Belgische Vrouwenquota in de Raad van Bestuur in het licht van het Europees Recht

Johannes
Van Herck

Vrouwenquota: vooruitgang of discriminatie?

Wie staat er in uw huishouden in de keuken? Staat moeder achter het fornuis, of steekt de nieuwe man ook een handje toe? Wie is de kostwinner in huis? Wordt vrouwlief net als vroeger binnenshuis gehouden of zorgt zij evenzeer voor brood op de plank?

In onze moderne, westerse cultuur is het een normale zaak dat vrouwen kunnen werken en daarin gelijke kansen krijgen. In vele traditionele culturen is dit niet zo evident. Gelijkheid tussen vrouwen en mannen is niet meer weg te denken uit onze maatschappij. Dit bewustzijn vertaalt zich in vele bij wet afdwingbare regels. Maar zijn deze regels allemaal even rechtvaardig?

Wet ter bevordering van vrouwen aan de top
Een van dergelijke regels die recent in het leven werd geroepen, richt zich op vrouwelijke bestuurders in een beursgenoteerde onderneming. Het doel hiervan is om de aanwezigheid van vrouwen aan de top van de bedrijfswereld te bevorderen. Na nationale en internationale kritiek over de trage vooruitgang op dit gebied, werden zowel op Belgisch als op Europees niveau wetgevende stappen genomen. In België resulteerde dit in een wet, Europa kan momenteel slechts een voorstel voor richtlijn voorleggen.

Discriminatie
Na grondig onderzoek kwam ik in mijn uiteenzetting tot de vaststelling dat de Belgische wet ter waarborging van gelijkheid tussen mannen en vrouwen aan de top zelf niet voldoet aan de regels der wetgeving. Niet alleen is zij in strijd met bepalingen, gesteld door ons eigen Grondwettelijk Hof, ook druist zij regelrecht in tegen gevestigde Europese rechtspraak.

De wet doet waarvoor ze in het leven werd geroepen: discriminatie ten opzichte van vrouwelijke bestuurders tegengaan. Dit wordt verwezenlijkt door de onderneming te verplichten een minimum aan vrouwen in hun raad van bestuur op te nemen. Deze regel wordt door de Belgische wetgever echter zo geformuleerd dat ze, ironisch genoeg, een nieuwe vorm van discriminatie in het leven roept. Gelijkwaardige mannelijke bestuurders worden nu namelijk in bepaalde gevallen achtergesteld. Dit is een vorm van positieve discriminatie, die in het verleden al meermaals door het hoogste Europese gerechtshof is veroordeeld.

Flaters
Ondanks de populariteit van dit hot topic worden er in België meerdere flaters begaan. Naast de discriminatoire aard van de wet ten voordele van vrouwelijke bestuurders, haalt de kersverse Vlaamse regering ook op andere gebieden zijn geloofwaardigheid onderuit. Een recent in het leven geroepen norm om de aanwezigheid van vrouwen in de Vlaamse kabinetten te bevorderen, wordt meteen aan de laars gelapt. De huidige fractie vrouwen als kabinetchef van 27 percent ligt ruim onder het opgelegde quotum van 40 percent. Daarnaast zal ook het aantal vrouwelijke topambtenaren in de Vlaamse administratie sterk verminderen vanwege enkele efficiëntieverhogende fusies (zie De Standaard 02/08/2014 en 26/07/2014 respectievelijk). Is dit ongelukkig toeval of kan er daadwerkelijk gesproken worden van een achteruitgang? Waar liggen de voornaamste prioriteiten van de huidige regering?

De Belgische regering heeft onze goedkeuring gekregen om wetten uit te vaardigen in het belang van de maatschappij. Los van het spectrum van politieke voorkeuren of enige communautaire kwestie worden wetten als deze gestemd in lijn met moderne waarden en normen. Wat gebeurt er echter wanneer een wet deze waarden niet nastreeft en zelfs met de voeten treedt? Verdere Europese integratie zal hier een belangrijke rol spelen, maar ook controle op en flexibiliteit van de wetgeving blijft noodzakelijk. Private initiatieven moeten tenslotte hun normaliserende rol blijven spelen om de aandacht te vestigen op het belang van zaken zoals genderdiversiteit. Zij kunnen steunen op talrijke academische studies over het positieve effect van actieve vrouwen in de samenleving.

Het is duidelijk dat vrouwen tegenwoordig niet alleen in het huishouden baas zijn. In bijna elk aspect van ons leven bekleden zij een gelijkwaardige positie als mannen. Bij het verwezenlijken van dit streefdoel moet men uitkijken dat de balans in het midden blijft en dat vooral het gezond verstand geen plaats moet ruimen.

Bibliografie

Bibliografie Wetgeving o  Aanvullend verslag bij voorstel tot wijziging van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven en tot wijziging van het Wetboek van vennootschappen, teneinde te garanderen dat vrouwen zitting hebben in de beslissingsorganen van de autonome overheidsbedrijven en de genoteerde vennootschappen,  Parl.St.Kamer 0211/010.o  Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité 2012/0299 bij het voorstel voor richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake de verbetering van de man-vrouwverhouding bij niet-uitvoerende-bestuurders van beursgenoteerde vennootschappen en daarmee samenhangende maatregelen, http://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/ALL/?uri=CELEX:52012AE2444.o  Adv.RvS 49.473/AV bij het Voorstel van wet tot wijziging van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven en tot wijziging van het Wetboek van vennootschappen, teneinde te garanderen dat vrouwen zitting hebben in de beslissingsorganen van de autonome overheidsbedrijven en de genoteerde vennootschappen,  Parl. St.Kamer 2010-11, nr. 0211/007.o  Art. 2:166/276 BW Nederland.o  Art. 3 Wet 10 mei 2007 ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie, BS 30 mei 2007.o  Art. 5, 11° van de wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie, BS 30 mei 2007.o  Art. 9 van richtlijn 2009/101/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 strekkende tot het coördineren van de waarborgen, welke in de lidstaten worden verlangd van  de vennootschappen in de zin van de tweede alinea van art. 48 van het Verdrag, om de belangen te beschermen zowel van de deelnemers in deze vennootschappen als van derden, zulks teneinde die waarborgen gelijkwaardig te maken,  Pb.C.  258, 1 oktober 2009.o  Art. 10, §2 wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie, BS 30 mei 2007.o  Art. 16, §2 wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie, BS 30 mei 2007.o  Art. 10, §2 wet van 30 juli 1981 tot bestraffing van  bepaalde door racisme of xenophobie ingegeven daden, BS 8 augustus 1981.o  Art. 518 Wetboek van Vennootschappen van 7 mei 1999,  BS  6 augustus 1999.o  Art. 519 Wetboek van Vennootschappen van 7 mei 1999,  BS  6 augustus 1999.o  Art. 526 Wetboek van Vennootschappen  van 7 mei 1999,  BS  6 augustus 1999.o  Beamtengesetz für das Land Nordrhein-Westfalen,  GV.NW. 234, ingetrokken op Ingetrokken op 1 april 2009 door art. 138 ,  § 1 des Gesetzes 21 vom 21 April 2009, GV.NRW. 224.o  Bijzondere Wet van 6 januari 1989 op het [Grondwettelijk Hof],  BS7 januari 1989. gewijzigd door de Wet van 21 februari 2010 art. 6, BS 8 maart 2010.o  Bijzondere Wet van 18 juli 2002 tot waarborging van een gelijke vertegenwoordiging van mannen en vrouwen op de kandidatenlijsten voor de verkiezingen van de Vlaamse Raad, van de Waalse Gewestraad en van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad, BS 13 september 2002.o  CAO nr. 25bis van 19 december 2001, BS 25 december 1975.o  CAO nr. 25ter van 9 juli 2008, BS 25 december 1975. o  Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie van 12 december 2007, Pb.C. 83, 30 maart 2010.o  Protocol (2) betreffende de toepassing van de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid van 13 december 2007,  Pb.C.  83, 30 maart 2010.o  Richtlijn 76/207/EEG van de Raad van 9 februari 1976 betreffende de tenuitvoerlegging van het beginsel van gelijke behandeling van mannen en vrouwen ten aanzien van de toegang tot het arbeidsproces, de beroepsopleiding en de promotiekansen en ten aanzien van de arbeidsvoorwaarden, opgeheven op 15 augustus 2009 door art. 34 van richtlijn 2006/54/EC, Pb.C.  L 039, 14 februari 1976.o  Richtlijn 2006/54/EG van 5 juli 2006 betreffende de toepassing van het beginsel van gelijke kansen en gelijke behandeling van mannen en vrouwen in arbeid en beroep (herschikking),  Pb.C.  L 204,26 juli 2006.o  Verdrag betreffende de Europese Unie van 7 februari 1992, Maastricht, Pb.C. 83, 30 maart 2010, err., Pb.C. 181, 6 juni 2010.o  Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie van 1 december 2009, Lissabon, hernoeming van Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap van 25 maart 1957, Rome, Pb.C. 83, 30 maart 2010, err., Pb.C. 181, 6 juni 2010.o  Voorstel van wet tot wijziging van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven en tot wijziging van het Wetboek van vennootschappen, teneinde te garanderen dat vrouwen zitting hebben in de beslissingsorganen van de autonome overheidsbedrijven en de genoteerde vennootschappen,  Parl. St.Senaat 2010-11, nr. 0211/001.o  Voorstel voor een richtlijn van het Europees parlement en de Raad inzake de verbetering van de man -vrouwverhouding bij niet-uitvoerende bestuurders van beursgenoteerde ondernemingen en daarmee samenhangende maatregelen, Europese Commissie, nr. 2012/0299, www.eerstekamer.nl/eu/europeesvoorstel/com_2012_614_voorstel_voor_een/d…  Wet van 6 maart 1973 tot wijziging van de wetgeving betreffende de handelsvennootschappen, BS 23 juni 1973.o  Wet van 20 juli 1990 ter bevordering van de evenwichtige aanwezigheid van mannen en vrouwen in organen met adviserende bevoegdheid, BS 9 oktober 1990.o  Wet van 17 juni 2002 tot waarborging van een gelijke vertegenwoordiging van mannen en vrouwen op de kandidatenlijsten voor de verkiezingen van het Europees Parlement, BS 28 augustus 2002.o  Wet van 18 juli 2002  tot waarborging van een gelijke vertegenwoordiging van mannen en vrouwen op de kandidatenlijsten voor de verkiezingen van de federale Wetgevende Kamers en van de Raad van de Duitstalige Gemeenschap,  BS  28 augustus 2002.o  Wet van 6 april 2010 tot versterking van het deugdelijk bestuur bij de genoteerde vennootschappen en de autonome overheidsbedrijven  en tot wijziging van de regeling inzake het beroepsverbod in de bank- en financiële sector, BS 23 april 2010.o  Wet van 28 juli 2011 tot wijziging van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, het Wetboek van vennootschappen en de wet van 19 april 2002 tot rationalisering van de werking en het beheer van de Nationale Loterij teneinde te garanderen dat vrouwen zitting hebben in de raad van bestuur van de autonome overheidsbedrijven, de genoteerde vennootschappen en de Nationale Loterij, BS 14 september 2011.o  Wet van 22 april 2012 ter bestrijding van de loonkloof tussen mannen en vrouwen, BS 28 augustus 2012.  Rechtspraak o  CJCE 17 octobre 1995, nr. C-450/93, Kalanke v. Freie Hansestadt Bremen, Rec.CJCE 1995, I , 3051-3079.o  CJCE 11 novembre 1997, nr. C-409/95, Marshall v. Land Nordrhein-Westfalen, Rec.CJCE 1997, I, 6363.o  GwH 27 januari 1994, nr. 9/94.o  GwH 14 juli 1997, nr. 42/97.o  GwH 6 oktober 2004, nr. 157/2004.o  GwH 12 februari 2009, nr. 17/2009.o  HvJ 15 juli 1964, nr. 6/64, Flaminio Costa v. ENEL,  Jur.HvJ  1964, 1203.o  HvJ 8 april 1976, nr. 43/75, Gabrielle Defrenne v. Belgische luchtvaart-maatschappij NV SABENA, Jur.1976, 455.o  HvJ 9 maart 1978, nr. 106/77, Italië v. Simmenthal,  Jur.HvJ  1978, 629.o  HvJ 19 november 1991, nr. C-6/90 en C-9/90, Andrea Francovich en Danila Bonifaci v. Italiaanse republiek, Jur.HvJ 1991, 5357.o  HvJ 17 oktober 1995, nr. C-450-93, Kalanke v. Freie Hansestadt Bremen, Soc.Kron. 1996, 168-172, Noot Jacqmain.o  HvJ 17 oktober 1995, nr. C-450/93, E.Kalanke v. Freie Hansestadt Bremen, SEW 1995, 797-800, Noot M.R.M.o  HvJ 28 maart 2000, nr. C-158/97, Badeck et  al. v. Hessischer Ministerpräsident, CDPK 2001.o  HvJ 6 juli 2000, nr. C-407/98, Abrahamsson en Andersen v. Fogelqvist, Jur. 2000, I-5539.o  HvJ 30 september 2003, nr. C-224/01, Gerhard Köbler v. Republiek Oostenrijk, Jur.HvJ 2003, I-10239.o  HvJ 30 september 2004, nr. C319-03 Serge Briheche v. Ministre de l'Intérieur, Ministre de l'Éducation nationale en Ministre de la Justice, Jur. 2004, I-08807.o  Kh. Brussel 21 december 1998,  TRV  1999, 105, noot E.Wymeersch. o  RvS 22 februari 2011, nr. 211.454, RW 2012-13, 899. Rechtsleer  Boeken o  DE BAERE, G., LENAERTS, K., VAN NUFFEL, P. en WOUTERS, J., Internationaal en Europees Recht, Leuven, VRG, 2013-14.o  DERIDDER, J., “Positieve actie en positieve discriminatie in België”,Antwerpen, Kluwer, 1991.o  GEENS, K. et al., “Helpt ‘good corporate governance’?  Over regels voor behoorlijk bestuur in vennootschappen” in  Over grenzen en generatiesheen:lessen voor de Eenentwintigste Eeuw, Leuven, Leuven University Press, 2012, 73-97.o  GEENS, K. en WITHOFS, V., “What if you don’t explain why you don’t comply?  Een rechtsvergelijkende stand van zaken na de Belgische Wet van 6 april 2010 (1)”  in Instituut voor Bedrijfsjuristen/Institut des Juristes d'entreprise vol:21, Brussel  -Antwerpen, Bruylant Bruxelles 2010 - Kluwer Antwerpen, 1-43.o  LENAERTS K. en VAN NUFFEL, P.,  Europees Recht, Antwerpen, Intersentia, 2011.o  RADLOFF, K., Women’s Quotas under EU Equality Law, Hamburg, Diplomica Verlag GmbH, 2012. Tijdschriftartikelen o  ADAMS, R.B. en FERREIRA, D., “Women in the boardroom and their impact on governance and performance”,  Journal of Financial Economics 2009, 291-309.o  ARULAMPALAM, W., BOOTH, A.I. en BRYAN, M.L., “Is there a Glass Ceiling over Europe? Exploring the Gender Pay Gap across the wage distribution”,  Industrial and Labour Relations Review2007, 163-186.o  AUTENNE, A. en AYDOGDU, R., “La transparence dans la loi du 6 avril visant à renforcer le gouvernement d’entreprise. La corporate governance, entre autosuffisance du marché et omnipotence de l’Etat”, Droit Bancaire et Financier 2010, (157), 172.o  BOHREN, Ø. en STROM, Ø., “Governance and Politics: Regulating Independence and Diversity in the Board Room”,  Journal of Business Finance & Accounting 2010, 1281–1308.o  CAMPBELL, K.,en MINGUEZ-VERA, A., “Gender Diversity in the Boardroom and Firm Financial Performance”,  Journal of Business Ethics 2008, 435-451.o  CATALYST, “The Bottom Line: Connecting Corporate Performance and Gender Diversity”, 2004.o  CHARITOU, A., LOUCA, C. en VAFEAS, N., “Boards, ownership structure, and involuntary delisting from the New York Stock Exchange”, Journal of Accounting and Public Policy 2007, 249-262.o  DERIDDER, J., “Het Europees Hof van Justitie en positieve actie: nog steeds geen klare kijk. Enkele kanttekeningen bij het  Marshall-arrest”, CDPK 1998, 169-175.o  DESCHUTTER, O. et RENAULD, B., “Egalité de Traitement, L’action affirmative devant la Cour de  Justice des Communautes Europeennes à propos de l’arret “Kalanke” du 17 octobre 1995”, JTT 1996, 125-129.o  DWYER, S., RICHARD, O.C. en CHADWICK, K., “Gender diversity in management and firm performance: the influence of growth orientation and organizational culture”,  Journal of Business Research 2003, 1009–1019.o  FAIRFAX, L.M., “Some Reflections on the Diversity of Corporate Boards: Women, People of Color, and the Unique Issues Associated with Women of Color”,  St. John's Law Review  2005, (1105) 1116.o  HASLAM, S.A., RYAN, M., KULICH, C., TROJANOWSKI, G. en ATKINS, C., “Investing with Prejudice: the Relationship Between Women's Presence on Company Boards and Objective and Subjective Measures of Company Performance”,  British Journal of Management 2010, 484-497.o  INGLEY, C. en VAN DER WALT, N., “Board Dynamics and the Influence of Professional Background, Gender and Ethnic Diversity of Directors. Corporate Governance”, an International Review 2003, 218–234.o  KELAN, E. en WANG, M., “The Gender Quota and Female Leadership: Effects of the Norwegian Gender Quota on Board Chairs and CEO’s", Journal of Business Ethics 2013, 449-466.o  LANSING, P. en CHANDRA, S., “Quota systems as a Means to Promote Women into Corporate Boardrooms”,  Employee Relations Law Journal 2012, 3-14.o  MACY, J.R., O’HARA, M. en POMPILIO, D., “Down and out  in the stock market: The law and economics of the delisting process”,Journal of Law and Economics 2008, 1-51.o  MARINOVA, J., PLANTENGA, J., REMERY, C., “Gender diversity and firm performance: evidence from Dutch and Danish boardrooms”, Discussion paper Series 10-03.o  MCKINSEY & COMPANY, “Women Matter: Gender Diversity; a Corporate Performance Driver”, 2007.o  MILLER, T. en TRIANA, M.C., “Demographic Diversity in the Boardroom: Mediators of the Board Diversity-Firm Performance Relationship”, Journal of Management Studies 2009, 756-786.o  PERNOT, A., “Positieve acties of gelijke-plannenkansen”,  Or  1990, 77-78; I. ASSCHER-VONK, “Positieve actieplannen",  SMA  1985, 823.o  RAMIREZ, S.A., “A flaw in the Sarbanes-Oxley Reform: Can diversity in the boardroom quell corporate corruption?”,  St John’s Law Review 2003, 837.o  SILVERSTEIN, M. en SAYRE, K., “Women Want More: How to Capture Your Share of the World’s Largest, Fastest-Growing Market”, 2009, Boston Consulting Group.o  TORCHIA, M., CALABRO A., en HUSE,  M., “Women Directors on Corporate Boards: From Tokenism to Critical Mass”,  Journal of Business Ethics 2011, 299-317.o  VAN VARENBERGH, M. ,“Het arrrest  Kalanke, bekeken vanuit Belgisch perspectief”, Vl. Jurist 1996, (6), 7.o  WORLD BANK, “Global Gender Gap Index”, 2011. Beleidsdocumenten o  Adv. nr. 108 van 12 mei 2006 van het bureau van de raad voor de gelijke kansen van mannen en vrouwen met betrekking tot quota in raden van bestuur, http://www.raadvandegelijkekansen.be/media/products/33/706/Advies108Raa…  COMMISSIE CORPORATE GOVERNANCE, “Corporate Governance Code 2009”, www.corporategovernancecommittee.be/library/documents/final%20code/Corp…  EUROPEAN COMMISSION, “Exchange of good practices in gender equality: Norway”, 2012, http://ec.europa.eu/justice/gender-equality/files/exchange_of_good_prac…  EUROPEAN COMMISSION, “Women in Decision-Making in theEU: Progress Report. A Europe 2020 initiative”, 2012, http://ec.europa.eu/justice/gender-equality/files/women-on-boards_en.pd…  EUROPEAN COMMISSION, “National Factsheet: Gender Balance in Boards”, 2013, http://ec.europa.eu/justice/gender-equality/files/womenonboards/womenon…  EUROPEAN PARLIAMENT, “Women on Corporate Boards in Europe”, PE 474.412, geconsulteerd via www.europarl.europa.eu/document/activities/cont/201303/20130321ATT63598…  EUROPEES PARLEMENT,  Resolutie met aanbevelingen aan de Raad betreffende de toepassing van het beginsel van gelijke beloning van mannelijke en vrouwelijke werknemers voor gelijke of gelijkwaardige arbeid, 2012, www.europarl.europa.eu/sides/getDoc.do?pubRef=-//EP//TEXT+TA+P7-TA-2012…  EUROPEES PARLEMENT,  Resolutie over de gevolgen van de economische crisis voor de gendergelijkheid en de rechten van de vrouw, 2013, www.europarl.europa.eu/sides/getDoc.do?type=REPORT&reference=A7-2013-00…  EUROPESE COMMISSIE, nr. COM/2010/049,  Strategy for equality between women and men 2010-2015, http://eur-lex.europa.eu/legal-content/EN/TXT/?uri=CELEX:52010DC0491.o  EUROPESE COMMISSIE, nr. COM(2010)78,  Een grotere inzet voor de gelijkheid van vrouwen en mannen. Een Vrouwenhandvest, Brussel, 2010, www.europarl.europa.eu/meetdocs/2009_2014/documents/com/com_com(2010)00…  EUROPESE RAAD, nr. 84/635/EEG, Aanbeveling van de Raad van 13 december 1984 betreffende de bevordering van positieve acties voor vrouwen, 1984, http://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/PDF/?uri=CELEX:31984H0635…  EUROPESE RAAD, nr. 96/694, 1996, Aanbeveling van de Raad van 2 december 1996 betreffende de evenwichtige deelneming van vrouwen en mannen aan het besluitvormingsproces.o  EUROPESE RAAD, nr. 7370/11, Europees pact voor gendergelijkheid, 2012, http://register.consilium.europa.eu/doc/srv?l=NL&f=ST%207370%202011%20I….