Samenvatting
Door de komst van nieuwe digitale media zoals tablets en smartphones zijn kinderboeken nu ook beschikbaar in appversies. Bovendien komen kinderen al op zeer jonge leeftijd in aanraking met tablets en smartphones en kunnen ze er behoorlijk goed mee overweg.
In deze masterproef onderzoek ik het aanbod van beschikbare kinderboekenapps in Vlaanderen en Nederland, hoe ze ontwikkeld worden, hoe kleuters omgaan met een tablet en een app, de impact van dergelijke apps op de taalontwikkeling en verhaalbegrip van kleuters en hoe ouders van verschillende opleidingsniveaus omgaan met deze nieuwe digitale media en met kinderboekenapps in het bijzonder.
Dit onderzoek is gebaseerd op 5 onderzoeksvragen:
Aan de hand van verschillende onderzoeksmethodes, meer bepaald interviews, observaties en enquêtes, tracht ik een antwoord te geven op de onderzoeksvragen. Zo blijkt uit de resultaten van dit onderzoek dat er heel wat kinderboekenapps op de Vlaamse en Nederlandse markt beschikbaar zijn voor kinderen tussen 0 en 12 jaar. Voor de leeftijdscategorie van 4 tot 6 jaar is het aanbod van kinderboekenapps echter het grootst.
Uit de antwoorden van de interviews met specialisten van kinderboekenapps, zoals uitgevers, auteurs en een ontwikkelaar blijkt dat er een heel team aan technische en creatieve mensen, tijd en een groot budget nodig zijn om een kwalitatieve kinderboekenapp te ontwikkelen.
Volgens de resultaten van de observatie kunnen kleuters goed omgaan met een tablet en leidt de interactiviteit van de kinderboekenapp De schoenen van de zeemeermin hen niet af van het verhaal. Daarnaast blijkt dat kinderboekenapps effectief bijdragen aan de woordenschatontwikkeling en het verhaalbegrip van kinderen. Dit komt doordat de taal en de inhoud van het verhaal ondersteund worden door bewegende beelden en geluid.
De leerkrachten van de 2 Vlaamse kleuterscholen die aan het onderzoek meewerkten, waren verrast over de goede kwaliteit van de app De schoenen van de Zeemeermin. Alle leerkrachten vinden zo’n app een leuk extraatje, maar vinden die wel niet geschikt om met een grote groep te gebruiken. Daarom opteren ze voor een apart hoekje in de klas waar de kinderen zelfstandig een verhaal kunnen lezen op de tablet.
Tot slot blijkt uit de gegevens van de enquêtes en de interviews dat hoger opgeleide ouders die een tablet of smartphone hebben, sneller geneigd zijn hun kind er zelfstandig mee te laten werken dan lager opgeleide ouders. Omdat vergelijkbaar onderzoek ontbreekt, is het moeilijk hier een eenduidige verklaring voor te geven.
Referentielijst
Aarnoutse, C., van Leeuwe, J., & Verhoeven, L. (2007). Early Literacy From a Longitudinal Perspective. Educational Research and Evaluation, 11(3), 253-275.
Baarda, B. (2009). Dit is onderzoek! Richtlijnen voor het opzetten, uitvoeren en evalueren van kwantitatief en kwalitatief onderzoek. Groningen/Houten: Noordhoff.
Baarda, B., & De Goede, M. (2006). Basisboek methoden en technieken: handleiding voor het opzetten en uitvoeren van kwantitatief onderzoek (4e geheel herziene druk). Groningen: Noordhoff Uitgevers.
Baarda, B., De Goede, M., & Kalmijn, M. (2007). Basisboek enquêteren: handleiding voor het maken van een vragenlijst en het voorbereiden en afnemen van enquêtes. Groningen: Noordhoff.
Baarda, B., Bakker, E., Ficher, T., de Goede, M., Peters, V., & van der Velden, T. (2013). Basisboek kwalitatief onderzoek: handleiding voor het opzetten en uitvoeren van kwalitatief onderzoek (3e geheel herziene druk). Groningen/Houten: Noordhoff Uitgevers.
Bakker, N. (2009). “Help, de woorden en zinnen ontglippen me!” Een literatuuronderzoek naar het lezen van literaire teksten in een digitaal tijdperk. Amsterdam: Stichting Lezen.
Bakker, N. (2012). Digitaal literair lezen – doen we het al? Amsterdam: Stichting Lezen.
Basset, S. (2002). Translation studies. In L. Hutcheon (Ed.), A Theory of Adaptation (p.16). New York: Routledge.
Broekhoef, K. (2006). Een boekintroductie zonder boek: bibliothecarissen aan de slag met de Taallijn. Leeskraam, 3, 6-7.
Broekhoef, K., & Cohen de Lara, H. (2007). Levende Boeken: Zo werkt dat! Praktische suggesties voor het werken met Levende Boeken op school en thuis. Utrecht: Sardes.
Bus, A.G., & De Jong, M.T. (2007). Een Witte is een Poes, een Zwarte een Kat: Uitbreiding van Woordenschat onder Invloed van Levende Boeken. De wereld van het Jonge Kind, 34, 258-261.
Bus, A. G., van IJzendoorn, M. H., & Pellegrini, A. D. (1995). Storybook reading makes for success in learning to read. A meta-analysis on intergenerational transmission of literacy. Review of Educational Research, 65, 1-21.
Bus, A.G., & Neuman, S.B. (2009). Introduction. In A.G. Bus & S.B. Neuman, (Eds.), Multimedia and Literacy Development. Improving Achievement for Young Learners (pp. 1-12). New York: Routledge.
Bus, A.G., De Jong, M.T., & Verhallen, M. (2009). How onscreen Storybooks Contribute to Early Literacy. In A.G. Bus & S.B. Neuman, (Eds.), Multimedia and Literacy Development. Improving Achievement for Young Learners (pp. 153-167). New York: Routledge.
De Groot, S. (2013). Timo en het toverstokje app in productie. Geraadpleegd via http://www.appsmaker.nl.
De Jong, M.T., & Bus, A.G. (2002). Quality of book-reading matters for emergent readers: An experiment with the same book in a regular or electronic format. Journal of Educational Psychology, 94, 145-155.
De Jong, M.T., & Bus, A.G. (2003). How well suited are electronic books to supporting literacy? Journal of Early Childhood Literacy, 3, 147-164.
Hermans, T. (1985). Introduction: Translation studies and a new paradigm. In L. Hutcheon, (Ed.), A Theory of Adaptation (p.16). New York: Routledge.
Hoge, E. (2009). Digitale prentenboeken op de peuterspeelzaal. Een onderzoek naar het effect van de verschillende voren van digitale prentenboeken en de leespartner op het boekgebonden vocabulaire en verhaalbegrip van kleuters. (Masterproef). Geraadpleegd via http://scripties.let.eldoc.ub.rug.nl/root/Master/DoorstroomMasters/Nederlands/2009.
Hutcheon, L. (2006). A Theory of Adaptation. New York: Routledge.
Jolles, J. (2013, 10 juni). Waarom lezen zo belangrijk is. NRC handelsblad. Geraadpleegd via http://www.jellejolles.nl/waarom-lezen-zo-belangrijk-is/.
Lefever-Davis, S., & Pearman, C. (2005). Early readers and electronic texts: CD-ROM storybook features that influence reading behaviors. In: The Reading Teacher, 58, 5, 446-454.
Paivio, A.(1986). Mental representations: A dual coding approach. Oxford, UK: Oxford University Press.
Pompert, B., Hagenaar, J., & Brouwer, L. (2009). Zoeken naar woorden. Gespreksactiviteiten in de onderbouw. Assen: Van Gorcum.
Robinson, M., & Mackey, M. (2003). Film and television. In N. Hall, J. Larson, & J. Marsh (Eds.), Handbook of early childhood literacy (pp. 126-141). London: Sage.
Sijstra, J., Aarnoutse, C., & Verhoeven, L. (1999). Taalontwikkeling van nul tot vijf. Nijmegen: Expertisecentrum Nederlands.
Smeets, D.J.H., & Bus, A.G. (2009). De computer leest voor. Een kansrijke vernieuwing in kleuterklassen. Delft: Eburon.
Stam, R. (2000). The dialogics of adaptation. In: L. Hutcheon (Ed.), A Theory of Adaptation (p.16). New York: Routledge.
Van der Elst (2012). Statistiek met Excel. (3e druk geheel herziene druk). Berchem: Uitgeverij De Boek nv.
Van Roekel, E. (2011). App noot muis: mediagebruik bij peuters en kleuters in Nederland. Amsterdam: Stichting Mijn Kind Online.
Verglien, B. (2011, 3 oktober). De keuze voor de uitgever: boek apps of enhanced ebooks? Geraadpleegd via http://www.marketingfacts.nl/berichten/20111003_de_keuze_voor_de_uitgev….
Verglien, B. (2013, 9 juli). Boek-apps of iBooks? Waarom zet Apple boeken in een winkel zonder publiek? Geraadpleegd via http://www.marketingfacts.nl/berichten/boek-apps-of-ibooks.
Visser, R. (2011, 4 januari). Hoe maak je een app van een prentenboek? Geraadpleegd via:http://books2download.nl/blog/2011/01/hoe-maak-je-een-app-van-een-prent…