Ideologische nationalisatie van lokale verkiezingen? Een kwantitatieve analyse van lokale verkiezingsprogramma’s.

Nicolas
Van de Voorde

Gemeenteraadsverkiezingen: lokale thema’s of nationale druk?

Oktober 2012. De strijd is gestreden en laat zijn sporen na op de Vlaamse wegen. De laatste weken of zelfs maanden werd er gevochten voor elke zichtbare plaats in de gemeente. Gemeenteraadsverkiezingen gaan altijd gepaard met een overdosis aan verkiezingsborden weet u wel. De vraag is echter of u daarom anders gaat stemmen? Geeft u iemand het vertrouwen die u persoonlijk kent of veel in het straatbeeld verschijnt of bent u iemand die toch de standpunten van de partijen er eens bij durft te nemen? Zelfs al wikt en weegt u de voorstellen van de opkomende lijsten tegen elkaar af, toch krijgen we soms de indruk dat iedereen eigenlijk hetzelfde vertelt. Dat politiekers vandaag meer bezig zijn met hun imago dan daadwerkelijk met de inhoud. Aan de andere kant gaat het bij lokale verkiezingen ook typisch over belangrijke thema’s die we begrijpen en waarvan we de impact met onze eigen ogen kunnen zien. De vraag blijft dus of onze lokale politici vooral bezig zijn met de verpakking of ze integendeel nét bij die gemeenteraadsverkiezingen de kans grijpen om hun ideeën uit te werken.

FOLLOW THE LEADER
Bij die laatste groep gaat het om het idee dat lokale verkiezingen niet over de grote thema’s gaan of over politieke partijen. De stoep moet er immers proper bijliggen, zowel in een blauwe als in een rode gemeente. Plaatselijke thema’s beïnvloeden dus de uitkomst. Toch is het ook aannemelijk dat er achter de schermen een andere dynamiek gaande is. In België ligt bijvoorbeeld veel macht bij de politieke partijen en hun partijbureaus. Het zijn die laatste die ook een impact hebben op wat een partijafdeling wel of niet mag gaan verkondigen aan de kiezer. De nationale kopstukken stellen een voorbeeldprogramma op die aantal overkoepelende problemen schetsen en daaraan de ideaaloplossing van de partij koppelen. Dit kan een ontlasting betekenen voor de gemeentelijke afdelingen. Op die manier kunnen zij zich meer focussen op hun imago vermits ze inhoudelijke voorstellen ingelepeld krijgen van de moederpartij. Vandaar het idee dat iedereen hetzelfde verhaal vertelt.  We moeten ook in eigen boezem durven kijken, want het werkt. Kiezers zullen sneller het bolletje kleuren van de naam die hen bekend voorkomt, zeker wanneer die vaak opduikt in de nationale media. De voordelen van een uniek verkiezingsprogramma zijn minder duidelijk als het op stemmenaantal neerkomt. De vraag is echter of de lokale afdelingen gebruik maken van die partijvoorstellen of ze nog steeds hun eigen inhoudelijke wil doordrijven.

GEKEND FENOMEEN
Het fenomeen waarbij de lokale afdelingen steeds meer gaan lijken op hun moederpartij, in de literatuur nationalisatie genaamd, is al langer bekend. Het is niet toevallig dat partijen die het goed doen in de federale verkiezingen later ook hun slag thuis halen bij de gemeenteraadsverkiezingen. Om die reden koos ook de N-VA voor een sterk nationale gerichte campagne. De slogan ‘de kracht van verandering’ vergezeld door een borstbeeld van Bart De Wever in een zuidelijke uithoek van Limburg is daar een mooi voorbeeld van. In recent onderzoek werd nagegaan of die gelijkenissen tussen het lokale en Vlaamse niveau ook te vinden zijn op het ideologische gebied, namelijk op basis van het verkiezingsprogramma. Na de analyse blijkt dat lokale afdelingen gelijkaardige klemtonen leggen en als genationaliseerd kunnen omschreven worden. Tegelijk zoeken ze  ook een balans en vullen ze het partij-ideaal aan door plaatselijke thema’s die voor hen prioritair zijn mee te nemen in het programma.

TERECHT VERTROUWEN
Ongeveer 32% van de onderzochte partijprogramma’s leggen dezelfde inhoudelijke klemtonen als het nationale moederprogramma en zijn genationaliseerd. Pakweg 60% zoekt een balans tussen een uitgesproken nationale invulling en lokale uiting van hun gedachtegoed. Slechts een op tien laat het partij-ideaal volledig links liggen en focust zich enkel op de eigen gemeentebelangen. De partijlijn dient met andere woorden als een soort sjabloon, een minimum aan gelijkenis. Een gelijkaardige visie die de blauwe afdelingen liberaal maken of ze nu in Oostende opkomen of in Genk. De Vlaamse afdelingen zien het nationale partijprogramma als een richtlijn waar ze voorstellen uitpikken om aan te passen aan de plaatselijke wensen. Opvallend is dat afdelingen in stedelijk gebied vaker hun eigen weg ingaan. Plattelandsafdelingen daarentegen grijpen vaker terug naar de partijlijn. Het is mogelijk dat ze door een gebrek aan middelen en vooral aan kennis, in vergelijking met de grote stedelijke afdelingen, niet in staat zijn om een even kwalitatief programma neer te zetten. 

Er is ook een verschil bij de partijen onderling. Zo lijken de lokale afdelingen van relatief ‘nieuwere’ partijen zwakker ideologisch gevormd te zijn. Opkomende lijsten van Groen, het Vlaams Belang, N-VA en de PVDA vinden vaker dezelfde thema’s belangrijk als de nationale partij. De traditionele partijen doen het beter. Zowel de liberale als de socialistische familie leggen meer nadruk op de lokale noden. De christendemocraten van de CD&V laten de partijlijn dan weer volledig voor wat ze is. Het was al langer gekend dat hun afdelingen sterk lokaal ingeplant zijn. Nu blijkt dat ze ook op ideologisch gebied sterk ontwikkeld zijn en de touwtjes in handen houden.  

Voor u dus in de toekomst alle lokale politici over dezelfde kam scheert denk eraan dat het logisch is dat alle socialistische afdelingen soortgelijke voorstellen lanceren. Het onderzoek besluit dat partijen inhoudelijk autonoom kunnen zijn en de partijlijn aandikken met een lokale saus. Gelukkig is er vandaag meer vertrouwen in de lokale politiek dan in de nationale. Een terecht vertrouwen.

Nicolas Van de Voorde

Bijlage: 

Afbeelding verwijderd.

Bibliografie

Bibliografie

Ackaert, J. (2006). Politiek in mijn gemeente. Leuven: Davidsfonds.

Ackaert, J., Reynaert, H. & Van Aelst, P. (2006). Hoe duurzaam is de heraangelegde Dorpsstraat? Lessen uit 8 oktober 2006. Res Publica, 49 (1), 213-225.

Adriaansen, M. & Van Praag, P. (2004). Hoe systematisch zijn kiezers op zoek naar hun kiezers? Politieke doelmarketing bij de verkiezingen van 2002. University of Groningen: Documentatiecentrum Nederlands Politieke Partijen.

Bochsler, D. (2010). Measuring party nationalisation: a nex Gini-based indicator that corrects for the number of units. Electoral Studies, 29 (1), 155-168.

Bouteca, N. (2011). Van weermakers tot parapluverdelers. Een onderzoek naar mate van ideologische convergetie tussen sp.a en Open Vld op de sociaaleconomische breuklijn (1961-2010). Universiteit Gent: Departement Politieke Wetenschappen.

Budge, I., Robertson, D. & Hearl, D. (1987). Ideology, strategy and party change: spatial analyses of post-war election programmes in 19 democracies. Cambridge: Cambridge University Press.

Buelens, J. & Deschouwer, K. (1996). De Dorpstraat is de Wetstraat niet. Een onderzoek naar de opvattingen van plaatselijke woordvoerders van nationale partijen. Brussel: VUBpress.

Buelens, J., Rihoux, B. & Deschouwer, K. (2008). Tussen kiezer en hoofdkwartier. Brussel: VUBpress.

Caramani, D. (2012). The europeanization of electoral politics: An analysis of converging voting distributions in 30 european party systems. Party Politics, 18 (6), 803-823.

Caramani, D. (2004). The nationalization of politics: the formation of national electorates and party systems in Western Europe. Cambridge: Cambridge University Press.

Clagget, W., Flanigan, W. & Zingale, N. (1984). Nationalization of the American Electorate. The American Political Science Review, 78 (1), 77-91.

De Landtsheer, C. (2004). Politiek impressiemanagement in Vlaanderen en Nederland. Leuven: Acco.

De Vries, P. (2008). Candidate Image in Belgian Politics. Antwerpen: Universiteit Antwerpen.

Deschouwer, K. (1991). The nationalization of local politics. Some conceptual and empirical remarks with reference to local politics in Belgium. XIth World Congress of the International Political Science Association. Buenos Aires, 1991.

Deschouwer, K. (1994). Local elections in Belgium: between nationalization and localism. In L. Lopez Nieto, Local elections in Europe (pp. 43-50). Barcelona: Institut de Ciencies Politiques i Socials.

Deschouwer, K. (1996). Nationale partijen en gemeenteraadsverkiezingen. In J. Buelens, & K. Deschouwer, De dorpstraat is de wetstraat niet. Brussel: VUBPRESS.

Ennser, L., & Hansen , M. (2009). The Contingent Nature of Local Party System Nationalisation: The Case of Austria 1985–2009. Local Government Studies, 39(6), 777-791.

Franklin, B. & Richardson, J. (2002). Priming the Parish Pump: Political Marketing and News Management in Local Political Communications Networks. Journal of Political Marketing, 1 (1), 117-147.

VVSG. (2012). Kennismaking met het lokale bestuur. Brussel : MVE.

Heyndels, B. & Vuchelen, J. (1994). Ideologie en belastingsbeleid. In J. Buelens, & K. Deschouwer, De dorpstraat is de wetstraat niet. Brussel: VUBPRESS.

Jones, M. & Mainwaring, S. (2003). The nationalization of parties and party systems. An empirical measure and an application to the Americas. Party Politics, 9 (2), 139-166.

Deschouwer, K. (2006). Nationalisering van gemeenteraadsverkiezingen in België: trends en tegenstrijdigheden. Politicologenetmaal. Den Haag, 2006.

Kasuya, Y. & Moenius, J. (2008). The nationalization of party systems: Conceptual issues and alternative district-focused measures. Electoral Studies, 27 (1), 126-135.

Kjaer, U. & Elkit, J. (2010). Local party system nationalisation: Does municipal size matter? Local Government Studies, 36 (3), 425-444.

Klingemann, H., Volkens, A., Bara, J. & McDonald, M. (2006). Mapping Policy Preferences II: Parties, Electorates and Governments in Eastern Europe and the OECD 199-2003. Oxford: Oxford University Press.

Lammers, B. & Hendrickx, J. (1998). Inleiding Loglineaire Analysen. Nijmegen: Vakgroep Methoden.

Laver, M. & Garry, J. (2000). Estimating policy positions from political texts. American Journal of Political Science, 44 (1), 619-634.

Lee, A. (1988). The persistence of difference: electoral change in Cornwall. Political Studies Association Conference. Plymouth, 1988.

Lees-Marshment, J. (2001). The marriage of politics and marketing. Political studies, 49 (4), 692-713.

Lees-Marshment, J. (2003). Political Marketing. Journal of Political Marketing, 2 (1), 1-32.

Lees-Marchment, J. (2009). Political marketing: principles and applications. London: Routledge.

Morgenstern, S. & Swindle, S. (2003). Are politics local? An analysis of voting patterns in 23 democracies. Comparative Political Studies, 38 (2), 143-170.

Morgenstern, S., Swindle, S. & Castagnola, A. (2009). Party nationalization and institutions. Journal of Politics, 71 (4), 1322-1341.

Mortelmans, D., & Dehertogh, B. (2007a). Uni- en bivariate analyse. Leuven: Acco.

Mortelmans, D. & Dehertogh, B. (2007b). Regressieanalyse. Leuven: Acco.

Mortelmans, D. (2010). Logistische Regressie. Leuven: Acco.

Olislagers, E., & Steyvers, K. (2013). De zoektocht naar de ideale partner: coalitievorming en portefeuilleverdeling na de gemeenteraadsverkiezingen van 2012. In H. Reynaert, & K. Steyvers, De verkiezingen van 14 oktober 2012. De kracht van verankering? Brugge: Vanden Broele.

Rae, D. (1967). The Political Consequences of Electoral Laws. New York: Yale University Press.

Reif, K., & Schmitt, H. (1980). Nine Second-Order National Elections. A Conceptual Framework for the Analysis of European Election Results. European Journal of Political Research, 8(1), 3-44.

Robertson, D. (1976). A Theory of Party Competition. Bristol: John Wiley & Sons.

Rodenbach, J., Steyvers, K. & Reynaert, H. (2013). Tussen dorpsstraat en Wetstraat? Burgemeesters als stemmenkampioenen en cumulards? In H. Reynaert, & K. Steyvers, De kracht van verankering? (pp. 141-161). Brugge: Vanden Broele.

Rose, R. & Urwin, D. (1975). Regional Differentiation and Political Utility in Western Nations. Contemporary Political Sociology Series (6-007).

Scammel, M. (1996). The Odd Couple: Marketing and Maggie. European Journal of Marketing, 30 (10), 122-134.

Schattschneider, E. (1960). The semi-sovereign people: A realist's view of democracy in Amerca. New York: Holt, Rinehart and Winston.

Steyvers, K. & Reynaert, H. (2010). De gemeenteraadsverkiezingen als brandpunt van de lokale representatieve democratie. In H. Reynaert, & K. Steyvers, De kerktorenpolitiek voorbij? Lokale politiek in Vlaanderen (pp. 100-101). Brugge: Vanden Broele.

Studiedienst van de Vlaamse regering (2012). Vlaamse Regionale Indicatoren. Brussel.

Volkens, A. (2002). Manifesto coding instructions (second revised edition). Opgeroepen op februari 21, 2014, van Manifesto Project Database: http://edoc.vifapol.de/opus/volltexte/2009/1957/pdf/iii02_201.pdf

Wille, F. & Deschouwer, K. (2007). Het beschermde dorp: Nationale tendensen bij gemeenteraadsverkiezingen. Res Publica, 49 (1), 67-68.

Wring, D. (1996). Political marketing and party development in Britain: A "secret" history. European Journal of Marketing, 30 (10), 92-103.

Download scriptie (758.38 KB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2014