Oxytocine wordt wel eens het populairste neuropeptide genoemd van de laatste decennia. Op het internet levert een zoekopdracht gemakkelijk zes miljoen resultaten op waarbij websites gevonden worden die verwijzen naar de gunstige effecten van oxytocine op het aangaan van sociale interacties en relaties of het bewerkstelligen van vertrouwen en hechting met anderen. Oxytocine staat daarom ook wel gekend als het ‘knuffelhormoon’. Maar wat is oxytocine nu eigenlijk?
Wat is oxytocine?
Initieel werd oxytocine rond 1900 ontdekt als een stofje dat de contracties van baarmoederweefsel kan bevorderen. Decennialang werd oxytocine dan ook beschouwd als een belangrijk zwangerschapshormoon dat een rol speelt bij de bevalling en het op gang brengen van borstvoeding. Pas in de jaren ‘70 werd aangetoond dat oxytocine niet alleen een hormoon is, maar eveneens een belangrijke neuromodulator in de hersenen. Zo werden bijvoorbeeld hogere concentraties van oxytocine gemeten tijdens het aangaan van sociale interacties, bij verliefd zijn en bij seksuele activiteit. Deze eerste observaties veroorzaakten een exponentiële groei in het aantal onderzoeken dat de effecten van oxytocine op sociaal gedrag verder bestudeerden. Eén studie gebruikte hiervoor bijvoorbeeld de Trier Social Stress Test die nagaat hoeveel sociale stress een persoon ervaart bij het oplossen van een wiskunde-vraagstuk in het bijzijn van een publiek. Eerder werd al aangetoond dat deze stress verminderd wanneer mensen steun ervaren van een goede vriend. Interessant genoeg werd aangetoond dat het toedienen van oxytocine via een neusspray (intranasaal) een gelijkaardig kalmerend effect had. Naast deze effecten op sociale stress, toonden latere onderzoeken aan dat oxytocine eveneens het empathisch vermogen kan vergroten, de herkenning van emotionele gezichten kan verbeteren en het vertrouwen naar andere mensen kan doen toenemen.
Hoe werkt oxytocine? Enkele theorieën.
Iedereen is het erover eens dat oxytocine een belangrijke rol speelt bij sociaal gedrag. Echter, in de loop der jaren werden verschillende theorieën naar voren geschoven om te verklaren hoe oxytocine deze effecten bewerkstelligt. Een eerste theorie, de ‘prosociale theorie’, stelde dat oxytocine waarschijnlijk rechtstreeks inwerkt op hersensystemen ter bevordering van sociaal gedrag. De ‘angst/stress theorie’ daarentegen stelde dat de prosociale effecten van oxytocine mogelijks indirect worden gestuurd, namelijk door het verminderen van (sociale) stress van de persoon. Nog een andere theorie, de ‘in/out-group’ theorie stelde dat oxytocine evolutief een rol zou gespeeld hebben bij het bevorderen van vertrouwen en samenwerking tussen personen die tot dezelfde groep (of familie) behoren, maar dat oxytocine eveneens een negatief of conflict-verhogend effect zou hebben naar personen die niet tot de ‘eigen’ groep behoren. Verschillende onderzoeken hebben inderdaad aangetoond dat de effecten van oxytocine sterk kunnen verschillen van persoon tot persoon of afhankelijk van de context zodat toediening van oxytocine soms kan leiden tot ‘anti-sociale’ gedragingen of zelfs agressie of afgunst. Zeer recent werd de ‘social salience’ theorie naar voren geschoven die stelt dat het oxytocine-systeem in de hersenen sterk verbonden zou zijn met het moduleren van de aandacht naar sociale signalen uit de omgeving. Deze theorie verklaart dat oxytocine zowel positieve als negatieve gedragingen kan uitlokken, doordat het de aandacht naar zowel positieve als negatieve externe sociale signalen kan verhogen. De theorie verondersteld dan ook dat de interindividuele verschillen in de effecten van oxytocine nauw samenhangen met de persoonlijke ervaringen, opvoeding, maar ook leeftijd en geslacht van een persoon, omdat deze factoren mee kunnen bepalen of iets als positief of negatief ervaren wordt.
Wat hebben wij onderzocht?
Ondanks de interpersoonlijke verschillen in de effecten van oxytocine, is er een grote interesse om de potentiële therapeutische werking van oxytocine verder te bestuderen bij verschillende psychiatrische aandoeningen, zoals autisme spectrum stoornissen (ASS), schizofrenie, depressie of angststoornissen. Vooral voor de behandeling van ASS lijkt oxytocine zeer beloftevol te zijn, omdat mensen met autisme vaak een verlaagde aandacht of verwerking van sociale signalen uit de omgeving vertonen wat dan weer aan de basis ligt aan de ASS-specifieke problemen met sociale interacties en communicatie. Het onderzoek van mijn masterthesis kaderde binnen een groter project dat de effecten van oxytocine toediening wenst na te gaan op de verwerking van sociale signalen en andere autisme-gerelateerde vragenlijsten.
Eerdere studies onderzochten voornamelijk de directe effecten van oxytocine, namelijk onmiddellijk na toediening van de oxytocine neusspray. Minder is geweten over de langere termijn effecten waarbij oxytocine dagelijks word toegediend tijdens een bepaalde periode. De experimenten uit mijn thesisonderzoek maakten deel uit van een zogenaamde ‘gerandomiseerde, dubbel geblindeerde en placebo-gecontroleerde’ studie, waarbij zowel directe als lange-termijn effecten nagegaan werden (dagelijkse intranasale dosis oxytocine gedurende veertien dagen). Uitsluitend gezonde, jongvolwassen mannen namen deel aan de studie (gemiddeld 21 jaar).
Directe effecten van oxytocine werden nagegaan aan de hand van een reeks computertaakjes waarbij gemeten werd hoe snel en accuraat emotionele lichaamstaal, emotionele gelaatsuitdrukkingen en sociale interacties herkend kunnen worden. Onze eerste resultaten toonden aan dat een enkele dosis oxytocine weinig of geen verbetering in de verwerking van deze sociale signalen bewerkstelligde. Alleen voor het herkennen van emotionele lichaamstaal werd een positief effect van oxytocine aangetoond, hoewel, enkel als de proefpersoon stimuli verwerkte die hij nog nooit tevoren gezien had.
Lange-termijn effecten van oxytocine (na een periode van veertien dagen) werden nagegaan aan de hand van autisme-gerelateerde vragenlijsten die peilen naar veranderingen in sociale vaardigheden en repetitieve en restrictieve gedragingen. Daarnaast werden ook vragenlijsten afgenomen om te peilen naar mogelijke veranderingen in hechtingsstaat, gemoed en levenskwaliteit. Hier toonden de resultaten aan dat toediening van oxytocine over een langere periode een positief effect kan hebben op sociale motivatie en hechting naar vrienden toe. Ook een vermindering van negatieve gemoedstoestanden zoals kwaadheid en gespannenheid werden gerapporteerd.
Deze eerste resultaten zijn alvast veelbelovend. Replicatie van de resultaten met grotere steekproeven alsook inclusie van patiënten zullen echter noodzakelijk zijn om verder na te gaan of oxytocine een mogelijke nieuwe therapie kan vormen voor de behandeling van de sociale problemen van personen met ASS. Ook het verder in kaart brengen van interindividuele verschillen in de effecten van oxytocine zullen van groot belang zijn in de toekomst.
1. Brinton RE, Wamsley JK, Gee KW, Wan YP, Yamamura HI. [3H]oxytocin binding sites in the rat brain demonstrated by quantitative light microscopic autoradiography. Eur J Pharmacol. 1984;102(2):365-7.
2. van Leeuwen FW, van Heerikhuize J, van der Meulen G, Wolters P. Light microscopic autoradiographic localization of [3H]oxytocin binding sites in the rat brain, pituitary and mammary gland. Brain Res. 1985;359(1-2):320-5.
3. Loup F, Tribollet E, Dubois-Dauphin M, Dreifuss JJ. Localization of high-affinity binding sites for oxytocin and vasopressin in the human brain. An autoradiographic study. Brain Research. 1991;555(2):220-32.
4. Loup F, Tribollet E, Dubois-Dauphin M, Pizzolato G, Dreifuss JJ. Localization of oxytocin binding sites in the human brainstem and upper spinal cord: an autoradiographic study. Brain Research. 1989;500(1–2):223-30.
5. Neumann I, Russell JA, Landgraf R. Oxytocin and vasopressin release within the supraoptic and paraventricular nuclei of pregnant, parturient and lactating rats: A microdialysis study. Neuroscience. 1993;53(1):65-75.
6. Shahrokh DK, Zhang TY, Diorio J, Gratton A, Meaney MJ. Oxytocin-dopamine interactions mediate variations in maternal behavior in the rat. Endocrinology. 2010;151(5):2276-86.
7. Douglas AJ. Baby love? Oxytocin-dopamine interactions in mother-infant bonding. Endocrinology. 2010;151(5):1978-80.
8. Bosch OJ, Neumann ID. Both oxytocin and vasopressin are mediators of maternal care and aggression in rodents: from central release to sites of action. Horm Behav. 2012;61(3):293-303.
9. Strathearn L, Fonagy P, Amico J, Montague PR. Adult attachment predicts maternal brain and oxytocin response to infant cues. Neuropsychopharmacology : official publication of the American College of Neuropsychopharmacology. 2009;34(13):2655-66.
10. Riem MM, Bakermans-Kranenburg MJ, Pieper S, Tops M, Boksem MA, Vermeiren RR, et al. Oxytocin modulates amygdala, insula, and inferior frontal gyrus responses to infant crying: a randomized controlled trial. Biological psychiatry. 2011;70(3):291-7.
11. Gordon I, Zagoory-Sharon O, Leckman JF, Feldman R. Oxytocin and the development of parenting in humans. Biological psychiatry. 2010;68(4):377-82.
12. Schneiderman I, Zagoory-Sharon O, Leckman JF, Feldman R. Oxytocin during the initial stages of romantic attachment: relations to couples' interactive reciprocity. Psychoneuroendocrinology. 2012;37(8):1277-85.
13. De Dreu CKW. Oxytocin modulates the link between adult attachment and cooperation through reduced betrayal aversion. Psychoneuroendocrinology. 2012;37(7):871-80.
14. Ditzen B, Schaer M, Gabriel B, Bodenmann G, Ehlert U, Heinrichs M. Intranasal oxytocin increases positive communication and reduces cortisol levels during couple conflict. Biological psychiatry. 2009;65(9):728-31.
15. Windle RJ, Shanks N, Lightman SL, Ingram CD. Central Oxytocin Administration Reduces Stress-Induced Corticosterone Release and Anxiety Behavior in Rats. Endocrinology. 1997;138(7):2829-34.
16. Yoshida M, Takayanagi Y, Inoue K, Kimura T, Young LJ, Onaka T, et al. Evidence that oxytocin exerts anxiolytic effects via oxytocin receptor expressed in serotonergic neurons in mice. J Neurosci. 2009;29(7):2259-71.
17. Domes G, Heinrichs M, Glascher J, Buchel C, Braus DF, Herpertz SC. Oxytocin attenuates amygdala responses to emotional faces regardless of valence. Biological psychiatry. 2007;62(10):1187-90.
18. Heinrichs M, Baumgartner T, Kirschbaum C, Ehlert U. Social support and oxytocin interact to suppress cortisol and subjective responses to psychosocial stress. Biological psychiatry. 2003;54(12):1389-98.
19. Nagasawa M, Okabe S, Mogi K, Kikusui T. Oxytocin and mutual communication in mother-infant bonding. Frontiers in Human Neuroscience. 2012;6:31.
20. Schulze L, Lischke A, Greif J, Herpertz SC, Heinrichs M, Domes G. Oxytocin increases recognition of masked emotional faces. Psychoneuroendocrinology. 2011;36(9):1378-82.
21. Domes G, Heinrichs M, Michel A, Berger C, Herpertz SC. Oxytocin improves "mind-reading" in humans. Biological psychiatry. 2007;61(6):731-3.
22. Marsh A, Yu H, Pine D, Blair RJR. Oxytocin improves specific recognition of positive facial expressions. Psychopharmacology. 2010;209(3):225-32.
23. Fischer-Shofty M, Shamay-Tsoory SG, Harari H, Levkovitz Y. The effect of intranasal administration of oxytocin on fear recognition. Neuropsychologia. 2010;48(1):179-84.
24. Shahrestani S, Kemp AH, Guastella AJ. The impact of a single administration of intranasal oxytocin on the recognition of basic emotions in humans: a meta-analysis. Neuropsychopharmacology : official publication of the American College of Neuropsychopharmacology. 2013;38(10):1929-36.
25. Theodoridou A, Rowe AC, Penton-Voak IS, Rogers PJ. Oxytocin and social perception: Oxytocin increases perceived facial trustworthiness and attractiveness. Hormones and Behavior. 2009;56(1):128-32.
26. Bakermans-Kranenburg MJ, van IJMH. Sniffing around oxytocin: review and meta-analyses of trials in healthy and clinical groups with implications for pharmacotherapy. Transl Psychiatry. 2013;3:e258.
27. American Psychiatric Association. Diagnostic and statistical manual of mental health disorders: DSM-5 (5th ed.). American Psychiatric Publishing. 2013.
28. Parnas J, Bovet P. Autism in schizophrenia revisited. Compr Psychiatry. 1991;32(1):7-21.
29. Kanner L. Autistic disturbances of affective contact. Nerv Child. 1943;2:217-50.
30. Cuccaro M, Shao Y, Grubber J, Slifer M, Wolpert C, Donnelly S, et al. Factor Analysis of Restricted and Repetitive Behaviors in Autism Using the Autism Diagnostic Interview-R. Child Psychiatry and Human Development. 2003;34(1):3-17.
31. Lam KSL, Bodfish JW, Piven J. Evidence for three subtypes of repetitive behavior in autism that differ in familiality and association with other symptoms. Journal of Child Psychology and Psychiatry. 2008;49(11):1193-200.
32. Weiss J. Self-Injurious Behaviours in Autism: A Literature Review. Journal on Developmental Disabilities. 2002;9(2):127-44
33. Lord C, Jones RM. Annual research review: re-thinking the classification of autism spectrum disorders. Journal of child psychology and psychiatry, and allied disciplines. 2012;53(5):490-509.
34. Elsabbagh M, Divan G, Koh YJ, Kim YS, Kauchali S, Marcin C, et al. Global prevalence of autism and other pervasive developmental disorders. Autism Res. 2012;5(3):160-79.
35. Prevalence of autism spectrum disorders--Autism and Developmental Disabilities Monitoring Network, 14 sites, United States, 2008. Morbidity and mortality weekly report Surveillance summaries (Washington, DC : 2002). 2012;61(3):1-19.
36. Fombonne E. Epidemiology of Pervasive Developmental Disorders. Pediatr Res. 2009;65(6):591-8.
37. Rice CE, Baio J, Van Naarden Braun K, Doernberg N, Meaney FJ, Kirby RS. A public health collaboration for the surveillance of autism spectrum disorders. Paediatr Perinat Epidemiol. 2007;21(2):179-90.
38. Prevalence of autism spectrum disorder among children aged 8 years - autism and developmental disabilities monitoring network, 11 sites, United States, 2010. MMWR Surveill Summ. 2014;63(2):1-21.
39. Ruggeri B, Sarkans U, Schumann G, Persico AM. Biomarkers in autism spectrum disorder: the old and the new. Psychopharmacology (Berl). 2014;231(6):1201-16.
40. L. B. The social brain: a project for integrating primate behavior and neurophysiology in a new domain. Concepts Neurosci. 1990;1:27-51.
41. Morris JS, Frith CD, Perrett DI, Rowland D, Young AW, Calder AJ, et al. A differential neural response in the human amygdala to fearful and happy facial expressions. Nature. 1996;383(6603):812-5.
42. Winston JS, Strange BA, O'Doherty J, Dolan RJ. Automatic and intentional brain responses during evaluation of trustworthiness of faces. Nature neuroscience. 2002;5(3):277-83.
43. Adolphs R, Tranel D, Damasio AR. The human amygdala in social judgment. Nature. 1998;393(6684):470-4.
44. Klüver H, Bucy PC. "Psychic blindness" and other symptoms following bilateral temporal lobectomy in Rhesus monkeys. American Journal of Physiology. 1937;119:352-3.
45. Adolphs R, Sears L, Piven J. Abnormal processing of social information from faces in autism. J Cogn Neurosci. 2001;13(2):232-40.
46. Baron-Cohen S, Ring HA, Wheelwright S, Bullmore ET, Brammer MJ, Simmons A, et al. Social intelligence in the normal and autistic brain: an fMRI study. European Journal of Neuroscience. 1999;11(6):1891-8.
47. Baron-Cohen S, Ring HA, Bullmore ET, Wheelwright S, Ashwin C, Williams SCR. The amygdala theory of autism. Neuroscience & Biobehavioral Reviews. 2000;24(3):355-64.
48. Allison T, Puce A, McCarthy G. Social perception from visual cues: role of the STS region. Trends in Cognitive Sciences. 2000;4(7):267-78.
49. Grezes J. Top down effect of strategy on the perception of human biological motion: a pet investigation. Cogn Neuropsychol. 1998;15(6-8):553-82.
50. Fogassi L, Ferrari PF, Gesierich B, Rozzi S, Chersi F, Rizzolatti G. Parietal Lobe: From Action Organization to Intention Understanding. Science (New York, NY). 2005;308(5722):662-7.
51. Rizzolatti G, Fadiga L, Gallese V, Fogassi L. Premotor cortex and the recognition of motor actions. Brain Res Cogn Brain Res. 1996;3(2):131-41.
52. Rizzolatti G, Craighero L. The mirror-neuron system. Annu Rev Neurosci. 2004;27:169-92.
53. Rizzolatti G, Fogassi L, Gallese V. Neurophysiological mechanisms underlying the understanding and imitation of action. Nat Rev Neurosci. 2001;2(9):661-70.
54. Rizzolatti G. The mirror neuron system and its function in humans. Anat Embryol (Berl). 2005;210(5-6):419-21.
55. Rizzolatti G, Fogassi L, Gallese V. Mirrors of the mind. Sci Am. 2006;295(5):54-61.
56. Iidaka T. [The role of the superior temporal sulcus in face recognition and perception]. Brain and nerve = Shinkei kenkyu no shinpo. 2012;64(7):737-42.
57. Rizzolatti G, Arbib MA. Language within our grasp. Trends in Neurosciences. 1998;21(5):188-94.
58. Hamilton AF. Reflecting on the mirror neuron system in autism: a systematic review of current theories. Dev Cogn Neurosci. 2013;3:91-105.
59. Iacoboni M, Dapretto M. The mirror neuron system and the consequences of its dysfunction. Nat Rev Neurosci. 2006;7(12):942-51.
60. Risperdal® Prescribing Information. revised 2014.
61. Elbe D, Lalani Z. Review of the Pharmacotherapy of Irritability of Autism. J Can Acad Child Adolesc Psychiatry. 2012;21(2):130-46.
62. Shea S, Turgay A, Carroll A, Schulz M, Orlik H, Smith I, et al. Risperidone in the treatment of disruptive behavioral symptoms in children with autistic and other pervasive developmental disorders. Pediatrics. 2004;114(5):e634-41.
63. Aman MG, McDougle CJ, Scahill L, Handen B, Arnold LE, Johnson C, et al. Medication and parent training in children with pervasive developmental disorders and serious behavior problems: results from a randomized clinical trial. Journal of the American Academy of Child and Adolescent Psychiatry. 2009;48(12):1143-54.
64. McCracken JT, McGough J, Shah B, Cronin P, Hong D, Aman MG, et al. Risperidone in children with autism and serious behavioral problems. N Engl J Med. 2002;347(5):314-21.
65. McDougle CJ, Scahill L, Aman MG, McCracken JT, Tierney E, Davies M, et al. Risperidone for the core symptom domains of autism: results from the study by the autism network of the research units on pediatric psychopharmacology. Am J Psychiatry. 2005;162(6):1142-8.
66. Research Units on Pediatric Psychopharmacology Autism N. Risperidone treatment of autistic disorder: longer-term benefits and blinded discontinuation after 6 months. Am J Psychiatry. 2005;162(7):1361-9.
67. Kent JM, Kushner S, Ning X, Karcher K, Ness S, Aman M, et al. Risperidone dosing in children and adolescents with autistic disorder: a double-blind, placebo-controlled study. Journal of autism and developmental disorders. 2013;43(8):1773-83.
68. Troost PW, Lahuis BE, Steenhuis M-P, Ketelaars CEJ, Buitelaar JK, van Engeland H, et al. Long-Term Effects of Risperidone in Children With Autism Spectrum Disorders: A Placebo Discontinuation Study. Journal of the American Academy of Child & Adolescent Psychiatry. 2005;44(11):1137-44.
69. Pandina GJ, Bossie CA, Youssef E, Zhu Y, Dunbar F. Risperidone improves behavioral symptoms in children with autism in a randomized, double-blind, placebo-controlled trial. Journal of autism and developmental disorders. 2007;37(2):367-73.
70. Nagaraj R, Singhi P, Malhi P. Risperidone in children with autism: randomized, placebo-controlled, double-blind study. J Child Neurol. 2006;21(6):450-5.
71. Arnold LE, Vitiello B, McDougle C, Scahill L, Shah B, Gonzalez NM, et al. Parent-defined target symptoms respond to risperidone in RUPP autism study: customer approach to clinical trials. Journal of the American Academy of Child and Adolescent Psychiatry. 2003;42(12):1443-50.
72. Newcomer JW. Second-generation (atypical) antipsychotics and metabolic effects: a comprehensive literature review. CNS drugs. 2005;19 Suppl 1:1-93.
73. Anderson GM, Scahill L, McCracken JT, McDougle CJ, Aman MG, Tierney E, et al. Effects of short- and long-term risperidone treatment on prolactin levels in children with autism. Biological psychiatry. 2007;61(4):545-50.
74. Findling RL, Kusumakar V, Daneman D, Moshang T, De Smedt G, Binder C. Prolactin levels during long-term risperidone treatment in children and adolescents. J Clin Psychiatry. 2003;64(11):1362-9.
75. Reyes M, Buitelaar J, Toren P, Augustyns I, Eerdekens M. A randomized, double-blind, placebo-controlled study of risperidone maintenance treatment in children and adolescents with disruptive behavior disorders. Am J Psychiatry. 2006;163(3):402-10.
76. Masi G, Cosenza A, Mucci M. Prolactin levels in young children with pervasive developmental disorders during risperidone treatment. Journal of child and adolescent psychopharmacology. 2001;11(4):389-94.
77. Abilify® Prescribing Information. revised 2014.
78. Marcus RN, Owen R, Kamen L, Manos G, McQuade RD, Carson WH, et al. A placebo-controlled, fixed-dose study of aripiprazole in children and adolescents with irritability associated with autistic disorder. Journal of the American Academy of Child and Adolescent Psychiatry. 2009;48(11):1110-9.
79. Owen R, Sikich L, Marcus RN, Corey-Lisle P, Manos G, McQuade RD, et al. Aripiprazole in the treatment of irritability in children and adolescents with autistic disorder. Pediatrics. 2009;124(6):1533-40.
80. McPheeters ML, Warren Z, Sathe N, Bruzek JL, Krishnaswami S, Jerome RN, et al. A systematic review of medical treatments for children with autism spectrum disorders. Pediatrics. 2011;127(5):e1312-21.
81. Ghanizadeh A, Sahraeizadeh A, Berk M. A head-to-head comparison of aripiprazole and risperidone for safety and treating autistic disorders, a randomized double blind clinical trial. Child Psychiatry Hum Dev. 2014;45(2):185-92.
82. Beaudoin AJ, Sebire G, Couture M. Parent training interventions for toddlers with autism spectrum disorder. Autism Res Treat. 2014;2014:839890.
83. Wood JJ, Ehrenreich-May J, Alessandri M, Fujii C, Renno P, Laugeson E, et al. Cognitive behavioral therapy for early adolescents with autism spectrum disorders and clinical anxiety: a randomized, controlled trial. Behav Ther. 2015;46(1):7-19.
84. Wood JJ, Fujii C, Renno P, Van Dyke M. Impact of cognitive behavioral therapy on observed autism symptom severity during school recess: a preliminary randomized, controlled trial. Journal of autism and developmental disorders. 2014;44(9):2264-76.
85. Storch EA, Lewin AB, Collier AB, Arnold E, De Nadai AS, Dane BF, et al. A randomized controlled trial of cognitive-behavioral therapy versus treatment as usual for adolescents with autism spectrum disorders and comorbid anxiety. Depress Anxiety. 2014.
86. Green L, Fein D, Modahl C, Feinstein C, Waterhouse L, Morris M. Oxytocin and autistic disorder: alterations in peptide forms. Biological psychiatry. 2001;50(8):609-13.
87. Modahl C, Green L, Fein D, Morris M, Waterhouse L, Feinstein C, et al. Plasma oxytocin levels in autistic children. Biological psychiatry. 1998;43(4):270-7.
88. Hollander E, Novotny S, Hanratty M, Yaffe R, DeCaria CM, Aronowitz BR, et al. Oxytocin infusion reduces repetitive behaviors in adults with autistic and Asperger's disorders. Neuropsychopharmacology : official publication of the American College of Neuropsychopharmacology. 2003;28(1):193-8.
89. Hollander E, Bartz J, Chaplin W, Phillips A, Sumner J, Soorya L, et al. Oxytocin increases retention of social cognition in autism. Biological psychiatry. 2007;61(4):498-503.
90. Guastella AJ, Einfeld SL, Gray KM, Rinehart NJ, Tonge BJ, Lambert TJ, et al. Intranasal oxytocin improves emotion recognition for youth with autism spectrum disorders. Biological psychiatry. 2010;67(7):692-4.
91. Anagnostou E, Soorya L, Chaplin W, Bartz J, Halpern D, Wasserman S, et al. Intranasal oxytocin versus placebo in the treatment of adults with autism spectrum disorders: a randomized controlled trial. Molecular autism. 2012;3(1):16.
92. Tachibana M, Kagitani-Shimono K, Mohri I, Yamamoto T, Sanefuji W, Nakamura A, et al. Long-term administration of intranasal oxytocin is a safe and promising therapy for early adolescent boys with autism spectrum disorders. Journal of child and adolescent psychopharmacology. 2013;23(2):123-7.
93. Dadds MR, MacDonald E, Cauchi A, Williams K, Levy F, Brennan J. Nasal oxytocin for social deficits in childhood autism: a randomized controlled trial. Journal of autism and developmental disorders. 2014;44(3):521-31.
94. Guastella AJ, Gray KM, Rinehart NJ, Alvares GA, Tonge BJ, Hickie IB, et al. The effects of a course of intranasal oxytocin on social behaviors in youth diagnosed with autism spectrum disorders: a randomized controlled trial. Journal of child psychology and psychiatry, and allied disciplines. 2015;56(4):444-52.
95. Schilbach L, Eickhoff SB, Rotarska-Jagiela A, Fink GR, Vogeley K. Minds at rest? Social cognition as the default mode of cognizing and its putative relationship to the “default system” of the brain. Consciousness and Cognition. 2008;17(2):457-67.
96. [Human experimentation. Code of ethics of the World Medical Association. Declaration of Helsinki, 1964]. Acta Diabetol Lat. 1972;9(1):I-iv.
97. Alaerts K, Nackaerts E, Meyns P, Swinnen SP, Wenderoth N. Action and emotion recognition from point light displays: an investigation of gender differences. PloS one. 2011;6(6):e20989.
98. Montagne B, Kessels RP, De Haan EH, Perrett DI. The Emotion Recognition Task: a paradigm to measure the perception of facial emotional expressions at different intensities. Perceptual and motor skills. 2007;104(2):589-98.
99. Kessels RP, Montagne B, Hendriks AW, Perrett DI, de Haan EH. Assessment of perception of morphed facial expressions using the Emotion Recognition Task: normative data from healthy participants aged 8-75. J Neuropsychol. 2014;8(1):75-93.
100. Vanmarcke S, Wagemans J. Rapid gist perception of meaningful real-life scenes: Exploring individual and gender differences in multiple categorization tasks. 2015;6(1):19-37.
101. Nackaerts E, Wagemans J, Helsen W, Swinnen SP, Wenderoth N, Alaerts K. Recognizing biological motion and emotions from point-light displays in autism spectrum disorders. PloS one. 2012;7(9):e44473.
102. Atkinson AP, Dittrich WH, Gemmell AJ, Young AW. Emotion perception from dynamic and static body expressions in point-light and full-light displays. Perception. 2004;33(6):717-46.
103. Di Simplicio M, Massey-Chase R, Cowen PJ, Harmer CJ. Oxytocin enhances processing of positive versus negative emotional information in healthy male volunteers. Journal of psychopharmacology (Oxford, England). 2009;23(3):241-8.
104. Baron-Cohen S, Wheelwright S, Jolliffe, Therese. Is There a "Language of the Eyes"? Evidence from Normal Adults, and Adults with Autism or Asperger Syndrome. Visual Cognition. 1997;4(3):311-31.
105. Golan O, Baron-Cohen S, Hill JJ, Golan Y. The "reading the mind in films" task: complex emotion recognition in adults with and without autism spectrum conditions. Social neuroscience. 2006;1(2):111-23.
106. Golan O, Baron-Cohen S, Hill JJ, Rutherford MD. The 'Reading the Mind in the Voice' test-revised: a study of complex emotion recognition in adults with and without autism spectrum conditions. Journal of autism and developmental disorders. 2007;37(6):1096-106.
107. Kleinman J, Marciano PL, Ault RL. Advanced theory of mind in high-functioning adults with autism. Journal of autism and developmental disorders. 2001;31(1):29-36.
108. Wagner DD, Kelley WM, Heatherton TF. Individual differences in the spontaneous recruitment of brain regions supporting mental state understanding when viewing natural social scenes. Cerebral cortex (New York, NY : 1991). 2011;21(12):2788-96.
109. Ravitz P, Maunder R, Hunter J, Sthankiya B, Lancee W. Adult attachment measures: a 25-year review. Journal of psychosomatic research. 2010;69(4):419-32.
110. Gillath O, Hart J, Noftle EE, Stockdale GD. Development and validation of a state adult attachment measure (SAAM). Journal of Research in Personality. 2009;43(3):362-73.
111. Dissanayake C, Crossley SA. Proximity and sociable behaviours in autism: evidence for attachment. Journal of child psychology and psychiatry, and allied disciplines. 1996;37(2):149-56.
112. Rogers SJ, Ozonoff S, Maslin-Cole C. Developmental aspects of attachment behavior in young children with pervasive developmental disorders. Journal of the American Academy of Child and Adolescent Psychiatry. 1993;32(6):1274-82.
113. Dissanayake C, Crossley SA. Autistic children's responses to separation and reunion with their mothers. Journal of autism and developmental disorders. 1997;27(3):295-312.
114. MacDonald E, Dadds MR, Brennan JL, Williams K, Levy F, Cauchi AJ. A review of safety, side-effects and subjective reactions to intranasal oxytocin in human research. Psychoneuroendocrinology. 2011;36(8):1114-26.
115. De Dreu CKW, Greer LL, Van Kleef GA, Shalvi S, Handgraaf MJJ. Oxytocin promotes human ethnocentrism. Proceedings of the National Academy of Sciences. 2011;108(4):1262-6.
116. De Dreu CK, Greer LL, Handgraaf MJ, Shalvi S, Van Kleef GA, Baas M, et al. The neuropeptide oxytocin regulates parochial altruism in intergroup conflict among humans. Science (New York, NY). 2010;328(5984):1408-11.
117. De Dreu CK, Shalvi S, Greer LL, Van Kleef GA, Handgraaf MJ. Oxytocin motivates non-cooperation in intergroup conflict to protect vulnerable in-group members. PloS one. 2012;7(11):e46751.
118. De Dreu CKW. Oxytocin modulates cooperation within and competition between groups: An integrative review and research agenda. Hormones and Behavior. 2012;61(3):419-28.
119. Bartz JA, Zaki J, Bolger N, Ochsner KN. Social effects of oxytocin in humans: context and person matter. Trends Cogn Sci. 2011;15(7):301-9.
120. Modabbernia A, Rezaei F, Salehi B, Jafarinia M, Ashrafi M, Tabrizi M, et al. Intranasal oxytocin as an adjunct to risperidone in patients with schizophrenia : an 8-week, randomized, double-blind, placebo-controlled study. CNS drugs. 2013;27(1):57-65.
{C}{C}
121. Zheng JJ, Li SJ, Zhang XD, Miao WY, Zhang D, Yao H, et al. Oxytocin mediates early experience-dependent cross-modal plasticity in the sensory cortices. Nature neuroscience. 2014;17(3):391-9.