2006.

 

Noam, Elcott M. “Screen Play.” In Festival. Issue 3, edited by David Kiehl. New York: Whitney, 2010.

 

O’Doherty, Brian. Inside the White Cube: the Ideology of the Gallery Space. Berkeley: University of California Press, 1999.

 

Paflik-Huber, Hannelore. Kunst und Zeit: Zeitmodelle in der Gegenwartkunst. München: Scaneg Verlag, 1997.

 

Parmaggiore, Maria and Tom Wallis. Film: A Critical Introduction. London: Laurence King Publishings, 2005.

 

Ridderbos, Berhard, Anne Van Buren and Henk Van Veen. Early Netherlandish Paintings. Rediscovery, Reception and Research. Amsterdam: Amsterdam University Press, 2005.

 

Rosenberg, Susan, ed. The Bell and the Glass. Christian Marclay. Philadelphia: Philadelphia Museum of Art and Relâche, 2003.

 

Royoux, Jean-Christophe. “Remaking Cinema.” In Cinéma Cinéma. Contemporary Art and the Cinematic Experience, edited by Marente Bloemheuvel and Jaap Guldemond. Eindhoven: Stedelijk van Abbemuseum, 1999.

 

Smith, Susan. Hitchcock. Suspense, humour and tone. London: British Film Institute Publishing, 2000.

 

Strick, Jeremy. “Visual Music.” In Visual Music. Synaesthesia in Art and Music since 1900. Los Angeles: The Museum of Contemporary Art, 2005.

 

Tarantino, Michael. “A Few Brief Moments of Cinematic Time.” In The Cinematic, edited by David Campany. London: Whitechapel Gallery Ventures Limited, 2007.

 

Yeo, Rob. “Cutting through History. Found Footage in Avant-garde Filmmaking.” In Cut. Film as Found Object in Contemporary Video, edited by Stefano Basilico. Milwaukee: Milwaukee Art Museum, 2004.

 

Young, Robert. “The Sounds of Christmas.” In Festival. Issue 1, edited by David Kiehl. New York: Whitney, 2010.

 

Vergo, Peter. The Music of Painting. Music, Modernism and the Visual Arts from the Romantics to John Cage. London: Phaidon, 2010.

 

 

2. SCIENTIFIC ARTICLES

 

Castells, Manuel. “Materials for an exploratory theory of the network society.” British Journal of Sociology, 51, 2000, 5-24.

 

Kahn, Douglas and Christian Marclay. “Christian Marclay’s Early Years: An Interview.” Leonardo Music Journal, 13, 2003, pp. 17-21.

http://www.jstor.org/stable/1513444

 

Krauss, Rosalind. “Two Moments from the Post-Medium Condition. Lip Synch: Marclay not Nauman.” October, 116, Spring 2006, pp. 55-62.

http://www.jstor.org/stable/40368424

 

Krauss, Rosalind. “Video: The Aesthetics of Narcissism.” October, 1976, pp. 50-64.

http://links.jstor.org/sici?sici=0162-2870%28197621%291%3C50%3AVTAON%3E…

 

London, Barbara. “Time as Medium: Five Artists’ Video Installations.” Leonardo, Vol. 28, No. 5, 1995, pp. 423-426.

http://www.jstor.org/stable/1576228

 

Lütticken, Sven. “Viewing Copies: On the Mobility of Moving Images.” E-flux, 2009.

http://www.e-flux.com/journal/viewing-copies-on-the-mobility-of-moving-…

 

Massin, Marianne. “Christian Marclay : “Iconoclasme” musical et interrogation sur l’instrument.” Methodos, 11 (2011), last consulted on February 16, 2013.

http://methodos.revues.org/2579;DOI: 10.4000/methodos.2579

 

Ross, Christine. “The Temporalities of Video: Extendedness Revisited.” Art Journal, Vol. 65, No. 3, Fall 2006, pp. 82-99.

http://www.jstor.org/stable/20068483

 

2. NEWSPAPER ARTICLES

 

Ratliff, Ben. “The Musical Rhythms in Images Out of Time. New York Times, February 16, 2011.

 

Smith, Roberta.  “As in Life, Timing is Everything in the Movies.” New York Times, February 3, 2011.

 

Thomson, David. “How old Cary Grant?” Financial Times, January 11, 2013.

 

Wullschlager, Jackie. “You have to be a showman.” Financial Times, March 3 and 4, 2012.

 

Zalewski, Daniel. “The Hours. How Christian Marclay created the ultimate digital mosaic.” The Newyorker, March 12, 2012.

 

 

3. WEBSITES

 

“Christian Marclay”, last consulted on May 24, 2012.

http://whitecube.com/artists/christian_marclay/

 

“Christian Marclay The Clock”, last consulted on May 17, 2012.

http://whitecube.com/exhibitions/christian_marclay_the_clock/

 

“Christian Marclay The Clock”, last consulted on May 17, 2012.

http://www.paulacoopergallery.com/exhibitions/497

 

“News”, last consulted on May 17, 2012.

http://www.paulacoopergallery.com/news

 

“Telephones, 1995 – Christian Marclay.” Last consulted on May 14, 2013.

http://www.youtube.com/watch?v=yH5HTPjPvyE

 

Bordwell, David. “Time Piece.” Last consulted on May 12, 2012.

http://www.davidbordwell.net/blog/2011/02/21/time-piece/

 

Greenberg, Clement. “Modernist Painting.” Last consulted on May 16, 2011.

http://digilander.libero.it/contemporarea/Testi/greenberg_62

 

Ho, Alexander. “Christian Marlcay – Installation view of “The Clock” at White Cube Mason’s Yard, London.” Last consulted on May 24, 2012.

http://lightbox.time.com/?attachment_id=42524

 

Toop, David. “The Art of Noise.” Last consulted on August 21, 2012.

http://www.tate.org.uk/context-comment/articles/art-noise

 

4. EXHIBITIONS

 

Antoine Watteau (1684-1721). The Music Lesson. Curated by William Christie. Brussels: Bozar. 8 February 2013 – 12 May 2013.

 

Caravaggio. Curated by Rossella Vodret and Francesco Buranelli. Rome: Scuderie del Quirinale. 20 February 2010 – 13 June 2010.

 

Illuminations. 54th Art Biennale. Curated by Bice Curriger. Venice: Arsenale. 4 June 2011 – 27 November 2011.

 

The Bride with the Bachelors. Duchamp with Cage, Cunningham, Rauschenberg and Johns. Curated by Carlos Basualdo. London: Barbican Art Gallery. 14 February 2013 – 9 June 2013.

 

Video Quartet. Stanford: Cantor Arts Centre, Stanford University. 14 November 2012 – 10 February 2013.

 

5. LECTURES

 

Jacobs, Steven. “Fundamenten van de Moderne en Actuele Beeldende Kunst II.” Lectures at Ghent University. September 2012 – January 2013.

 

Jacobs, Steven. “Onderzoeksseminarie Moderne en Actuele Beeldende Kunst.” Lectures at Ghent University. September 2012 – January 2013.

 

Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2013