Pensionering wegens medische ongeschiktheid bij ambtenaren. De rol van Medex.

Petra
Leysen

Pensionering wegens medische ongeschiktheid bij ambtenaren

Stel je bent ambtenaar en je wordt ziek, zwaar ziek, zo erg zelfs dat je verplicht met pensioen moet. In 2012 en 2013 zijn er zo oorspronkelijk 5651 ambtenaren op pensioen gesteld. Zes van deze ambtenaren waren jonger dan 30 jaar. Aangezien dit cijfer zo hoog ligt, werd er in deze masterscriptie op zoek gegaan naar een oplossing om arbeidsongeschikte ambtenaren terug aan het werk te krijgen.

Pensioencommissie van Medex

Wanneer een ambtenaar lange tijd arbeidsongeschikt is, moet hij voor de pensioencommissie van Medex verschijnen. Deze dienst neemt beslissingen omtrent de geschiktheid tot werken. Zij gaat na of een ambtenaar geschikt is om zijn normale functie uit te oefenen, hij tijdelijk ongeschikt is, hij aangepast werk moet verrichten en of hij ongeschikt is om te werken en op pensioen moet worden gesteld.

Zo heeft de pensioencommissie in de periode tussen 2012 en 2013 oorspronkelijk de volgende beslissingen genomen. 1.072 ambtenaren waren na een langdurige ongeschiktheid opnieuw geschikt om een normale en regelmatige dienst uit te oefenen. 5.223 beslissingen leidden tot een tijdelijke ongeschiktheid om te werken, maar zonder oppensioenstelling. 406 ambtenaren werden tijdelijk geschikt verklaard voor aangepast werk. 236 onderzochte personen werden definitief ongeschikt verklaard voor de uitoefening van hun gewone werkzaamheden, maar werden wel geschikt bevonden voor specifieke functies die door Medex bepaald werden. 5.651 beslissingen van de pensioencommissie leidden tot het definitief vroegtijdig pensioen.

Laag pensioen

Het pensioen wegens medische ongeschiktheid wordt berekend zoals het gewone rustpensioen. Het vroegtijdige karakter van het pensioen zorgt ervoor dat zowel het aantal jaren tewerkstelling als het loon een stuk lager liggen dan wanneer men zou doorgewerkt hebben tot de pensioengerechtigde leeftijd. Hieruit volgt dat ambtenaren die op pensioen gesteld worden wegens ongeschiktheid een laag pensioen bekomen.

De op pensioen gestelde ambtenaar kan wel beperkt inkomsten uit een beroepsactiviteit halen. Dit bedrag ligt echter zo laag dat dit voor deze ambtenaren geen uitweg biedt. Zo kan een ambtenaar onder 65 jaar jaarlijks 7.718,00 euro bijverdienen als werknemer en 6.175,00 euro als zelfstandige. Met kinderen ten laste worden die bedragen verhoogd tot 11.577,00 euro en 9.262,00 euro. Indien men dus op pensioen wordt gesteld als ambtenaar en men wil dit pensioen behouden, is er weinig kans om iets bij te verdienen als werknemer of als zelfstandige.

Oplossing voor meer wedertewerkstelling

Aangezien pensionering wegens medische ongeschiktheid leidt tot een laag pensioen en aangezien er weinig personen opnieuw tewerkgesteld werden, werd er in de masterscriptie gekeken naar de regeling in Nederland. Voor het jaar 2000 werd men daar geconfronteerd met een toename van het aantal arbeidsongeschikten, waardoor heel de regeling onbetaalbaar dreigde te worden. Om dit probleem te verhelpen, werd de Adviescommissie Arbeidsongeschiktheid in het leven geroepen die de hele regelgeving omtrent arbeidsongeschiktheid veranderde. Zo werd er onder andere een re-integratietraject opgesteld.

Wanneer in Nederland wordt vastgesteld dat de ambtenaar wegens ongeschiktheid door ziekte geen (volledige) arbeid meer kan verrichten en er sprake is van langdurig ziekteverzuim, rust er op de werkgever een re-integratieplicht. De werkgever en de ambtenaar maken ten laatste in de achtste ziekteweek gezamenlijk een plan van aanpak op. In dit plan zijn de activiteiten opgenomen die gericht zijn op de wedertewerkstelling, de doelstellingen die ze willen bereiken en de termijnen waarbinnen deze kunnen bereikt worden. Ook worden er afspraken omtrent de evaluatie van het plan opgenomen. Daarnaast wordt er in dit plan een persoon aangeduid die de activiteiten begeleidt en optreedt als de verbindingspersoon tussen de partijen en de bedrijfsarts. Deze persoon controleert het stappenplan ook. Zowel de werkgever als de ambtenaar zijn verantwoordelijk voor het samen opstellen van dit plan en ze zijn ook verplicht om de daarin gemaakte afspraken na te leven, anders volgen er sancties. Na de eerste 104 weken ziekte kan de ambtenaar worden ontslagen wegens medische ongeschiktheid. In dat geval eindigt de re-integratieverplichting die op de werkgever rust, waardoor de ambtenaar een uitkering bekomt.

Uit dit onderzoek kan besloten worden dat er in België ook een dergelijk re-integratietraject kan opgesteld worden voor arbeidsongeschikte ambtenaren, zodat er meer ambtenaren gere-integreerd worden. Medex zou in dit traject dan de controle van de arbeidsongeschikte ambtenaren op zich kunnen nemen. Deze dienst wordt na zes weken van arbeidsongeschiktheid aangesproken door de overheidsdienst waar de ambtenaar werkt. Ze contacteert deze ambtenaar en controleert hem. Daarna geeft ze haar bevindingen door aan de overheidsdienst. Als dit gebeurd is, stellen de overheidsdienst en de ambtenaar een plan van aanpak op rekening houdend met de bevindingen van Medex. Na een aantal weken controleert Medex de ambtenaar opnieuw. Deze controle kan er komen op verzoek van één van de partijen of automatisch na een bepaalde periode. Indien de dienst van mening is dat de ambtenaar nog wel arbeidsgeschikt is, maar niet geschikt is voor zijn huidige functie, kan zij een heroriënteringscommissie bijeenroepen. Deze commissie gaat dan na voor welke functie de ambtenaar nog geschikt is en kan de ambtenaar gemakkelijker opnieuw tewerkstellen. Eventueel kan deze commissie hem bijkomende opleidingen aanbieden.

Bibliografie

België

Wetgeving

  • Grondwet van België, BS 7 februari 1931.
  • Algemene wet van 21 juli 1844 op de burgerlijke en kerkelijke pensioenen, BS 30 juli 1844.
  • Wet 14 februari 1961 voor economische expansie, sociale vooruitgang en financieel herstel, BS 15 februari 1961.
  • Wet van 5 augustus 1978 houdende economische en budgettaire hervormingen, BS 17 augustus 1978.
  • Wet van 26 juni 1992 houdende sociale en diverse bepalingen, BS 30 juni 1992.
  • Programmawet van 28 juni 2013, BS 11 juli 2013.
  • Décret de 5 juillet 2000 fixant le régime des congés et de disponibilité pour maladie ou infirmité de certains membres du personnel de l’enseignement, BS 18 aout 2000.
  • Dekret vom Deutschsprachige Gemeinschaft vom 30 juni 2006 über dringende Massnahmen im Unterrichtswesen, BS 10 oktober 2003.
  • KB van 2 oktober 1937 houdende het statuut van de Rijksambtenaren, BS 8 oktober 1937.
  • KB van 18 augustus 1939 tot regeling van de inrichting der geneeskundige onderzoekingen door het Bestuur van de medische expertise, BS 2 september 1939.
  • KB van 19 november 1998 betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de rijksbesturen, BS 28 november 1998.
  • KB van 22 december 2000 tot bepaling van de algemene principes van het administratief en geldelijk statuut van de rijksambtenaren die van toepassing zijn op het personeel van de diensten van de Gemeenschaps- en Gewestregeringen en van de Colleges van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en van de Franse Gemeenschapscommissie, alsook op de publiekrechtelijke rechtspersonen die ervan afhangen, BS 9 januari 2001.
  • KB van 15 januari 2007 betreffende de mobiliteit van de statutaire ambtenaren in het federaal administratief openbaar ambt, BS 19 januari 2007.
  • KB van 1 december 2013 houdende regeling van het Bestuur voor medische expertise, BS 13 december 2013.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 8 december 1993 betreffende de controle op de afwezigheid wegens ziekte, BS 23 maart 1994.
  • Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 6 mei 1999 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, BS 16 juni 1999.
  • Besluit van de Vlaamse regering van 15 juli 2002 houdende organisatie van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap en de regeling van de rechtspositie van het personeel, BS 27 november 2002.
  • Arrêté du Gouvernement wallon du 18 décembre 2003 portant le Code de la fonction publique wallonne, BS 31 décembre 2003.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 13 januari 2006 houdende vaststelling van de rechtspositie van het personeel van de diensten van de Vlaamse overheid, BS 27 maart 2006.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, BS 24 december 2007.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 15 februari 2008 betreffende het ziekteverlof, het verlof voor verminderde prestaties wegens ziekte en de terbeschikkingstelling wegens ziekte voor bepaalde personeelsleden van het onderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding, BS 10 april 2008.
  • Vr. en Antw. Senaat 2010-2011, 23 juni 2011 (Vr. nr. 5-2617 B. Anciaux).

Rechtspraak

  • RvS 13 mei 2004, nr. 131. 418.
  • RvS 8 maart 2010, nr. 201.661.
  • RvS 11 juni 2012, nr. 219.692.

Rechtsleer

Boeken

  • Appels, W., De Becker, A., Franceus, F. en Van Sande, M., Statutenzakboekje overheidspersoneel 2013, Mechelen, Kluwer, 2013, 1098 p.
  • Appels, W., Delva, P., Fransis R. en Janvier, R., “Plaatselijke en provinciale besturen: ziekte, arbeidsongevallen en beroepsziekten” in X, Statuut plaatselijke en provinciale besturen, Mechelen, Kluwer, 2013, 9/1 – 9/266.
  • Batselé, D., Mortier, T. en Scarcez, M., Algemeen Administratief Recht, Brussel, Bruylant, 2012, 1031 p.
  • De Becker, A., De overheid en haar personeel: juridische grondslagen van de rechtspositie van de ambtenaar, Brugge, Die Keure, 2007, 672 p.
  • Dereen, M., Bruyninckx, M. en Wijshof, K., Pensioenzakboekje 2013, Mechelen, Kluwer, 2013, 326 p.
  • Leus, K., Proeve tot een geïntegreerd en hervormd statuut voor het federaal openbaar ambt, Gent, Academia Press, 2004, 249 p.
  • Nechelput, G., Bruyninckx, M. en Verdyck, L., Pensioenzakboekje 2012, Mechelen, Kluwer, 2012, 212, 320 p.
  • Stevens, Y., On-zin van het ouderenrecht: methusalems ver-geld-ing, Antwerpen, Intersentia, 2013, 87 p.

Online bronnen

Andere

  • Correspondentie P. Brems, diensthoofd pensioenen van Medex, 11 april 2013, 2 oktober 2013, 8 februari 2014, 24 februari 2014, 17 april 2014 en 22 april 2014.
  • Toelichting bij art. III.6, VI.15 en X.20 Besluit van de Vlaamse Regering van 13 januari 2006 houdende vaststelling van de rechtspositie van het personeel van de diensten van de Vlaamse overheid, BS 27 maart 2006.

Statistiek

Boeken

  • Boeije, H., ’t Hart, H. en Hox, J., Onderzoeksmethoden, Amsterdam, Boom Onderwijs, 2009, 368 p.
  • McClave, J., Benson, G. en Sincich, T., Statistiek: een inleiding voor het hoger onderwijs, Amsterdam, Pearson Education Benelux, 2007, 698 p.
  • van Groningen, B. en de Boer, C., Beschrijvende statistiek: het berekenen en interpreteren van tabellen en statistieken, Amsterdam, Boom Onderwijs, 2008, 175 p.
  • van Peet, A.A.J., van den Wittenboer, G.L.H. en Hox, J.J., Inductieve technieken, Groningen, Wolters-Noordhoff, 2012, 345 p.
  • Van Rossem, R., Multivariate analyse voor de sociale wetenschappen, Gent, Academia Press, 2007, 164 p.

Online bronnen

Nederland

Wetgeving

  • Wet van 5 juni 1913 tot regeling der arbeiders-ziekteverzekering, Stb. 9 juni 1913.
  • Wet van 12 december 1929 houdende regelen betreffende den rechtstoestand van ambtenaren, Stb. 27 december 1929.
  • Wet van 18 februari 1966 inzake een arbeidsongeschiktheidsverzekering, Stb. 17 maart 1966.
  • Wet van 24 december 1997 betreffende het overheidspersoneel onder de werknemersverzekeringen, Stb. 30 december 1997.
  • Wet van 29 november 2001 tot verbetering van de procesgang in het eerste ziektejaar en nieuwe regels voor de ziekmelding, de re-integratie en de wachttijd van werknemers alsmede met betrekking tot de loondoorbetalingsverplichting van de werkgever, Stb. 18 december 2001.
  • Wet van 10 november 2005 houdende bevordering van het naar arbeidsvermogen verrichten van werk of van werkhervatting van verzekerden die gedeeltelijk arbeidsgeschikt zijn en tot het treffen van een regeling van inkomen voor deze personen alsmede voor verzekerden die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn, Stb. 22 november 2005.
  • Besluit van 12 juni 1931 tot vaststelling van het Algemeen Rijksambtenarenreglement, Stb. 29 juni 1931.
  • Besluit van 28 juni 2000 inzake Instelling Adviescommissie Arbeidsongeschiktheid, Stb. 28 juni 2000.
  • Besluit van 8 juli 2000 tot vaststelling van een algemene maatregel van bestuur houdende nieuwe regels betreffende de vaststelling van de mate van arbeidsongeschiktheid ingevolge de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen en de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten, Stb. 25 juli 2000.
  • Besluit van 25 maart 2002 betreffende de regeling procesgang eerste en tweede ziektejaar, Stb. 25 maart 2002.
  • MvT, van het onder de werkingssfeer van de wettelijke werknemersverzekeringen brengen van het overheidspersoneel, Kamerstukken II 1996-1997, 25 282, http://www.st-ab.nl/wetoowmvt.htm.
  • Circ. aan de ministers, WAO-conforme regeling, Stb. 21 december 1995.

Rechtspraak

Rechtsleer

Boeken

  • Andelbeek, W. en Gossen, B.M.H.J., Aansprakelijkheid, ziekte en wet WIA, Apeldoorn, Maklu, 2012, 176 p.
  • Katina, P., Ambtenarenrecht: Modulen voor sociaal-economisch recht 4, Baarn, Nelissen, 1997, 287 p.
  • Klosse, S. en Noordam, F.M., Socialezekerheidsrecht, Deventer, Kluwer, 2010, 673 p.
  • Lanting, B.B.B, Sociale zekerheid van ambtenaren en overheidswerknemers: Een onderzoek naar het proces van normalisering van het socialezekerheidsrecht in de sectoren Rijk, Gemeenten en Onderwijs, Apeldoorn, Maklu, 2009, 556 p.
  • van der Heijden, P.J.J.M. en Jellinghaus, S.F.H., Ambtenaarschap, sollicitatie en aanstelling, Apeldoorn, Maklu, 2008, 143 p.
  • Velo, T.A., Inzicht in het ambtenarenrecht, Apeldoorn, Maklu, 2008, 381 p.

Online bronnen

Statistiek

Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2014