Bruggen bouwen. Kan herstelrecht een meerwaarde betekenen bij intra familiaal geweld?

Sandra
Legrand

Bruggen bouwen. Kan herstelrecht een meerwaarde betekenen bij intra familiaal geweld?  

Inleiding 
Wat maakt dat een jongeman op een dag de pedalen verliest en hij in een vlaag van woede zijn moeder een kniestoot geeft? Wat kunnen de mogelijke gevolgen zijn van diens daden wanneer zijn moeder een klacht neerlegt tegen haar zoon? Maar vooral, hoe moet het verder met een gezin wanneer zij in hun diepste zijn, zijn geraakt? Kan de zoon, zijn daden goedmaken en het vertrouwen herstellen? 


Herstelrecht. Herstelbemiddeling 
Het antwoord op deze vragen is een volmondig JA! In mijn thesis heb ik getracht aan te tonen dat jongeren niet heel hun toekomst hoeven te hypothekeren omdat zij op één impulsief moment niet hebben nagedacht over hun daden. Daarmee wil ik niet gezegd hebben dat we alles met de mantel der liefde moeten bedekken. Wél wilde ik duidelijk maken dat we geweld niet met geweld kunnen of mogen bekampen. Jongeren die geweld hebben gebruikt, leren volgens mij niets uit hun daden wanneer we hen gaan opsluiten om dan in een gesloten jeugdinrichting gewoon hun tijd uit te zitten. In mijn zoektocht naar antwoorden hoe we een gezin in nood kunnen helpen, zonder het gezin nog meer schade te berokkenen, kwam ik terecht bij herstelrecht en het daarvan afgeleide herstelbemiddeling.  
Herstelrecht en herstelbemiddeling kunnen, volgens mij, daarop de mogelijke antwoorden op al deze vragen zijn. Deze beide afhandelingsvormen van omgaan met de gevolgen van geweld en criminele feiten worden sinds vijfentwintig jaar in ons land gebruikt om jongeren bij te staan nadat zij een MOF, een “als misdrijf omschreven feit”  hebben gepleegd.   
Herstelrecht is een nieuwe manier van kijken naar geweld, van kijken naar criminele feiten. Het wordt ook wel begrepen als een manier van ‘omgekeerde vergelding’: na een misdrijf wordt de rekening niet voldaan door de pleger een gedoseerde hoeveelheid schade (straf ) te geven, maar door de dader ervan net te verplichten het teweeggebrachte leed te gaan herstellen. Men kan herstelrecht bekijken als een nieuwe manier om met jongeren tot communicatie over te gaan tussen hen, het slachtoffer dat zij hebben gemaakt en de betrokken ouders. Het basisprincipe van herstelrecht is een, zowel eenvoudig als een maatschappelijk verantwoord antwoord op geweldplegingen. Het doel ervan is dat een jonge pleger, alvorens hij bij een rechter wordt voorgeleid, hij (of zij) de kans krijgt om met hun slachtoffer(s) te praten met het oog op herstelbemiddeling.  
Een direct gevolg van het herstelrecht is herstelbemiddeling. Hiermee wordt het ingrijpen tot het “bekomen van een verzoening” bedoeld. Herstelbemiddeling kan helpen om de dader het nodige inzicht te verwerven bij zijn daden, de gevolgen ervan maar ook in het herstel ervan. Pas wanneer een jongere durft stilstaan bij wàt hij heeft veroorzaakt, kan hij een inzicht verkrijgen dat hem doet beseffen dat, wat is gebeurd, nooit meer mag gebeuren. 
Belangrijk bij zowel herstelrecht als herstelbemiddeling is dat het allebei geheel vrijwillig wordt aangeboden en dit aan àlle betrokken partijen. Iedereen is even belangrijk in zo’n groepsgesprek. Het wordt geleid door een objectieve bemiddelaar die onafhankelijk voor justitie werkt en hij is er voor zowel de beklaagde als de getroffene.  Herstelbemiddeling gebeurt dan ook altijd in het bijzijn van zo een onderhandelaar en deze informeert naar de gedachten en inzichten van alle partijen die zijn betrokken in het conflict en doet dan een suggestie voor een mogelijke overeenkomst.  


Slot 
In mijn thesis  heb ik getracht uit te leggen wat herstelrecht is en ga ik op zoek naar de antwoorden op wat herstelbemiddeling kan betekenen wanneer een jongere de dader is van criminele feiten. Ik bekijk dit aan de hand van een casus waarin een zoon een pleger is van intra familiaal geweld naar zijn moeder toe. Ik leg de vinger op een taboe als intra familiaal geweld gepleegd door een jongere naar zijn moeder en ga na wat de oorzaken kunnen zijn maar ook wat de gevolgen zijn voor elk lid van het getroffen gezin. Ik ga op zoek naar welke hulp hierin kan geboden worden in vooral buitenlandse programma’s. Ik ga na wat de psychologische gevolgen van het geweld in huis kunnen zijn voor de leden van het gezin op korte, maar ook op lange termijn. Daarna zal ik enkele omgevingsstrategieën bespreken en veranderingsdoelen formuleren. Om dan tenslotte in een algemeen besluit te kunnen bevestigen dat herstelrecht volgens mij echt bruggen bouwt. 
Leonard Cohen zong ooit “There’s a crack in everything. Thats  where the light get’s  in.”  
Ik ben ervan overtuigd dat herstelrecht dit kan zijn voor jonge daders. Zij zijn immers onze toekomst. Zij moeten, als ongeleid projectiel, leren hoe zij onze maatschappij later kunnen helpen dragen. Als maatschappij mogen en kunnen wij crimineel gedrag niet tolereren. We kunnen het echter ook niet alleen bestraffen. We moeten het aanpakken. De bron proberen zoeken van waar het geweld komt. De context exploreren en proberen begrijpen. Maar bovenal moeten we proberen om jonge daders hun kijk op het gewelddadige gedrag en het veroorzaakte leed te veranderen. Alleen op die manier kunnen we de toekomst van onze maatschappij garanderen. Dit is een taak waar we als samenleving samen moeten aan werken. Herstelrecht en herstelbemiddeling kan daar, waar het even is misgegaan, het licht zijn dat zij nodig hebben om uit een donkere periode te worden geloodst. Ik geloof niet in de heilzame werking van enkel straffen. Maar wel in herstelrecht.  
Sandra Legrand

Bibliografie

Bibliografie

Adriaens,  H. (2010). Continuïteit of discontinuïteit? Een intergenerationeel belevingsonderzoek bij    “multi-probleem” gezinnen, vanuit het contextuele gedachtegoed van Ivan Boszormenyi-Nagy. Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen. Gent.

Aertsen, I., Pemberton, A., & Vanfraechem, I. (2012). Slachtofferzorg en herstelrecht. De vraag naar het bondgenootschap. Tijdschrift voor Herstelrecht, 11(4), 6-8.

Akse J., Hale W., Meeus W. & Van Der Valk I. (2003). Een onderzoek naar het verband tussen ouderlijke afwijzing, depressie en agressie in de adolescentie.

Alba jaarverslag. (2010). Schaarbeek.

APAV, (2008). Victims & Mediation project. Associação Portuguesa de Apoio à Vítima.

Asmus F., &  Blankstein H. (2004). Intieme oorlog, over geweld en gezinnen. Maandblad Geestelijke volksgezondheid, vol. 59, issue 10.

Bartelink, C. (2013). Wat werkt bij hechtingsproblemen? Nederlands Jeugdinstituut.

Bandura, A. (1971).  Social Learning Theory.

Bobic N. (2002). Adolescent violence towards parents : Myths and realities. Rosemount Youth & Family Services Marrickville, NSW.

Boels M. (z.d.). Van onvrijheid naar vrijheid binnen relaties.  Leren over Leven. 

Bowlby, J. (1952). Maternal care and mental health. World Health Organization. Geneva.

Bretherton, I. (1992). The Origins of Attachment Theory: John Bowlby and Mary Ainsworth.

Breugem, H.,  De Tempe J.  Omer H., & Rodenburg L. (2010). Ik laat je niet los. Een gestructureerde methodiek voor ‘nieuwe autoriteit’. Systeemtherapie. Jaargang 22, nr. 3.

Broerse, A., Doornink, N., Goes, A., Pannebakker, F., Schakenraad, W, Van der Zwan, R. & Vink, R. (2014). Huiselijk geweld door kinderen en jongeren tegen hun ouders. [rapport]. Utrecht/Leiden: Movisie/TNO.

Bulckens, R., Mortelmans, D., Casman, M. T., & Simaÿs, C. (2007).  Families in beweging. Tournesol Conseils SA/ Luc Pire Uitgeverij.

Claes, E., & Van Daele E., (2012). Herstelbemiddeling: De burger als vrijwillige bemiddelaar.

Crichton-Hill, Y., Evans N. & Meadows L. (2006). Adolescent violence towards parents. Te Awatea Review. 

Coogan, D. (2013). Engaging & Supporting Embattled Systems – Challenges for ractitioners & Parents in Responding to Child to Parent Violence. UNESCO / Child and Family Research Centre Conference. 

Deben-Mager, M. (2005). Gehechtheid en mentaliseren.  Psychoanalytische Perspectieven. 

De Bie, A. (2012). De rechtspositie van het slachtoffer van een minderjarige dader. Universiteit. Gent.

Delfos, M.F. (2004). Communiceren met pubers. Symposium in de abdij van Postel.

De Wolff, M.  (2002). John Bowlby, het belang van gehechtheid. De wereld van het jonge kind. Nederlands tijdschrift voor opvoeding.

Dijkstra, S. (2001). Kinderen (v/m) die getuige zijn van geweld tussen hun ouders. Een basisverkenning van korte en lange termijn effecten. Bilthoven.

Driesen, L. (2007). Minder straffen, hoe? Caleidoscoop n°2, jaargang 19.

Eurelings-Bontekoe, E.H.M., Verheul, R., &  Snellen, W.M. (2007). Handboek persoonlijkheidspathologie. Bohn Stafleu van Loghum Houten. 

Ferwerda, H., Van Leiden I. (2012). De schade hersteld?: Een onderzoek naar herstelbemiddeling bij jeugdige delinquenten in Vlaanderen [onderzoeksrapport]. Arnhem NL: Bureau Beke.

Gavrielides, T. (2007). Restorative Justice Theory and Practice: Addressing the Discrepancy [onderzoeksrapport]. Helsinki: Finland.

Gohar, A., Zehr, H. (2003). The little book of Restorative Justice. Uni-Graphics.

Goossens F.,  Speetjens P., & Van der Linden D. (2009). Kennis over opvoeden. Trimbos-instituut, Utrecht.

Hanley, C., Nancarrow, H., & Viljoen, R. (2012). Domestic and family violence: Awareness, attitudes and experiences Preliminary findings. Central Queensland University, Australia.

Hillewaere, B. (2008). Verbinden om goed te kunnen loslaten. Systeemtherapie voor gezinnen met adolescenten.

Hissel, S.,  Homberg, G. & Jansen, M. (2008). Plan en procesevaluatie herstelgerichte detentie. Pi Nieuwegein. 

Hoek, M. (2007). Opvoednetwerken versterken het leerproces van ouders. Een alternatief beleidsverhaal over ouders steunen. Tijdschrift voor genderstudies. 

Holt, A. (2013). Adolescent to parent abuse. Current understandings in research policy and practice. The Policy Press. 

Lemonne, A., Van Camp, T., Vanfraechtem,  I. & Vanneste, C. (2007). Recherche relative à l’évaluation des dispositifs mis en place à l’égard des victimes d’infraction [Rapport final]. Institut National de Criminalistique et de Criminologie. 

Lünnemann, K., Steketee, M., & Tierolf, B. (2014). Doorbreken geweldspatroon vraagt gespecialiseerde hulp. [rapport]. Utrecht: Verwey-Jonker Instituut.

Jakob, P. (2011). Re-connecting Parents and Young People with Serious Behaviour Problems. Child-Focused Practice and Reconciliation Work in Non Violent Resistance Therapy. East Sussex.  Partnership NHS Trust and PartnershipProjects.

Janssen, J., & Sanberg R. (2011). Het woord bij de daad voegen: (On)mogelijkheden voor bemiddeling bij de aanpak van (dreigend) eer gerelateerd geweld door de politie. [rapport]. Politie Haaglanden: Landelijk Expertise Centrum Eer Gerelateerd Geweld.

Kaye, K., (2010). Trust in the Family Enterprise

Kinet, M. (2010). Parentificatie in wisselende gedaante. Als het kind te snel ouder wordt. Antwerpen/Apeldoorn, Garant.

Lünnemann L., Overgaag A., (2003). De pleger het huis uit. Knelpunten bij crisisinterventie en juridische mogelijkheden tot uithuisplaatsing van plegers van geweld binnenshuis. [rapport]. Utrecht: Verwey-Jonker Instituut.

McKenna, M., O’Connor R., & Verco J.(2010). Exposing the dark side of parenting: A report of parents’ experiences of child and adolescent family violence. 

Murphy-Edward, L. J. (2012). Not just another hole in the wall; An investigation into child and youth perpetrated domestic property violence. University of Canterbury.  

Muys, M. (2012). Jonge daders en slachtoffers van geweld in Vlaanderen. [Rapport]. Vlaams Vredesinstituut. 

Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie. (2008). Richtlijn Familiaal Huiselijk Geweld bij kinderen en volwassenen. Utrecht: Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO Trimbos-instituut. 

Nicolai, N. (2001). Hechting en psychopathologie: een literatuuroverzicht. Tijdschrift voor psychiatrie. 

Pusztay, A. (2009). Dat bepaal ik zelf wel, of niet? Onderzoek naar de invloed van ouders, vrienden en eigen normatief gedrag op alcoholgebruik en antisociaal gedrag van jongeren.  Rijksuniversteit. Groningen.

Schaafsma, K., Van Heerwaarden, Y. (2005). Je ziet het pas als je het gelooft: Preventie en bestrijding van ouderenmishandeling. DSP-Groep. Onderzoek. Advies. Management.

Schaubroeck, K. (2010). Een verpletterend gevoel van verantwoordelijkheid. Uitgeverij: De Geus. 

Slump, G.J. & Van Hoek A. (2013). Restorative Justice in Europe, Slachtoffers, herstelrecht en bespreking van Nederlandse en Vlaamse literatuur, herstelgerichte (jeugd)detentie. Stichting Restorative Justice Nederland.

Teunkens, M., Pali, B. & Zinsstag E. (2011). Conferencing: A way forward for restorative justice in Europe.

Van Alphen, M. (2008). De Rol van Schaamte bij Herstelgericht Werken.

Van Alphen, M. (2013). More than punishment Restorative Justice: A socially responsible approach to repairing the damage incurred by crime. Maribor, Slovenia. 

Vanfraechem, I. (2002). Implementing Conferencing in a Legalistic Country. K.U. Leuven, Belgium. 

Van Crombrugge, H. (2006). Denken over opvoeden: Inleiding in de pedagogiek. Uitgeverij: Garant. 

Van Crombrugge, H. (2009). Ouders in soorten. Uitgeverij: Garant.

Van Den Brink, G. (2001). Geweld als uitdaging: De betekenis van agressief gedrag bij jongeren [onderzoeksrapport]. Utrecht: Nederlands Instituut voor Zorg en Welzijn / NIZW.

Van den Bruel, B.,  (2004).  Aandacht voor het psychosociaal welzijn van kinderen en gezinnen binnen Kind en Gezin Wetenschappelijke legitimering. Bijlage bij het statement van het strategisch comité van Kind en Gezin. 

Van der Deen, K. (2011). Loyaliteit in de jeugdhulpverlening. Tijdschrift van Lentis - GGZ Friesland - GGZ Drenthe. 

Van Oenen, G. (2005). Bestraffen of bijleggen? Eerherstel voor het herstelrecht. Amsterdam, Boom Juridische Uitgevers.

Van Ness,  D.W. (2005). An overview of restorative justice around the world. Bangkok, Thailand.

Verdult, R. (2004).  De competente foetus en baby: Op weg naar hechting. Tijdschrift voor vroedvrouwen.

Verdrag inzake de Rechten van het Kind Aangenomen door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties op 20 november 1989 Officiële Nederlandse vertaling Officiële tekst.

Willems, J. (2007). Kinderrechten en de weg naar voorbereid ouderschap: De opvoedbelofte op de (wereld)kaart? Gedeelde pedagogische verantwoordelijkheid? Brussel: Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen

Walgrave, L. (2012).  Jeugddelinquentie gemeten en geteld. Jeugddelinquentie in perspectief: Met een koel hoofd naar een geïntegreerde aanpak. Mechelen: Hans Suijkerbuijk. 

Internetbronnen

http://www.alba.be

 http://www.restorativejustice.org

 http://victimsupporteurope.eu/members/apav

 

 

Download scriptie (1.21 MB)
Universiteit of Hogeschool
Andere
Thesis jaar
2015