Sociaal netwerk: wat willen adolescenten met kanker
Adolescenten met kanker krijgen sinds enkele jaren meer aandacht in de gezondheidszorg. De adolescenten beschrijven verschillende processen en mechanisme voor de aansturing van hun sociaal netwerk. Het uitgevoerde onderzoek zal verder worden toegelicht.
Noden en behoeften
De adolescenten hebben noden en behoeften door de diagnose van kanker. Het zijn zaken waar de adolescent ondersteuning voor zoekt. Daarnaast weet de adolescent dat hij een diagnose van kanker nooit alleen zou kunnen verwerken. De mensen uit zijn sociaal netwerk zijn nodig voor hun hulp.
De adolescenten zoeken naar een betekenis- en kwaliteitsvolle inhoud in contact. Dit in plaats van oppervlakkig en kwantitatief contact wat niet de noden en behoeften kan invullen. Ze willen bijvoorbeeld geen grote cadeaus, ze hebben liever oprechte interesse.
Verwachtingen
De verwachtingen die de adolescenten hebben komen voort uit de noden en behoeften. De adolescenten met kanker stellen vier universele verwachtingen naar de mensen in hun sociaal netwerk: begrip, empathie, contact, en ondersteuning.
Het contact, wat passief en actief kan zijn, is nodig voor het onderhouden van de banden met het sociaal netwerk. De adolescent verwacht dat het sociaal netwerk het contact met hem blijft onderhouden. Ze hebben zelf weinig mogelijkheden om dit te doen, door de beperkingen van de ziekte en de behandeling.
De adolescenten verwachten begrip, actief en passief, van hun sociaal netwerk. Het begrip gaat over de ziekte en het leven van de adolescent. Het tonen van interesse en het mee volgen van het behandeltraject, is een vorm van uiten van begrip.
Opvallend is dat de adolescenten het begrip beschrijven aan de hand van het onbegrip waarmee zij in aanraking komen. Het sociaal netwerk blijkt niet de wensen van de adolescent te kunnen invullen. Het onbegrip gaat vaak over de zwaarte van de ziekte en de behandeling.
De derde verwachting die de adolescenten hebben is de verwachting van empathie. Empathie verschilt voor de adolescenten met het hebben van begrip. Empathie is nodig om de emoties, de gevoelens en de gedachten te kunnen delen met het sociaal netwerk.
De empathie blijkt uit het willen ondersteunen en met man en macht bijstaan van de adolescent door het sociaal netwerk.
Tot slot is er de verwachting van ondersteuning. Ondersteuning hebben de adolescenten nodig op verschillende gebieden, sociaal, zorg gerelateerd, psychosociaal en praktisch, bijvoorbeeld. Ze verwachten dat verschillende mensen uit het sociaal netwerk deze ondersteuning bieden.
Zie Bijlage
Figuur 1: Theorie Sturing van het sociaal netwerk van adolescenten met kanker
Processen en mechanismen
In de figuur voor de sturing van het sociaal netwerk is weergegeven welke verwachtingen de adolescenten hebben. Welke mensen ze opnemen in hun sociaal netwerk. Tot slot zijn ook de verschillende vormen van relaties aangeduid. Uit het onderzoek blijkt dat de adolescenten met kanker zes verschillende processen en vijf verschillende mechanismen beschrijven.
De adolescenten met kanker benoemen namelijk processen waarbij zij de verwachtingen bijstellen, de actor bijstellen of het type van relatie. Deze processen vinden plaats indien blijkt dat de noden en behoeften niet worden ingevuld.
Verder is een proces weergegeven voor de actor lotgenoten, aangeduid als 'afstoten en accepteren'. Dit geeft het proces weer wat de adolescenten hebben met de lotgenoten. Eerst wijzen ze de lotgenoten af om dat zich ze zichzelf nog niet zien als een kankerpatiënt en een angst voor het onbekende. In latere fase accepteren ze de lotgenoten als personen in hun sociaal netwerk. Dit als aanvulling voor de aanwezige tekorten in de invulling van de noden en behoeften.
Er is een proces beschreven rond het onderhouden van contact. De adolescent wenst dat de mensen in het sociaal netwerk dit doen. Vaak blijken zij dit niet te voorzien in contact. De adolescent zal dan andere mensen aanspreken om contact te hebben. Indien dit niet lukt, onderneemt de adolescent zelf activiteiten om het contact met het sociaal netwerk te onderhouden.
Een zesde proces is te zien rond het opnemen van nieuwe actoren in het sociaal netwerk. De adolescent doet dit pas wanneer blijkt dat de noden en behoeften niet ingevuld worden. Ze nemen dan de lotgenoten op in hun sociaal netwerk voor het heersende tekort.
De adolescenten met kanker beschrijven vijf verschillende mechanismen. Ten eerste is de cognitieve coping strategie aanwezig. Dit stelt hun in staat om de impact van de negatieve ervaringen te verwerken. Ze kunnen door deze coping controle houden over hun leven.
De inschatting van de vrienden blijkt moeilijk te zijn. Soms blijken de vrienden niet de adolescent te ondersteunen zoals de adolescent had gewenst. Vrienden laten de adolescent soms links liggen, of ze zijn onrespectvol naar de adolescent toe. Kennissen zijn mensen in het sociaal netwerk waar het contact oppervlakkig mee is. De adolescent heeft van hen eigenlijk geen verwachtingen. Maar door dat sommige individuen actief contact, begrip, ondersteuning en empathie tonen kunnen deze mensen als vriend gezien worden door de adolescent. Dit beschrijft het mechanisme tussen vriend en kennis, zie ook de aanduiding in de figuur.
Wat betreft de relaties beschrijven de adolescenten ook dat zij bewust mensen plaatsen in bepaalde typen van relatie. Ze doen dit omdat om hun verwachtingen, en dus de noden en behoeften, ingevuld te zien.
De adolescenten gaan functionele relaties aan met mensen in hun sociaal netwerk. De relatie is functioneel omdat de adolescent opzoek gaat naar een tekort. De relatie kent geen geschiedenis of sterke inhoudelijke basis. En verschilt met een betekenisvolle relatie die deze zaken wel heeft.
Verder blijken de adolescenten een mechanisme van sparen te gebruiken. Het sparen houdt in dat de adolescent niet alle emoties deelt met alle mensen. Ze delen hun emoties met de mensen die het naar hun idee aankunnen om er over te praten.
Indien alle resultaten gecombineerd worden, ontstaat de theorie voor de sturing van het sociaal netwerk van adolescenten met kanker.
Concluderend blijkt dat de sturing van het sociaal netwerk van adolescenten met kanker een voortdurend proces is met de aanwezigheid van onderliggende en beïnvloedende mechanismen en processen.
Abrams, A.N., Hazen, E.P. & Penson, R.T. (2007). Psychosocial issues in adolescents with cancer. Cancer Treatment Reviews, 33(7), 622-630.
Aujoulat, I., Marcolongo, R., Bonadiman, L. & Deccache, A. (2008). Reconsidering patient empowerment in chronic illness: A critique of models of self-efficacy and bodily control. Social Science & Medicine, 66(5), 1228-1239
Bradbury, T.N. & Karney, B.R. (2010). Intimate Relationships. London: Norton & Company
Compas, B.E. (1987). Coping with stress during childhood and adolescence. Psychological Bulletin, 101(3), 393-403
Corbin, J. & Strauss, A. (2008). Basics of Qualitative research: Techniques and Procedures for Developing Grounded Theory 3e. Thousand Oaks (USA): Sage Publications Inc
D’Agostino, N.M., Penney, A. & Zebrack, B. (2011). Providing developmentally Appropriate Psychosocial Care to Adolescent and Young Adult Cancer Survivors. Cancer, 2329-2334
Decker, C.L. (2007). Social support and adolescent cancer survivoirs: A review of the literature. Psycho-Oncology, 16(1), 1-11
Duck, S. (2007). Human Relationships. (4e editie). London: SAGE Publications
Due, P., Holstein, B., Lund, R., Modvig, J. & Avlund, K. (1999). Social relations: network, support and relational strain. Social Science & Medicine, 48, 661-673
Encyclopedie online. Definitie mechanisme en proces. van http://www.encyclo.nl, opgehaald op 20 januari 2014
Evan, E.E. & Zeltzer, L.K. (2006). Psychosocial Dimensions of Cancer in Adolescents and Young Adults. Cancer, 107(7Suppl), 1663-1671
Feldman, R.S. (2008). Adolescence. Upper Saddle River, New Jersey: Pearson Education
Finfgeld-Connett, D. (2005). Clarification of social support. Journal of Nursing Scholarship, 37(1), 4-9
Grypdonck, M. (2010). Inleiding in de verplegingswetenschap: visieontwikkeling en basisconcepten in de verpleegkunde/vroedkunde Partim 1. Universiteit Gent, ongepubliceerd.
Holloway, I. & Wheeler, S. (2010). Qualitative Research in Nursing and Healthcare. (third edition). Wiley-Blackwell: Oxford (UK).
Ishibashi, A. (2001). The Needs of Childeren and Adolescents With Cancer for Information and Social Support. Cancer Nursing, 24(1), 61-67
Jones, B.L., Parker-Raley, J. & Barczyk, A. (2011). Adolescent cancer survivors: identity paradox and the need to belong. Qualitative Health Research, 21(8), 1033-1040
Kars, M.C., Duijnstee, M.S.H., Pool, A., Delden, van, J.J.M. & Grypdonck, M.H.F. (2008). Being there: parenting the child with acute lymphoblastic leukaemia. Journal of Clinical Nursing, 17(12), 1553-1562
Krishnasamy, M. (1996). Social support and the patient with cancer: a consideration of the literature. Journal of Advanced Nursing, 23(4), 757-762
Maxwell, M.B. (1982). The use of social networks to help cancer patients maximize support. Cancer Nursing, 5(4), 275-281
McCloskey, J.C., & Bulechek, G.M., (eds.). (2002). Iowa Intervention Project: Verpleegkundige interventies. (2e herz dr.). Maarssen: Elsevier Gezondheidszorg
Mulhal, A., Kelly, D. & Pearce, S. (2004). A qualitative evaluation of an adolescent cancer unit. European Journal of Cancer Care, 13(1), 16-22
Nathan, P.C., Hayes-Lattin, B., Sisler, J.J. & Hudson, M.M. (2011). Critical issues in transition and survivorship for adolescents and young adults with cancers. Cancer, 117(10 suppl), 2335-2341
Olsen, P.R. & Harder, I. (2011). Caring for teenagers and young adults with cancer: A grounded theory study of network-focused nursing. European Journal of Oncology Nursing. 15(2), 152-159
Sjölander, C. & Berterö, C. (2008). The significance of social support and social networks among newly diagnosed lung cancer patients in Sweden. Nursing and Health Sciences, 10(3), 182-187
Smith, S., Davies, S., Wright, D., Chapman, C. & Whitesom, M. (2007). The experiences of teenagers and young adults with cancer – Results of 2004 conference survey. European Journal of Oncology Nursing, 11(4), 362-368
Treadgold, C.L. & Kuperberg, A. (2010). Been There, Done That, Wrote the Blog: The Choices and Challenges of Supporting Adolescents and Young Adults With Cancer. Journal of Clinical Oncology, 28(32), 4842-4849
Winemiller, D., Mitchell, E., Sutcliff, J. & Cline, D. (1993). Measurement strategies in Social Support: a descriptive review of the literature. Journal of Clinical Psychology, 49(5), 638-648
World Health Organization. Adolescence. van http://www.euro.who.int/en/health-topic/life-stages/child-and-adolescen…, opgehaald op 20 januari 2014
Zebrack, B. (2011). Psychological, Social, and Behavioral Issues for Young Adults With Cancer. Cancer, 2289-2294
Zebrack, B., Bleyer, A., Albritton, K., Medearls, S. & Tang, J. (2006). Assessing the health care needs of adolescent and young adult cancer patients and survivors. American Cancer Society, 107(12), 2915-2923
Zebrack, B., Chesler, M.A. & Kaplan, S. (2010). To foster healing among adolescent and young adults with cancer: What helps? What hurts? Support Care Cancer, 18, 131-135
Zebrack, B. & Isaacson, S. (2012). Psychosocial care of adolescent and young adult patients with cancer and survivors. Journal of Clinical Oncology, 30(11), 1221-1226