Lessen uit de Britse billijkheidscontrole van huwelijkscontracten ter remediëring van de genderkloof na echtscheiding

Dorien
Dierckx

Vrouwen gevangen in huwelijk door huwelijkscontract

Wie verliefd is, moet op de blaren zitten
Niemand zal ontkennen dat huwelijkscontracten praktisch zijn. Helaas is de eerlijkheid na verloop van tijd vaak zoek. Idealiter zouden huwelijkscontracten aangepast worden indien het leven van het koppel verandert, maar dat gebeurt nauwelijks. Indien u zich überhaupt al vragen stelt, zal uw partner zich een hoedje schrikken op de dag dat u polst naar “uw rechten bij een mogelijke toekomstige echtscheiding”, om nog niet te spreken van de rompslomp die notarisbezoeken met zich meebrengen. Op de bescherming van het recht hoeft u overigens niet te rekenen. De Belgische wetgever is hard: als u in verliefde dwaasheid een oneerlijk huwelijkscontract aangaat, moet u de gevolgen dragen.

Ter illustratie: een jong koppel met huwelijksplannen gaat naar de notaris. Zij is economist, vol potentieel om een mooie loopbaan uit te bouwen. Hij is arts en zich bewust van het gevaar van medische aansprakelijkheid. Indien ze huwen zonder huwelijkscontract, zijn hun beroepsinkomsten vanaf de huwelijkssluiting gemeenschappelijk en kunnen meneers patiënten bij medische fouten mevrouws inkomen aanspreken. Hoewel de notaris hen de mogelijkheid biedt om mevrouw hiertegen te beschermen, lijkt een contract van scheiding van goederen een beter idee. ‘De beste rekeningen, maken de beste vrienden’, zegt men. Bovendien zou dat contract aantonen dat ze puur uit liefde trouwen. Zo gezegd, zo gedaan. Als mevrouw vervolgens enkele jaren later zwanger wordt, besluit het koppel dat de huishoudelijke taken niet langer combineerbaar zijn met twee full-time jobs. Mevrouw wijst een promotie af en gaat deeltijds werken. Door die beslissing wordt meneer in staat gesteld om uit te blinken in zijn carrière. Tien jaar verstrijken, waarna meneer bezwijkt voor de charmes van een verpleegster. Mevrouw staat voor een dilemma. Door het contract van scheiding van goederen heeft zij geen recht op de verdiensten van haar echtgenoot. Zelf heeft ze door de onderlinge taakverdeling nauwelijks inkomsten en pensioensrechten opgebouwd. Indien ze de echtscheiding zou vorderen, heeft ze weliswaar recht hebben op alimentatie, maar dat bedrag is zowel in de hoogte als in de tijd beperkt. Tot haar afschuw beseft ze dat ze financieel afhankelijk is geworden van haar echtgenoot.

Gehuwde vrouwen in armoede
Hier speelt een genderaspect dat niet kan worden genegeerd. Waar ‘de vrouw aan de haard’ uit het straatbeeld verdwijnt, is de vrouw die wegens de zorg voor de kinderen ‘een stap terugzet in het arbeidsleven’ aan een opmars bezig. Uit statistieken van EUROSTAT blijkt dat in 2011 49,6% van de Belgische vrouwen met 3 of meer jonge kinderen deeltijds werkte, terwijl dat maar voor 6,4% van de mannen in die situatie gold.

Om die reden worden vooral vrouwen negatief getroffen door huwelijkscontracten. Het aangaan van zo’n contract kan zelfs tot armoede leiden. Het huwelijk is - ook nu nog - een mechanisme van economische afhankelijkheid.

Keuzevrijheid afnemen?
Er wordt gepleit voor de afschaffing van het stelsel van scheiding van goederen. Echtgenoten zouden bijgevolg verplicht worden om hun inkomsten met elkaar te delen. Dat is echter uit den boze. Koppels moeten de mogelijkheid hebben om hun huwelijk naar believen te organiseren. Indien ze hun rekeningen willen scheiden, moet dat kunnen. Men kan daar perfect gelukkig mee zijn, ook na echtscheiding.

‘Waar loopt het dan mis?’, kan u zich afvragen. Het antwoord ligt bij de interpretatie van de term ‘keuzevrijheid’. De Belgische wet minimaliseert informele keuzes en zet huwelijkscontracten op een piëdestal. De handtekening van de notaris werkt als toverstok. *Ping* en uw beslissingen hebben juridische gevolgen.

Het kan ook anders
We zouden een voorbeeld kunnen nemen aan het Britse systeem. Daar controleert de echtscheidingsrechter of het huwelijkscontract (nog steeds) eerlijk is. Zo niet, dan past hij het aan. De rechter veegt dit contract evenwel niet van tafel. Hij biedt een eerlijke oplossing met oog op alle omstandigheden.

Het Britse systeem is evenwichtiger dan het onze, maar kan niet zomaar worden gekopieerd. Zo zou de rechter niet zozeer moeten uitgaan van zijn rechtvaardigheidsgevoel, maar van de wil van de partijen. Deze blijkt enerzijds uit het huwelijkscontract, maar eveneens uit andere gezamenlijke keuzes (zoals de taakverdeling). In het voorbeeld van daarnet zou mevrouw recht hebben op ‘een deel’ van meneers inkomsten omdat hij dit dankzij haar huishoudelijke taken heeft verdiend. Het omgekeerde geldt ook: als een echtpaar standvastig leeft alsof ze hun inkomsten willen scheiden, hebben ze daar recht op.

Rechterlijke fouten vermijden
Het spreekt voor zich dat de Britse rechtspraak niet altijd van een leien dakje loopt. We moeten opletten dat we niet in dezelfde valkuilen trappen. Zo worden grote vermogens anders behandeld dan kleine. Hoewel de bedoeling nobel is, mag de rechter zich voor de verdeling van de inkomsten niet baseren op levensbehoeften. Dat is de taak van alimentatie. De rechter zou zich moeten beperken tot wat gezamenlijk werd opgebouwd, om vervolgens na te gaan in hoeverre het koppel dit wilde delen.

Daarnaast is de Britse rechter minder geneigd om het contract aan te passen indien het huwelijk van korte duur was. Dat is verkeerd. De duur van het huwelijk doet geen enkele afbreuk aan de kwaliteit. Ook bij korte huwelijken worden keuzes gemaakt die een juridische vertaling verdienen. Dat er minder moet worden verdeeld, heeft daar niets mee te maken. Bij een kort huwelijk zijn er gewoon minder gezamenlijke inkomsten.

Om te vermijden dat onze rechters dezelfde fouten maken, moeten we hen verbieden om het voorgaande in acht te nemen. Daarenboven moeten we hen aanzetten om weldegelijk rekening houden met de dagdagelijkse keuzes van het koppel. Op die manier worden mannen en vrouwen niet enkel in theorie, maar ook in de praktijk gelijkwaardig behandeld. Is dat niet wat we allemaal willen?

Bibliografie

België

Wetgeving

- Art. 205bis BW.

- Art. 213 BW.

- Art. 215 BW.

- Art. 217 BW.

- Art. 221 BW.

- Art. 301 BW.

- Art. 745quater BW.

- Art. 577-2 BW.

- Art. 1096 BW.

- Art. 1108 BW.

- Art. 1109 BW.

- Art. 1110 BW.

- Art. 1134 BW.

- Art. 1135 BW.

- Art. 1156 BW.

- Art. 1165 BW.

- Art. 1382 BW.

- Art. 1386bis BW.

- Art. 1387 BW.

- Art. 1390 BW.

- Art. 1392 BW.

- Art. 1395 BW.

- Art. 1399 BW.

- Art. 1405 BW.

- Art. 1419 BW.

- Art. 1445 BW.

- Art. 1447 BW.

- Art. 1468 BW.

- Art. 2044 BW.

- Art. 569 Ger.W.

- Art. 591 Ger.W

- Art. 780bis Ger.W.

- Art. 1278 Ger.W.

- Art. 1288 Ger.W.

- Art. 1321 Ger.W.

- Art. 41 WIB.

- Art. 90 WIB.

- Art. 92 WIB.

- Art. 104 WIB.

- Art. 109 W.Reg.

- Art. 1 Wet van 25 ventôse jaar XI op het notarisambt, B.S. 16 maart 1803 (hierna: OWN).

- Art. 9 OWN.

- Wet betreffende de invoering van een familie- en jeugdrechtbank, B.S. 27 september 2013.

 

Wetsgeschiedenis

- Oud art. 1395 BW, versie gepubliceerd in B.S. 7 augustus 1998.

- Oud art. 1395 BW, versie gepubliceerd in B.S. 27 juli 2004.

- Oud art. 9 Wet van 25 ventôse jaar XI op het notarisambt, B.S. 16 maart 1803, versie gepubliceerd in B.S. 1 oktober 1999.


Voorbereidende werken

- Wetsontwerp betreffende de hervorming van echtscheiding. Amendement nr. 122, Parl. St. Kamer 2006-07, nr. 51-2341/012.

- Toelichting bij het Wetsvoorstel tot wijziging van de wet­geving wat de wijziging van het huwelijksvermogensstel­sel zonder tussenkomst van de rechtbank betreft, Parl. St. Senaat, Bui­tengewone zitting 2007, nr. 4-127-1.

- Parlementaire bespreking amendement op de Notariswet, Parl. St. Senaat 2007-08, 4-127/4, 21.

- Wetsvoorstel tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers wat de verdeling van pensioenrechten tussen partners betreft, Parl. St. Kamer 2007-08, 52-1443/001.

- Wetsvoorstel betreffende de verdeling van de pensioenen tussen echtgenoten en wettelijk samenwonenden, Parl. St. Kamer buitengewone zitting 2010, nr. 53-0285/001.

- Wetsvoorstel tot wijziging van het Koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers wat de verdeling van pensioenrechten tussen partners betreft, Parl. St. Kamer 2010-11, nr. 53-0727/001.

- Wetsvoorstel tot wijziging van de regelgeving wat het pensioen van een uit de echt gescheiden echtgenoot van een werknemer betreft, Parl. St. Kamer 2010-11, nr. 53-0915/001.

- Algemene beleidsnota Justitie, Parl. St. Kamer 2012-13, nr. 53-2586/027.

- Wetsvoorstel tot verbetering van het minimumpensioen van sommige meewerkende echtgenoten, Par. St. Kamer 2012-13, nr. 53-2611/001.

- Wetsontwerp tot wijziging van art. 301 van het Burgerlijk Wetboek en van diverse bepalingen inzake het huwelijksvermogensrecht, in het bijzonder met betrekking tot de levensverzekering, de vergoedingsregelingen en de gevolgen van echtscheiding, Parl. St. Kamer 2012-13, nr. 53-2998/001.

 

Rechtspraak

- GwH 21 juli 2011, RABG 2011, 1353.

- GwH 7 maart 2013, T.Not. 2013, afl. 7-8, 415, noot Verstraete, J.

- Cass. 18 juli 1901, Pas. 1901, I, 347.

- Cass. 8 januari 1920, Pas. 1920, I, 181.

- Cass. 10 september 1971, Pas. 1972, noot W.G. en R.C.J.B. 1976, 300, noot Van Ommeslaghe, P.

- Cass. 28 april 1972, Pas. 1972, 797 en R.W. 1972-73, 217, noot Bützler, R.

- Cass. 22 april 1976, Pas. 1976, I, 914, R.W. 1976-77, 993, noot Casman, H.

- Cass. 28 januari 1977, Pas. 1977, I, 584.

- Cass. 20 oktober 1978, Arr.Cass. 1978-79, 201.

- Cass. 19 september 1983, Pas. 1984, 55, J.T. 1985, 56, noot Dufrene, S., R.C.J.B. 1986, 282, noot Fagnart, J.L. en T.B.H. 1984, 276, noot Rauws, W.

- Cass. 15 october 1987, Rev.not.b. 1988, 48, noot Embrechts, J.

- Cass., 24 maart 1988, Pas. 1988, I, 894.

- Cass. 17 mei 1990, Pas. 1990, 1061, R.C.J.B. 1990, 595, noot Heenen, J. en T.B.H. 1991, noot Cnudde, S.

- Cass. 30 januari 1992, AR 9083.

- Cass. 16 juni 2000, C.96.0006.N.

- Cass. 8 februari 2001, Pas. 2001, 244 en R.W. 2001-02, 778, noot Van Oevelen, A.

- Cass. 17 mei 2002, Rev.not.b. 2003, 86.

- Cass. 30 januari 2003, TBBR 2004, 405.

- Cass. 11 september 2003, AR C010470N.

- Cass. 12 december 2005, AR S.05.0035.F.

- Cass. 30 juni 2006, R.W. 2008, nr. 29, 1198.

- Cass. 17 september 2007, Pas. 2007, 1523.

- Cass. 9 maart 2009, AR C. 08.0331.F

- Cass. 12 oktober 2009, T.Fam. 2010, 71, noot Van Roy, C. en Act.dr.fam. 2009, 199, noot Van Gysel, A.

- Cass. 8 februari 2010, T.B.O. 2012, 108.

- Cass. 19 februari 2010, RABG 2010, 1355.

- Cass. 25 februari 2010, Pas 2010, 555.

- Cass. 6 januari 2011, C.09.0624.F.

- Cass. 9 juni 2011, Pas. 2011, 1650.

- Cass. 17 februari 2012, C.10.0651.F.

- Cass. 9 november 2012, C.12.0051.N.

- Cass. 9 november 2012, C.12.0146.N

- Bergen 29 december 1987, Pas. 1987, II, 87.

- Antwerpen 26 oktober 1988, Rev.not.b. 1989, 481.

- Bergen 3 mei 1995, JT 1996, 52.

- Brussel 6 september 1995, Div. Act. 1996, 140.

- Bergen 1 februari 2000, E.J. 2000, 138, noot.

- Brussel 30 mei 2002, T.B.B.R. 2003, 720.

- Antwerpen 14 januari 2003, TBBR 2005, 278.

- Luik 14 januari 2003, Rev.not.b. 2004, afl. 2973, 164, noot Sterckx, L.

- Gent 23 april 2003, Not.Fisc.M. 2006, 135, noot Casman, H.

- Antwerpen 12 mei 2004, RABG 2005, afl. 19, 1787, noot Vergauwen, C. en T.Not. 2007, afl. 1, 11, noot Declercq, M.

- Gent 27 mei 2004, T.B.B.R. 2006, 372;

- Luik 2 juni 2004, Rev.trim.dr.fam. 2005, 1214.

- Brussel 9 september 2004, Res.Jur.Imm. 2005, 42.

- Antwerpen 30 oktober 2006, Not.Fisc.M. 2007, 52, noot Van den Bossche, A.

- Gent 15 november 2007, Tijdschrift Estate Planning 2008, nr.2, 176.

- Luik 6 januari 2009, RTDF 2009, 1164.

- Brussel 17 februari 2009, T.Fam. 2009, 141, noot Swennen, F.

- Brussel 8 mei 2009, Act.dr.fam. 2010, 14, noot Hiernaux, G.

- Antwerpen 24 juni 2009, 2008/AR/1782.

- Brussel 6 oktober 2009, 2008/AR/898.

- Gent 12 november 2009, 2008/AR/1458.

- Brussel 24 november 2009, 2009/AR/1133.

- Brussel 7 april 2011, 2010/AR/128.

- Brussel 17 mei 2011, 2009/AR/1302.

- Gent 16 juni 2011, 2009/AR/2895.

- Gent 12 augustus 2011, 2009/AR/1853.

- Gent 6 oktober 2011, 2009/AR/2118.

- Brussel 10 oktober 2011, 2009/AR/2650.

- Brussel 8 november 2011, 2010/AR/2487.

- Brussel 22 december 2011, 2010/AR/2097.

- Brussel 17 januari 2012, 2009/AR/3160.

- Brussel 6 maart 2012, 2010/AR/3166.

- Rb. Luik 8 november 1993, Rev.trim.dr.fam. 1995, 301.

- Rb. Luik 8 januari 1996, Rev.trim.dr.fam. 1996, 572.

- Rb. Gent 28 juni 2005, T.Not. 2005, 464.

- Rb. Luik 6 december 2007, JLMB 2008, 347.

- Rb. Nijvel 26 februari 2008, RTDF 2008, 482.

- Rb. Brugge 26 mei 2008, A.R. 07/03844/A.

- Rb. Brugge (2e k.) 30 juni 2008, A.R. 07/3448/A.

- Rb. Aarlen 9 juli 2008, RTDF 2009, 431.

- Rb. Leuven 10 november 2008, A.R. 08-1555-A.

- Rb. Aarlen 16 januari 2009, RTDF 2009, 449.

- Rb. Brussel 4 februari 2009, Act.dr.fam. 2009, 49.

- Vred. Luik 17 december 2007, T.Vred. 2010, 237.

- Vred. Luik 7 maart 2008, RTDF 2008, 1228.

 

Rechtsleer en andere literaire bronnen

- Allaerts, V., Declerck C. en Pintens, W., “Overzicht van rechtspraak huwelijksvermogensrecht (2003-2010)”, TPR 2010, deel II, 1383-1583.

- Allaerts, V., “Primair huwelijksvermogenstelsel” in Pintens, P. (et al.) (eds.), Patrimonium 2009, Antwerpen, Intersentia, 2009, 3-18.

- Alofs, E., “Art. 301 BW” in X., Personen- en familierecht. Artikelsgewijze commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, Mechelen, Kluwer, 1984-, losbl.

- Alofs, E., Mortelmans, D. en Swennen, F., “De echtscheiding en haar gevolgen: een vervlochten evolutie van recht en samenleving” in Cuypers, D. (et al.) (eds.), Is echtscheiding werkelijk win for life?, Brugge, Die Keure, 2008, 3-37.

- Barbaix, B. en Verbeke A., Beginselen relatievermogensrecht, Brugge, Die Keure, 277p.

- Boele-Woelki, K., “Redelijkheid en billijkheid in het vermogensrecht van echtgenoten en samenlevers: moeten maatregelen genomen worden bij koude uitsluiting?” in Pintens, W. (et al.) (eds.), Patrimonium 2011, Antwerpen, Intersentia, 2011, 357-360.

- Brison, C. (et al.), “La séparation de biens” in De Page, P. en De Stefani, I. (eds.), Quelques questions de transmission patrimoniale relatives au couple et à la famille, Brussel, Bruylant, 2008, 107-132.

- Brouwers, S.,“Alimentatieovereenkomsten: op glad ijs?”in Michielsen, A. (et al.) (eds.), Liber Amicorum Hélène Casman, Antwerpen, Intersentia, 2013, 91-112.

- Casman, H. “Art. 1445-1449 BW” in X, Huwelijksvermogensrecht, www.jura.be/secure/document view.aspx?id=dn84004.

- Casman, H., “Art. 1466-1469 B.W” in X, Huwelijksvermogenrecht, www.jura.be/secure/document view.aspx?id=dn84011.

- Casman, H. “Gehuwd, wettelijk of feitelijk samenwonend: wat maakt het uit? Vermogensrechtelijke aspecten, andere dan bij overlijden.” in Forder, C. en Verbeke, A., (eds.), Gehuwd of niet: maakt het wat uit? in Ius Commune Europaeum, Antwerpen, Intersentia, 2005, 149-229.

- Casman, H. en Dekkers, R. Handboek burgerlijk recht, Deel IV, Antwerpen, Intersentia, 2010, 916p.

- Cornelis, L., “Een toekomst voor de dictatuur van de redelijkheid en de billijkheid?”, TPR 2001, afl. 1, 13-22.

- Declerck, C., “In moeders armen. Pleidooi voor een statuut van de thuisblijfmoeder” in Alofs, E. (et al.) (eds.), Liber amicorum Hélène Casman, Antwerpen, Intersentia, 2013, 153-161.

- Declerck, C., “Koude uitsluiting: hervormen of afschaffen?”, T.Fam. 2012/2, 30-31.

- Decorps, J.P., “L’institution notariale un juste équilibre entre liberation et régulation” in Buyssens, F. (et al.) (eds.), Over naar familie. Liber amicorum Luc Weyts in Notariële rechtsbibliotheek, Brugge, Die Keure, 2011, 237-246.

- Deguel, F. (et al.) “Les conventions matrimoniales” in Leleu, Y. (ed.), Droit patrimonial des couples, Limal, Anthemis, 2011, 145-156.

- Deguel, F. (et al.) “Les régimes séparatistes” in Leleu, Y. (ed.), Droit patrimonial des couples, Limal, Anthemis, 2011, 173-190.

- De Hoog, K., “Een sociologische beschouwing over de positie van het huwelijk en andere primaire samenlevingsvormen in een veranderende samenleving” in Forder, C. en Verbeke, A., (eds.), Gehuwd of niet: maakt het wat uit? in Ius Commune Europaeum, Antwerpen, Intersentia, 2005, 81-103.

- De Jonghe, S., “Notariële aansprakelijkheid” in Taelman, P. (et al.), Rechtskroniek voor het Notariaat, deel 9, Brugge, Die Keure, 2006, 31-69.

- Dekkers, R. en Wylleman, A., Handboek Burgerlijk Recht, Deel I, Antwerpen, Intersentia, 2009, 420.

- De Leval, G., “Le rôle du notariat dans le triptyque conflit-litige-procès” in X, Tussen vrijheid en regelgeving: de uitdaging voor de notaris, Brussel, Larciers, 2011, 365-399.

- Delnoy, P., Les libéralités: chronique de jurisprudence 1988-1997, Brussel, Larcier, 2000, 327p.

- De Muynck, H., Fundamenten van het burgerlijk recht en het handelsrecht, Gent, Academia Press, 2009, 296p.

- De Page, P. en De Stefani, I., “Le statut des biens professionnels en droit des régimes matrimoniaux et en droit successoral civil” in Culot, A. (et al.), La transmission du patrimoine professionnel. Aspects civils et fiscaux in Patrimoines & fiscalités, Louvain-la-Neuve, Anthemis, 2007, 195-249.

- Dewaele, A. en Van Gerven, W., “Goede trouw en getrouw in beeld” in Cousy, H. (et al.) (eds.), Liber amicorum Jan Ronse, Brussel, Story-Scientia, 1986, 103-126.

- De Wulf, C., Notarieel familierecht en familiaal vermogensrecht, Mechelen, Kluwer, 2011, 1341p.

- Dirix, E. (et al.) (eds.), De Valks juridisch woordenboek, Antwerpen, Intersentia, 2004, 469p.

- Du mongh, J. (et al.), “Compensatieclausules bij een ongelijke verdeling van arbeid en zorg in de partnerrelatie. Onderzoeksrapport”, www.genderklik.be/actoflove/files/Compensatie clausules-bijlag_V12.pdf, 467p. (geconsulteerd op 8 april 2014).

- Du mongh, J., Pintens, W. en Vanwinckelen, K., Schets van het familiaal vermogensrecht, Antwerpen, Intersentia, 2008, 394p.

- Geelhand, N., “Huidig huwelijkvermogensrecht creëert tweederangsechtgenoten”, Juristenkrant 2011, nr. 236, p. 15

- Jappens, M. (et al.), “Echtscheiding en kinderopvang” in Mortelmans, D. (et al.) (eds.), Scheiding in Vlaanderen, Leuven, Acco, 2011, 325-335.

- Jansen, M., “De financiële gevolgen van relatiebreuken: terugval en herstel bij mannen en vrouwen” in Cuypers, D. (et al.) (eds.), Is echtscheiding werkelijk Win For Life?, Brugge, Die Keure, 2008, 41-66.

- Jacquemin, H., Le formalisme contractuel. Mécanisme de protection de la partie faible, Brussel, Larcier, 2010, 583p.

- Ghysels, J. en Van Lancker, W., “Emancipatie in twee snelheden opnieuw bekeken: laaggeschoolde vrouwen in België en Europa”, CSB 2009, www.centrumvoorsociaalbeleid.be

D/2009/6104/06.

- Lammertyn, F, Sociologische tijdsdiagnosen, deel II, Leuven, Acco, 2012, 301p.

- Laurent, F., Principes de droit civil, deel I, Brussel, Bruylant-Christophe, 1887, 590p.

- Leleu, Y., “Art. 1392 et 1397 Code Civil”, Rép.Not, deel V.

- Lesseliers, V. “Het notariaat in een ultra geliberaliseerde wereld : een worst case scenario” in X, Tussen vrijheid en regelgeving: de uitdaging voor de notaris, Brussel, Larciers, 2011, 29-61.

- Martens, I., “Alimentatie tussen ex-echtgenoten na echtscheiding op grond van onherstelbare ontwrichting van het huwelijk”, in Cuypers, D. (et al.) (eds.), Is echtscheiding werkelijk Win for life?, Brugge, Die Keure, 2008, 169-206.

- Michielsens, A., “Wijziging van artikel 9 van de Notariswet”, Not.Fisc.M. 2008, afl. 9, 305-309.

- Pintens, W. (et al.), Familiaal vermogensrecht, Antwerpen, Intersentia, 2010, 1345p.

- Poelman, M., “Steunpunt Gelijkekansenbeleid zoemt in op ... Verblijfsco-ouderschap en de loopbaan van de ouders vanuit een genderperspectief”, Zoem 2010, nr. 13, www.ua.ac.be/main.aspx?c=*SGK&n=92326&ct=83778.

- Raucent, L., Fonction et statuts des notaires, Leuven, Bruylant, 1988, 155p.

- Reniers, A., De burgerlijke notariële aansprakelijkheid herbekeken, Brugge, die Keure, 2010, 230p.

- Ronse, J., “Marginale toetsing in het privaatrecht”, T.P.R. 1977, 207-222.

- Sibiet, A., “Conventionele wijziging aan het huwelijksvermogensstelsel voortaan zonder tussenkomst van de rechtbank!”, Not. Fisc.M. 2008, nr. 8, 267-283.

- Stijns, S., De gerechtelijke en buitengerechtelijke ontbinding van overeenkomsten, Antwerpen, Maklu, 1994, 706p.

- Stijns, S., “De matigingsbevoegdheid van de rechter bij misbruik van contractuele rechten in de Belgische rechtspraak van het Hof van Cassatie” in Smits, J. en Stijns, S., Inhoud en werking van de overeenkomst naar Belgisch en Nederlands recht, Antwerpen, intersentia, 2005, 79-100.

-  Stijns, S., Verbintenissenrecht, Boek I, Brugge, die Keure, 2005, 268p.

-  Swennen, F., Personen en familierecht, Antwerpen, Intersentia, 2010, 505p.

- Taymans, J., “Intérêts contradictoires et engagements disproportionnés: une nouvelle obligation pour les notaires”, Rev.not.b. 2008, afl. 3025, 701-708.

- Taymans, J., “Séparation des biens avec participation aux acquêts” in De Page, F. (et al.), Le couple: autonomies de volontés in Association des licenciés en notariat, Brussel, Larcier, 2006, 17-33.

- Tilleman, B. (et al.), Dading, Antwerpen, Kluwer, 2000, 565p.

- Torfs, N., “De met scheiding van goederen gehuwde meewerkende echtgenoot: veroordeeld tot gratis werk?”, TBBR 2006, afl. 5, 270-278.

- Van Gerven, W., Beginselen van Belgisch privaatrecht, Deel I, Antwerpen, Standaard Wet. Uitg., 1973, 591p.

- Van Gerven, W., Verbintenissenrecht, Leuven, Acco, 2006, 719p.

- Van Ommeslaghe, P. Droit des obligations, Deel I, Brussel, Bruylant, 2010, 936p.

- Van Roy, C., “Overzicht van Rechtspraak (2007-2011). De onderhoudsuitkering na echtscheiding op grond van onherstelbare ontwrichting”, T.Fam. 2011, nr. 6, 111-161.

- Vandebeek, N., Het onroerend goed en het huwelijksvermogen in Recht en praktijk, Mechelen, Kluwer, 2007, 292.

- Vasseur, R.,“Huwelijksstelsel wijzigen kan voortaan zonder rechter”, Juristenkrant 2008, afl. 175, 4.

- Verbeke, A., “Gender-ongelijkheid bij zuivere scheiding van goederen. Pleidooi voor een gedwongen én onderhandelde aanpak”, TEP 2010, 98-117.

- Verbeke, A., Goederenverdeling bij echtscheiding in Patrimonium Familiare, Antwerpen, Maklu, 1991, 499p.

- Verbeke, A., “Het huwelijkscontract van scheiding van goederen. Pleidooi voor een ‘warme uitsluiting’”, in Casman, H. (et al.), De evolutie in de huwelijkscontracten: recyclagedagen 1995 van de Nederlandstalige Raad, Deurne, Kluwer Rechtswetenschappen, 1995, 81-191.

- Verbeke, A., “ Ongelijkheid in huwelijks- en samenlevingscontracten”, TC 2009, nr. 8, 21-30.

- Vlaamse overheid, “Compensatieclausules bij een ongelijke verdeling van arbeid en zorg in een partnerrelatie. Een gids voor notarissen en juridisch adviseurs”, www.genderklik.be/ actoflove/files/Brochure%20Notaris_V5_Interactief.pdf, 1-84 (geconsulteerd op 9 april 2014).

- Wautelet, P. “Grensoverschrijdende alimentatieovereenkomsten tussen echtgenoten: tussen zekerheid en illusie”, TEP 2010, 177-204.

- Wéry, P., Droit des obligations. Théorie générale du contrat, Brussel, Larcier, 2011, 1044p.

- Willekens, M. (et al.), “Socio-economische gevolgen van echtscheiding” in Mortelmans, D. (et al.) (eds.), Scheiding in Vlaanderen, Leuven, Acco, 2011, 169-197.


Het Verenigd Koninkrijk

Wetgeving

- Married Women’s Property Act 1882.

- Law Commission Act 1965.

- Section 23 Matrimonial Causes Act 1973.

- Section 25 Matrimonial Causes Act 1973.

- Section 28 Matrimonial Causes Act 1973.

- Section 33 Matrimonial Causes Act 1973.

- Section 34 Matrimonial Causes Act 1973.

- Section 30 Family Law Act 1996.

- Section 31 Family Law Act 1996.

 

Voorbereidende werken

- Law Com No 198, Marital property agreements, 2011, 139p.

- Law Com No 343, Matrimonial property, needs and agreements, 2014, 221p.

 

Rechtspraak

- Hyman v Hyman [1929] A.C. 601.

- Wachtel v Wachtel [1973] I All ER 829, CA.

- Jackson v Jackson [1973] Fam 99.

- Chamberlain v Chamberlain [1974] I All ER 33, CA.

- Calderbank v Calderbank [1975] 3 All ER 12, CA.

- Brockwell v Brockwell (1975) 6 Fam Law 46, CA.

- Goodfield v Goodfield (1975) 5 Fam Law 197, CA.

- Blezard v Blezard (1978) 9 Fam Law 249, CA.

- Dean v Dean [1978] Fam 161.

- Minton v Minton [1979] A.C. 593.

- Mesher v Mesher [1980] I All ER 126n, CA.

- Edgar v Edgar [1980] 3 All ER 887.

- Page v Page (1981) Times, 30 Januari, CA.

- Preston v Preston (1981) Times, 25 Juni, CA.

- Carson v Carson (1981) Times, 7 Juli, CA.

- Pounds v Pounds [1994], 4 All ER 777.

- B v B (Consent Order: Variation) [1995] 1 F.L.R. 9.

- F v F [1996] 2 FCR 397.

- C v C (Financial Relief: Short Marriage) [1997] 2 FLR 26,CA.

- Harris v Manahan [1997] 1 F.L.R. 205, CA.

- N v N [1999] 2 FLR 745.

- G v G (Financial Provision: Separation Agreement) [2000] 2 F.L.R. 472.

- White v White [2001] 1 A.C. 596 HL.

- Woolwich plc v Le Foe and Le Foe [2001] 2 FLR 970.

- M v M [2002] EWHC 317.

- Wells v Wells [2002] EWCA Civ 476.

- Lambert v Lambert [2002] EWCA Civ 1685.

- X v X (Y and Z intervening) [2002] 1 FLR 508 [79].

- GW v RW [2003] EWHC 611 (fam.).

- Flemming v Flemming [2003] EWCA Civ.

- K v K [2003] 1 FLR 120.

- G v G (Financial Provision: Separation Agreement)[2004] 1 FLR 1011.

- Cunliffe v Fielden [2005] EWHC 2944 (fam.).

- Williams v Lindley (formerly Williams) [2005] EWCA Civ 103.

- Martin-Dye v Martin-Dye [2006] EWCA civ.681.

- NA v MA [2006] EWHC 2900.

- Miller v Miller en McFarlane v McFarlane [2006] UKHL 24.

- Charman v Charman [2007] EWCA Civ 503.

- Lauder v Lauder [2007] EWHC 1227.

- S v S (Ancillary Relief: Importance of FDR) [2007] EWHC 1975 (Fam).

- VB v JP [2008] EWHC 112.

- McCartney v Mills McCartney [2008] EWHC 401.

- B v B (Ancillary Relief) [2008] EWCA Civ 543.

- L v L [2008] 1 F.L.R. 142, FD.

- Crossley v Crossley [2008] 1 FLR 1467.

- J v J [2009] EWHC 2654.

- Myerson v Myerson [2009] EWCA Civ 282.

- Radmacher v Granatino [2010] UKSC 42.

- N v F [2011] EWHC 586.

- V v V [2011] EWHC 3230 (Fam.).

- Z v Z [2011] EWHC 2878 (Fam).

- K v L [2011] EWCA Civ. 550.

- AC v DC [2012] EWHC 2420 (fam.).

- G v G (Financial Remedies: Short Marriage: Trust Assets) [2012] EWHC 167 (Fam).

- Kremen v Agrest (No 11) [2012] EWHC 45 (Fam).

- AH v PH [2013] EWHC 3873 (Fam).

 

Rechtsleer en andere literaire bronnen

- Clarcke, B., “Anti-nuptial contracts after Radmacher: an impermissible gloss?”, Journal of Social Welfare and Family Law 2011, 33:01, 15-24.

- Denley, P., “Myerson - a Warning or a Business Usual?”, Family Law Week 2009, www.familylawweek.co.uk/site.aspx?i=ed35188 (geconsulteerd op 19 maart 2014).

- Diduck, A., “Autonomy and vulnerability in family law: the missing link” in Wallbank, J. en Herring, J. (eds.), Vulnerabilities, Care and Family Law, Routledge, Oxon, 2014, 95-114.

- Douglas, G. en Lowe, N., Bromley’s Family Law, Oxford, Oxford University Press, 2006, 1153p.

- Frankle, B. en Harper, M., “An English Practitioner’s View on Pre-Nuptial, Post-Nuptial and Separation Agreements” in Scherpe, J. (ed.), Marital Agreements and Private Autonomy in Comparative Perspective, Oxford, Hart Publishing, 2012, 122-143.

- Gadalla, T., “Impact of Marital Dissolution on Men's and Women's Incomes: A Longitudinal Study”, Journal of Divorce & Remarriage 2008, nr. 50, 55-65.

- Hale, B., “Collective Responsibility: Law Reform at the Law Commission” in Barton, C. en Probert, R. (eds.), Fifty Years in Family Law. Essays for Stephen Cretney, Cambridge, Intersentia, 2012, 7-20.

- Hale, B., “Equality and autonomy in family law”, Journal of Social Welfare & Family Law 2011, Vol. 33, No. 1, 3–14.

- Harris, P., Herring, J. en George, R., “Ante-nuptial agreements: fairness, equality and presumptions”, L.Q.R. 2011, 127(Jul), 335-339.

- Hawyard, A., “The Gender Dimension of Prenuptial Agreements: Radmacher v Granatino [2010]”, http://inherentlyhuman.wordpress.com/2010/11/02/the-gender-dimension-of… (geconsulteerd op 23 februari 2013).

- Heaton, E. en Jenkins, C., “Marital property agreements - an overview of the Law Commission”, P.C.B. 2011, 3, 143-145.

- Herring, J., “Why financial orders on divorce should be unfair”, Int. J. Law. Policy Family 2005, nr. 19, 218-128.

- Hitchings, E., “A study of the views and approaches of family practitioners concerning marital property agreements: research rapport for the Law Commission”  www.bristol.ac.uk/law/research/researchpublications/2013/maritalpropertyagreements.pdf, 143p. (geconsulteerd op 25 februari 2014).

- Hitchings, E., “The Impact of Recent Ancillary Relief Jurisprudence in the ‘Everyday’ Ancillary Relief Case”, Child and Family Law Quarterly 2010, Vol. 22, No. 1, 93-114.

- Hunt, D. en Rakusen, M., Distribution of Matrimonial Assets on Divorce, Londen, Butterworths, 1982, 375p.

- Jenkins, C., “Are pre- and post-marital agreements finally worth the paper they are written on?”, P.C.B. 2011, 1, 30-37.

- Mair, J. “The marriage contract: Radmacher v Granatino”, Edin. L.R. 2011, 15(2), 265-270.

- Masson, J. (et al.), Cretney Principles of Family Law, Londen, Sweet & Maxwell, 2008, 917p.

- Miles, J., “Marital Agreements and Private Autonomy in England and Wales” in Scherpe, J. (ed.), Marital Agreements and Private Autonomy in Comparative Perspective, Oxford, Hart Publishing, 2012, 89-121.

- Miles, J., “Marital Agreements: The More Radical Solution” in Barton, C. en Probert, R. (eds.), Fifty Years in Family Law. Essays for Stephen Cretney, Cambridge, Intersentia, 2012, 97-105.

- Mitchell, C., Interpretation of contracts, Londen, Routledge, 2007, 160p.

- Montague, J., “Family law: divorce - ancillary relief - pre-nuptial agreements”, Cov. L.J. 2010, 15(2), 49-51.

- Nagpal, D. en Newton, C. (eds.), Jackson’s Matrimonial Finance and Taxation, Londen, Butterworths, 2008, 1203p.

- Probert, R., Cretney and Probert’s Family Law, Londen, Sweet & Maxwell, 2009, 416p.

- Rackley, E., Women, Judging and Judiciary. From difference to differentiality, Oxon, Routledge, 2013, 231p.

- Scherpe, J., “Marital Agreements and Private Autonomy in Comparative Perspective” in Scherpe, J. (ed.), Marital Agreements and Private Autonomy in Comparative Perspective, Oxford, Hart Publishing, 2012, 443-518.

- Scherpe, J., “Towards a Matrimonial Property Regime for England and Wales?” in Barton, C. en Probert, R. (eds.), Fifty Years in Family Law. Essays for Stephen Cretney, Cambridge, Intersentia, 2012, 133-146.

- Lord Wilson of Culworth, “Foreword” in Scherpe, J. (ed.), Marital Agreements and Private Autonomy in Comparative Perspective, Oxford, Hart Publishing, 2012, vii-viii.

 

Duitsland

Wetgeving

- Art. 2 GG.

- Art. 6 GG.

- § 242 BGB.

- § 1363 BGB.

- § 1381 BGB.

- § 1410 BGB.

- § 1569-1586 BGB.

- § 1 Hausratsverordnung.

 

Rechtspraak

- BVerfG 6 februari 2001, FamRZ 2001, 343.

- BGH 11 februari 2004, NJW 2004, 930.

 

Rechtsleer

- Rauscher, T., Familienrecht, Heidelberg, Müller, 2008, 1191p.

- Schwab, D., Familienrecht, München, Beck, 2009, 488p.


Overige literaire bronnen

- Antokolskaia, M.V (et al.), Koude uitsluiting, Materiële problemen en onbillijkheden na scheiding van in koude uitsluiting gehuwde echtgenoten en na scheiding van ongehuwd samenlevende partners, alsmede instrumenten voor de overheid om deze tegen te gaan in Familie & Recht, nr. 2, Den Haag, Boom Juridische Uitgevers, 2011, 342p.

- Bouman, A.M., “Financiële gevolgen van echtscheiding voor man en vrouw”, Bevolkingstrends CBS 2004, 2e kwartaal, 19-23.

- Corselli-Nordblad, L., “8 March 2013: International Women’s Day. Almost a third of women and 5% of men having a young child worked part-time in 2011”, Eurostat News Release, http://ec.europa.eu/eurostat (7 maart 2013).

- Schonewille, F., Partijautonomie in het relatievermogensrecht, Apeldoorn, Maklu-Uitgevers, 2012, 407p.

- Tamborini, C., “Women’s Earnings Before and After Marital Dissolution: Evidence from Longitudinal Earnings Records Matched to Survey Data”, J Fam Econ Iss 2012, nr. 33, 69–82.

Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2014