Een longitudinale analyse van de invloed van jobonzekerheid op zelfgerapporteerde absenteïsmeduur en –frequentie met gepercipieerde inzetbaarheid als moderator

Niels
Aper

Wie vreest zijn of haar job te verliezen, is minder afwezig van het werk.

De arbeidsmarkt wordt gekenmerkt door economische recessies, herstructureringen, technologische veranderingen en globalisering met een grotere competitie. Om die redenen herstructureren, besparen, fuseren of sluiten bedrijven. Dit brengt bij werknemers een perceptie van onzekerheid over de huidige job teweeg, wat jobonzekerheid heet. Dit is een maatschappelijk relevant fenomeen. In 2013 vreesde 26.4% van de werkende Vlamingen voor het verlies van zijn of haar baan.

Jobonzekerheid heeft een negatieve invloed op attituden, welzijn en gedrag. Het heeft nadelige gevolgen voor zowel werknemers als organisaties, zoals een lagere bedrijfsbinding, een lager mentaal welzijn en verminderde arbeidsprestaties. Deze masterproef breidt de kennis uit naar de gedragsmatige gevolgen van jobonzekerheid en onderzoekt welke interventies mogelijk zijn om negatieve gevolgen af te zwakken of zelfs uit te schakelen.

Deze masterproef onderzoekt voor het eerst de invloed van jobonzekerheid op toekomstig absenteïsme. Absenteïsme is het niet aanmelden voor gepland werk en betekent zowel financieel als productieverlies voor de werkgever en bij uitbreiding de ganse samenleving. Deze studie maakt een onderscheid tussen twee vormen van absenteïsme: absenteïsmeduur en absenteïsmefrequentie. Enerzijds is absenteïsmeduur het aantal dagen dat een persoon gedurende een bepaalde tijd afwezig is geweest van het werk, ongeacht het aantal afwezige episoden. Anderzijds is absenteïsmefrequentie het aantal keren (episoden) gedurende een periode dat een werknemer niet aanwezig was op het werk, ongeacht de duur van deze episoden.

Op basis van de psychologische contracttheorie wordt verwacht dat jobonzekerheid tot een stijging leidt van zowel het aantal dagen (hypothese 1a) als het aantal perioden (hypothese 1b) absenteïsme. Het psychologisch contract wordt gedefinieerd als de wederzijdse verwachtingen tussen werknemer en werkgever betreffende hun rechten en plichten. Tussen deze twee partijen komt een ruil tot stand. Bijvoorbeeld: de werknemer is loyaal om bij de werkgever te blijven werken in ruil voor werkzekerheid en de organisatie geeft loon in ruil voor werkinspanning. Er ligt een sterke focus op het evenwicht van de ruil: krijg ik voldoende terug voor wat ik inbreng? Er wordt geredeneerd dat wanneer een werknemer jobonzekerheid ervaart, deze een breuk van het psychologisch contract ervaart. Het evenwicht is uit balans en de werknemer tracht het evenwicht weer in balans te brengen door zijn of haar inbreng in de organisatie te verminderen. Dit leidt tot een stijging van absenteïsme.

Daarnaast bestudeert deze masterproef of gepercipieerde externe inzetbaarheid de relatie tussen jobonzekerheid en absenteïsme beïnvloedt. Gepercipieerde externe inzetbaarheid zijn de jobmogelijkheden die de werknemer bij andere organisaties (en dus buiten de eigen organisatie) waarneemt. Er wordt verwacht dat werknemers die jobmogelijkheden buiten de organisatie percipiëren nog meer dagen (hypothese 2a) en episoden (hypothese 2b) absenteïsme vertonen in vergelijking met jobonzekere werknemers die minder jobmogelijkheden buiten de organisatie waarnemen. Jobonzekere werknemers die jobmogelijkheden buiten de organisatie percipiëren ervaren een grotere vrijheid om te handelen zoals zij willen omdat zij denken makkelijk van werk te kunnen veranderen. Er wordt geredeneerd dat deze werknemers zichzelf beschermen tegen de negatieve gevolgen van jobonzekerheid door zich nog sterker terug te trekken uit de organisatie als anticipatie om de organisatie te verlaten.

Onderstaande figuur geeft een schematisch overzicht van alle hypothesen.

Afbeelding verwijderd.

In samenwerking met de onderzoekseenheid van de organisatie Securex werden op twee tijdstippen data verzameld bij 497 Belgische werknemers. De hypothesen werden geanalyseerd met generalized estimating equations (GEE) met negatieve binomiale log link. Dit onderzoek is innovatief doordat dezelfde werknemers op twee verschillende tijdstippen werden bevraagd. Eerder onderzoek is cross-sectioneel van aard. Dit wil zeggen dat er data werden verzameld op één tijdstip waardoor men niet kan stellen dat oorzaak x (bijv. jobonzekerheid) tot gevolg y (bijv. absenteïsme) leidt. Deze studie maakt gebruik van data verzameld bij een grote groep Belgische werknemers over twee tijdstippen (longitudinaal onderzoek) waardoor oorzaak-gevolg uitspraken mogelijk zijn.

De resultaten bevestigen geen enkele hypothese. Na rekening te houden met achtergrondvariabelen zoals geslacht en leeftijd, heeft jobonzekerheid invloed op absenteïsmeduur, maar tegengesteld aan de verwachting. Dit wil zeggen dat naarmate een werknemer zich meer jobonzeker voelt, deze gemiddeld genomen minder dagen afwezig is van het werk. Daarnaast heeft jobonzekerheid geen invloed op absenteïsmefrequentie. Vervolgens heeft externe inzetbaarheid geen invloed op de relatie tussen jobonzekerheid en absenteïsme. Een werknemer die zich jobonzeker voelt en andere jobmogelijkheden buiten de organisatie percipieert, zal niet meer of minder afwezig zijn van het werk door de ervaren jobonzekerheid.

Deze masterproef onderzocht voor het eerst longitudinaal de relatie tussen jobonzekerheid en absenteïsme. De resultaten spreken eerder cross-sectioneel onderzoek tegen dat doorgaans rapporteerde dat zowel jobonzekerheid en absenteïsmeduur als jobonzekerheid en absenteïsmefrequentie positief samenhangen. De resultaten van deze masterproef suggereren juist dat jobonzekere werknemers minder dagen afwezig zijn uit angst voor jobverlies. Ze geloven dat het beeld van een hardwerkende werknemer hen tegen jobverlies beschermt. Het lijkt er dus op dat een jobonzekere werknemer gaat werken wanneer die ziek is, wat presenteïsme heet. Presenteïsme is geassocieerd met productiviteitsverlies en bijgevolg ook met kosten voor de organisatie. Verder leidt het blijven werken bij ziekte tot een verhoging van toekomstig absenteïsme en een verlaging van toekomstige gezondheid. Werknemers zouden niet voldoende kunnen recupereren en dit put hen uit.

Deze studie besluit dat jobonzekere werknemers gemiddeld genomen een daling vertonen van hun aantal dagen absenteïsme. Dit kan op het eerste zicht positief lijken voor organisaties aangezien absenteïsme geassocieerd is met zowel financieel als productieverlies voor de werkgever. Toch dienen organisaties deze resultaten voorzichtig te interpreteren doordat de negatieve gevolgen van jobonzekerheid gekend zijn voor zowel attituden, welzijn en andere gedragingen. Daarnaast heeft gepercipieerde externe inzetbaarheid geen invloed op de relatie tussen jobonzekerheid en absenteïsme. Het blijkt voor organisaties overbodig om in tijden van jobonzekerheid te focussen op het bevorderen van de waargenomen jobmogelijkheden van werknemers, om zo hun absenteïsme te beïnvloeden.

 

Bibliografie

Agresti, A. (2002). Categorial data analysis (2nd ed.). Hoboken, NJ, US: Wiley-Interscience.

Bakker, A. B., & Demerouti, E. (2007). The job demands-resources model: State of the art. Journal of Managerial Psychology, 22(3), 309–328. doi:10.1108/02683940710733115

Bergström, G., Bodin, L., Hagberg, J., Aronsson, G., & Josephson, M. (2009). Sickness presenteeism today, sickness absenteeism tomorrow? A prospective study on sickness presenteeism and future sickness absenteeism. Journal of Occupational and Environmental Medicine, 51(6), 629–638. doi:10.1097/JOM.0b013e3181a8281b

Berntson, E., & Marklund, S. (2007). The relationship between employability and subsequent health. Work & Stress, 21(3), 279–292. doi:10.1080/02678370701659215

Berntson, E., Näswall, K., & Sverke, M. (2010). The moderating role of employability in the association between job insecurity and exit, voice, loyalty and neglect. Economic and Industrial Democracy, 31(2), 215–230. doi:10.1177/0143831X09358374

Bolino, M. C., Varela, J. A., Bande, B., & Turnley, W. H. (2006). The impact of impression management tactics on supervisor ratings of organizational citizenship behavior. Journal of Organizational Behavior, 27(3), 281–297. doi:10.1002/job.379

Borg, I., & Elizur, D. (1992). Job insecurity: Correlates, moderators and measurement. International Journal of Manpower, 13(2), 13–26. doi:10.1108/01437729210010210

Caverly, N., Cunningham, J. B., & MacGregor, J. N. (2007). Sickness presenteeism, sickness absenteeism, and health following restructuring in a public service organization. Journal of Management Studies, 44(2), 304–319. doi:10.1111/j.1467-6486.2007.00690.x

Cheng, G. H.-L., & Chan, D. K.-S. (2008). Who suffers more from job insecurity? A meta-analytic review. Applied Psychology, 57(2), 272–303. doi:10.1111/j.1464-0597.2007.00312.x

Chirumbolo, A., & Areni, A. (2005). The influence of job insecurity on job performance and absenteeism: The moderating effect of work attitudes. South African Journal of Industrial Psychology, 31(4), 65–71. doi:10.4102/sajip.v31i4.213

Chirumbolo, A., & Hellgren, J. (2003). Individual and organizational consequences of job insecurity: A European study. Economic and Industrial Democracy, 42(2), 217–240. doi:10.1177/0143831X03024002004

Claes, R., De Witte, H., Schalk, R., Guest, D., Isaksson, K., Krausz, M., Mohr, G., & Peiró, J. M. (2002). Het psychologisch contract van vaste en tijdelijke werknemers. Gedrag & Organisatie, 15(6), 436–455.

Cohen, J., Cohen, P., West, S. G., & Aiken, L. S. (2003). Applied multiple regression/correlation analysis for the behavioral sciences (3rd ed.). Mahwah, NJ, US: Lawrence Erlbaum.

De Cuyper, N., Bernhard-Oettel, C., Berntson, E., De Witte, H., & Alarco, B. (2008). Employability and employees’ well-being: Mediation by job insecurity. Applied Psychology, 57(3), 488–509. doi:10.1111/j.1464-0597.2008.00332.x

De Cuyper, N., & De Witte, H. (2006). The impact of job insecurity and contract type on attitudes, well-being and behavioural reports: A psychological contract perspective. Journal of Occupational and Organizational Psychology, 79(3), 395–409. doi:10.1348/096317905X53660

De Cuyper, N., & De Witte, H. (2007). Job insecurity in temporary versus permanent workers: Associations with attitudes, well-being, and behaviour. Work & Stress, 21(1), 65–84. doi:10.1080/02678370701229050

De Cuyper, N., & De Witte, H. (2008). Gepercipieerde kans op een baan versus een betere baan: Relaties met arbeidstevredenheid en welzijn. Gedrag & Organisatie, 21(4), 475–492.

De Cuyper, N., & De Witte, H. (2010). Temporary employment and perceived employability: Mediation by impression management. Journal of Career Development, 37(3), 635–652. doi:10.1177/0894845309357051

De Cuyper, N., Schreurs, B, Vander Elst, T., Baillien, E., & De Witte, H. (2014). Exemplification and perceived job insecurity: Associations with self-rated performance and emotional exhaustion. Journal of Personnel Psychology, 13(1), 1–10. doi:10.1027/1866-5888/a000099

De Cuyper, N., Sulea, C., Philippaers, K., Fischmann, G., Iliescu, D., & De Witte, H. (2014). Perceived employability and performance: Moderation by felt job insecurity. Personnel Review, 43(4), 536–552. doi:10.1108/PR-03-2013-0050

Deery, S. J., Iverson R. D., & Walsh, J. T. (2006). Toward a better understanding of psychological contract breach: A study of customer service employees. Journal of Applied Psychology, 91(1), 166–175. doi:10.1037/0021-9010.91.1.166

Deery, S., Walsh, J., & Zatzick, C. D. (2014). A moderated mediation analysis of job demands, presenteeism, and absenteeism. Journal of Occupational and Organizational Psychology, 87(2), 352–369. doi:10.1111/joop.12051

De Witte, H. (2000). Arbeidsethos en jobonzekerheid: Meting en gevolgen voor welzijn, tevredenheid en inzet op het werk. In R. Bouwen, K. De Witte, H. De Witte, & T. Taillieu (Eds.), Van groep tot gemeenschap (pp. 325–350). Leuven, BE: Garant.

De Witte, H. (2006). Onzeker over de toekomst van je baan: Een groeiend maatschappelijk fenomeen. Peilen naar oorzaken, gevolgen en oplossingen. In B. Raymaekers & G. Van Giel (Eds.), Weten in woorden en daden. Lessen voor de eenentwintigste eeuw (pp. 251–277). Leuven, BE: Universitaire Pers Leuven.

De Witte, H., De Cuyper, N., Handaja, Y., Sverke, M., Näswall, K., & Hellgren, J. (2010). Associations between quantitative and qualitative job insecurity and well-being: A test in Belgian banks. International Studies of Management & Organization, 40(1), 40–56. doi:10.2753/IMO0020-8825400103

De Witte, H., & Van Hecke, M. (2002). Schending van het psychologisch contract, jobonzekerheid en arbeidstevredenheid. Gedrag & Organisatie, 15(6), 484–502.

D’Souza, R. M., Strazdins, L., Broom, D. H., Rodgers, B., & Berry, H. L. (2006). Work demands, job insecurity and sickness absence from work: How productive is the new, flexible labour force? Australian and New Zealand Journal of Public Health, 30(3), 205–212. doi:10.1111/j.1467-842X.2006.tb00859.x

Fox, J. B., & Scott, J. F. (1943). Absenteeism: Management’s problem. Boston, MA, US: Harvard University, Graduate School of Business Administration.

Gaudine, A., & Gregory, C. (2010). The accuracy of nurses’ estimates of their absenteeism. Journal of Nursing Management, 18(5), 599–605. doi:10.1111/j.1365-2834.2010.01107.x

Geurts, S., & Smulders, P. (2007). Ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid. In W. Schaufeli & A. Bakker (Eds.), De psychologie van arbeid en gezondheid. Tweede herziene druk (pp. 389–408). Houten, NL: Bohn Stafleu van Loghum.

Goetzel, R. Z., Long, S. R., Ozminkowski, R. J., Hawkins, K., Wang, S., & Lynch, W. (2004). Health, absence, disability, and presenteeism cost estimates of certain physical and mental health conditions affecting U.S. employers. Journal of Occupational and Environmental Medicine, 46(4), 398–412. doi:10.1097/01.jom.0000121151.40413.bd

Green, F. (2011). Unpacking the misery multiplier: How employability modifies the impacts of unemployment and job insecurity on life satisfaction and mental health. Journal of Health Economics, 30(2), 265–276. doi:10.1016/j.jhealeco.2010.12.005

Greenhalgh, L., & Rosenblatt, Z. (1984). Job insecurity: Toward conceptual clarity. Academy of Management Review, 9(3), 438–448. doi:10.5465/AMR.1984.4279673

Hansen, C. D., & Andersen, J. H. (2008). Going ill to work – What personal circumstances, attitudes and work-related factors are associated with sickness presenteeism? Social Science & Medicine, 67(6), 956–964. doi:10.1016/j.socscimed.2008.05.022

Hansen, C. D., & Andersen, J. H. (2009). Sick at work – A risk factor for long-term sickness absence at a later date? Journal of Epidemiology and Community Health, 63(5), 397–402. doi:10.1136/jech.2008.078238

Hellgren, J., Sverke, M., & Isaksson, K. (1999). A two-dimensional approach to job insecurity: Consequences for employee attitudes and well-being. European Journal of Work and Organizational Psychology, 8(2), 179–195. doi:10.1080/135943299398311

Heponiemi, T., Elovainio, M., Pentti, J., Virtanen, M., Westerlund, H., Virtanen, P., Oksanen, T., Kivimäki, M., & Vahtera, J. (2010). Association of contractual and subjective job insecurity with sickness presenteeism among public sector employees. Journal of Occupational & Environmental Medicine, 52(8), 830–835. doi:10.1097/JOM.0b013e3181ec7e23

Hesselius, P. (2007). Does sickness absence increase the risk of unemployment? The Journal of Socio-Economics, 36(2), 288–310. doi:10.1016/j.socec.2005.11.037

Hobfoll, S. E. (2001). The influence of culture, community, and the nested-self in the stress process: Advancing conservation of resources theory. Applied Psychology, 50(3), 337–421. doi:10.1111/1464-0597.00062

Howard, A. (1995). The changing nature of work. San Francisco, CA, US: Jossey-Bass.

Huang, G., Zhao, H. H., Niu, X., Ashford, S. J., & Lee, C. (2013). Reducing job insecurity and increasing performance ratings: Does impression management matter? Journal of Applied Psychology, 98(5), 852–862. doi:10.1037/a0033151

Johns, G. (1994). How often were you absent? A review of the use of self-reported absence data. Journal of Applied Psychology, 79(4), 574–591. doi:10.1037/0021-9010.79.4.574

Johns, G. (2010). Presenteeism in the workplace: A review and research agenda. Journal of Organizational Behavior, 31(4), 519–542. doi:10.1002/job.630

Johns, G. (2011). Attendance dynamics at work: The antecedents and correlates of presenteeism, absenteeism, and productivity loss. Journal of Occupational Health Psychology, 16(4), 483–500. doi:10.1037/a0025153

Johns, G., & Miraglia, M. (2015). The reliability, validity, and accuracy of self-reported absenteeism from work: A meta-analysis. Journal of Occupational Health Psychology, 20(1), 1–14. doi:10.1037/a0037754

Kang, D., Gold, J., & Kim, D. (2012). Responses to job insecurity: The impact on discretionary extra-role and impression management behaviors and the moderating role of employability. Career Development International, 17(4), 314–332. doi:10.1108/13620431211255815

King, J. E. (2000). White-collar reactions to job insecurity and the role of the psychological contract: Implications for human resource management. Human Resource Management, 39(1), 79–92. doi:10.1002/(SICI)1099-050X(200021)39:1<79::AID-HRM7>3.0.CO;2-A

Kinnunen, U., Mauno, S., Nätti, J., & Happonen, M. (1999). Perceived job insecurity: A longitudinal study among Finnish employees. European Journal of Work and Organizational Psychology, 8(2), 243–260. doi:10.1080/135943299398348

Kirves, K., De Cuyper, N., Kinnunen, U., & Nätti, J. (2011). Perceived job insecurity and perceived employability in relation to temporary and permanent workers’ psychological symptoms: A two samples study. International Archives of Occupational and Environmental Health, 84(8), 899–809. doi:10.1007/s00420-011-0630-y

Kirves, K., Kinnunen, U., De Cuyper, N., & Mäkikangas, A. (2014). Trajectories of perceived employability and their associations with well-being at work. Journal of Personnel Psychology, 13(1), 46–57. doi:10.1027/1866-5888/a000103

Knapstad, M., Øverland, S., Henderson, M., Holmgren, K., & Hensing, G. (2014). Shame among long-term sickness absentees: Correlates and impact on subsequent sickness absence. Scandinavian Journal of Public Health, 42(1), 96–103. doi:10.1177/1403494813500590

Koopmanschap, M., Burdorf, A., & Lötters, F. (2014). Work absenteeism and productivity loss at work. In P. Loisel & J. R. Anema (Eds.), Handbook of work disability: Prevention and management (pp. 31–41). New York, NY, US: Springer.

Kutaula, S. (2014). Antecedents and outcomes of psychological contract fulfillment: An empirical study conducted in India (thesis submitted in fulfillment of the requirements for the degree of Doctor of Philosophy). Cardiff University, Cardiff, UK.

Landelijk Instituut voor Sociale Verzekeringen (LISV). (1999). Langdurige arbeidsongeschiktheid in 1998: Een analyse van arbeidsongeschiktheidsrisico's en ontwikkelingen in de tijd. Amsterdam, NL: LISV.

McLean Parks, J., Kidder, D. L., & Gallagher, D. G. (1998). Fitting square pegs into round holes: Mapping the domain of contingent work arrangements onto the psychological contract. Journal of Organizational Behavior, 19(1), 697–730. doi:10.1002/(SICI)1099-1379(1998)19:1+<697::AID-JOB974>3.0.CO;2-I

Pandy, S., & Elliott, W. (2010). Suppressor variables in social work research: Ways to identify in multiple regression models. Journal of the Society for Social Work and Research, 1(1), 28–40. doi:10.5243/jsswr.2010.2

Podsakoff, P. M., MacKenzie, S. B., Lee, J-Y, & Podsakoff, N. P. (2003). Common method biases in behavioral research: A critical review of the literature and recommended remedies. Journal of Applied Psychology, 88(5), 879–903. doi:10.1037/0021-9010.88.5.879

Probst, T. M. (2008). Job insecurity. In J. Barling & C. L. Cooper (Eds.), The SAGE Handbook of Organizational Behavior (pp. 178–195). Thousand Oaks, CA, US: Sage.

Robinson, L. S., & Morrison, E. W. (2000). The development of psychological contract breach and violation: A longitudinal study. Journal of Organizational Behavior, 21(5), 525–546. doi:10.1002/1099-1379(200008)21:5<525::AID-JOB40>3.0.CO;2-T

Robinson, S. L., & Rousseau, D. M. (1994). Violating the psychological contract: Not the exception but the norm. Journal of Organizational Behavior, 15(3), 245–259. doi:10.1002/job.4030150306

Roskies, E., & Louis-Guerin, C. (1990). Job insecurity in managers: Antecedents and consequences. Journal of Organizational Behavior, 11(5), 345–359. doi:10.1002/job.4030110503

Rothwell, A., & Arnold, J. (2007). Self-perceived employability: Development and validation of a scale. Personnel Review, 36(1), 23–41. doi:10.1108/00483480710716704

Rousseau, D. (1995). Psychological contracts in organizations: Understanding written and unwritten agreements. Thousand Oaks, CA, US: Sage.

Sackett, P. R., & Larson, J. R., Jr. (1990). Research strategies and tactics in industrial and organizational psychology. In M. D. Dunnette & L. M. Hough (Eds.), Handbook of industrial and organizational psychology (2nd ed., Vol. 1, pp. 419–489). Palo Alto, CA, US: Consulting Psychologists Press.

Schultz, A. B., & Edington, D. W. (2007). Employee health and presenteeism: A systematic review. Journal of Occupational Rehabilitation, 17(3), 547–579. doi:10.1007/s10926-007-9096-x

SD Worx. (2014). Ziekteverzuim in België 2013. Benchmarks, cases, & beleid (white paper). Retrieved from the SD Worx website: http://www.sdworx.be/nl-be/sd-worx-r-d/publicaties/onderzoeken/verzuimr…

Securex. (2014). Absenteïsme in 2013. Versnelde stijging lange afwezigheden maakt re-integratiebeleid noodzakelijk (white paper). Retrieved from the Securex website: http://www.securex.be/nl/groep/hr-research/white-papers/whitepapers-abs…

Securex. (2015). Absenteïsme in 2014: Absenteïsme, kritische succesfactor voor het management (white paper). Retrieved from the Securex website: http://www.securex.be/nl/groep/hr-research/white-papers/whitepapers-abs…

Shadish, W. R., Cook, T. D., & Campbell, D. T. (2002). Experimental and quasi-experimental designs for generalized causal inference. Boston, NY, US: Houghton Mifflin.

Siemsen, E., Roth, A., & Oliveira, P. (2010). Common method bias in regression models with linear, quadratic, and interaction effects. Organizational Research Methods, 13(3), 456–476. doi:10.1177/1094428109351241

Silla, I., De Cuyper, N., Gracia, F., Peiró, J. M., & De Witte, H. (2009). Job insecurity and well-being: Moderation by employability. Journal of Happiness Studies, 10(6), 739–751. doi:10.1007/s10902-008-9119-0

Staufenbiel, T., & König, C. J. (2010). A model for the effects of job insecurity on performance, turnover intention, and absenteeism. Journal of Occupational and Organizational Psychology, 83(1), 101–117. doi:10.1348/096317908X401912

Steers, R. M., & Rhodes, S. R. (1978). Major influences on employee attendance: A process model. Journal of Applied Psychology, 63(4), 391–407. doi:10.1037/0021-9010.63.4.391

Studiedienst van de Vlaamse Regering. (2014). Vlaamse regionale indicatoren (VRIND) 2014: Survey naar sociaal-culturele verschuivingen in Vlaanderen 2013. Retrieved from de Studiedienst van de Vlaamse regering website: http://www4.vlaanderen.be/sites/svr/Publicaties/Publicaties/vrind/2014-…

Sverke, M., De Witte, H., De Cuyper, N., Naswäll, K., & Hellgren, J. (2006, November). Job insecurity and absenteeism: A cross-lagged analysis. Symposium conducted at the 7th Conference of European Academy of Occupational Health Psychology, Dublin, Ireland.

Sverke, M., Hellgren, J., & Naswall, K. (2002). No security: A meta-analysis and review of job insecurity and its consequences. Journal of Occupational Health Psychology, 7(3), 242–264. doi:10.1037/1076-8998.7.3.242

Taloyan, M., Aronsson, G., Leineweber, C., Hanson, L. M., Alexanderson, K., & Westerlund, H. (2012). Sickness presenteeism predicts suboptimal self-rated health and sickness absence: A nationally representative study of the Swedish working population. PLoS ONE, 7(9), e44721. doi:10.1371/journal.pone.0044721

Turnley, W. H., & Feldman, D. C. (1999). The impact of psychological contract violations on exit, voice, loyalty, and neglect. Human Relations, 52(7), 895–922. doi:10.1023/A:1016971222029

van den Heuvel, M., Demerouti, E., Schaufeli, W. B., & Bakker, A. B. (2010). Personal resources and work engagement in the face of change. In J. Houdmont & S. Leka (Eds.), Contemporary occupational health psychology: Global perspectives on research and practice (vol. 1, pp. 124–150). Chichester, UK: Wiley.

Van Deursen, C. G. L., Houtman, I. L. D., & Bongers, P. M. (1999). Werk, privé-situatie, riskante gewoonten en ziekteverzuim: Verschillen tussen mannen en vrouwen. Tijdschrift voor Gezondheidswetenschappen, 77(2), 105–115.

van Vuuren, T. (1990). Met ontslag bedreigd. Werknemers in onzekerheid over hun arbeidsplaats bij veranderingen in de organisatie. Amsterdam, NL: VU Uitgeverij.

van Vuuren, T., Klandermans, B., Jacobson, D., & Hartley, J. (1991). Employees’ reactions to job insecurity. In J. Hartley (Ed.), Job insecurity: Coping with jobs at risk (pp. 79–103). London, UK: Sage.

Vander Elst, T., De Cuyper, N., Baillien, E., Niesen, W., & De Witte, H. (2014). Perceived control and psychological contract breach as explanations of the relationships between job insecurity, job strain and coping reactions: Towards a theoretical integration. Stress & Health, first published online. doi:10.1002/smi.2584

Vander Elst, T., De Witte, H., De Cuyper, N. (2014). The job insecurity scale: A psychometric evaluation across five European countries. European Journal of Work and Organizational Psychology, 23(3), 364–380. doi:10.1080/1359432X.2012.745989

Vanhercke, D., De Cuyper, N., Peeters, E., & De Witte, H. (2014). Defining perceived employability: A psychological approach. Personnel Review, 43(4), 592–605. doi:10.1108/PR-07-2012-0110

Yaniv, G. (1991). Absenteeism and the risk of involuntary unemployment: A dynamic analysis. Journal of Socio-Economics, 20(4), 359–372. doi:10.1016/1053-5357(91)90011-H

Zhao, H., Wayne, S. J., Glibkowski, B. C., & Bravo, J. (2007). The impact of psychological contract breach on work-related outcomes: A meta-analysis. Personnel Psychology, 60(3), 647–680. doi:10.1111/j.1744-6570.2007.00087.x

Download scriptie (542.42 KB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2015