Onderzoeksvaardigheden stimuleren bij 3-jarigen

Deborah Vandermeersch
Persbericht

Onderzoeksvaardigheden stimuleren bij 3-jarigen

Met 3-jarigen op onderzoek

Het regent. Het water loopt van de licht hellende speelplaats naar de riolering. Een 3-jarige kijkt naar buiten en merkt dit op. “Waarom gaat het water zo?” vraagt hij.

Iedereen herkent het wel, de “waarom?”–fase bij kinderen. “Waarom schrijf je dat?”, “Waarom doe je dat?”, “Waarom?”… Ze stellen honderden vragen. Eenmaal je een vraag beantwoord hebt, staat de volgende al paraat. Ze blijven vragen stellen, soms tot vervelens toe. Jij, als volwassene, probeert steeds een antwoord te geven. Soms weet je het antwoord, maar soms ook niet. Dan krijgen de kinderen als antwoord “Ik weet het niet.’ of “Daarom.”. Maar wat als je nu eens samen met je kind op onderzoek gaat? Wat als je nu samen naar het antwoord zoekt?

Kinderen stellen zoveel vragen omdat ze echt geïnteresseerd zijn. Ze willen weten hoe iets werkt, waarom iets gebeurt ... Dit gebeurt niet alleen thuis, maar ook in de klas. Ze zijn nieuwsgierig naar hoe de wereld in elkaar steekt. Al van kleins af aan, gaan kinderen experimenteren en exploreren. Ze doen daarbij ervaringen op. Met de juiste begeleiding kan deze ervaring/kennis sterker verankerd worden.

Door op onderzoek te gaan, samen met de kinderen, bouwen ze actief kennis op. Ze leren al doende, en ze worden uitgedaagd om te redeneren. Om te kunnen onderzoeken hebben de kinderen een aantal onderzoeksvaardigheden nodig. Deze vaardigheden kunnen aangeleerd/ingeoefend worden door op onderzoek te gaan. Een van de onderzoeksvaardigheden is bijvoorbeeld ‘plannen’. De kinderen willen het antwoord vinden op een vraag, maar hoe gaan ze dat nu aanpakken? Wat hebben ze daarvoor nodig? Welke stappen gaan ze daarvoor doorlopen?

In de scriptie ‘Onderzoeksvaardigheden stimuleren bij 3-jarigen’ wordt besproken of deze onderzoeksvaardigheden gestimuleerd kunnen worden bij 3-jarigen. Op zich nog niet zo gemakkelijk, omdat het om 3-jarigen gaat. Hun taal en denken is nog niet zo ver ontwikkeld als bij een 5-jarige. Maar ze kunnen zich al voldoende duidelijk maken en een aantal verbanden leggen.

De scriptie beschrijft hoe  onderzoeksvaardigheden aan de hand van verschillende werkvormen gestimuleerd worden. Je kan immers op verschillende manieren op onderzoek gaan. Je kan een experiment uitvoeren, informatie opzoeken in boeken/op het internet, op uitstap gaan, … Sommige werkvormen zijn nog te moeilijk voor 3-jarigen. Maar werkvormen zoals beweging, beeld, muziek, de ontdekbak passen bij een 3-jarige. Op die leeftijd zingen en dansen ze graag. Ze manipuleren de materialen om te schilderen, tekenen, … Ze hebben nood aan veel beweging. Een ontdekbak is een grote bak met allerlei materialen in. De kinderen kunnen op hun eigen tempo de materialen  manipuleren, ermee experimenteren en exploreren.

Voorbeeld: Onderzoek: Hoe maken we een kerstbal  (werkvorm: Beeld)?

Alle kerstballen zijn gebroken. Er zijn geen kerstballen meer om in de kerstboom op te hangen. Misschien kunnen we zelf een kerstbal maken?  De kinderen zijn meteen zeer enthousiast en hebben allerlei ideeën. Samen overleggen we welk idee we gaan uitwerken. Daarna wordt besproken hoe we dat  gaan aanpakken. Zouden we een kerstbal kunnen maken met papier ? Glitters misschien ? Of maken we een kerstbal  uit zoutdeeg ? Hebben we plakband, lijm of nietjes nodig ?  Met wat gaan we beginnen ? De kinderen vinden zelf de antwoorden en gaan aan de slag. Wat gaat er goed ? Wat lukt niet zo goed ? Hoe zou dat nu komen ? Kunnen we het misschien op een andere manier aanpakken?

 

Aan de hand van de werkvormen beeld, muziek, beweging, drama en ontdekbak ging ik samen met de kinderen op onderzoek. Ze waren steeds zeer enthousiast om mee te werken aan het onderzoek. Ze hadden steeds allerlei ideeën. Ze maakten helemaal uit zichzelf een kerstbal, ze vonden een manier om pakjes over het dak te brengen naar de schoorsteen, … Soms kwamen de kinderen tot ideeën, oplossingen, verbanden … waar ik zelf niet aan had gedacht. Op de vraag “Hoe gaan we de pakjes naar de schoorsteen brengen?” antwoordt een kleuter: “Zwarte Piet moet dat doen.” Eindigde het onderzoek met dit antwoord? Neen, als leerkracht is het de kunst om in te spelen op de antwoorden en vragen van de kleuters en hen te stimuleren om telkens een stapje verder te gaan in hun denken en handelen. Vragen, zoals: “En hoe moet Zwarte Piet dat dan doen?” “Zouden jullie hem kunnen helpen?” zetten de kleuters aan om nieuwe ideeën te bedenken. De kinderen komen  tot het idee om materialen te gebruiken om de pakjes te brengen naar de schoorsteen.  “Welke materialen gaan we gebruiken ? Wat gaan we eerst doen ? “ stimuleert de kinderen om te plannen. Vragen zoals  “ Zou dat wel lukken met die zak/emmer ?” , “ waarom wel / waarom niet ?” stimuleren de kinderen om te voorspellen. Let op : dit is wel nog moeilijk bij 3-jarigen. Zij leven in het nu. De meeste kleuters zijn er van overtuigd dat hun idee een goed idee is. Maar dat wil niet zeggen dat je de onderzoeksvaardigheid ‘voorspellen’ niet hoeft in te oefenen/aan te brengen. Door steeds opnieuw te vragen of het wel of niet zou lukken, waren niet meer alle kinderen overtuigd dat hun idee een goed idee was. ‘Zou het lukken om alle pakjes tegelijkertijd vast te pakken ?’ ‘ Neen’ antwoord een kleuter ‘anders wordt je moe.’

Je kan dus de onderzoeksvaardigheden van de kinderen stimuleren  aan de hand van de verschillende onderzoeksactiviteiten . Als leerkracht moet je  deze jonge kinderen wel heel wat ondersteunen, bijvoorbeeld  zodat de kinderen tot een besluit komen dat steunt op hun ervaringen tijdens het onderzoekje. Je mag echter niet de overhand nemen. De kinderen moeten gestimuleerd worden om actief (mee) te doen en denken. Als leerkracht begeleid je hen: je stelt vragen, je speelt op hen in, je biedt materiaal aan … De voorwaarde is dat je als leerkracht overtuigd bent, dat een 3-jarige meer kan dan je denkt. Ga dan ook mee met hen op onderzoek en laat je verrassen door hun manier van handelen en denken.

Deborah Vandermeersch 

Bibliografie

Bronnen

-          Boonstra,M., Gielen,M., & Joosten,F. (2012). Vaardigheden lijst onderzoeken en ontwerpen. Handleiding. Rotterdam :CED-groep

-          De Groof,J., Donche,V., & Van Petegem,P. (2012). Onderzoekend leren stimuleren: effecten, maatregelen en principes. Leuven : Acco

-          Dukers, M. (2009). Reken op jezelf. De wereld van het jonge kind,36 (10),  44-46

-          Janssen,A.(2010). Sterren zijn vonkjes van planeten. De wereld van het jonge kind, 37(8), 23 – 25

-          Lambrechts,B., & Wyffeks,D. (2009) Kinderen als onderzoekers. Kinderen verkennen hun eigen onderzoeksvragen. Praktijkgids voor de basisschool. Leren:  Didactische werkvormen, 47 -64

-          Mos,L. (2011). Vraag maar raak! : Zo doe ik dat. De wereld van het jonge kind, 38(9), 17 – 20

-          Mouwen,H. (2007) Onderzoekend leren. Helden zijn het! De wereld van het jonge kind, 35(2), 52 – 54

-          Mouwen,H.(2007) Onderzoekend leren, hoe bouw je een onderzoekspel op? De wereld van het jonge kind, 35 (3), 75 - 77

-          Neuckermans, A., & Bogaerts,T. (2010). Groot onderzoeksboek door kleine onderzoekers. Kleuters & ik, 27(3), 10 – 11.

-          Post,A.( 2009) Talentenkracht: Sprankelen tussen wetenschap en de praktijk. Den haag: Platform bèta techniek. Geraadpleegd op 10/10/2013 op  http://www.talentenkracht.nl/

-          Raijmakers,M. (2008). Onderzoekend leren stimuleert bèta-denken.  Develop,2 , 20 – 23

-          Van de Keere, K.( 2013). Wetenschapsonderwijs verdient de nodige aandacht in de basisschool…maar hoe pak je het aan ? Binnenstebuiten, (9)

-          Van de Keere,K.,Vervaet,S. (2013). Leren is onderzoeken. Aan de slag met wetenschap in de klas. Leuven: LannooCampus

-          van Graft,M. (2008). Kleine wetenschappers: onderzoekend en ontwerpend leren. De wereld van het jonge kind, 36(1), 18 – 21

-          van Graft,M.(2010). Het onderzoekende kind in de basisschool. Mens en kinderen: tijdschrift over jenaplanonderwijs, 25 ( 120), 6 - 9. Geraadpleegd op 10/10/2013 op  http://www.jenaplan.nl/cms/upload/pdf/MK120_25-1-10.pdf

-          Van Houte,H.,Devlieger, K.,Schaffler, J. (2012) Jonge kinderen, grote onderzoekers. En de leraar ?  Sint – Niklaas: Abimo

-          Velthorst,G., Oosterheert,I., Brouwer,N. ( 2011) Onderzoekend leren: de nieuwsgierigheid voorbij. Tijdschrift voor lerarenopleiders, 32 (3), 32 – 38 

-          Vlaams Verbond van het Katholiek Basisonderwijs (2003)Leerplan Wereldoriëntatie- met interactieve werkvormen

-          Werbrouck,N., Hanot,M., Van De Vijver,E. & Decraene,S., (2009) Omgaan met kinderen  ( Ongepubliceerd) Cursus, Arteveldehogeschool Gent 

Universiteit of Hogeschool
Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs
Publicatiejaar
2014
Kernwoorden
Share this on: