The effect of the mass media channel on the Belgian risk perception of the 2011 Fukushima nuclear accident

Bart
Vyncke

Fukushima, ongeluk of ramp?

De invloed van de media op onze beleving van de risico's

 

In theorie zijn risico's perfect wiskundig te berekenen, maar in het dagelijks leven houden we rekening met meer dan enkel cijfers. Zo vinden we risico's die we zelf nemen meer aanvaardbaar dan wanneer anderen net hetzelfde doen, en zullen we angstiger zijn voor risico's die we niet (helemaal) begrijpen. Niet iedereen zal een risico dus even groot inschatten, zelfs niet als het gaat om een kernramp zoals die in Fukushima: hoe we een risico inschatten, kan worden beïnvloed.

Is het mogelijk dat de mediakanalen onze inschatting van de mogelijke negatieve effecten van de kernramp beïnvloed hebben? Met andere woorden, is het mogelijk dat iemand denkt dat er (bijvoorbeeld) meer Belgen kanker zullen krijgen als gevolg van de Japanse kernramp, enkel omdat hij het nieuws gevolgd heeft op TV in plaats van op de radio?

1002 mensen vulden een vragenlijst in van het Studiecentrum voor Kernenergie (SCK•CEN), en uit onderzoek van deze gegevens bleek dat drie kanalen een onmiskenbare invloed hadden. Ook onze tevredenheid met de berichtgeving en hoe lang we het nieuws over de kernramp gevolgd hebben, beïnvloedden onze beleving van de ramp. De media hadden dus wel degelijk een invloed.

Wie televisie aanduidde als een belangrijke informatiebron, dacht over het algemeen dat hij/zij meer risico liep door de mogelijke effecten die de Japanse kernramp zou kunnen hebben in België. Er zijn verschillende verklaringen te vinden voor dit fenomeen, waarvan de volgende twee het meest waarschijnlijk lijken te zijn: ten eerste heeft televisienieuws nu eenmaal niet de tijd om zeer uitgebreide informatie te geven. Hierdoor is het mogelijk dat kijkers bepaalde belangrijke details niet kennen, waardoor de situatie erger kan lijken dan ze eigenlijk is. Ten tweede is het mogelijk dat het de beelden zijn die ons bang maken. Zo is uit vroeger onderzoek gebleken dat beelden die “dichterbij komen” (doordat er wordt ingezoomd, bijvoorbeeld) als bedreigend worden ervaren. Het feit dat televisienieuws beelden heeft en radionieuws niet, zou kunnen verklaren waarom radionieuws niet gelinkt was aan hoger ingeschatte risico's, hoewel ook de radio niet veel tijd kan besteden aan een onderwerp in het nieuws.

Ook mensen die veel informatie haalden uit gesprekken met vrienden, familie of onbekenden, waren er over het algemeen van overtuigd dat ze meer risico liepen. Waarschijnlijk komt dit doordat mensen elkaar wel eens een gerucht durven vertellen, en er vaak informatie wordt doorverteld die niet volledig correct is. Mensen die hun oordeel op deze (verkeerde) informatie hebben gebaseerd, hebben de gevolgen in België waarschijnlijk veel erger ingeschat dan ze eigenlijk waren.

Facebook, Twitter, blogs, de websites van kranten, radio- en tv-stations en de websites van agentschappen hadden geen invloed op hoe men het risico heeft ervaren, maar de restcategorie van online bronnen (waarin YouTube zich bevond) had blijkbaar een geruststellend effect: wie veel gebruik maakte van deze bronnen heeft veel minder risico ervaren. Jammer genoeg werd enkel YouTube bij naam genoemd, waardoor het onmogelijk is om een verklaring te geven voor de hele categorie. Wat YouTube betreft: de site wordt over het algemeen vaker gebruikt voor entertainment dan voor informatie, en het is dus niet ondenkbaar dat (sommige) YouTube video's in het kader van een grappige clip de situatie als minder erg voorstelden.

Mensen die ontevreden waren met de berichtgeving van de media, dachten ook vaker dat zijzelf en Belgen in het algemeen veel negatieve effecten zouden ervaren door de kernramp. Bovendien zochten zij ook nog eens vaker hun toevlucht tot gesprekken met vrienden, familie of  mensen op straat om toch informatie te krijgen over wat er precies aan de hand was. Maar zoals reeds gezegd, waren gesprekken met anderen ook gelinkt aan hogere risicoperceptie, en dus zullen deze mensen waarschijnlijk nog angstiger geworden zijn dan dat ze al waren.
Verder gingen mensen die ontevreden waren met het nieuws van de mainstream media ook vaker eens een kijkje gingen nemen op blogs en op de websites van overheidsinstanties en andere organisaties. In tegenstelling tot persoonlijke gesprekken hadden deze bronnen geen enkele invloed (noch positief, noch negatief) op hoe men de mogelijke gevolgen van de kernramp inschatte.

Wie het nieuws over de situatie in Fukushima langer volgde, was over het algemeen minder bezorgd. Dit kan misschien vreemd overkomen, aangezien er nog geregeld berichten verschijnen over nieuwe problemen in de getroffen kerncentrale. Toch heeft vorig onderzoek hier een verklaring voor: hoewel de ramp aanwezig bleef in het nieuws, nam het aantal berichten af over de tijd. Het verminderd aantal berichten zou ons – volgens de theorie althans – de indruk geven dat de situatie onder controle is en dat er minder te vrezen valt.

Hoewel de media dus duidelijk ons beeld van de kernramp in Fukushima hebben helpen vormen, betekent dit zeker niet dat de media almachtig zijn in het vormgeven van onze beleving. De belangrijkste voorspeller van hoe de risico's werden ervaren, was de algemene houding ten opzichte van kernenergie: voorstanders van kernenergie waren veel minder ongerust over de mogelijke negatieve gevolgen van de kernramp, terwijl tegenstanders juist angstiger waren.
Daarnaast had ook opleiding een belangrijke invloed: hoe hoger het diploma dat een persoon behaalde, hoe minder risico hij of zij heeft ervaren.

Conclusie
De media informeren ons niet alleen, ze beïnvloeden ons ook: hoe iemand de gevolgen van Fukushima precies inschat, zal verschillen naargelang het kanaal dat hij of zij gebruikte om informatie te krijgen, hoe tevreden die persoon was met de berichtgeving en hoe lang hij of zij aandacht besteed heeft aan het nieuws over Fukushima.
Gelukkig is het niet zo dat de media oneindig grote invloed op ons hebben – andere eigenschappen, zoals opleiding en onze houding ten opzichte van kernenergie, bepalen sterker hoe we denken over de ramp in Fukushima. Anderzijds is het wel opmerkelijk dat onze mening kan veranderen naargelang inkt of een beeldscherm ons hebben geïnformeerd.

Bibliografie

  1. Adriaensens, E., & Vanoverbeke, D. (2004). Op zoek naar het nieuwe Japan: de Japanse politiek na 1945. Roeselare, Belgium: Globe.
  2. Bradsher, K., Tabuchi, H., & Pollack, A. (2011, April 12th). Japanese officials on defensive as nuclear alert level rises. New York Times, p. A5. Retrieved on 16.12.2013 from http://www.nytimes.com/2011/04/13/world/asia/13japan.html
  3. Brody, C. J. (1984). Differences by sex in support for nuclear power. Social Forces, 63(1), 209-228.
  4. Cantone, M. C., Perko, T., Turcanu, C., Prezelj, I., Tavola, F., Sturloni, G., ... Van Rooy, L. (2012, May). Content analysis of the media reporting on the Fukushima nuclear accident in three European countries. Paper presented at the 13th International Congress of the International Radiation Protection Association, Glasgow, United Kingdom.
  5. Cheng, X., Liu, J., & Dale, C. (2013). Understanding the characteristics of internet short video sharing: a YouTube-based measurement study. Multimedia, IEEE Transactions on Multimedia, 15(5), 1184-1194.
  6. Coleman, C. L. (1993). The influence of mass media and interpersonal communication on societal and personal risk judgments. Communication Research, 20(4), 611-628.
  7. de Boer, C., & Catsburg, I. (1988). The impact of nuclear accidents on attitudes toward nuclear energy. The Public Opinion Quarterly, 52(2), 254-261.
  8. De Fleur, M. L. (1987). The growth and decline of research on the diffusion of the news, 1945-1985. Communication Research, 14(1), 109-130.
  9. DiFonzo, N., & Bordia, P. (2002). Corporate rumor activity, belief and accuracy. Public Relations Review, 28(1), 1-19.
  10. Dolinski, D., Gromski, W., & Zawisza, E. (1987). Unrealistic pessimism. The Journal of Social Psychology, 127(5), 511-516.
  11. Drottz-Sjöberg, B. M., & Sjöberg, L. (1990). Risk perception and worries after the Chernobyl accident. Journal of Environmental Psychology, 10(2), 135-149.
  12. Eiser, J. R. (1998). Communication and interpretation of risk. British Medical Bulletin, 54(4), 779-790.
  13. Elliot, D. (2012). Fukushima: impacts and implications. Hampshire, United Kingdom: Palgrave Macmillan.
  14. Finucane, M. L., Slovic, P., Mertz, C. K., Flynn, J., & Satterfield, T. A. (2000). Gender, race, and perceived risk: the 'white male' effect. Health, Risk & Society, 2(2), 159-172.
  15. Fischhoff, B., Slovic, P., Lichtenstein, S., Read, S., & Combs, B. (1978). How safe is safe enough? A psychometric study of attitudes towards technological risks and benefits. Policy Sciences, 9(2), 127-152.
  16. Frewer, L., Rowe, G., & Sjöberg, L. (1998). The 10th anniversary of the Chernobyl accident: the impact of media reporting of risk on public risk perception in five European countries. Reading, United Kingdom: Institute of Food Research.
  17. Friedman, S. M. (2011). Three Mile Island, Chernobyl, and Fukushima: an analysis of traditional and new media coverage of nuclear accidents and radiation. Bulletin of the Atomic Scientists, 67(5), 55-65.
  18. Goldemberg, J. (2011). Have rising costs and increased risks made nuclear energy a poor choice? [Blog post]. Oil Price Blog. Retrieved on 10.03.2014 from http://oilprice.com/Alternative-Energy/Nuclear-Power/Have-Rising-Costs-…
  19. Gustafson, P. E. (1998). Gender differences in risk perception: theoretical and methodological perspectives. Risk Analysis, 18(6), 805-811.
  20. Hanson, G., & Haridakis, P. (2008). YouTube users watching and sharing the news: a uses and gratifications approach. Journal of Electronic Publishing, 11(3). DOI: 10.3998/3336451.0011.305
  21. He, G., Mol, A. P. J., Zhang, L., & Lu, Y. (2012). Nuclear power in China after Fukushima: understanding public knowledge, attitudes and trust. Journal of Risk perception, (ahead-of-print), 1-17. DOI: 10.1080/13669877.2012.726251
  22. Henning, B., & Vorderer, P. (2001). Psychological escapism: predicting the amount of television viewing by need for cognition. Journal of Communication, 51(1), 100-120.
  23. Huang, L., Zhou, Y., Han, Y., Hammitt, J. K., Bi, J., & Liu, Y. (2013). Effect of the Fukushima nuclear accident on the risk perception of residents near a nuclear power plant in China. Proceedings of the National Academy of Sciences, 110(49), 19742-19747.
  24. International Atomic Energy Agency. (2008). International nuclear and radiological event scale (INES). Retrieved from http://www.iaea.org/Publications/Factsheets/English/ines.pdf
  25. International Atomic Energy Agency. (2012). Communication with the public in a nuclear or radiological emergency. Vienna, Austria: International Atomic Energy Agency.
  26. Japan Meteorological Agency 気象庁. (2013). Jishin to tsunami - bōsai to gensai no tame ni 地震と津波-防災と減災のために [Earthquakes and tsunamis - disaster prevention and mitigation efforts] [Brochure]. Retrieved from http://www.jma.go.jp/jma/kishou/books/jishintsunami/jishintsunami.pdf
  27. Kasperson, R. E., Renn, O., Slovic, P., Brown, H. S., Emel, J., Goble, R., ... Ratick, S. (1988). The social amplification of risk: a conceptual framework. Risk Analysis, 8(2), 177-187.
  28. Katchanovski, I. (2012, August). Fukushima vs. Chernobyl: coverage of the nuclear disasters by American and Canadian media. Paper presented at the Annual Meeting of the American Political Science Association, New Orleans, LA, United States of America.
  29. Katsuya, T. (2001). Public response to the Tokai nuclear accident. Risk Analysis, 21(6), 1039-1046.
  30. Kim, Y., Kim, M., & Kim, W. (2013). Effect of the Fukushima nuclear disaster on global public acceptance of nuclear energy. Energy Policy, 61, 822-828.
  31. Kubota, Y. (2012). Facing a crisis with calmness? The global response to the Fukushima nuclear disaster. Japanese Journal of Political Science, 13(3), 441-466. DOI:10.1017/S1468109912000187
  32. Leiserowitz, A. A. (2004). Day after tomorrow: study of climate change risk perception. Environment: Science and Policy for Sustainable Development, 46(9), 22-39.
  33. Maldonato, M., & Dell’Orco, S. (2011). How to make decisions in an uncertain world: heuristics, biases, and risk perception. World Futures, 67(8), 569-577.
  34. Manoj, B. S., & Baker, A. H. (2007). Communication challenges in emergency response. Communications of the ACM, 50(3), 51-53.
  35. Mutz, D. C., & Young, L. (2011). Communication and public opinion: plus ça change?. Public Opinion Quarterly, 75(5), 1018-1044.
  36. Perko, T., & Turcanu, C. (2013). Reporting on Fukushima. Nuclear Engineering International, 58(704), 38-40.
  37. Perko, T., Turcanu, C., Schröder, J., & Carlé, B. (2010). Risk perception of the Belgian population: results of the public opinion study in 2009 (SCK•CEN-BLG-1070). Mol, Belgium: SCK•CEN.
  38. Perko, T., Valuch, J., Nagy, A., Lammers, P., & Mays, C. (2013). Overview of mass and new media treatment of ionizing radiation topics: the case of Fukushima. Retrieved on 22.11.2013 from: http://eagle.sckcen.be/en/deliverables
  39. Pierpoint, L. (2011). Fukushima, Facebook and feeds: informing the public in a digital era. The Electricity Journal, 24(6), 53-58.
  40. Prati, G., & Zani, B. (2013). The effect of the Fukushima nuclear accident on risk perception, antinuclear behavioral intentions, attitude, trust, environmental beliefs, and values. Environment and Behavior, 45(6), 782-798.
  41. Price, V., & Zaller, J. (1993). Who gets the news? Alternative measures of news reception and their implications for research. Public Opinion Quarterly, 57(2), 133-164.
  42. Rahu, M. (2003). Health effects of the Chernobyl accident: fears, rumours and the truth. European Journal of Cancer, 39(3), 295-299.
  43. Reeves, B., & Nass, C. (1998). The media equation: how people treat computers, television, and new media like real people and places. Cambridge, United Kingdom: Cambridge University press.
  44. Renn, O. (1990). Public responses to the Chernobyl accident. Journal of Environmental Psychology, 10(2), 151-167.
  45. Renn, O. (2008). Risk governance: coping with uncertainty in a complex world. London, United Kingdom: Earthscan.
  46. Siegrist, M., & Visschers, V. H. M. (2013). Acceptance of nuclear power: the Fukushima effect. Energy Policy, 59, 112-119.
  47. Sjöberg, L. (2000). Factors in risk perception. Risk Analysis, 20(1), 1-12.
  48. Sugimoto, A., Nomura, S., Tsubokura, M., Matsumura, T., Muto, K., Sato, M., & Gilmoure, S. (2013). The relationship between media consumption and health-related anxieties after the Fukushima Daiichi nuclear disaster. PLoS ONE, 8(8), 1-7. DOI:10.1371/journal.pone.0065331
  49. Tateno, S., & Yokoyama, H. M. (2013). Public anxiety, trust, and the role of mediators in communicating risk of exposure to low dose radiation after the Fukushima Daiichi nuclear plant explosion. Journal of Science Communication, 12(2), 1-22.
  50. Thomson, R., Ito, N., Suda, H., Lin, F., Liu, Y., Hayasaka, R., … Wang, Z. (2012, April). Trusting tweets: the Fukushima disaster and information source credibility on Twitter. Paper presented at the 9th International ISCRAM Conference,Vancouver, Canada.
  51. Tōden Katsumata Kaichō Kaiken 東電・勝俣会長会見 [Interview with Katsumata, chairman of TEPCO]. (2011, March 30th). Sankei Shimbun. Retrieved on 10.12.2013 from http://sankei.jp.msn.com/affairs/group/affairs-15489-g1.htm
  52. Turcanu, C., & Perko, T. (2014). The SCK•CEN barometer 2013. Perceptions and attitudes towards nuclear technologies in the Belgian population (SCK•CEN-BLG-1097). Mol, Belgium: SCK•CEN.
  53. Utz, S., Schultz, F., & Glocka, S. (2013). Crisis communication online: how medium, crisis type and emotions affected public reactions in the Fukushima Daiichi nuclear disaster. Public Relations Review, 39(1), 40-46.
  54. Van der Pligt, J., Eiser, J. R., & Spears, R. (1984). Public attitudes to nuclear energy. Energy Policy, 12(3), 302-305.
  55. Van der Pligt, J., & Midden, C. J. (1990). Chernobyl: four years later: attitudes, risk management and communication. Journal of Environmental Psychology, 10(2), 91-99.
  56. Van der Wurff, R. (2011). Are news media substitutes? Gratifications, contents, and uses. Journal of Media Economics, 24(3), 139-157.
  57. Vanoverbeke, D. (2010). Recht en instellingen in Japan: actuele thema's in een historische context. Leuven, Belgium: ACCO.
  58. Verplanken, B. (1989). Beliefs, attitudes, and intentions toward nuclear energy before and after Chernobyl in a longitudinal within-subjects design. Environment and Behavior, 21(4), 371-392.
  59. Verplanken, B. (1991). Public reactions to the Chernobyl accident: a case of rationality? Organization & Environment, 5(4), 253-269.
  60. Wåhlberg, A. A., & Sjöberg, L. (2000). Risk perception and the media. Journal of Risk Research, 3(1), 31-50. DOI: 10.1080/136698700376699
  61. Weisenfeld, U., & Ott, I. (2011). Academic discipline and risk perception of technologies: an empirical study. Research Policy, 40(3), 487-499.
  62. Whitfield, S. C., Rosa, E. A., Dan, A., & Dietz, T. (2009). The future of nuclear power: value orientations and risk perception. Risk Analysis, 29(3), 425-437.
  63. Whiting, A., & Williams, D. (2013). Why people use social media: a uses and gratifications approach. Qualitative Market Research: An International Journal, 16(4), 362-369.
  64. Yamamura, E. (2012). Experience of technological and natural disasters and their impact on the perceived risk of nuclear accidents after the Fukushima nuclear disaster in Japan 2011: a cross-country analysis. The Journal of Socio-Economics, 41(4), 360-363.
  65. Yim, M. S., & Vaganov, P. A. (2003). Effects of education on nuclear risk perception and attitude: theory. Progress in Nuclear Energy, 42(2), 221-235.
  66. Zhu, D., Xie, X., & Xie, J. (2012). When do people feel more risk? The effect of ambiguity tolerance and message source on purchasing intention of earthquake insurance. Journal of Risk Research, 15(8), 951-965.
Download scriptie (776.7 KB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2014