N-VA: partij met een agenda voor het middenveld?

Bart
Vanwildemeersch

 

N-VA: partij met een agenda voor het middenveld?                

De persconferentie van Peter Dedecker op 14 februari 2013, kondigde het begin aan van een bitse woordenstrijd tussen de partij en heel wat groeperingen binnen het middenveld. Dedecker wilde volgens hen niet alleen tot op het bot gaan van de zaak Arco, maar ook -net zoals de Burgermanifesten van Verhofstadt- het middenveld ontmantelen. Een jaar voor de verkiezingen en met de N-VA als vijand nummer één van alle partijen, werd de vrijwilliger mee inzet van de verkiezingen.        Krachtmeting ACW als voorbeeld In zijn masterproef voor het behalen van het diploma master of science in de politieke wetenschappen, gaat Bart Vanwildemeersch na welke rollen er nu écht voorzien zijn voor het middenveld, binnen het programma van de N-VA. Dit doet hij aan de hand van de meest relevante sociologische en politicologische onderzoeken over zowel de rollen van het middenveld en de macht die het op vandaag bezit, als de analyse van de partij N-VA en haar discours. De krachtmeting tussen de N-VA en koepel van de christelijke werknemersorganisaties (ACW, nu beweging.net) dient als voorbeeld hiervan. Twee-sporenstrategieDe conclusies uit de literatuurstudie en de discoursanalyse zijn gelijklopend. Beide geven aan dat er een twee-sporenstrategie voor het middenveld wordt gehanteerd door de partij. Enerzijds wil de partij het middenveld promoten, dat, samen met de andere onderdelen van de ‘civil society’ (gezin, werk, …), werkt aan een solidaire gemeenschap: een middenveld dat waarden en normen doorgeeft, een gemeenschappelijke, Vlaamse identiteit opbouwt en zo als sociaal kapitaal fungeert om de Vlaamse natie verder uit te bouwen. Daarenboven zorgt deze gemeenschap er in deze visie ook voor dat de staat enkel voor die zorgtaken moet tussenkomen, die door de maatschappij niet (kunnen) worden opgenomen, zodat de zorgende functie van de staat kan teruggedrongen worden. De samenleving en het individu zijn dus in eerste plaats verantwoordelijk voor zichzelf, terwijl het middenveld het individu integreert binnen een samenleving -met een Vlaamse identiteit-. Anderzijds wil de partij de macht van het sociaaleconomisch werknemersmiddenveld terugdringen. Deze macht is ontstaan door het proces van zelforganisatie: de vorming van sociale bewegingen. Dit startte eind 19e eeuw en vormde geleidelijk aan een netwerk, gebaseerd op een levensbeschouwelijke gemene deler en vertegenwoordigd door een politieke partij. Na WOII werd versneld gebouwd aan de welvaartsstaat, waarbij het sociaal overleg en de gezondheidszorg de sociale vrede en het welzijn van de burgers moest garanderen. De sociale bewegingen werden nauw betrokken in de dienstverlening en de besluitvorming binnen dit systeem. Dit wil de N-VA veranderen, door de verwevenheid van de werknemersorganisaties met het beleid aan banden te leggen. Enerzijds wil de N-VA de diensten die door de overheid aan het sociaaleconomisch middenveld worden uitbesteed, naar de overheid overhevelen. Dit zou neerkomen op een sterke reductie van machtsbronnen voor het sociaaleconomisch werknemersmiddenveld. Anderzijds wil de N-VA het sociaal overleg en de overlegorganen binnen de sociale zekerheid grondig hervormen. De overheid moet volgens de partij terug de pen van het beleid vasthouden en niet de vakbonden, zorgverzekeringen of de andere sociaaleconomische organisaties. Daarenboven moet het monopolie dat het traditioneel sociaaleconomisch middenveld volgens de partij heeft binnen het overlegmodel, doorbroken worden en moeten ook andere organisaties (milieu-, jeugd-, consumentenorganisaties en de Gezinsbond) een plaats krijgen binnen het overleg met de overheid. Dit zou dan ook de macht van dat traditioneel sociaaleconomisch middenveld doen afnemen; het zijn immers deze organisaties die de veranderingen, zoals die in het programma van de N-VA aangegeven worden, tegenhouden, hoewel deze veranderingen volgens de N-VA broodnodig zijn voor onder meer de economische vooruitgang van het land. ACW als sterkste groepAls voorbeeld namen we het dispuut tussen de N-VA en het ACW onder de loep. Het ACW maakt deel uit van het christelijk netwerk van organisaties dat verbonden is aan de CD&V, momenteel de tweede grootste partij van Vlaanderen. Dit netwerk heeft doorheen de geschiedenis heel wat machtsposities kunnen verwerven binnen de Belgische samenleving en besluitvorming. Ze heeft die tot op vandaag in grote mate weten te behouden: nieuwe sociale organisaties en partijen kunnen deze dan ook moeilijk veroveren. Als koepel kent het ACW nog heel wat leden, zowel binnen sociaaleconomische belangenorganisaties, die ook dienstverlening doen in opdracht van de overheid (CM, ACV) -maar ook binnen gemeenschapsvormende organisaties of zorgorganisaties (Femma, Okra, Ziekenzorg,…)-. Een aantal mogelijke motieven, zoals die uit ons onderzoek naar voor komen, kunnen meespelen in de overweging van de N-VA om juist het ACW voluit aan te vallen: de N-VA wil het sociaaleconomisch werknemersmiddenveld terugdringen (en het gemeenschapsvormende promoten), waar het ACW juist de sterkst uitgebouwde organisaties van Vlaanderen heeft. Bovendien verzetten deze organisaties zich actief tegen het programma van de partij. CD&V en N-VA vissen uit dezelfde plasDe leden van de christelijke (neo-)zuil zijn immers nog steeds het trouwste kiezerspubliek van de CD&V, de grootste concurrent van de N-VA. Binnen de achterban van de N-VA valt er echter ook een gematigd katholieke trend te bespeuren. Heel wat Arco-coöperanten zijn daarenboven ontgoocheld door de Arco-affaire. Hierbij verloren hun vertrouwde aandelen plots hun waarde. Heel wat onder hen waren daarenboven ook lid van (een of meerdere organisaties binnen) het ACW en kunnen als ontgoochelde leden gerecupereerd worden als electoraat van de N-VA.  N-VA op zoek naar een eigen middenveldDaarenboven kunnen we ook andere motieven aanduiden voor de houding van de N-VA. De partij moet het immers nog te veel hebben van ‘zwevende kiezers’. Haar macht is dan ook (nog) tijdelijk. Door dat middenveld, waarvoor ze een rol ziet weggelegd binnen haar Vlaams samenlevingsmodel, te betrekken in haar programma, zou ze de brug kunnen maken met de vrijwilligers van deze organisaties om een eigen, maatschappelijk verankerde achterban op te bouwen. Daarenboven beschikt ze over goede relaties met economische middenveldorganisaties als UNIZO, Voka en de Vlaamse Beweging. Het betrekken van zowel de gemeenschapsvormende, als de werkgeversorganisaties, kunnen haar voorzien van een vast electoraat én een maatschappelijk diverse partijstructuur. Zo kan ze de gewenste volkspartij uitbouwen binnen de tweeledigheid van haar programma, namelijk haar (neo-)liberale en haar Vlaams-nationalistische samenlevingsvisie. 

Bibliografie

4. BIBLIOGRAFIE-Abts, K., Swyngedouw, M.(2011) ‘De Kiezers van de N-VA op 13 juni 2010: Structurele posities, attitudes, beleidskwesties en opvattingen. Analyse op basis van het postelectorale verkiezingsonderzoek 2010’. KULeuven. Onderzoeksverslag Centrum Voor Sociologisch Onderzoek (CeSO). Instituut voor Sociaal en Politiek Opinieonderzoek (ISPO),13, 26p.-ABVV (2010) ‘N-VA anders bekeken’, http://www.vlaamsabvv.be/files/N-VA_anders_bekeken_2010.pdf,11/11/2013, 40p.-ACV (nb) ‘Financiering van het ACV’, http://www.acv-online.be/het_acv/Financiering/financiering_acv.asp, 02/04/2014-Beyens, S., Deschouwer, K., Van Haute, E. & T. Verthé (2013) ’The rise and success of a (not so new) party: the N-VA in Flanders.’ http://www.researchgate.net/profile/Emilie_Van_Haute2/publication/25548…, 12/03/2014, 23p.-Billiet, J. (1988) ‘Tussen bescherming en verovering: sociologen en historici over zuilvorming.’ Leuven, University Press, 324p.-Billiet, J. (2004a) ‘Van verwerpelijke verzuiling naar geprezen middenveld: Bilan van 30 jaar onderzoek.‘ Tijdschrift voor sociologie, 25, 1, p.129–157-Billiet, J. (2004b) ‘Op eigen kracht voor de ongebonden kiezer? Over de veranderingen in de relaties tussen middenveld en politieke partijen.’ Ethische perspectieven: nieuwsbrief van het Overlegcentrum voor Ethiek, 14, 3, p. 277–313.-Boerenbond (2014) ’Jaarverslag 2013’ https://www.boerenbond.be/system/files/basic_page/10787_BB_LG_Jaarversl…, 19/03/2014, 54p.-Boucké,T., Vandaele, K. (2003) ’Het sociaal overleg in België: de loonnorm als fetisj?’ Gent, Academia Press, 3,86p.-Boonen, J., Hooghe, M. (2014) ‘Do Nationalist Parties Shape or Follow Sub-National Identities? A Panel Analysis on the Rise of the Nationalist Party in the Flemish Region of Belgium, 2006-2011’ Nations and Nationalism , 20, 1, p.56-79-Bourdieu, P. (1980) ‘Le capital social.’ Actes de la recherche en sciences sociales, 31, 1, p. 2–3.-Bouteca, N., Devos, C., Mus, M. (2010) Sociale partners op de tweesprong van IPA en staats- hervorming. Samenleving en politiek, 17, 9, p.4-15-Debruyckere, L. (2012) ‘Nieuwjaarsboodschap Voka-voorzitter: "Kiezen voor verandering"’, http://www.voka.be/opinie/2012/1/nieuwjaarsboodschap-voka-voorzitter-ki… , 02/05/2014-Decock, S. (2013) ‘Terug naar Poupehan’, http://www.voka.be/opinie/2013/5/terug-naar-poupehan/, 02/05/2014-Dedecker, P. (2013) ‘N-VA beschuldigt ACW van fiscale fraude en belangenvermenging’ http://www.n-va.be/nieuws/n-va-beschuldigt-acw-van-fiscale-fraude-en-be…, 14/11/2013.-Demir, Z. (2014) ‘Over Zuhal’, http://www.zuhaldemir.be/over-zuhal , 02/05/2014-de Tocqueville, A. (1843) ‘De la démocratie en Amérique’ Parijs, Librairies de Charles Gosselin, 423p.-Devos, C., Vos, H. (2007) ‘Over de dynamiek van de politiek: een kwarteeuw politieke machtsverschuivingen.’ Gent, Academia Press, 256p.-Devos, C., Mus M., Humblet P. (2011) ‘De toekomst van het sociaal overleg.’ Gent, Academia Press, 179p.-Dewachter, W. (1992) ‘Besluitvorming in politiek België.’ Leuven, Acco, 386p.-Dewachter, W. (2001)’ De mythe van de parlementaire democratie: een Belgische analyse.’ Leuven, Acco, 482p.-De Wever, B. (2013) ‘Bart De Wever over het maatschappelijk middenveld’. www.youtube.com/watch?v=t3Y1oqf6Vqk, 20/04/2014-De Winter, L. (2012) ’Belgium: from federalism to confederalism or to a Big Bang in 2014?’ Cuadernos Manuel Giménez Abad, 4, p. 16-29-Durkheim E. (1893)’ De la division du travail social.’ Paris, Les Presses universitaires de France, 416 p.-Elchardus, M., Huyse L., Hooghe M.(2000) Het maatschappelijk middenveld in Vlaanderen: een onderzoek naar de sociale constructie van democratisch burgerschap. Brussel, VUBPress,253p.-Elchardus, M., Smits, W., Spruyt, B. (2009) ‘Een typologie van maatschappelijke betrokkenheid. Vormen van maatschappelijke betrokkenheid en hun gevolgen.’ In: Vlaanderen Gepeild, Brussel, Vlaamse Overheid, p.110–142.-FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie (2014), ‘kerncijfers landbouw 2013’ http://economie.fgov.be/nl/binaries/A5_NL_kerncijferslandbouw_2013_tcm3…, 11/04/2014,26p.-Hooghe, M. (1999) ‘Participatie en politieke gelijkheid. Het verenigingsleven al machtsmechanisme in de Belgische samenleving.’ -Ethiek en Maatschappij, 2, 2, p. 81-103-Hooghe, M. (2003) ‘Sociaal kapitaal in Vlaanderen: verenigingen en democratische politieke cultuur. ‘ Amsterdam, Amsterdam University Press, 244p.-Hooghe, M. (2004) ‘Een bewegend doelwit.’ Belgisch Tijdschrift voor Nieuwste Geschiedenis, 34, 3, p. 331–357.-Hooghe, M., Quintelier, E. (2007) ‘Naar een vergrijzing van het verenigingsleven? Trends in de participatie aan het verenigingsleven in Vlaanderen, 1998 – 2006’ in: Vlaanderen Gepeild!, Studiedienst van de Vlaamse Regering, p.141-166.-Hooghe, M. (2010a)’Nog steeds een brug tussen de samenleving en het politiek systeem? De veranderende rol van de politieke partijen.’ Ethiek en maatschappij, 13, 3, p. 20-31-Hooghe, M. (2010b) ’Stemde Vlaanderen rechts in 2009?’, Samenleving en Politiek, 17, 6, p.13-22-Hooghe, M. (2013) ‘Een machtsmachine takelt verder af. Verder zonder het ACW?’, De Standaard, 2 maart 2013, p.62.-Huyse, L. (1970) ‘Passiviteit, pacificatie en verzuiling in de Belgische politiek. Een sociologische studie.’ Antwerpen, Standaard Wetenschappelijke Uitgeverij, 267p.-Leemans, M. (2013)’ Rerum Novarumviering 2013’, www.acv-online.be/Images/RN2013_SpeechML_tcm9-285673.pdf, 11/11/2013, 9p.-Lucardie, P. (2010) ‘Tussen establishment en extremisme: populistische partijen in Nederland en Vlaanderen.’ Res Publica, 13, 2, p. 149–172.-Maly, I. (2012) ‘N-VA. Analyse van een politieke ideologie.’ Berchem, EPO, 607p.-Moolenaer, L., Van Wiele, S. (2014) ‘Bart De Wever: het wordt één tegen allen’,http://www.vandaag.be/binnenland/147975_bart-de-wever-het-wordt-een-teg…, 2/04/2014-N-VA (2014a) ‘N-VA kiest voluit voor Verandering voor Vooruitgang’ http://www.n-va.be/vvvcongres, 12/04/2014-N-VA (2014b),’Middenveld’, http://www.n-va.be/standpunten/het-middenveld, 12/04/2014-N-VA (2014c), ‘Sociaal overleg’, http://www.n-va.be/standpunten/sociaal-overleg, 12/04/2014-Pasture, P. (nb) ‘Het ACW, het MOC en hun voorlopers’, http://www.kcgeschiedenis.be/pdf/bronnen/25AcwMoc.pdf,02/05/2014, p.915-924-Pironet, E. (2011) ‘Arco en het drama Dexia’, http://www.knack.be/nieuws/arco-en-het-drama-dexia/article-opinion-2058…, 02/05/2014 -Putnam, R. (1994) ‘What makes democracy work?’ IPA Review, 47, 1, p.31-34.-Quintelier, E. & M. Hooghe (2010) ‘De evolutie van het ledenaantal van de politieke partijen in Vlaanderen, 1980-2009’ Leuven, Centrum voor Politicologie, 9p.-Schamp, T. (2009) ‘De logica’s van de vakbeweging: de maatschappelijke, economische en politieke positie, rol en relevantie van de vakbond in België.’ Burger, bestuur en beleid, 8, 1, p. 30–60.-Schokkaert, L. (nb) ‘De Sociaalculturele organisaties in Vlaanderen’, http://www.kcgeschiedenis.be/pdf/bronnen/31SociaalcultureleOrganisaties…, 21/03/2014, p.1033-1081-Schrauwen, J. & A. Schramme (2012) ‘Cultural governance in vlaanderen: Onderzoek naar de bestuurspraktijk van Vlaamse gesubsidieerde culturele organisaties’ Antwerpen, UA, 139p.-Smeyers, S. (2014) ‘Wie ben ik?’, http://www.sarahsmeyers.be/over-sarah, 02/05/2014-Titscher, S, Jenner B.(2000) ‘Methods of Text and Discourse Analysis: In Search of Meaning.’ London, SAGE Publications Ltd, 288p.-Thurlings, J. (2004) ‘Verzuiling en beweging’ Trajecta, 13, 1, p.18-34-Troupin, S., Verhoest K. (2009) ‘Participatieve evaluatie van de governance in de tak ziekte-en invaliditeitsverzekering.’, Leuven, KULeuven, 109p.-Vandaele, K. (2002) ‘Het stijgende ACV-ledenaantal in de jaren negentig… en hoe cijfers niet alles vertellen Een politicologische benadering.’ De Gids op Maatschappelijk Gebied, 93, 10, p. 4–14.-Van Dijk, T. (1993) ‘‘Principles of discourse analysis’, http://www.discourses.org/OldArticles/Critical%20discourse%20analysis.p…, 20 /04/2014, p.249-283-Van Dijk T. (2001) ‘Principles of discourse analysis’ In: Schiffrin, D., Tannen D., Hamilton H.(ed.) The Handbook of Discourse Analysis. Oxford, Blackwell Publishers Ltd., 872p.-Van Maele, D. (2009) ‘De politiek-organisatorische machtsconfiguratie in België: Relaties tussen maatschappelijke organisaties en de staatselite.’ Tijdschrift voor sociologie, 30, 2, p. 117–142-Van Oorschot, W. (2006) ‘Solidariteit en het draagvlak voor sociale zekerheid: Enkele kanttekeningen vanuit sociologisch perspectief.’ Sociale zekerheid voor het oog van de meester: Opstellen voor prof. mr. FM Noordam, p. 47–56.-VBO (nb) ‘Het VBO is de grootste werkgeversorganisatie van België en lobbyt voor een gezonde economie.’ http://vbo-feb.be/nl-BE/Wie-zijn-we/, 02/04/2014-Verhofstadt, G. (1991) ’Burgermanifest’ http://cmp.roularta.be/cmdata/Attachments/site71/pdf/1stemanifest.pdf, 11/11/2013.-Verhulst, J. , Walgrave S. (2005) ‘Gezien worden of gezien zijn: Over oude en nieuwe sociale bewegingen in de Vlaamse pers.’ Mens en Maatschappij, 80, 4, p. 305–327-Verhulst, J. (2006) ‘Sociale bewegingen in vogelvlucht’ Perspectief, 2, 4, p.4-8-Walgrave, S. (1997)’ 'Maatschappelijk draagvlak' als alibi: macht en tegenmacht inzake milieubeleid op het middenveld.’ Res Publica ,39(3), p.331-356.-Wauters, B. (2007) “Zelfstandigen in de Belgische politiek: een kwantitatieve analyse.”, Brussel, HUB, Studiecentrum voor Ondernemerschap,51p.-Wauters, B. (2013) Enquête bij partijleden van N-VA en OpenVLD: eerste resultaten. Gent, UGent, 20p.-Witte, E., Craeybeckx, J., Meynen, A. (1997) ‘De politieke geschiedenis van België van 1830 tot heden.’ Brussel, VUBPress, 478p.-Wodak, R, Meyer M. (2009) ‘Critical discourse analysis: history, agenda, theory, and methodology.’ In: Methods of critical discourse analysis (2nd ed.). London, Sage Publications Ltd., p.1-33, 216p.-Wodak, R. (2001) ‘Methods of Critical Discourse Analysis’London, SAGE Publications Ltd., 200p.-Worldbank (2013) ‘Defining civil society’ http://web.worldbank.org/WBSITE/EXTERNAL/TOPICS/CSO/0,,contentMDK:20101…, 2/05/2014-X (2010) ‘De bonte bende van Bart De Wever’ http://www.nieuwsblad.be/article/detail.aspx?articleid=GGI2RHQCL, 02/04/2014-X (2013) ‘Peeters en De Wever strijden om ACW-vrijwilligers’, http://www.nieuwsblad.be/article/detail.aspx?articleid=DMF20130225_0048…, 25/10/2013-X (2014) ‘In de politiek is, zoals in de oorlog, veel geoorloofd’, http://www.standaard.be/cnt/dmf20140324_01038545, 19/04/2014Geconsulteerde websites:-docu.vlaamserand.be,’Egmontpact’, http://docu.vlaamserand.be/ned/webpage.asp?WebpageId=518, op 2 april 2014

Download scriptie (468.89 KB)
Universiteit of Hogeschool
Vrije Universiteit Brussel
Thesis jaar
2014
Kernwoorden