De 'cyclus van seksueel misbruik' bij geïnterneerden met een verstandelijke beperking: een dossier-analyse binnen werking 'Ontgrendeld' - Centrum OBRA vzw.

Annelien Genbrugge
Persbericht

De 'cyclus van seksueel misbruik' bij geïnterneerden met een verstandelijke beperking: een dossier-analyse binnen werking 'Ontgrendeld' - Centrum OBRA vzw.

 

Personen met een beperking: wat maakt een slachtoffer ook dader van seksueel misbruik?

 

 

“Ik besef nu dat het niet mijn fout is dat ik als kind misbruikt werd. En dat het dus ook niet de fout is van mijn slachtoffer dat ik haar misbruikt heb.”

- participant uit het onderzoek van Ricci en Clayton (2008).

Seksualiteit is vandaag de dag een aantrekkelijk en veelbesproken thema. De taboesfeer errond is reeds verlaten, maar het betrekken op personen met een verstandelijke beperking is een onderwerp dat nog vaak ontkent of genegeerd wordt. Omdat seksualiteit bij mensen met een beperking vaak gekoppeld is aan afhankelijkheid en kwetsbaarheid, betreft het immers een gevoelig thema. Echter, zij vormen daardoor net een gemakkelijk slachtoffer voor seksueel misbruik. Wanneer je dan hun verstandelijke beperking en ongelukkige ervaringen in acht neemt, is de rekening voor hun toekomst gemakkelijk gemaakt.

 

De ‘cyclus van seksueel misbruik’

 

Veel personen met een verstandelijke beperking die zedenfeiten pleegden (geïnterneerden) zijn een groot deel van hun leven onderworpen aan stigmatisering en er is voor hen onvoldoende informatie over belangrijke thema’s, als seksualiteit en relaties. Dergelijke vooroordelen zijn in strijd met het feit dat mensen met een verstandelijke beperking, meer dan anderen in onze samenleving, een grotere kans hebben om slachtoffer te zijn in plaats van dader van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Daarom dient elke dader behandeld te worden met respect en met het oog op het maximaliseren van zijn mogelijkheden. In de meeste gevallen is het verminderen van hun risico op overtreding het belangrijkste onderdeel in de verwezenlijking van deze doelstellingen. En dit is volledig in overeenstemming met de eisen van de veiligheid binnen onze samenleving. Echter, in Vlaanderen zorgt de opsluiting van deze geïnterneerden in een onaangepaste beveiligende setting (vaak de gevangenis) ervoor dat een efficiënte behandeling tekort schiet.

 

Een verklaring?

 

De opvatting dat er in het geval van seksueel misbruik een cyclus bestaat, waarbij sommige slachtoffers daders van seksueel grensoverschrijdend gedrag dreigen te worden, is wijd verspreid. Deze hypothese biedt echter geen alleenstaande verklaring. Er zijn verschillende factoren die, als gevolg van het eigen trauma, een belangrijke invloed kunnen hebben op dit proces. Het is belangrijk deze bepalende factoren te kunnen begrijpen en onderscheppen, opdat personen met een verstandelijke beperking en onze maatschappij hier in de toekomst tegen beschermd kunnen worden. Het is belangrijk om op die manier de personen in kwestie gepast te kunnen begeleiden, om de cyclus te kunnen doorbreken.

Bij één persoon kan het immers over verschillende delicten in dezelfde sfeer gaan. Vroegere feiten worden vaak niet als ernstig beschouwd of worden toegeschreven aan hun verstandelijke beperking. Daardoor worden ze soms niet vervolgd, waardoor men geen bestraffing en vaak ook geen begeleiding krijgt. Wanneer de opvolging van feiten echter escaleert, ontwikkelt zich een ingebakken patroon van misvormde gedachten en dit is vaak eigen aan plegers van zedenfeiten.

 

De meerderheid van de seksuele feiten moeten vanuit de verstandelijke beperking gezien worden. Een aantal kenmerken van een verstandelijke beperking wordt vaak genoemd als belangrijke determinanten van delinquent gedrag, zoals: gebrek aan seksuele kennis en ervaring, beperkte sociale vaardigheden en een slechte impulscontrole. Slechts in een aantal gevallen zou er sprake zijn van een afwijkende seksuele voorkeur, waaronder pedofilie. Ook vanuit een sociale isolatie, en een gebrek aan sociale vaardigheden, zullen ze daarom sneller het contact van kwetsbare en jongere kinderen opzoeken, omdat ze zich daarbij het meest comfortabel voelen. Ze zijn zich weinig bewust van sociale taboes en van wat aanvaardbaar seksueel gedrag inhoudt. Tegenover zedenplegers zonder een verstandelijke beperking, zijn een verkeerde informatieverwerking en disfunctionele omgevingsfactoren meer aanwezig bij zedenplegers die wel een verstandelijke beperking hebben.

De meeste theorieën geven aan dat negatieve ontwikkelingsprocessen belangrijke voorlopers zijn in het voorkomen van seksueel gewelddadig gedrag. Zo zijn beperkte ervaringen met socialisatie door, bijvoorbeeld, gewelddadig ouderschap, verantwoordelijk voor de ontwikkeling van sterke gevoelens van bitterheid en vijandigheid. Dit zijn essentiële elementen voor seksueel beledigend gedrag. Ook is bevestigd dat een disfunctionele intimiteit en hechting (aan ouderfiguren in het verleden) een voorspellende factor is voor zedendelicten. Deze bevindingen tonen aan dat er een link is tussen slachtofferschap en daderschap van seksueel misbruik.

De verstandelijke en sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen wordt bedreigd bij mishandeling. Niet alle kinderen bezitten voldoende veerkracht om die negatieve gebeurtenissen te verwerken en dit verloopt nog moeizamer bij kinderen met een verstandelijke beperking. Daarenboven ontwikkelen ze, ten gevolge van de mishandeling, een verhoogde kwetsbaarheid en belanden ze in een negatieve spiraal.

 

 

Een verklaring in de goeie richting.

 

Aan de hand van mijn onderzoek werd beoogd om via een dossier-analyse de beïnvloeding van specifieke factoren, als gevolg van eigen seksueel slachtofferschap, op de ontwikkeling van dadergedrag bij personen met een verstandelijke beperking, na te gaan. In welke mate kan de ‘cyclus van seksueel misbruik’ bevestigd worden voor de populatie van geïnterneerden in Vlaanderen? En welke factoren liggen mogelijks aan de grondslag van deze cyclus? Het onderzoek leidde tot enkele verrassende en interessante resultaten.

 

Geïnterneerden met een verstandelijke beperking die slachtoffer zijn van seksueel misbruik bleken inderdaad een grotere kans te hebben om later pleger te worden van zedenfeiten. In dat opzicht kan de cyclus onderschreven worden. Het is daarbij opvallend dat slechts bij 7,1% van de participanten hulpverlening in het verleden zich gefocust bleek te hebben op de erkenning en/of behandeling van deze misbruikervaringen.

De verstoring van seksuele opvattingen wordt in het profiel van zedenplegers vaak toegeschreven aan hun verstandelijke en sociale beperking. Uit dit onderzoek blijkt echter ook dat er een belangrijk verband is met het hebben van een seksueel misbruik verleden. Het zou een samenspel kunnen zijn van foutieve en normloze rolpatronen, negatieve levenservaringen en een mentale beperking die ervoor zorgen dat zij zich ontwikkelen tot plegers van zedenfeiten. Er zijn ook studies die aantonen dat seksueel misbruik op zeer jonge leeftijd kan leiden tot neuropsychologische en/of biologische schade aan de hersenen, wat op hun beurt kan leiden tot een verstoring van de seksuele opvattingen en dus de kans op seksueel overschrijdend gedrag.

Verder zou de frequente of continue afzondering van personen met een verstandelijke beperking tijdens de levensloop de kans vergroten op het verworden tot een zedenpleger. Om aan dit risico van sociale isolatie tegemoet te komen, is het een voor de hand liggende oplossing om institutionele controle en gezag te installeren. Deze vrijheid inperkende oplossing heeft echter mogelijks het omgekeerde effect, waardoor zedenplegers bij hun terugkeer in de maatschappij door de veroordelende gemeenschap vaak gedwongen worden om onder te duiken of te verhuizen. Op die manier wordt er een nieuwe vorm van sociale isolatie geïnstalleerd waardoor het risico op nieuwe slachtoffers net vergroot i.p.v. verkleind wordt. Het zou dus interessant kunnen zijn om een ondersteunende omgeving te installeren, eerder dan een beperkende.

Waar er tot slot vroeger vooral teruggegrepen werd naar de verklaring van misopvattingen vanuit de verstandelijke beperking, wordt dit in de literatuur en in dit onderzoek genuanceerd door het feit dat parafilie (d.i. een verstoorde seksuele voorkeur zoals pedofilie) wel degelijk een bijdrage levert in de ‘cyclus van seksueel misbruik’. Er kan daarbij voornamelijk een onderscheid gemaakt worden tussen een groep van zedenplegers die feiten plegen vanuit een zekere naïviteit, vertraagde emotionele en sociale ontwikkeling, en zedenplegers waarbij er een vermoeden is van pedofilie. In de behandeling en begeleiding van zedenplegers mogen beide groepen dus niet uitgesloten worden om gepast op de problematiek in te spelen.

 

 

Tot slot

 

Nu de “cyclus van seksueel misbruik” ook voor de populatie van geïnterneerden met een verstandelijke beperking wetenschappelijk ondersteund wordt, dient dit zeker verdere aandacht en uitwerking te krijgen binnen behandelingsprogramma’s van zedenplegers. Het grensoverschrijdend gedrag dat gesteld wordt, is sterk verbonden met een verhaal van grensoverschrijdend gedrag waar men zelf het slachtoffer van geworden is. De kwetsuren uit het verleden liggen nog aan de oppervlakte en er is nood aan erkenning, iets wat ze in het verleden weinig of nooit gekend hebben, zo blijkt. De gepleegde zedenfeiten wegen zwaar door en we willen onze maatschappij hiervoor beschermen. Maar we mogen de persoon waarmee we werken niet verengen tot diens problematiek. Het blijft voor de hulpverlening een uitdaging om te zoeken naar een evenwichtige begeleiding, waarbij de bescherming van de maatschappij hand in hand gaat met de begeleiding van de persoon. Hoe kan je immers van iemand verwachten om inzicht te krijgen in de pijnlijke gevolgen voor het slachtoffer, wanneer men dit voor zichzelf steeds verdrukt heeft en ze nooit de kans kregen hun verhaal en verdriet te delen?

Bibliografie

AAIDD (2014). Defenition of intellectal disability. Geraadpleegd op http://aaidd.org/intellectual-disability/definition#.U4iVVcbDP_F.

Abracen, J., Looman, J., & Anderson, D. (2000). Alcohol and drug abuse in sexual and nonsexual violent offenders. Sexual Abuse: A Journal of Research and Treatment, 12(4), 263-274.

Alexander, M. A. (1999). Sexual offender treatment efficacy revisted. Sexual Abuse: a Journal of Research and Treatment, 11(2), 101-116.

Ashman, L., & Duggan, L. (2007). Intervention for learning disabled sex offenders (review). The Cochrane Library, 3, 1-15.

Balogh, R., Bretherton, K., Whibley, S., Berney, T., Graham, S., Richold, P., Worsley, C., & Firth, H. (2001). Sexual abuse in children and adolescents with intellectual disability. Journal of Intellectual Disability Research, 45, 194–201.

Barron, P., Hassiotis, A., & Banes, J. (2002). Offenders with intellectual disability: the size of the problem and therapeutic outcomes. Journal of Intellectual Disability Research, 46(6), 454-463.

Becker, J., Harris, C., & Sales, B. (1993). Juveniles who commit sexual offenses: A critical review of the research. In G. C. N. Hall, R. Hirschman, J. Graham, & M. Zaragoza (Eds.), Sexual aggression: Issues in etiology and assessment, treatment, and policy (pp. 83–92). Washington, DC: Taylor and Francis.

Benedict, L. and Zautra, A. (1993). Family environmental characteristics as risk factors for childhood sexual abuse. Journal of Clinical Child Psychology, 22(3), 365-374.

Bengis, S., D.S. Prescott & J. Tabachnick (2012). Gaining a better understanding of sexual victimization as a risk factor for future abusive behaviors, Neari News, 5(12), online newsletter.

Blanchard, R., Watson, M., Choy, A., Dickey, R., Klassen, P., & Kuban, N. (2001). Paedophiles: Mental retardation, maternal age and sexual orientation. Archives of Sexual Behavior, 28, 112-127.

Boetzelare, E., Hendriks, J.,Beleveld, C. (2012). Verschillen tussen zwakbegaafde en normaal begaafde jeugdige zedendelinquenten. Tijdschrift voor Seksuologie, 36(1), 30-36.

Briere, J., & Runtz, M. (1990). Differential adult symptomatologies associated with three types of child abuse histories. Child Abuse & Neglect, 14, 357–364.

Brook, S. J., Whiteman, M. M., & Finch, S. (1992). Childhood agression, adolescent delinquence, and drug use: A longitudinal study. The Journal of Genetic Psychology: Research and Theory on Human Development, 153(4), 369-383.

Brown, H., & Stein, J. (1997). Sexual abuse perpetrated by men with intellectual disabilities: a comparative study. Journal of Intellectual Disability Research, 41, 215-224.

Bryer, J.B., Nelson, B.A., Miller, J.B., Krol, P.A. (1995). Childhood sexual and physical abuse as factors in adult psychiatric illness. Psychiatry, 144(11), 102-106.

Casselman, J. (1997). “Internering, huidige situatie” in J. Casselman, P. Cosyns, J. Goethals, M. Vandenbroucke, D. De Doncker en D. Dillen(eds.) Internering, Antwerpen, Garant, 44.

Centrum OBRA vzw (2010). Werking Ontgrendeld: Een werking voor geïnterneerden met een beperking in de gevangenis van Gent. [Infobrochure].

Chu, James A., Ed.; Bowman, Elizabeth S., Ed. (2002). Trauma and sexuality: The effects of childhood sexual, physical, and emotional abuse on sexual identity and behavior. Journal of Trauma and Dissociation, 3(4), 121-135.

Cohen, J.A., Deblinger, E., Mannarino, A.P., Steer, R.A. (2004). Multisite, randomized controlled trial for children with sexual abuse–related ptsd symptoms. Journal of the American Academy of Child & Adolescent Psychiatry, 43(4), 393-402.

Coleman, E., & Haaven, T. (1998). Adult intellectually disabled sex offenders: Program considerations. In W. L. Marshall (Ed.), Source book of treatment programs for sex offenders. New York: Plenum.

Crewe, B. (2007). The Sociology of Imprisonment. In Y. Jewkes (Ed.) Handbook on prisons (pp. 123-153). Devon: Willan Publishing.

Cunningham, S. (2003). The joint contribution of experiencing and witnessing violence during childhood on child abuse in the parent role. Violence and Victims, 18, 619–639.

Dagnan, D., & Sandhu, S. (1999). Social comparison, self-esteem and depression in people with intellectual disability. Journal of Intellectual Disability Research, 43, 372–379.

Day, K. (1988). A hospital based treatment programme for male mentally handicapped offenders. British Journal of Psychiatry, 153, 635-44.

Day, K. (1994). Male mentally handicapped sex offenders. British Journal of Psychiatry, 165, 630–639.

De Belie, E. (2000). Een kwetsbare ontwikkeling, veerkracht en het risico op seksueel misbruik. In E. De Belie, C. Ivens, J. Lesseliers, & G. Van Hove (Ed.), Seksueel misbruik van mensen met een verstandelijke handicap. Handboek preventie en hulpverlening (pp. 37-60). Leuven/Leus- den: Acco.

De Belie, E., & Van Hove, G. (2003). Kwetsbaarheid en veerkracht van mensen met een verstandelijke beperking. Reflecties met betrekking tot preventie van en hulpverlening bij seksueel misbruik. Tijdschrift voor orthopedagogiek, kinderpsychiatrie en klinische kinderpsychologie, 28, 2 – 17.

Dekker, M.C., & Koot; H.M. (2003). DSM-IV disorders in children with borderline to moderate intellectual disability. ii: Child and family predictors. Journal of the American Academy of Child & Adolescent Psychiatry, 42(8), 923-931.

DelBello, M.P., Soutullo, C.A., Zimmerman, M.E., Sax, K.W., Williams, J.R., McElroy, S.L., Strakowski, S.M. (1999). Traumatic brain injury in individuals convicted of sexual offenses with and without bipolar disorder. Psychiatric Research, 89(3), 281-286.

Dhawan S. & W.L. Marshall (1996). Sexual abuse histories of sexual offenders. Sexual abuse: A journal of research and treatment, 8(1), 7-15

Dhawan, S., & Marshall, W. L. (1996). Sexual abuse histories of sexual offenders. Sexual Abuse: A Journal of Research and Treatment, 8, 7–15.

Douma, J., Van Den Berg, P., & Hoekman, J. (2000). Mensen met een verstandelijke handicap als slachtoffer of dader van seksueel misbruik. Tijdschrift voor orthopedagogiek, 39, 173-183.

Douma, J., van den Bergh, P., & Hoekman, J. (1998). Verstandelijke handicap en seksueel misbruik. Rotterdam: Lemniscaat.

Elias, C., Swennenhuis, P., & Bouma, G. (2009). Diagnostiek bij kinderen en jongeren met een licht verstandelijke beperking die een trauma hebben ervaren: de practice based kennis van professionals. Onderzoek en Praktijk, 7(2), 5-13.

Elliot, R., Watson, J. C., Goldman, R. N., & Greenberg, L. S. (2004). Learning emotion-focused therapy: the process-experiential approach to change. Washington, D.C.: American Psychological Association.

Fago, D.P. (2003). Evaluation and treatment of neurodevelopmental deficits in sexually aggressive children and adolescents. Professional Psychology: Reasearch and Practice, 34(3), 248-257.

Farrington, D. P. (2009). Conduct disorder, agression and delinquency. Individual bases of adolescent development. John Wiley and Sons, Inc. doi: 10.1002/9780470479193.adlpsy001021

Fazel, S., Xenitidis, K., & Powell, J. (2008). The prevalence of intellectual disabilities among 12 000 prisonerd – A systematic review. International Journal of Law and Psychiatry, doi:10.1016/j.ijlp.2008.06.001

Fehrenbach, P. A., Smith, W., Monastersky, C., & Deisher, R. W. (1986). Adolescent sexual offenders: Offender and offense characteristics. American Journal of Orthopsychiatry, Vol 56(2), 225-233.

Felson, R.B., Silver, E., & Remster, B. (2012). Mental disorder and offending in prison. Criminal Justice and Behavior, 39, 125-143.

Finkelhor, D. (1984). Child sexual abuse: New theory and research. London, New York: Collier-McMillan.

Fonagy, P. (1999). Male prepetrators of violence against women: an attachment theory perspective. Journal of Applied Psychoanalytic Studies, 1, 7-27.

Fonagy, P., & Target, M. (1996). Personality and sexual development, psychopathology and offending. In C. Cordess & M. Cox (Ed.) Forensic psychotherapy. Crime, psychodynamics and the offender patient (pp. 117-152). London: Jessica Kingsly Publishers.

Ford, M., & Linney, J. (1995). Comparative analysis of juvenile sexual offenders, violent non-sexual offenders, and status offenders. Journal of Interpersonal Violence, 10, 56–70.

Gallager, B. (2000). The extent and nature of know cases of institutional child sexual abuse. British Journal of Social Work, 30(6), 795-817.

Goethals, J. (2003). Predictie en recidive. Panopticon, 26, 30-44.

 

Hildebrand, M., de Ruiter, C., & de Vogel, V. (2003). Recidive van verkrachters en aanranders na tbs. De relatie met psychopathie en seksuele deviatie. De Psycholoog, 114-124.

Hoekman, J., & van den Bergh, P. (2006). Verstandelijke beperking en seksualiteit. In Gijs, L., Gianotten, W., Vanwessenbeeck, I., & Weijenborg, P. (Ed.), Seksuologie (pp. 581-591). Antwerpen: Manteau.

Gilby, R., Woolf, L., & Goldberg, B. (1989). Mentally retarded adolescent seks offenders. Canadian Journal of psychiatry, 34, 542-548.

Glasser, M., & Kolvin, I. (2001). Cycle of child sexual abuse: links between being a victim and becoming a prepatrator. Britisch Journal of Psychiatry, 179, 484-494.

Goeders, N. E. (2003). The impact of stress on addiction. European Neuropsychopharmacology, 13, 435–441.

Goris, P., & Walgrave, L. (2001). Een theorie over systematische deliquentie door jongeren. In P. Goris & L. Walgrave (Ed.), Van kattekwaad en erger. Actuele thema’s uit de jeugdcriminalogie (pp. 45-59). Leuven: Garant.

Griffiths, D. M., & Fedoroff, P. (2014). Persons with intellectual disabilities and problematic sexual behaviors. Psychiatric Clinics, 37, 195-206.

Gunst, E. (2009). Van verstoring tot ontsporing. In J. Baeke, N. Verbeeck, D. Debbaut, B. Decavel, & E. Gunst (Ed.). Sporen naar verandering: Meersporenmodel in de behandeling van seksuele plegers (pp. 37-55). Antwerpen-Apeldoorn: Garant.

H. Heimans, T. Vander Beken & A.E. Schipaanboord (2015) Eindelijk een echte nieuwe en goede wet op de internering? Deel 1: De gerechtelijke fase. Rechtskundig Weekblad, 27, 1043-1064.

Haaven, J. L., & Coleman, E. M. (2000). Treatment of the developmentally disabled sex offender. In: R. L. Laws, S. M. Hudson & T. Wards (Ed.), Remaking relapse prevention with sew offenders (pp. 369-388). Thousand Oaks, Californië: Sage Publications Inc.

Hall, G. C. N. (1995) Sexual offender recidivism revisited: A meta-analysis of recent treatment studies. Journal of Consulting and Clinical Psychology, 63(5), 802-809. doi: 10.1037/0022-006X.63.5.802

Hamilton, C., Falshaw, L., & Browne, K. (2002). The link between recurrent maltreatment and offending behaviour. International Journal of Offender Therapy & Comparative Criminology, 46, 75– 94.

Hanson, R. K., Gordon, A., Harris, A. J. R., Marques, J. K., Murphy, W., Quinsey, V. L., & Seto, M. (2002). First report of the collaborative outcome data project on the effectiveness of psychological treatment for sex offenders. Sexual abuse: a Journal of Research and Treatment, 12(2), 123-138.

Hanson, R.K. and Morton-Bourgon, K. (2004) Predictors of Sexual Recidivism: An Updated Meta-Analysis. Ottawa, ON.: The Department of Public Safety and Emergency Preparedness Canada. [Gebruiksrapport].

Hayes, S. (2004). Adaptive behaviour and background characteristics of sex offenders with intellectual disabilities. Paper present at: International Association for the Scientific Study of Intellectual Disability Conference, Dublin.

Hayes, S. (2009). The relationship between childhood abuse, psychological symptoms and subsequent sex offending. Journal of Applied Research in Intellectual Disabilities, 22(1), 96-101.

Haywood, T.W., Kravits, H.M, & Wasyliw O.E. (1996). Cycle of abuse and psychopathology in cleric and noncleric molesters of children and adolescents. Child Abuse and Neglect, 20(12), 1233-1243.-1243

Hoitzing, B., van Lankveld, J., Kok, G., & Curfs, L. (2010). Behandelprogramma’s voor plegers van seksueel grensoverschrijdend gedrag met een lichte verstandelijke beperking in Nederland. Tijdschrift voor Seksuologie, 34, 19-32.

Holland, T., Clare, I. C. H., & Mukhopadhyay, T. (2002). Prevalence of ‘criminal offending’ by men and women with intellectual disability and the characteristics of ‘offenders’: implications for research and service development. Journal of intellectual Disability Research, 46, 6-20.

Howells, K., & Hollin, C. (1993). Clinical approches to the mentally disordered offender. Chichester: Wiley.

Hummel, P., Thoé V., Oldenbué, H.A., & Specht, F. (2000). Male adolescent sex offenders against children: similarities and differences between those offenders with and those without a history of sexual abuse. Journal of Adolescence, 
doi:10.1006/jado.2000.0316

Hunter, J.A., Figueredo, A.J., Malamuth, N.M., & Becker J.V. (2004). Developmental pathways in youth sexual agression and delinquency: Risk factors and mediators. Journal of Family Violence, 19(4), 233-242.

Janssen, I., Krabbendam, L., Bak, M., Hanssen, M., Vollebergh, W., de Graaf, R., van Os, J. (2004). Childhood abuse as a risk factor for psychotic experiences. Acta Psychiatr Scand, 109, 38–45.

Jespersen, A.F., M.L. Lalumière & M.C. Seto (2009). Sexual abuse history among adult sex offenders and non-sex offender: A meta-analysis. Child Abuse and Neglect, 33, 179-192

Junger Tas, J. (1999). Predictie van criminaliteit en preventief ingrijpen. In J. R. M. Gerris (Ed.), Verantwoordelijk jeugdbeleid (pp. 4-21). Vlaanderen: De Bond van Grote en Jonge Gezinnen.

Kline, R.B. (2009). Becoming a Behavioral Science Reasearcher: A guide to producing research that matters. New York: Guilfor Press.

Lakey, J. (1994). The profile and treatment of male adolescent seks offenders. Adolescence, 29, 775-761.

Lambrick, F., & Glaser, W. (2004). Sex offenders with an intellectual disability. SexualAbuse: A Journal of Research and Treatment, 16, 381-392.

Langstrom, N., Sjöstedt, G., & Grann, M. (2004). Psychiatric Disorders and Recidivism in Sexual Offenders. Sexual Abuse: A Journal of Research and Treatment, 16(2), 139-150.

Le Grand, A., Lutjenhuis, B., & Solodova, A. (2003). Behandeling van zwakbegaafde en licht verstandelijk gehandicapte pledgers van seksueel misbruik. Tijdschrift voor Directieve Therapie, 82-102.

Lee, J.K.P., Jacksonb, H.J.,Pattisonb, P., & Wardc T. (2002). Developmental risk factors for sexual offending. Child Abuse & Neglect, 26, 73–92.

Leuw, E., Bijl., R., & Daalder, A. (2004). Pedoseksuele delinquentie: onderzoek naar prevalentie, toedracht en strafrechterlijke interventies. In X. (Ed.) Reeks onderzoek en beleid (pp. 75-84). Den Haag: Boom.

Lindsay, W. R., Law, J., Quinn, K., Smart, N., & Smith, A. (2001). A comparison of physical and sexual abuse: histories of sexual and non-sexual offenders with intellectual disability. Child Abuse and Neglect, 25, 989–995.

Lindsay, W., Smith, A., & Law, J. (2004). Sexual and nonsexual offenders with intellectual and learning disabilities. Journal of interpersonal violence, 19(8), 875-890.

Löfgren-Mårtenson, L. (2004). “May I?” About sexuality and love in the new generation with intellectual disabilities. Sexuality and Disability, 22, 197-206.

Lösel, F., & Schmucker, M. (2005). The effectiveness of treatment for sexual offenders: a comprehensive meta-analysis. Journal of Experimental Criminology, 1, 117-146.

Lunsky, Y. (2003). Depressive symptoms in intellectual disability: does gender play a role? Journal of Intellectual Disability Research, 47, 417–427.

Marshall, W. L., & Barbaree, H. E. (1990). An integrated theory of the etiology of sexual offending. In W. L. Marshall, D. R. Laws, & H. E. Barbaree (Eds.), Handbook of sexual assault: issues, theories, and treatment of offenders (pp. 257–275). New York: Plenum.

Marshall, W.L., Serran, G.A., & Cortoni, F.A. (2000). Childhood attachments, sexual abuse, and their relationship to adult coping in child molesters. Sexual Abuse: A Journal of Research and Treatment, 12(1), 17-26.

McCarthy, M., & Thompson, D. (1996). Sexual abuse by design: An examination of the issues in learning disabilities services. Disability & Society, 11, 205-217.

Moore, D.S., McCabe, G.P. (2005). Introduction  to the practice of statistics. W.H. Freeman & Co Ltd.

Murphy, G., Powell, S., Guzman, A. M., & Hays, S. J. (2007). Cognitive-behavioural treatment for men with intellectual disabilities and sexually abusive behaviour: A pilot study. Journal of Intellectual Disability Research, 51, 902-912.

Ogloff, R.P.J, M.C. Cutajar, E. Mann & P. Mullen (2012), Child sexual abuse and subsequent offending and victimisation: a 45 year follow-up study. Trends & Issues in crime and criminal justice, 440, 1-6.

Ornduff, S., Kelsey, R., & O’Leary, K. (2001). Childhood physical abuse, personality, and adult relationship violence: a model of vulnerability to victimization. American Journal of Orthopsychiatry, 71, 322–331.

Owens, G. P., & Chard, K. M. (2001). Cognitive distortions among women reporting childhood sexual abuse. Journal of Interpersonal Violence, 16(2), 178-191.

Protais, C. (2014). Psychiatric care or social defense?: The origins of a controversy over the responsibility of the mentally ill in French forensic psychiatry. International Journal of Law and Psychiatry, 37(1), 17–24. doi:10.1016/j.ijlp.2013.10.001

Ricci, R., & Clayton, C. (2008).  Trauma resolution treatment as an adjunct to standard treatment for child molesters. Journal of EMDR Practice and Research, 2(1), 41-50.

Robertson, G. (1981). The extent and pattern of crime amongst mentally handicapped offenders. Journal of the British Institute of Mental Handicap, 9, 62-73.

Salter, D., D. McMillan, M. Richards, T. Talbot, J. Hodges, A. Bentovim, R. Hastings, J. Stevenson & D. Skuse (2003). Development of sexually abusive behaviour in sexually victimised males: A longitudinal study. Lancet, 361, 471-476.

Sanghara, K. K., & Wilson, J. C. (2006). Stereotypes and attitudes about child sexual abusers: a comparison of experienced and inexperienced professionals in sex offender treatment. Legal and Criminological Psychology, 11(2), 229-244.

Schilling, F., & Schinke, S. (1989). Mentally retarded seks offenders: Fact, fiction and treatment. Journal of Social Work and Human Sexuality, 7, 33-48.

Sequeira, H., Howlin, P., & Hollins, S. (2003). Psychological disturbance associated with sexual abuse in people with learning disabilities: Case–control study. doi: 10.1192/bjp.183.5.451

Servais, L. (2006). Sexual health care in persons with intellectual disabilities. Mental Retardation and Developmental Disabilities, 12, 48-56.

Simons, D., S.K. Wurtele & P. Heil (2002). Childhood victimization and lack of empathy as predictors of sexual offending against women and children.  Journal of interpersonal violence, 17(12), 1291-1307

Simons, D.A., Wurtele, S.K., & Durham, R.L. (2008). Developmental experiences of child sexual abusers and rapists. Child Abuse and Neglect, 32, 549–560.

Smallbone, S. W. (2006). An attachment-theoretical revision of Marschall and Barbaree’s integrated theory of the etiology of sexual offending. In W. L. Marshall, Y. M. Fernandez, L. E. Marschall & G. A. Serran (Ed.), Sexual offender treatment, controversial issues. Chichester: John Wiley & Sons.

Snyder, H. (2000). Sexual assault of young children reported to law enforcement: Victim, incident and offender characteristics. Washington DC: Department of Justice.

Styron, T., & Janoff-Bulman, R. (1997). Childhood attachment and abuse: Long-term effects on adult attachment, depression, and conflict resolution. Child Abuse and Neglect, 21(10), 1015–1023.

Tacker, S.B., & Stroup, D.F. (2003). Child sexual abuse: vicious circles of fate or paths to resilience. The Lancet, 361, 446-447.

Ten Wolde, A., Le Grand, B., Slagter, J., & Storms, M. (2006). Vaardig en veilig. Behandeling van sterk gedragsgestoorde licht verstandelijk gehandicapte mensen met risicovol gedrag. Boschoord: Hoeve Boschoord.

Thompson, D. (1997). Profiling the sexually abusive behavior of men with intellectual disabilities. Journal of Applied Research in Intellectual Disabilities, 10(2), 125–139.

Thompson, D. & Brown, H. (1997). Men with intellectual disabilities who sexually abuse. A review of the literature. Journal of Applied Research in Intellectual Disabilities, 10, 140–158.

Timms, S., & Goreczny, A. J. (2002). Adolescent seks offenders with mental retardation: literature review and assessment considerations. Agression and Violent Behavior, 7, 1-19.

Uzieblo, K. (2011). Mentale beperkingen bij daders, Psychodiagnostisch Centrum, Lessius. [PowerPointpresentatie postgraduaat forensische psychodiagnostiek en counseling].

van Berlo, W. (1995). Seksueel misbruik bij mensen met een verstandelijk handicap: een onderzoek naar omvang, kenmerken en preventiemogelijkheden. Delft: Eburon.

van den Berg, J. W., & Brand, E. (2008). De prevalentie van zwakbegaafden en licht verstandelijk gehandicapten binnen de groep plegers van seksueel grensoverschrijdend gedrag in de TBS. Tijdschrift voor Seksuologie, 32, 67-72.

van den Berg, J. W., & van Beek, D. (2006). Verstandelijk gehandicapte plegers van seksueel grensoverschrijdend gedrag. De Psycholoog, 125-130.

van der Linden, P. (2003). Daderhulpverlening in Nederland. Maandblad Geestelijke Volksgezondheid, 58, 64-77.

Van Hove, G., & van Loon, J. (2005). Personen met een verstandelijke beperking. In E. Broekaert & G. Van Hove (Ed.) Handboek Bijzondere Orthopedagogiek (pp. 15-43). Antwerpen – Apeldoorn: Garant.

van Oeckel, K. (2007). Hormonale therapie bij plegers van seksueel geweld: Een overzicht. Tijdschrift voor Seksuologie, 31, 85-94.

Van Oost, P. (2001). Psychologische modellen voor normoverschrijdend gedrag. Universiteit Gent. [Cursus]

Vanaerschot, G. (2004). Ontwikkelingen in empathie. Van klimaatfactor naar belevings- en relatiefaciliterende dialoog. Tijdschrift Cliëntgerichte Psychotherapie, 42(4), 245-266.

Vanden Hende, M., Caris, K. & De Block-Bury, L. (2005). Ontgrendeld: Beschrijvend wetenschappelijk onderzoek naar geïnterneerden met een verstandelijke handicap en hun verblijf in de Vlaamse gevangenissen. Gent: Accademia Press.

Vander Laenen, F., & Vander Beken, T. (2013) Tucht en gedetineerden met een psychiatrische problematiek. Panopticum, 34(3), 209-214.

Vandevelde, S., Soyez, V., Vander Beken, T., De Smet, S., Boers, A., & Broekaert, E. (2011). Mentally ill offenders in prison: The Belgian case. International Journal of Law and Psychiatry, 34(1), 71–78. doi:10.1016/j.ijlp.2010.11.011

Vandewalle, S. (2009). Ambulante therapie aan plegers van seksueel grensoverschrijdend gedrag met een verstandelijke beperking. In J. Baeke, N. Verbeeck, D. Debbaut, B. Decavel, & E. Gunst (Ed.). Sporen naar verandering: Meersporenmodel in de behandeling van seksuele plegers (pp. 105-121). Antwerpen-Apeldoorn: Garant.

Vanhooren, S. (2006). Ergens tussen zwart en wit. Psychotherapie met daders van seksuele delicten vanuit cliëntgericht perspectief. Tijdschrift Cliëntgerichte Psychotherapie, 44, 85-102.

Verlinden, S., Maes, B., & Goethals, J. (2009). Personen met een verstandelijke handicap onderheving aan een interneringmaatregel. Steunpunt Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, 4. [Rapport].

Volpicelli, J., Balaraman, G., Hahn, J., Wallace, H., & Bux, D. (1999). The role of uncontrollable trauma in the development of ptsd and alcohol addiction. Alcohol Research & Health, 23(4), 256-262.

Vynckier, G. (2012). De ervaring, beleving en coping van mid-adolescente slachtoffers van vermogens- en geweldsdelicten. Den Haag: Boom Lemma Uitgevers.

Vynckier, G. (2012). Jonge slachtoffers, jonge daders? [Bookreview].

Wakefielf, H., & Underwager, R. (1991). Female child sexual abusers: A critical review of the literature. American Journal of Forensic Psychology, 9(4), 1991, 43-69.

Ward, T. & Beecj, A.R. (2005). An integrated theory of sexual offenting. Agression and Violent Behavior, 11, 44-63.

Ward, T., Hudson, S., Marshall, W. L., & Siegert, R. (1995). Attachment style and intimacy deficits in sexual offenders: a theoretical framework. Sexual Abuse Journal of Research and Treatment, 7, 317–335.

Ward, T., McCormack, J., Hudson, S.M. & Polaschek, D. (1997). Rape: assessment and treatment. In D.R. Laws & W. O’Donohue (Eds.), Sexual deviance. Theory, assessment, and treatment (p. 356-393). New York: Guilford.

Warren, J. I., Rosenfeld, B., Fitch, W. L., Hawk, G. (1997). Forensic mental health clinical evaluation: An analysis of interstate and intersystemic differences. Law and Human Behavior, 21(4), 377-390. http://dx.doi.org/10.1023/A:1024855118855

Whitakera, D.J., Lea, B., Hansonb, R.K., Bakerg, C.K., McMahonc, P.M., Ryand, G., Kleine, A., & Ricef, D.D. (2008). Risk factors for the perpetration of child sexual abuse: A review and meta-analysis. Child Abuse and Neglect, 32(5), 529–548.

Widom, C. (1995). Victims of child sexual abuse: Later criminal consequences. Washington, DC: US Department of Justice, National Institute of Justice.


Willems, L. (2013). Eigen slachtofferervaringen bij plegers van seksueel grensoverschrijdend gedrag: wat te doen?. I.T.E.R, 3(1).

Williams, L. (1995). Juvenile and adult offending behavior and other outcomes in the cohort of sexually abused boys: 20 years later. Philadelphia, PA: Joseph J. Peters Institute.

Wilson, R. J., Picheca, J. E., & Prinzo, M. (2007). Evaluating the effectiveness of professionally-facilitated volunteerism in the community-based management of high risk sexual offenders: PART TWO—A comparison of recidivism rates. Howard Journal of Criminal Justice, 46, 327-337.

Wilson, R.J., Mcwhinnie, A., Picheca, J.E., Prinzo, M., & Cortoni, A. (2007). Circles of Support and Accountability: Engaging Community Volunteers in the Management of High-Risk Sexual Offenders. The Howard Journal of Criminal Justice, 46(1), 1-15.

Wolfe, D.A., Sas; L., & Werkele; C. (1994). Factors associated with the development of posttraumatic stress disorder among child victims of sexual abuse. Child Abuse and Neglect, 18(1), 37-50.

Wolfe, V.V., Gentile, C., & Wolfe, D.A. (1989). The impact of sexual abuse on children: A PTSD formulation. Behaviour Therapy, 20(2), 215-228.

Universiteit of Hogeschool
Pedagogische wetenschappen - afstudeerrichting Orthopedagogiek
Publicatiejaar
2015
Kernwoorden
Share this on: