Design of transitional beehives for low income Ehiopian households by co-creation

Fien
Vanderbeke

Honing tegen de honger

Wanneer we honing op onze boterham smeren, denken we er niet bij na maar bijen houden kan voor veel huishoudens in ontwikkelingslanden een weg uit structurele armoede betekenen. Ethiopische boeren kunnen hun inkomen 50% verhogen door het houden van één bijenkolonie. In mijn scriptie ging ik samen met Ethiopische boeren en landbouwexperts op zoek naar een manier om moderne bijenkasten betaalbaar te maken voor elke plaatselijke imker. Het eindresultaat is de toolkit ‘Adis’.

In België is bijen houden vooral een hobbyaangelegenheid. Dit is echter niet overal op onze aardbol zo. In Ethiopië bijvoorbeeld, leven meer dan één miljoen imkers voor wie de verkoop van honing een broodnodige aanvulling vormt op het basisinkomen van het gezin. In mijn scriptie onderzocht ik hoe bijenkasten lokaal tegen een zeer lage prijs geproduceerd kunnen worden. Het resultaat hiervan zijn hulpstukken waarmee Ethiopische imkers zelf bijenkasten kunnen maken met lokale, kosteloze materialen.

Mijn scriptie kadert in het ‘Beeth’ project, wat staat voor Beekeeping Ethiopia. Dit project wil door het aanbieden van opleidingen en kwalitatief imkersmaterieel een steun zijn voor boeren die imkerij gebruiken als een weg uit de armoede.
Voor de start van mijn masterjaar trok ik op onderzoek naar Ethiopië om alle aspecten van de lokale imkerij te leren kennen. Een aantal enorme contrasten met de West-Europese imkerij drongen zich op, zoals het feit dat imkerij in Ethiopië nachtwerk is, om het agressieve bijenras dat er leeft zo min mogelijk te storen. Verder is de keuze in betaalbare materialen voor het bouwen van bijenkasten zeer beperkt. Hout is het meest gebruikte materiaal maar door grootschalige ontbossing is dit een schaars en duur goed geworden. Andere materialen zijn enkel te koop in grote steden, onhaalbare kaart voor boeren die niet over eigen transport beschikken. Hierdoor was werken met veelvoorkomende natuurmaterialen zoals cactusbladeren, modder en bamboe de beste optie.
Nog een belangrijk aspect is dat, van de één miljoen imkers, nog 95% werkt met traditionele imkerij methodes die een lage honingopbrengst hebben. Tijdens interviews met imkers uit het bergstadje Maychew kon ik achterhalen waarom. Imkers gaven aan dat ze heel nieuwsgierig waren naar nieuwe technieken maar een moderne bijenkast kost al snel 30 euro, geld dat ze niet hadden. Zelf maken was evenmin een optie, omdat er geen plannen en meetinstrumenten voorhanden waren om de kasten nauwkeurig genoeg te maken.

De uitdaging was om het mogelijk te maken voor deze, veelal ongeletterde, arme boeren om met kosteloze materialen een precieze bijenkast te kunnen vervaardigen. Na het in kaart brengen van mogelijke materialen en productietechnieken, werd de voornaamste hindernis voor het zelf maken van bijenkasten weggewerkt: het meten van de bijenkast. Honingbijen zijn immers nauwkeurige beestjes. Tussen hun honingraten zit exact 10 millimeter. Is deze afstand groter dan vullen ze deze met was, is deze kleiner dan vullen de bijen de ruimte op met propolis ,een kleverige substantie die honingbijen maken van plantensappen en hars. Dit bemoeilijkt het werk van de imker.

Om de bijenkasten uit te meten, werden twee mallen ontwikkeld. Met deze mallen kunnen imkers de twee cruciale maten voor een bijenkast bepalen. De eerste mal zorgt ervoor dat de plaats tussen de raten exact 10 millimeter is. De tweede mal zorgt ervoor dat de hoeken de juiste maat hebben, zodat de bijen hun raten niet vastmaken aan de wanden van de bijenkast.
Een derde onderdeel van de toolkit is een picturale handleiding die stap-voor-stap toont hoe de bijenkast opgebouwd wordt. Er wordt geen gebruik gemaakt van taal, maar laat de beelden voor zich spreken. De afbeeldingen zijn gebaseerd op de Ethiopische beeldcultuur, zodat de handleiding zo nauw mogelijk aansluit bij de leefwereld van de eindgebruiker.
Met deze drie onderdelen kunnen boeren een bijenkast bouwen die bestaat uit een bamboeskelet dat glad gepleisterd wordt met modder en stro. Het kostenplaatje van een bijenkast die met de Adis-methode gemaakt is minder dan drie euro.

Om de Adis toolkit zo goed mogelijk te laten aansluiten bij de Ethiopische context en cultuur, werkte ik nauw samen met een aantal imkers aan universiteiten en onderzoeksinstellingen in Mekelle en Holetta. Deze mensen begeleidden mij tijdens mijn stage en we hielden contact om ideeën uit te wisselen en af te toetsen aan de realiteit. Tijdens het ontwikkelen van de toolkit onderzocht ik of het haalbaar is om een product te co-creëren met eindgebruikers en experts die zich ver weg en in een andere cultuur en dagdagelijkse context bevinden. Het ontwerpen van de Adis toolkit diende hierbij als casestudy om co-creatie methoden van op afstand te testen. Hier bleek dat directe, persoonlijke communicatie en testopstellingen met relevante resultaten voor de eindgebruikers de belangrijkste motivators zijn, specifiek voor de testpersonen in Ethiopië. Zo was het testen van verschillende materiaalopties enkel haalbaar als er tijdens van de test bijvoorbeeld een functionele bijenkast gemaakt werd.

De naam ‘Adis’ betekent ‘nieuw’ in het Amhaars (de nationale taal van Ethiopië). De kit staat immers voor een nieuwe aanpak op vlak van bouwen van bijenkasten en op vlak van verspreiden van kennis. Met deze kit zullen een aantal ambassadeurs opleidingen geven in afgelegen dorpen aan een kleine groep leerling-imkers. De leerling-imkers kunnen dan zelf hun verworven kennis en kit doorgeven aan anderen.

Bij ontwikkelingshulp denkt men meestal aan noodhulpgoederen zoals tenten, voedselpakketen,… maar er is meer dan dat. Samenwerken met lokale belanghebbenden zorgt voor producten die op lange termijn de levenskwaliteit van de gemeenschap verhogen. Door het gebruik van lokale materialen, kennis, culturele aspecten,… worden het meeste kansen geboden aan de lokale bevolking. Bovendien is de kans op aanvaarding door de eindgebruiker van een project die gebruik maakt van lokale rijkdommen groter dan wanneer de introductie van een nieuw product gepaard gaat met de introductie van nieuwe productietechnieken,… Door het gebruik van de juiste strategie is het mogelijk om ook de eindgebruiker van op afstand te betrekken bij de ontwikkeling van dergelijke producten.

Bibliografie

[1] T. Depaepe, H. Roegiers, “Feasibility Study for an Introduction of Innovative Beekeeping Practices in Ethiopia”, Ghent, Belgium,2011, unpublished.[2] L. Lenaerts ,International congress 2013: sustainable livelihood in the tropical drylands: pre-conference tour, Topic: “Waterharvesting in the Mayleva catchment.” Mayleva catchment, Ethiopia, Sept. 17, 2013.[3] B. Hendrie , ““Now the People Are Like a Lord”-Local Effects of Revolutionary Reform in a Tigray Village,Northern Ethiopia”, Ph.D thesis, Department of Anthropology, University College London,1999[4] D. Stellar, “The PlayPump: what went wrong?”, Internet: http://blogs.ei.columbia.edu/2010/07/01/the-playpump-whatwent-wrong/, 2010, [June 8, 2014][3] W. E. Smith, “PLANNING FOR THE ELECTRICITY SECTOR IN COLOMBIA”, Marvin R. Weisbord Berrett-Koehler,” DiscoveringCommon Ground”,San Francisco, 1992.[5] C. De Stoop, “TERUG NAAR TIGRE”, in Knack, Oct. 30, 2013, pp. 106-112.[6] “Human development index”, Internet: https://data.undp.org/dataset/Table-1-Human-Development-Index-and-its-c…, [Jan. 23, 2014].[7] Yesuf, Mahmud, Demissie Damte, Randall Bluffstone and Bilisuma Bushie. 2008. “Rural Livelihoods, Poverty,and the MillenniumDevelopment Goals: Evidence from Ethiopian Survey Data.” EfD Discussion Paper 08.[8] M. Ashagrie,“STATUS OF THE ETHIOPIAN APICULTURE SECTOR”, PRESENTATION FOR THE APITRADE AFRICA APIEXPO ANDCONFERENCE, Lusaka, Zambia, 2010.[9] “Honey production worldwide 2011”, Internet: http://faostat3.fao.org/faostat-gateway/go/to/download/Q/QL/E, [Jan. 23,2014][10] G. De Roeck, “Wetgeving en voorschriften”, Internet: http://www.devlijtigebie.be/wetgeving/wetgeving.pdf, [Jan. 23,2014][11] A. M. Klein et al. “Fruit set of highland coffee increases with the diversity of pollinating bees.” Proceedings of the Royal Societyof London. Series B: Biological Sciences ,2003, pp. 955-961.[12] J.-C. Guillaume, “Ecologisch bijenhouden van A-Z”, Vlaamse imkersbond, 2013[13] C. Bérubé, “Hive designs using alternatives to wood in U.S. Peace Corps Projects in Ghana”, Internet: http://www3.telus.net/conrad/2012_pcv_hives.htm, [Jan. 23, 2014].[14] P. Gregory, “Better Beekeeping in top-bar hives: Hives and hive making.” Bees for Development Journal, VOL 68, 2003, pp.3-4.[15] T. Tesfay, “Bee equipment costs and photos”, personal email (Jan. 6, 2014).[16] R.M. Ryan, E. L. Deci. “Intrinsic and extrinsic motivations: Classic definitions and new directions.” Contemporary educationalpsychology , VOL 25.1, 2000 pp.54-67.[17] L. Nielsen, M. Soegaard, R.F. Dam, “The Encyclopedia of Human-Computer Interaction, 2nd Ed.”. Aarhus, Denmark: TheInteraction Design Foundation., 2013, Available online athttp://www.interaction-design.org/encyclopedia/personas.html[18] C. Bishop-Sambrook, “Gender Analysis: An Overview of Gender Issues in the Agricultural Sector of Ethiopia.” IPMS (ImprovingProductivity and Market Success) Gender analysis and strategy paper, Addis Ababa, Ethiopia, 2004.[19] I. Roose, ““IT IS BY THEIR THINKING”A case study of women empowerment through beekeeping in Tigray, Ethiopia”, MAthesis, Department of Social and Cultural Anthropology, University of Leuven, Belgium, 2010.[20] W. M. Mesfin, “An Atlas of Ethiopia”, II, Poligrafico, Priv. Ltd. Co., Asmara, 1970.[21] A. Jones, et al., “Soil Atlas of Africa.”, European Commission, Publications Office of the European Union, Luxembourg, 2013.[22] “Cambisol” in Encyclopaedia Brittanica, [online], available: http://www.britannica.com/EBchecked/topic/707510/Cambisol,[June 7, 2014][23] “Vlir-UOS”, [internet], available: http://www.vliruos.be/, [June 7, 2014][24] F. Jacobs, “ Het BEETH-project: bees in Ethiopia”, unpublished, 2014[25] P. Michiels et al., “INNOWIZ: A GUIDED FRAMEWORK FOR PROJECTS IN INDUSTRIAL DESIGN EDUCATION”, INTERNATIONALCONFERENCE ON ENGINEERING AND PRODUCT DESIGN EDUCATION , London, UK, 2011.[26] “Overview of iButton sensors and temperature/humidiy data loggers”, Internet: http://www.maximintegrated.com/en/products/ibutton/ibuttons/thermochron…, [June 7, 2014][27] T. D. Seeley, B. Heinrich, in Insect Thermoregulation, B. Heinrich, Ed. (Wiley, New York, 1981), pp. 159–234.[28] G. Minke, “Building with earth, Design and Technology of a Sustainable Architecture”, Birkhäuser, Boston, 2006.[29] “About animal glue”, Internet: http://www.shrunjing.com/folder/Animal%20glue100331.pdf, [Jan. 23, 2014].[30] A. Tekelenburg, “Cactus pear and cochineal in Cochabamba. The development of a cross-epistemological managementtoolkit for interactive design of farm innovation.”, Diss. PhD thesis, Wageningen University, Wageningen, 2002.[31] A. Gebrekidan et al. “Pesticides Removal by Filtration over Cactus Pear Leaves: A Cheap and Natural Method for Small-ScaleWater Purification in Semi-Arid Regions.” CLEAN–Soil, Air, Water , 2012.[32] D. Hebel,. “Appropriateness is a moving target: The re-invention of local construction technologies and materials in Ethiopia.”ATDF JOURNAL 7.1/2, 2010.[33] “Natural panel for thermal insulation realized from Opuntia Ficus Indica plant”, France, 2012[34] F. M. Goycoolea and A. Cárdenas. “Pectins from Opuntia spp.: a short review.” in Journal of the Professional Association forCactus Development 5 (2003): 17-29.[35] O. Von Busch, “the re-form of the manual”, 2005[36] “Out of the box for Samsung”, [Internet], available: http://vitaminsdesign.com/projects/out-of-the-box-for-samsung/, [June7, 2014][37] K. Sierra, “The best user manuals ever”, [internet], http://headrush.typepad.com/creating_passionate_users/2007/03/the_best_…, [June 7,2014][38] S. Kujala, et al. “UX Curve: A method for evaluating long-term user experience.” Interacting with Computers , Vol. 23.5, 2011,pp. 473-483.[39] M. Norton, D. Mochon, and D. Ariely. “The’IKEA Effect’: When Labor Leads to Love.” ,Harvard Business School Marketing UnitWorking Paper 11-091 (2011).

 

Download scriptie (8.17 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2014