America at war. Een vergelijkende studie van Amerikaanse oorlogsverklaringen, van Bush Sr. tot Obama.

Jimmy Driesen
Persbericht

America at war. Een vergelijkende studie van Amerikaanse oorlogsverklaringen, van Bush Sr. tot Obama.

Amerikaanse presidenten spreken dezelfde oorlogstaalModerne staatshoofden VS gebruiken dezelfde retoriek om gewapende interventies aan te kondigen en te rechtvaardigen.

De oorlogsretoriek van moderne Amerikaanse presidenten vertoont opvallend veel gelijkenissen. Dat blijkt uit de masterproef van Jimmy Driesen, student journalistiek aan de Vrije Universiteit Brussel (VUB). “Presidentiële oorlogsspeeches lijken onderhevig te zijn aan vormelijke conventies en terugkerende inhoudelijke motieven”, zo stelt Driesen.

In zijn studie onderzocht Driesen oorlogstoespraken van de vier recentste Amerikaanse staatshoofden, namelijk George Bush senior, Bill Clinton, George Bush junior en Barack Obama. Een analyse van die teksten geeft aan dat de presidenten over het algemeen meer belang hechten aan de inhoud van hun boodschap dan aan de vormgeving ervan. Ze blijken immers terug te vallen op een directe, toegankelijke taal en ze vermijden een overdaad aan stilistische versieringen. Een ondubbelzinnige spreekstijl moet ertoe leiden dat de toehoorders de boodschap sneller aanvaarden en zich achter de oorlogsplannen scharen.

De presidentiële argumentatie blijkt hoofdzakelijk uit rationele argumenten te bestaan. Een veelvoorkomend argument luidt dat een militaire interventie onoverkomelijk is omdat de vijand diplomatisch overleg onmogelijk maakt. Tegelijkertijd spelen presidenten ook in op de gevoelens van hun toehoorders. Zo stelde Driesen onder meer vast dat de Amerikaanse leiders hun vijanden consequent voorstellen als barbaren die uit zijn op bloedvergieten. Wanneer er niet tegen hen wordt ingegrepen, dan zullen zij een groot gevaar vormen voor de Amerikanen en de rest van de wereld. Daarnaast spelen de staatshoofden in op het collectief: zij verheerlijken de Amerikaanse waarden en idealen om zo nationalistische gevoelens bij de toehoorders aan te wakkeren. Tot slot wordt de oorlog ook voorgesteld als de sleutel voor een betere toekomst. Een militaire actie moet het pad effenen voor een betere, vredevollere wereld, aldus de presidenten.

De gelijkenissen tussen de speeches zijn volgens Driesen een aanwijzing dat presidentiële oorlogstoespraken gebaseerd zijn op een vast sjabloon. De presidenten zetten dat sjabloon naar hun hand om de toehoorders ervan te overtuigen dat een militaire tussenkomst een goede zaak is.

Het volledige onderzoek kan worden nagelezen in de masterproef ‘America At War. Een vergelijkende studie van Amerikaanse oorlogsverklaringen, van Bush Sr. tot Obama’. 

Contactgegevens:Jimmy Driesen, master journalistiek (optie radio en televisie)VUB, vakgroep Toegepaste Taalkunde jimmy.driesen@gmail.com0471/65.56.02 

 

Bibliografie
  • American Rhetoric: The Power of Oratory in the United States (http://www.americanrhetoric.com). (Geraadpleegd op 15 oktober 2014). 
  • Argumentatiecoach (http://www.argumentatiecoach.nl). (Geraadpleegd op 10 juni 2015).

  • Blommaert, J. (2003). ‘De retorische wereld van George W. Bush.’ In: Blommaert, J. (2007). De Crisis van de Democratie. Berchem: EPO.

  •  

Universiteit of Hogeschool
Master of Arts in de radio- en televisiejournalistiek
Publicatiejaar
2015
Kernwoorden
@jimmydriesen
Share this on: