Bedreigt immigratie de steun voor de welvaartsstaat? Een comparatief onderzoek naar immigratie en welvaartsstaatlegitimiteit in Europa.

Sascha
Spikic

Meer immigratie = minder solidariteit?

Steeds meer en meer nieuwkomers maken van Europa hun thuis. Maar betekent meer ‘vreemden’ ook minder solidariteit? Is immigratie een bedreiging voor de Europese welvaartsstaten?

Welvaartsstaat
Solidariteit is een mooi woord, maar wat betekent het eigenlijk? In zijn letterlijke betekenis is het steun bieden aan iemand waarmee men zich verbonden voelt. Maar voor ons Europeanen is het veel meer dan dat. Sinds de 19de eeuw ontwikkelde wij systemen van solidariteit waarmee wij wensen zorg te dragen voor elkaar. Pensioenen voor ouderen, uitkeringen voor zieken en werklozen, een gemeenschappelijke ziekteverzekering voor iedereen en gesubsidieerd onderwijs; dit zijn slechts een paar van de vele sociale programma’s die samen de welvaartsstaat worden genoemd. Deze welvaartsstaat werkt volgens het principe dat de sterkste schouders de zwaarste lasten dienen te dragen en vormt een vangnet voor wanneer iemand het financieel moeilijk heeft. Heel dit systeem van nationale solidariteit is gebaseerd op een gevoel van verbondenheid onder de bevolking.

Immigratie
U heeft ongetwijfeld gehoord dat Europa momenteel te kampen heeft met een vluchtelingencrisis. Volgens de Verenigde Naties zullen alleen al in 2015 en 2016 bijna anderhalf miljoen vluchtelingen Europa via de Middellandse Zee bereiken. Velen van hun ontvluchten oorlog en armoede in eigen land en zijn op zoek naar een beter leven. Dagelijks toont de media ons taferelen van duizenden vluchtelingen die wanhopig proberen om de Europese Unie te betreden. Grootschalige immigratie is echter geen recent fenomeen, maar bestaat al tientallen jaren. Bovendien lijkt ze in de toekomst nog te zullen toenemen. De Europese bevolking verandert dan ook geleidelijk aan van een homogene en uitsluitend blanke bevolking naar een multiculturele samenleving met een grote verscheidenheid aan etniciteiten. Men noemt dit etnische diversiteit en het is deze transformatie die sommigen zorgen baart.

Vreemden
De bezorgden zien drie mogelijke mechanismen waarop immigratie de welvaarsstaat kan bedreigen. De eerste schuilt in de bevinding van sommige onderzoekers dat wij meer solidariteit vertonen met mensen die op ons lijken. Fysieke gelijkenis en een gedeelde cultuur zouden wel eens noodzakelijk kunnen zijn voor nationale solidariteit. Wanneer er zich teveel ‘vreemden’ tussen ons bevinden, zou ons samenhorigheidsgevoel verdwijnen en daarmee ook onze solidariteit. Een tweede mechanisme heeft betrekking op de arbeidersbeweging. Deze beweging is altijd al de grote verdediger van de welvaartsstaat geweest. Maar aangezien immigranten vaak lager opgeleid zijn dan de autochtone bevolking, is het de arbeidersklasse die het snelst zal veranderen door het toenemend aantal allochtone werkkrachten. Het is dus mogelijk dat immigratie de arbeidersbeweging zal verdelen op basis van etniciteit waardoor de welvaartsstaat zijn grote verdediger verliest.

Politieke partijen
Het derde en laatste mechanisme brengt politieke partijen in het spel. Volgens deze theorie leidt immigratie niet automatisch tot een daling in solidariteit, maar zijn bepaalde politieke partijen hiervoor verantwoordelijk. Sommige partijen zijn immers geen voorstander van een uitgebreide welvaartsstaat en zouden deze graag zien verkleinen. Om hun doel te bereiken zouden zij de anti-immigratiegevoelens kunnen gebruiken om anti-welvaartsstaatgevoelens te creëren.

Onderzoek
In deze masterproef wordt onderzocht of er waarheid schuilt in de zogenaamde immigratiedreiging door na te gaan of er een verband bestaat tussen het niveau van etnische diversiteit en de mate van steun die burgers hebben voor de welvaartsstaat. Hiervoor werd data van de European Social Survey gebruikt. Dit is een grote enquête die in zowat alle Europese landen wordt afgenomen en waarin onder andere wordt gepeild naar de mate van welvaartsstaatsteun. Om zo grondig mogelijk te werk te gaan, werden burgers uit negentien verschillende landen onderzocht en werd immigratie op vier verschillende manieren gemeten. Omdat eerder onderzoek heeft aangetoond dat er verschillende dimensies van welvaartsstaatsteun bestaan, werd er een onderscheid gemaakt tussen drie verschillende dimensies. Het is immers mogelijk dat immigratie wel een invloed heeft op één bepaalde dimensie, maar niet op een andere. Ook werd er gekeken naar zogenaamde controle-variabelen. Dit zijn eigenschappen van burgers of landen waarvan men uit eerder onderzoek weet dat ze de welvaartsstaatsteun beïnvloeden. Door te controleren op deze variabelen kan men nagaan of het enkel de mate van etnische diversiteit is dat een negatief verband heeft met welvaartsstaatsteun en niet één van de controlevariabelen.

Resultaten
Ondanks de vele onheilsvoorspellingen bleken de resultaten verrassend positief. Geen enkele van de vier immigratievormen bleek een betekenisvol negatief verband te hebben met de steun die mensen voelen voor de welvaartsstaat. En dit voor alle drie de dimensies. Bovendien werd er ook geen bewijs gevonden voor een eventuele rol van anti-immigratiepartijen in dit proces.

Verklaring
Hoe kan men deze geruststellende resultaten verklaren? Een eerste mogelijke reden is dat er nog niet genoeg immigranten in Europa zijn om een negatieve impact op de welvaartsstaatsteun te veroorzaken. Een tweede, meer waarschijnlijke verklaring heeft te maken met de timing van immigratie en de welvaartsstaat. Belangrijk is wat zich eerst afspeelt, etnische diversiteit of de creatie van de welvaartsstaat. In de Verenigde Staten was er door de slavernij al etnische diversiteit voordat men probeerde een welvaartsstaat te creëren en dit heeft volgens sommigen geleid tot het mislukken van de Amerikaanse systemen van solidariteit. Maar in Europa was de situatie omgekeerd. Hier werd eerst een uitgebreide welvaartsstaat uitgebouwd voordat immigratie voor etnische diversiteit zorgde. De grote sociale programma’s, zoals pensioenen en gezondheidszorg, zijn ondertussen erg populair geworden. Als gevolg hiervan zijn ook de Europese anti-immigratiepartijen in tegenstelling tot hun Amerikaanse tegenhangers vaak grote voorstanders van sociale programma’s.

Conclusie
Op basis van dit onderzoek lijkt er geen reden tot paniek te zijn voor het gevaar van immigratie voor de Europese welvaartsstaatsteun. Ten slotte wil ik nog even meegeven dat dit onderzoek van belang kan zijn voor niet-Europese landen. Want als toekomstig onderzoek aantoont dat het verschil tussen Europese en Amerikaanse welvaartsstaten verklaard kan worden door de timing van etnische diversiteit, dan vormt dit een extra hindernis voor etnisch diverse landen die hopen op een uitgebreide welvaartsstaat. Aangezien veel ontwikkelingslanden een grote verscheidenheid aan volkeren en stammen hebben, is dit geen onbelangrijke kwestie.

Bibliografie

Alesina, A., Baqir, R., & Easterly, W. (1999). Public goods and ethnic divisions. Quarterly Journal of Economics, 114(4), 1243–1284.

Alesina, A., Devleeschauwer, A., Easterly, W., Kurlat, S., Wacziarg, R. (2003). Fractionalization. Journal of Economic Growth, 8(2), 155–194.

Alesina, A., & Glaeser, E. L. (2004). Fighting Poverty in the U.S. and Europe. New York, NY: Oxford University Press.

Arts, W., & Gelissen, J. (2001a). Three worlds of welfare capitalism or more? A state-of-the-art report. Journal of European Social Policy, 12(2), 137–158.

Arts, W., Gelissen, J. (2001b). Welfare States, Solidarity and Justice Principles: Does the Type Really Matter?. Acta Sociologica, 44(4), 283–299.

Bail, C. A. (2008). The Configuration of Symbolic Boundaries Against Immigrants in Europe. American Sociological Review, 73, 37-59.

Blekesaune, M., & Quadagno, J. (2003). Public Attitudes toward Welfare State Policies: A Comparative Analysis of 24 Nations. European Sociological Review, 19(5), 415-427.

Bollen, K., & Barb, K. (1981). Pearson's r and coarsely categorized measures. American Sociological Review, 46, 232–239.

Brady, D., & Finnigan, R. (2014). Does immigration undermine plublic support for social policy? American Sociological Review, 79(1), 17–42.

Burgoon, B., Koster, F., & van Egmond, M. (2012). Support for redistribution and the paradox of immigration. Journal of European Social Policy, 22(3), 288 –304.

Cousins, M. (2005). European Welfare States Comparative Perspectives. Londen, England: Sage Publications Ltd.

Dahlberg, M., & Edmark, K., & Lundqvist, H. (2011). Ethnic diversity and preferences for redistribution. Journal of Political Economy, 120(1), 41-76.

Dallinger, U. (2010). Public support for redistribution: what explains cross-national differences? Journal of European Social Policy, 20(4), 333-349.

Eger, M.A. (2010) Even in Sweden: the effect of immigration on support for welfare state spending. European Sociological Review, 26(2), 203–217.

ESS. (z.d.). About the European Social Survey European Research Infrastructure – ESS ERIC. Geraadpleegd op http://www.europeansocialsurvey.org/about/index.html

Esping-Andersen, G. (1990). The Three Worlds of Welfare Capitalism. Cambridge: Polity Press.

Esping-Andersen, G. (1999). Social Foundations of Postindustrial Economies. Oxford: Oxford University Press.

European Commission. (2011). The EU provisions on social security. Your rights when moving within the European Union. Luxembourg: Publications Office of the European Union.

Eurostat. (2011). Migrants in Europe: A statistical portrait of the first and second generation. Luxembourg: Publications Office of the European Union.

Eurostat (2014). Statistics Explained. Migration and migrant population statistics. Geraadpleegd op http://www.epp.eurostat.ec.europa.eu/statistics_explained/index.php/Migration_and_ migrant_ population_ statistics

Ferrera, M. (1996). The southern model of welfare in social Europe. Journal of European Social Policy, 6(1), 17–37.

Freeman, G. (1986). Migration and the political economy of the welfare state. The Annals of the American Academy of Political and Social Science485, 51– 63

Fullerton, A. S., & Dixon, J. C. (2009). Racialization, Asymmetry, and the Context of Welfare Attitudes in the American States. Journal of Political and Military Sociology, 37, 95-120.

Gelissen, J. (2000). Popular support for institutionalised solidarity: a comparison between European welfare states. International Journal of Social Welfare, 9(4), 285-300.

Gërxhani, K., & Koster, F. (2012). 'I am not alone': Understanding public support for the welfare state. International Sociology, 27(6), 768 –787.

Goul Andersen, J. (2006). Immigration and the Legitimacy of the Scandinavian Welfare State: Some Preliminary Danish Findings (AMID Working Paper No. 53). Geraadpleegd op Academy for Migration Studies in Denmark website: http://www.amid.dk/pub/papers/AMID_53-2006_Jorgen_Goul_Andersen.pdf

Halvorsen, K. (2007). Legitimacy of Welfare States in Transitions from Homogeneity to Multiculturality: A Matter of Trust. In S. Mau & B. Veghte (Eds.), Social Justice, Legitimacy and the Welfare State (239-259). Aldershot: Ashgate 

Heck, R. H., Thomas, S. L., & Tabata, L. N. (2010). Multilevel and Longitudinal Modeling with IBM SPSS. New York, NY: Routledge.

Hjerm, M., & Schnabel, A. (2012) How much heterogeneity can the welfare state endure? The influence of heterogeneity on attitudes to the welfare state. Nations and Nationalism, 18(2), 346–369.

Hooghe, M., Trappers, A., Meuleman, B., & Reeskens, T. (2008). Migration to European Countries: A Structural Explanation of Patterns, 1980-2004. International Migration Review, 42(2), 476-504.

Hopkins, D. J. (2009). The diversity discount: when increasing ethnic and racial diversity prevents tax increases. The Journal of Politics, 71(1), 160–177.

Hopkins, D. J. (2010). Politicized Places: Explaining Where and When Immigrants Provoke Local Opposition. American Political Science Review, 104(1), 40–60.

Hox, J. (2010). Multilevel analysis: techniques and applications (2nd ed.). London, England: Taylor & Francis.

Hvinden, B. (2006). Is increased Cross-border Mobility Incompatible with Redistributive Welfare States? The North European Case (ZeS Working Paper No. 2). Geraadpleegd op http://EconPapers.repec.org/RePEc:zbw:zeswps:02200

Kaltenthaler, K., & Ceccoli, S. (2008). Explaining patterns of support for the provision of citizen welfare. Journal of European Public Policy, 15(7), 1041-106.

Koster, F., & Kaminska, M. (2012). Welfare state values in the European Union, 2002–2008. A multilevel investigation of formal institutions and individual attitudes. Journal of European Public Policy, 19(6), 900-920.

Kunovich, R. (2004). Social structural position and prejudice: an exploration of cross-national differences in regression slopes. Social Science Research, 33, 20-44.

Kymlicka, W., & Banting, K. (2006). Immigration, multiculturalism and the welfare state. Ethics and International Affairs, 20(3), 281-304.

Linos, K., & West, M. (2003). Self-interest, social beliefs, and attitudes towards redistribution: re-adressing the issue of cross-national variation. European Sociological Review, 19(4), 393-409.

Lipset, S., & Marks, G. (2000). It Didn’t Happen Here: Why Socialism Failed in the United States. New York: W. W. Norton.

Luttmer, E. (2001). Group loyalty and the taste for redistribution. Journal of Political Economy, 109, 500-528.

Mau, S. (2003). The moral economy of welfare states: Britain and Germany compared. London, England: Routledge.

Mau, S., & Burkhardt, C. (2009). Migration and Welfare State Solidarity in Western Europe. Journal of European Social Policy, 19, 213-229.

Meuleman, B. (2009). The influence of macro-sociological factors on attitudes toward immigration in Europe. A cross-cultural and contextual approach. (Unpublished doctoral dissertation). Katholieke Universiteit Leuven, Leuven.

O'Connor, J. S., & Olsen, G. M. (1998). Power resources theory and the welfare state: a critical approach. University of Toronto Press.

Patsiurko, N., Campbell, J., & Hall, J. (2012). Measuring cultural diversity: ethnic, linguistic and religious fractionalization in the OECD. Ethnic and Racial Studies, 35(2), 195-217.

Pierson, P. (2011). The Welfare State over the very long run (ZeS Working Paper No. 2). Geraadpleegd op https://www.econstor.eu/dspace/bitstream/10419/46215/1/65484416X.pdf

Putnam, R. (2007). E pluribus unum: Diversity and community in the twenty-first century. Scandinavian Political Studies, 30(2), 137–174.

Rehm, P. (2005). Citizen support for the Welfare State: Determinants of preferences for income redistribution (WZB Working Paper No. 2). Geraadpleegd op http://bibliothek.wzb.eu/pdf/2005/ii05-02.pdf

Roller, E. (1995). The Welfare State: The Equality Dimension. In O. Borre, & E. Scarbrough (Eds.), The scope of government (165-197). New York: Oxford University Press.

Roosma, F., Gelissen, J., & van Oorschot, W. (2012). The Multidimensionality of Welfare State Attitudes: A European Cross-National Study. Social Indicators Research, 113, 235–255.

Roosma F., van Oorschot W., & Gelissen J. (2014). The preferred role and perceived performance of the Welfare state: European welfare attitudes from a multidimensional perspective. Social Science Research, 44, 200–210.

Salter, F. K. (2004). Welfare, Ethnicity, and Altruism: New Findings and Evolutionary Theory. London, England: Taylor & Francis.

Savelkoul, M., Scheepers, P., Tolsma, J., & Hagendoorn, L., (2011). Anti-Muslim Attitudes in The Netherlands: Tests of Contradictory Hypotheses Derived from Ethnic Competition Theory and Intergroup Contact Theory. European Sociological Review, 27(6), 741–758.

Schmidt, A. W., & Spies, D.C. (2014). Do Parties ''Playing the Race Card'' Undermine Natives' Support for Redistribution? Evidence From Europe. Comparative Political Studies, 47(4), 519 –549.

Senik, C., Stichnoth, H., & Van der Straeten, K. (2009). Immigration and natives’ attitudes towards the welfare state: evidence from the European Social Survey. Social Indicators Research, 91, 345-370.

Snijders, T., & Boskers, R. (1999). Multilevel Analysis. London, England: Sage.

Sobotka, T. (2008). The rising importance of migrants for childbearing in Europe. Demographic Research, 19, 225-248.

Soroka, S., Banting, K., & Johnston, R. (2006). Immigration and redistribution in a global era. In S. Bowles, P. Bardham & M. Wallerstein (Eds.), Globalization and Egalitarian Redistribution (261-288). Princeton, NJ: Princeton University Press & Russell Sage Foundation.

Svallfors, S. (1997). Worlds of Welfare and Attitudes to Redistribution: A Comparison of Eight Western Nations. European Sociological Review, 13(3), 283-304.

Svallfors, S. (1999). Political trust and attitudes towards redistribution. European Societies, 1(2), 241-268.

Taylor-Gooby, P. (2005). Is the future American? Can left politics preserve European welfare states from erosion through growing ‘racial’ diversity?. Journal of Social Policy, 34, 661– 672.

Titmuss, R. (1968). Commitment to welfare. London, England: George Allen and Unwin Ltd.

van Oorschot, W. (2006). Making the Difference in Social Europe: Deservingness Perceptions among Citizens of European Welfare States. Journal of European Social Policy 16(1), 23-42.

van Oorschot, W. (2008). Solidarity towards immigrants in European welfare states. International Journal of Social Welfare, 17, 3-14.

van Oorschot, W., & Meuleman, B. (2012). Welfarism and the multidimensionality of welfare state legitimacy: Evidence from The Netherlands, 2006. International Journal of Social Welfare, 21, 79–93.

York, R. (2012). Residualization is not the answer: Rethinking how to address multicollinearity. Social Science Research, 41, 1379–1386.

Wilensky, H. L. (1975). The welfare state and equality. Structural and ideological roots of public expenditures. Berkeley and Los Angeles: University of California Press.

 

Download scriptie (1.22 MB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2015