We hebben geen plan(eet) B
Een mapping-oefening van ‘adaptatie aan klimaatverandering’ bij NGO’s in de Vlaamse Ontwikkelingssamenwerkingssector
Because we don't think about future generations, they will never forget us – H. Tikkanen
Sinds het begin van de 20e eeuw stellen metingen een globale opwarming van de aarde vast. Uit globale klimaatscenario’s blijkt bovendien dat die trend zich de komende decennia zal verder zetten. In het vijfde IPCC rapport valt daarenboven te lezen dat de mens met erg hoge waarschijnlijkheid mede verantwoordelijk is voor de klimaatverandering op aarde. Dit fenomeen zal een grote impact hebben die beleidsdomeinen, nationale grenzen en generaties overstijgt. Om de business as usual te vermijden en tot een meer omvattende aanpak van de klimaatverandering te komen is er meer sensibilisering, studie, actie, harmonisering en uitwisseling nodig, zowel op het beleidsniveau als op het terrein.
Dit onderzoek probeert bij te dragen aan dat proces door een analyse te maken van de ontwikkelingssamenwerkingssector en meer bepaald na te gaan in welke mate het NGO-landschap momenteel aandacht heeft in haar praktijken voor adaptatie aan klimaatverandering.
Dit gebeurt aan de hand van een online enquête die verspreid werd onder negen programma-NGO’s die van milieu een prioriteit of belangrijk secundair doel gemaakt hebben. Die NGO’s werden gekozen omdat verwacht wordt dat ze het meeste vooruitgang geboekt hebben met betrekking tot het mainstreamen van adaptatie aan klimaatverandering (het proces waarbij ontwikkelingsbeleid, programma’s en projecten (her)ontworpen worden vanuit het standpunt van mitigatie en adaptatie-aspecten van klimaatverandering). Mitigatie is het reduceren van broeikasgassen en het vergroten van de absorptie ervan door koolstofputten zoals bossen. Adaptatie daarentegen is het omgaan met de fysieke impacts van klimaatverandering. Hiernaast werden er ook enkele interviews afgenomen bij medewerkers van de NGO’s en deskundigen uit het veld.
Om klimaatverandering aan te pakken en de impacts zo veel mogelijk te beperken, wordt er ingezet op twee soorten maatregelen, namelijk mitigatie- en adaptatiemaatregelen. Hoewel de internationale gemeenschap vooral aandacht had voor mitigatie en de uitstoot van broeikasgassen, is sinds enkele jaren een trend ingezet om ook in te zetten op het gebruik van adaptatiemaatregelen. Dit is uiteraard een proces waarbij veel actoren op alle niveaus betrokken moeten worden en aangezien NGO’s een belangrijke rol kunnen spelen in die context, leek het interessant om in kaart te brengen waar de Vlaamse NGO-sector momenteel staat inzake adaptatie aan klimaatverandering. Dit onderzoek wil dan ook, in het licht van die nieuwe trend, evalueren in welke mate het relatief nieuwe thema van adaptatie aan klimaatverandering zijn weg vindt in de werking van NGO’s in de ontwikkelingssamenwerking. Dit thema werd in voorgaand onderzoek nog niet uitgebreid onderzocht en deze paper geeft dan ook een aanzet om die leemte in het onderzoek op te vullen.
De hoofdvraag van dit onderzoek luidt: krijgt het thema ‘adaptatie aan klimaatverandering’ een plaats binnen de werking van de Vlaamse NGO’s? Wanneer naar de bevraagde organisaties gekeken wordt, kan deze vraag gematigd positief beantwoord worden. De organisaties binnen dit onderzoek hebben in zekere mate aandacht voor klimaatverandering en ze hanteren in dit opzicht ook een vrij brede aanpak. Ze benaderen klimaatverandering voornamelijk vanuit het kwetsbaarhedenstandpunt (in deze context de mogelijkheid van mensen of ecosystemen om schade te ondervinden) terwijl verschillende NGO’s hiernaast ook aandacht hebben voor de impacts die gepaard gaan met klimaatverandering.
Stellen dat de huidige aanpak van de bevraagde organisaties de problematiek van klimaatverandering, met de gerelateerde kwetsbaarheden en impacts, volledig overspant, is echter nog een brug te ver. Daarvoor moeten de NGO’s eerst nog extra inspanningen leveren door meer diepgaande informatie over klimaatverandering te gebruiken, meer anticiperend te werken op de effecten van klimaatverandering en minder inzetten op het ‘laaghangend fruit’ onder de adaptatiemaatregelen. Een dergelijke omvattende aanpak is erg positief aangezien beide perspectieven op klimaatverandering verschillende, even belangrijke, aspecten van de problematiek in rekening brengen. Op basis van de resultaten van dit onderzoek werden enkele concrete aanbevelingen gemaakt worden voor ontwikkelingssamenwerking NGO’s in het algemeen (cfr. ex-ante screenings op keten of project niveau, SMART-indicatoren om impact adaptatiemaatregelen te meten, opstarten en uitbreiden van trainingen en vormingen en oprichten van een platform voor NGO’s om best practices uit te wisselen).
Tijdens deze studie werd voorts duidelijk dat de Vlaamse NGO’s binnen de ontwikkelingssamenwerkingssector nog niet erg ver staan met betrekking tot het mainstreamen van adaptatie aan klimaatverandering. De meeste NGO’s geven het thema wel een plaats op het bestuurlijk niveau maar dit is minder het geval op het operationeel niveau en al helemaal niet op het implementeringsniveau.
Deze studie kijkt enkel naar de most-likely cases en indien de conclusies van het onderzoek tegenover het ruimere NGO-landschap in de ontwikkelingssamenwerking sector worden gehouden dan moet vastgesteld worden dat er nog een lange weg af te leggen is in verband met het mainstreamen van adaptatie aan klimaatverandering bij de Vlaamse ontwikkelingssamenwerking NGO’s. Meer sensibilisering bij NGO’s in de verschillende domeinen van ontwikkelingssamenwerking is een eerste stap om deze trend om te keren. Deze bijkomende adaptatie-activiteiten vragen uiteraard ook om additionele financiële middelen; en dit is een groot struikelblok voor veel NGO’s om adaptatiemaatregelen op te nemen. Zoals blijkt uit de diepte-interviews liggen de prioriteiten van de NGO’s momenteel bij de ontwikkelingsdoelstellingen en zal er pas naar de adaptatie doelstellingen gekeken worden wanneer de kosten van de ontwikkelingsinterventies gemaakt zijn en er nog budget over blijkt te zijn.
Een oplossing voor deze struikelblokken kan gevonden worden in een instrument dat de financiering en resultaten op gebied van adaptatie duidelijk controleert (naast de instrumenten die nu al bestaan om ontwikkelingssamenwerking te monitoren). Die gegevens kunnen gebruikt worden om de bijdrage van ontwikkelingssamenwerking tot klimaatadaptatie op ondubbelzinnige wijze te meten. Op die manier kunnen beleidsmakers en investeerders overtuigd worden om additionele middelen vrij te maken voor adaptatie aan klimaatverandering binnen de ontwikkelingssamenwerking.
We weten dat klimaatverandering reeds voelbaar is over de hele wereld en dit is geen probleem dat we zomaar kunnen doorschuiven naar de volgende generatie of naar andere landen. Wij dragen mede de verantwoordelijkheid; aan ons dus om de mensen in ontwikkelingslanden zo goed mogelijk te wapenen tegen de huidige en toekomstige effecten van klimaatverandering.
Agrawala, S. & Van Aalst, M. (2008). Adapting Development Cooperation to adapt to Climate Change. Oxford: Taylor & Francis Ltd.
Calcoen, S. (2010). De integratie van Klimaatverandering in de Vlaamse Ontwikkelingssamenwerking. Powerpoint voorgesteld tijdens de Adaptatieworkshop op 28 juni 2010 te Brussel.
Commissie van de Europese Gemeenschappen (2003). Climate Change in he Context of Development Cooperation. Brussel: COM.
Commissie van de Europese Gemeenschappen (2009). Witboek. Aanpassing aan de Klimaatverandering: naar een Europees Actiekader. Brussel: COM.
Crabbé, A. (2011). Klaar voor wat komt? Over de invoering van klimaatadaptatiebeleid in Vlaanderen. Erembodegem: Vlaamse Milieumaatschappij.
Departement LNE (2010). Bouwstenen om te komen tot een coherent en efficiënt adaptatieplan voor Vlaanderen. Berchem: IMDC.
Devillé, A., Jaspaert, E., & Swyngedouw, M. (2007). Inferentie via kwalitatief onderzoek. Methode en analyse. Leuven: Centrum voor Sociologisch Onderzoek.
De Leener, J-P. & Vaes, S. (2011). Klimaatfinanciering. Oplossingen voor een rechtvaardig klimaatbeleid. Brussel: 11.11.11.
Dienst Bijzondere Evaluatie (2013). Hoe groen is onze ontwikkelingssamenwerking? – Thematische evaluatie van de Belgische ontwikkelingssamenwerking inzake milieu. FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, Brussel.
Eriksen, S. & Naess, L. O. (2003). Pro-Poor Climate Adaptation.Norwegian development cooperation and climate change adaptation: An assessment of issues, strategies and potential entry points. Oslo: CICERO.
Europees Milieuagentschap (2012). Greenhouse gas emission trends and projections in Europe 2012. Tracking progress towards Kyoto and 2020 targets. Luxemburg: Publications Office of the European Union.
Europese Commissie (2009). Witboek. Aanpassing aan de klimaatverandering: naar een Europees actiekader COM(2009) 147.
GTZ (2008). Climate Change and Security. Challenges for German development cooperation. Eschborn: Deutsche Gesellschaft für Technische Zusammenarbeit.
Gupta, J. & Van Der Grijp, N. (2010). Mainstreaming Climate Change in Development Cooperation. Theory, practice and implications for the European Union. Cambridge: Cambridge University Press.
Intergovernmental Panel on Climate Change (2001). Climate Change 2001. Synthesis report. New York: Cambridge University Press.
Intergovernmental Panel on Climate Change (2007). Climate Change 2007 - The Physical Science Basis. Contribution of Working Group I to the Fourth Assessment Report of the IPCC. New York: Cambridge University Press.
Intergovernmental Panel on Climate Change (2013). Climate Change 2013. The physical science basis. New York: Cambridge University Press.
Isoard, S., Grothmann, T., & Zebisch, M. (2008). Climate Change Impacts, Vulnerability and Adaptation: Theory and Concepts. Paper presented at the Workshop ”Climate Change Impacts and Adaptation in the European Alps: Focus Water.
Locatelli B. (2011). Synergies between adaptation and mitigation in a nutshell. Bogor: Center for International Forestry Research.
McGray et al. (2007). Weathering The Storm. Options for framing adaptation and development. Washington: World Resources Institute.
Mertens, J. (2013). Klimaat en ontwikkelingssamenwerking. Achtergronddocument. Versie 1. Onuitg.
Neirynck, H. (heleen.neirynck@ngo-federatie.be). (24.03.2014) Enkele vragen in verband met thesis ‘Klimaatverandering en ontwikkelingssamenwerking’. [E-mail aan rikkert.maes@gmail.com].
Olhoff, A. & Schaer, C. (2010). Screening Tools and Guidelines to Support the Mainstreaming of Climate Change Adaptation into Development Assistance – A Stocktaking Report. New York: United Nations Development Programme.
Parry et al. (2007). Climate Change 2007: Impacts, Adaptation and Vulnerability. Contribution of Working Group II to the Fourth Assessment Report of the Intergovernmental Panel on Climate Change. Cambridge: Cambridge University Press.
United Nations Development Programme (2008). Human Development Report 2007/2008. Fighting climate change: human solidarity in a divided world. New York: UNDP.
United Nations Educational, Scientific and Cultural Organisation (2010). Reaching the marginalized. Parijs: UNESCO.
United Nations Framework Convention on Climate Change (1992). United Nations Framework Convention on Climate Change. [18.03.2014: http://unfccc.int/resource/docs/convkp/conveng.pdf].
Van Ypersele, J-P. (2008). Climate change and the Belgian development cooperation policy: Challenges and opportunities. Onuitg.
Waeterloos, E. (2010). Ontwikkelingssamenwerking en de aanpassing van klimaatverandering. Aanbevelingen voor de Vlaamse samenwerking met partnerlanden. Antwerpen: Steunpunt Buitenlands Beleid.
World Bank Group (2010). World Development Report 2010. Development and Climate Change. Washington DC: World Bank Group.
World Bank Group (2012). Turn Down The Heat. Why A 4°C Warmer World Must Be Avoided. Washington DC: World Bank Group.