Equity Crowdfunding: een evenwicht tussen flexibele financiering en investeerdersbescherming

Pieter Lavens
Persbericht

Equity Crowdfunding: een evenwicht tussen flexibele financiering en investeerdersbescherming

Equity Crowdfunding: een evenwicht tussen flexibele financiering en investeerdersbescherming

Mijn masterproef behandelt een aantal aspecten van equity crowdfunding, een specifieke vorm van het fenomeen crowdfunding. Crowdfunding is een actueel thema dat de laatste twee jaar regelmatig aan bod kwam in de media. In het regeerakkoord van 9 oktober 2014 nam de regering zich voor om zich in te spannen om de financiering van projecten en ondernemingen via crowdfunding verder te stimuleren en de activiteiten van crowdfunding platformen beter te omkaderen. Daarenboven wordt de specifieke vorm equity crowdfunding gezien als een alternatieve financieringswijze voor KMO’s en start-ups die na de financiële crisis moeilijk financiële steun vinden. Op die manier heeft equity crowdfunding de potentie om te zorgen voor jobcreatie en economische groei. Het hoeft dan ook geen betoog dat een masterproef over dit onderwerp maatschappelijk relevant is.

Hoewel equity crowdfunding heel actueel is, bestaat er op dit moment in België geen duidelijk juridisch kader dat het equity crowdfunding proces regelt. Deze masterproef gaat na welke reglementering naar positief recht moet worden toegepast, of een aangepaste regelgeving noodzakelijk is en, zo ja, hoe die dan best wordt uitgewerkt.

Equity crowdfunding is slechts één van de verschillende vormen die onder het algemene begrip crowdfunding vallen. Het betreft een alternatieve financieringswijze voor ondernemers waarbij een grote groep mensen, voor kleine bedragen via de tussenkomst van een internetplatform participeert in het kapitaal van een vennootschap.

Om equity crowdfunding verder te laten ontwikkelen en om het vertrouwen van de investeerders te krijgen, is er nood aan rechtszekerheid. Die rechtszekerheid kan worden verkregen door een duidelijk wettelijk kader. Na het bestuderen van het huidige juridische kader voor equity crowdfunding, blijkt dat, afhankelijk van hoe de ondernemers en de platformen hun equity crowdfunding initiatief organiseren, verschillende regels toepassing kunnen vinden. Daarbij moet rekening worden gehouden met de prospectuswet, met de wet op de beleggingsondernemingen, met de wet op de betalingsinstellingen en met het consumentenrecht.

De equity crowdfunding platformen moeten op dit moment in de meeste gevallen zowel het statuut van beleggingsonderneming als het statuut van betalingsinstelling verkrijgen en de op deze instellingen toepasselijke wetgeving en vereisten naleven. De ondernemers zijn voor de kleinere projecten, waar slechts voor beperkte bedragen kan worden ingeschreven, vrijgesteld van de prospectusplicht. Desalniettemin moeten zij nog steeds de andere vereisten van de prospectuswet over reclame en andere documenten naleven. Voor de grotere projecten geldt toch nog steeds de prospectusplicht. De huidige regelgeving belemmert zowel de activiteiten van de equity crowdfunding platformen door ze te onderwerpen aan verschillende statuten, als van de ondernemers die voor grotere projecten op equity crowdfunding een beroep willen doen. Daarenboven is voor de investeerders geen specifieke bescherming voorzien wanneer de prospectusvrijstelling van toepassing is.

Na het vaststellen van deze belemmeringen werd op zoek gegaan naar een alternatieve reglementering, waarbij werd gezocht naar een evenwicht tussen enerzijds voldoende bescherming voor de investeerders en anderzijds een flexibele en niet te dure manier van financiering voor de ondernemers.

Op basis van de onderzochte literatuur wordt ten eerste voorgesteld om de Belgische vrijstelling van de prospectusplicht aan te passen. Enerzijds moeten de limieten worden verhoogd, zoals in Nederland, opdat grotere bedragen kunnen worden geïnvesteerd en grotere projecten financiering kunnen vinden via equity crowdfunding zonder hoge kosten met zich mee te brengen. Anderzijds moet, zoals in Amerika, aan de specifieke equity crowdfunding vrijstelling op de prospectusplicht als voorwaarde worden toegevoegd dat een beroep moet worden gedaan op een bij de FSMA geregistreerd equity crowdfunding platform. Ten tweede moeten dan aan deze geregistreerde equity crowdfunding platformen duidelijke gedragsregels worden opgelegd om zo de investeerders te beschermen.

Hoewel bepaalde van deze gedragsregels, zoals de due diligence plicht, (hoge) kosten met zich zullen meebrengen, kan worden geargumenteerd dat deze gedragsregels en de registratie bij de FSMA ook een positief effect zullen hebben op de equity crowdfunding markt en op die manier op de inkomsten van de platformen. Door het sterke signaal van betrouwbaarheid dat daarvan uitgaat, kan het vertrouwen van de ondernemers en de investeerders in de jonge en opkomende equity crowdfunding markt worden gevrijwaard, waardoor deze zich verder kan ontwikkelen en zowel meer investeerders als meer ondernemers zal aantrekken.

Bij de invulling van de gedragsregels voor de equity crowdfunding platformen moet ook rekening worden gehouden met het vennootschapsrecht. Het vennootschapsrecht voorziet de mogelijkheid om een vennootschap op te richten door middel van inschrijvingen waarbij een procedure moet worden gevolgd die uit drie fases bestaat. De equity crowdfunding platformen kunnen in elke fase een belangrijke rol spelen. Indien de gedragsregels van de platformen worden geschreven in het licht van deze oprichtingsprocedure, dan kan het gehele equity crowdfunding proces elektronisch en online plaatsvinden.

Naast het belang voor de equity crowdfunding platformen, heeft het vennootschapsrecht ook een belangrijke functie voor de ondernemers en de investeerders. De ondernemers moeten een afweging maken tussen enerzijds het behoud van de controle over de vennootschap (en hun idee), en anderzijds de inspraak die zij aan de investeerders willen geven. Het vennootschapsrecht biedt een aantal mogelijkheden om deze controle of inspraak te organiseren. De investeerders moeten beseffen dat de aandelen, die zij via equity crowdfunding kopen, bij gebrek aan een beurssysteem moeilijk verhandelbaar zijn. Indien zij aandelen kopen met het oog op een financiële return, dan is equity crowdfunding een zeer risicovolle investering. De investeerders moeten bovendien goed nagaan of er in de oprichtingsakte van de vennootschap waarin zij investeren, voldoende beschermingsmechanismen zijn ingebouwd om hun financiële return te vrijwaren bij een latere kapitaalverhoging of bij een overname.

De belangrijkste conclusie van mijn masterproef is dat equity crowdfunding zeer risicovol is. Wanneer een investeerder de investering niet doet uit altruïsme, om de startende ondernemer te steunen, maar enkel om een financiële return te krijgen, dan is de kans heel groot dat hij/zij ontgoocheld achterblijft. Vooral het gebrek aan een markt om de aangekochte aandelen te verhandelen maakt het in de meeste gevallen zeer moeilijk om de (potentiële) financiële return te verwezenlijken.

Bibliografie

Bibliografie

1.     WETGEVING

1.1.Europese wetgeving

- Verordening (EG) nr. 809/2004 van 29 april 2004 tot uitvoering van Richtlijn 2003/71/EG van het Europees Parlement en de Raad wat de in de prospectus te verstrekken informatie, de vormgeving van het prospectus, de opneming door middel van verwijzing, de publicatie van het prospectus en de verspreiding van advertenties betreft, Pb.L. 30 april 2004, afl. 149, 1-131.

- Verordening (EU) nr. 1286/2014, van het Europees Parlement en de Raad van 26 november 2014 over essentiële-informatiedocumenten voor verpakte retailbeleggingsproducten en verzekeringsgebaseerde beleggingsproducten (PRIIP's), Pb.L. 9 december 2014, afl. 352, 1.

- Richtlijn 2000/31/EG van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2000 betreffende bepaalde juridische aspecten van de diensten van de informatiemaatschappij, met name de elektronische handel, in de interne markt, Pb.L. 17 juli 2000, afl. 178, 1-16.

- Richtlijn 2003/71/EG van het Europees Parlement en de Raad van 4 november 2003 betreffende het prospectus dat gepubliceerd moet worden wanneer effecten aan het publiek worden aangeboden of tot de handel worden toegelaten en tot wijziging van Richtlijn 2001/34/EG, Pb.L. 31 december 2003, afl. 365, 64-89.

- Richtlijn 2010/73/EU van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot wijziging van Richtlijn 2003/71/EG betreffende het prospectus dat gepubliceerd moet worden wanneer effecten aan het publiek worden aangeboden of tot de handel worden toegelaten en Richtlijn 2004/109/EG betreffende de transparantievereisten die gelden voor informatie over uitgevende instellingen waarvan effecten tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten, Pb.L. 11 december 2010, afl. 327, 1-12.

1.2.Belgisch wetgeving

- Burgerlijk Wetboek

- Wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, BS 3 juni 1995, 15876.

- Wetboek van Vennootschappen

- Wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, BS 4 september 2002, 39121.

- Wet van 16 juni 2006 op de openbare aanbieding van beleggingsinstrumenten en de toelating van beleggingsinstrumenten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt, BS 21juni 2006, 31352.

- Wet van 1 april 2007 op de openbare overnamebiedingen, BS 26 april 2007.

- Wet van 21 december 2009 betreffende het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, BS 19 januari 2010, 2199.

- Wetboek van economisch recht, BS 29 maart 2013, 19975.

- Koninklijk besluit van 27 april 2007 op de openbare overnamebiedingen, BS 23 mei 2007.

- Koninklijk besluit van 3 juni 2007 tot bepaling van nadere regels tot omzetting van de richtlijn betreffende markten voor financiële instrumenten, BS 18 juni 2007, 32935.

- Koninklijk besluit van 14 november 2007 betreffende de verplichtingen van emittenten van financiële instrumenten die zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt, BS 3 december 2007, 59762.

- Koninklijk besluit van 9 oktober 2009 over het openbaar karakter van de werving van terugbetaalbare gelden, BS 23 oktober 2009, 69373.

- Koninklijk besluit van 24 april 2014 tot goedkeuring van het reglement van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten betreffende het commercialiseringsverbod van bepaalde financiële producten aan niet-professionele cliënten, BS 20 mei 2014, 40095.

- Koninklijk besluit van 25 april 2014 betreffende bepaalde informatieverplichtingen bij de commercialisering van financiële producten bij niet-professionele cliënten, BS 12 juni 2014, 44471.

1.3.Andere wetgeving

- Securities Act of 1933, 15 U.S.C. §77a en volgende.

- Securities Act of 1934, 15 U.S.C. §78a en volgende.

- Wet van 28 september 2006 houdende regels met betrekking tot de financiële markten en het toezicht daarop, Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden 31 oktober 2006, nr .475.

- Jumpstart Our Business Startups Act, H.R. 3606 (Apr. 5, 2012).

II.             RECHTSPRAAK

- Cass. 4 maart 2003, AR P.02.0978.N, RW 2003-04, afl. 29, 1147.

- Cass. 22 januari 1981, RCJB 1981, 495, noot S.J. NUDELHOLE.

- Cass. 13 april 1989, TRV 1989, 321, noot M. WYCKAERT en F. BOUCKAERT, Pas. 1989, I, 825, RW 1989-90, 253, Rev.not.b. 1989, 410, TBH 1989, 878, JT 1990, 710, noot D. MICHIELS, RCJB 1991, 205, noot J.-M. NELISSEN GRADE.

III.           RECHTSLEER

3.1.Amerikaanse rechtsleer

- BARITOT, J. F., “Increasing protection for crowdfunding investors under the JOBS Act”, U.C. Davis Bus. L.J. 2012-2013, Vol. 13, 259-1002.

- BELLEFLAMME, P., LAMBERT, T., en SCHWIENBACHER, A., “Crowdfunding: Tapping the right crowd”, J. of Business Venturing 2013, Vol. 29, 585-630.

- BLACK, B. S., “Information asymmetry , the internet, and securities offerings”, J. Small & Emerging Bus. L. 1998, Vol. 2, 91-99.

- BRADFORD, C.S., “Crowdfunding and the federal securities laws”, Colum. Bus. L. Rev. 2012, Vol. 2012, 1-150.

- BURKETT, E., “A crowdfunding exemption? Online investment crowdfunding and U.S. Securities Regulation”, Transactions Tenn. J. Bus. L. 2011-2012, Vol. 13, 63-106.

- CHOI, S. J., “Gatekeepers and the internet: rethinking the regulation of small business capital formation”, J. Small & Emerging Bus. L. 1998, Vol. 2, 27-55.

- COHN, S. R., “The new crowdfunding registration exemption: good idea, bad execution”, Fla. L. Rev. 2012, Vol. 64, 1433-1446.

- DAILEY, A. C., “Striving for Rationality”, Va. L. Rev. 2000, Vol. 86, 349-380.

- DESCHLER, G. D., “Wisdom of the intermediary crowd: what the proposed rules mean for ambitious crowdfunding intermediaries, St. Louis U. L.J. 2013-2014, Vol. 58, 1145-1187.

- DORFF, M. B., “The Siren Call of Equity Crowdfunding”, 34 p, http://ssrn.com/abstract=2325634.

- DOUGLAS, W. O., “Protecting the Investor”, Yale Law Rev. 1934, Vol. 23, 522-533, https://www.sec.gov/news/speech/1934/030034douglas.pdf.

- FINK, A. C., “Protecting the crowd and raising capital through the crowdfund act”, U. Det. Mercy L. Rev. 2012-2013, Vol. 90, 1-34.

- HANKS, S., “Online capital-raising by small companies in the USA after the JOBS Act compared to the same process in the European Union”, Capital Markets Law Journal 2013, Vol. 8, 261-282.

- HAZEN, T. L., “Crowdfunding or fraudfunding? Social networks and the securities laws – Why the specially tailored exemption must be conditioned on meaningful disclosure”, N. C. L. Rev. 2011-2012, Vol. 90, 1735-1769.

- HEMINWAY, J. M., “What is a security in the crowdfunding era?”, Ohio St. Bus. L.J. 2012, Vol. 7, 335-371.

- HEMINWAY, J. M., “The New Intermediary on the Block: Funding Portals under the CROWDFUND Act”, UC Davis Business Law Journal 2013, Vol. 13, 177-205.

- JOLLS, C., SUNSTEIN, C. R., en THALER, R., “A Behavioral Approach to Law and Economics”, Stan. L. Rev. 1998, Vol. 50, 1471-1550.

- MARTIN, T. A., “The JOBS Act of 2012: Balancing Fundamental Securities Law Principles With the Demands of the Crowd”, 34 p, http://ssrn.com/abstract=2040953.

- MASHBURN, D., “The anti-crowd pleaser: fixing the crowdfund act’s hidden risks and inadequate remedies”, Emory L.J. 2013, Vol. 63, 127-174.

- MILANTS, G., “Een beursintroductie praktisch bekeken”, Bank Fin. 2004, afl. 7, 365-376.

- MOLLICK, E., “The dynamics of crowdfunding: An exploratory study”, J. of Business Venturing 2014, Vol. 29, 1-16.

- PAREDES, T. A., “Blinded by the Light: Information Overload and Its Consequences for Securities Regulations”, Wash. U. L. Q. 2003, Vol. 81, 417-485.

- RIPKEN, S. K., “The dangers and drawbacks of the disclosure antidote: towards a more substantive approach to securities regulation”, Baylor, L. Rev. 2006, Vol. 58, 139-204.

- SIGAR, K., “Fret no more: inapplicability of crowdfunding concerns in the internet age and the JOBS Act’s safeguards”, Admin. L. Rev. 2012, Vol. 64, 473-506.

- STEPHENSON, A. D., KNIGHT, B.R., en BAHLEDA, M., “From revolutionary to palace guard: the role and requirements of intermediaries under proposed regulation crowdfundiing”, Mich. J. Private Equity & Venture Cap. L. 2014, Vol. 3, 231-255.

- SUROWIECKI, J., The Wisdom of Crowds: Why the many are smarter than the few and how collective wisdom shapes business, economies, societies, and nations, U.SA., Anchor Books, 2005, 336 p.

- The Federalist Society for Law and Public Policy Studies, “Corporations, Deregulating the markets: the JOBS Act”, Del. J. Corp. L. 2013, Vol. 38, 476-516.

- VITINS, M., “Crowdfunding and Securities Laws: What the Americans are Doing and the Case for an Australian Crowdfunding Exemption”, J.L. Inf. & Sci. 2012-2013, Vol. 22, 92-127.

- WILLIAMSON, J. J., “The JOBS Act and Middle-Income Investors: Why It Doesn’t Go Far Enough”, Yale L. J. 2012-2013, Vol. 122, 2069-2080.

- WROLDSEN, J. S., “The Social Network and the Crowdfund Act: Zuckerberg, Saverin, and Venture Capitalists’ Dilution of the Crowd”, Vand. J. Ent. & Tech. L. 2012-2013, Vol. 15, 583-635.

3.2.Belgische rechtsleer

- BELLEFLAMME, P. en LAMBERT, T., “Crowdfunding: Some Empirical Findings and Microeconomic Underpinnings”, Bank Fin. 2014, afl. 4, 288-296.

- BLUMBERG, J. P., “De uitgifte van naakte warrants of autonome inschrijvingsrechten op aandelen in naamloze vennootschappen”, TRV 1989, 122-130.

- BYTTEBIER, K., Handboek Financieel Recht, Antwerpen, Kluwer, 1995, 480 p.

- CERFONTAINE, J., “Art. 460 W.Venn.”, in X., Vennootschappen en verenigingen. Artikelsgewijze commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, 2002, 9 p.

- COLAERT, V., en VAN DYCK, T., “MiFID en de gedragsregels – Een nieuw juridisch kader voor beleggingsdiensten”, TBH 2008, afl. 3, 226-279.

- COLEBUNDERS, L., “Crowdfunding: waarom, soorten en werking”, Bank Fin. 2014, afl. 6, 468-476.

- COOREMAN, T., “Het belang van het financieel plan”, De Venn. 2008, afl. 7, 4-5.

- CORNELIS, L., en PEETERS, J., “Gedragsregels van bemiddelaars bij transacties in financiële instrumenten getoetst aan het aansprakelijkheidsrecht”, in WYMEERSCH, E. (ed.), Financieel Recht tussen Oud en Nieuw, Antwerpen, Maklu, 1996, 621-685.

- CULOT, H., “La prime d’émission”, Rev.prat.soc. 2006, afl. 4, 455-501.

- DECOSTER, S. en LEWALLE, C., “Le crowdfunding: réglementation applicable, enjeux et perspectives”, Rev.banc.fin. 2014, 455-467.

- DE SCHRYVER, V., “Prospectusaansprakelijkheid”, in E. WYMEERSCH, Financieel recht tussen oud en nieuw, Antwerpen, Maklu, 1996, 337-364.

- DE WULF, H., “Aandeelhoudersvorderingen met het oog op schadevergoeding – of waarom elke aandeelhouder vergoeding van reflexschade kan vorderen, België class actions moet invoeren en de minderheidsvordering moet hervormen”, in 10 jaar wetboek vennootschappen in werking, Mechelen, Kluwer, 2011, 475-522.

- DIRIX, E., “Art. 1598 BW”, in X., Bijzondere overeenkomsten. Artikelsgewijze commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, 1986, 2 p.

- DUPLAT, M., “Évolutions récentes en manière d’information des investisseurs: la nouvelle directive prospectus” in INSTITUUT FINANCIEEL RECHT (ed.), 
Financiële regulering in de kering, Antwerpen, Intersentia, 2012, 417-434.

- FREDERICQ, L., Traité de droit commercial belge, IV, Gent, Fecheyr, 1950, 592 p.

- GEENS, K., en LAGA, H., "Overzicht van rechtspraak vennootschappen 1986-1991", TPR 1993, 945-1170.

- GEERAERT, D., en KEUSTERMANS, J., “De openbare uitgifte van effecten”, Jura Falc. 1982-1983, 315-353.

- HORSMANS, G., en TOSSENS, J.-F., “Réflexions sur la nature et le régime juridique des valeurs mobilières et des autres instruments financiers”, in, Centre J. RENAULD (ed.), Le nouveau droit des marchés financiers, Brussel, Larcier, 1992, 151-182.

- JACOBS, G., en MACOURS, K., “Dividendsplitsing naar bedrijfstak: de uitgifte van tracking stock”, TRV 2000, 303-325.

- KEUSTERMANS, J.-F., “De gewijzigde Prospectuswet doorgelicht”, TRV 2014, 347-358.

- KRUITHOF, M., “Privaatrechtelijke remedies tegen inbreuken op reglementaire gedragsregels inzake beleggingsdiensten: zorgplicht, know your customer en best execution”, in DAEMS, H., DE MEULENEERE, I., FELTKAMP, R., HOUSSA, C., en STEENNOT, R. (eds.), Bescherming van de consument in het financieel recht, Anthemis Intersentia, Antwerpen, 2012, 155-201.

- LEWALLE, C., “Publication, par la FSMA, de deux communications relatives au ‘crowdfunding’”, Bank Fin. 2012, afl. 3-4, 224-227.

- MEULEMANS, D., en CALLENS, C., “Krachtlijnen van de Wet van 22 april 2003 op de openbare aanbieding van effecten”, T.Fin.R. 2005, afl. 3, 1106-1125.

- NELISSEN GRADE, J.-M., en DE VOS, B., “Het verloop van de openbare uitgifte en de emissieprospectus”, T.Fin.R. 2005, afl. 3, 1138-1164.

- PATTYN, J., Aandeelhoudersovereenkomsten. Overdrachtsbeperkingen en stemafspraken in een niet-publieke nv, Gent, Larcier, 2012, 204 p.

- PEETERS, J., en VAN DYCK, T., “De Prospectusplicht in de prospectuswet van 16 juni 2006. Toepassingsgebied, draagwijdte en vrijstellingen”, BFR 2006, 167-210.

- RAES, D., “Le crowdfunding: un mode de financement issu de la pratique”, in M. GREGOIRE, Le droit bancaire et financier en mouvement, Brussel, Bruylant, 2013, 85-200.

- RESTEAU, C., BENOIT-MOURY, A. en GREGOIRE, A., Traité des Sociétés Anonymes, I, 3e ed., Brussel, Swinnen H., 1981, 461 p.

- ROELENS, D., en STEEVENS, S., “Winstbewijzen praktisch bekeken”, TRV 2010, afl. 4, 283-303.

- STEENNOT, R., en DEJONGHE, S., Handboek consumentenbescherming en handelspraktijken, Antwerpen, Intersentia, 2007, 628 p.

- SUNT, C., “Schuldeffecten uitgegeven door vennootschappen. Een overzicht”, in Liber Amicorum Yvette Merchiers, Brugge, die Keure, 2001, 579-599.

- TILLEMAN, B.,  “Statutaire variaties inzake overdrachtsbeperkingen bij niet-publieke naamloze vennootschappen”, in BUYSSENS, F., GEENS, K., LAGA, H., TILLEMAN, B., en VERBEKE, A.-L. (eds.), Vennootschapsrechtelijke clausules voor het notariaat: liber amicorum prof. dr. Luc Weyts, Gent, Larcier, 2012, 255-357.

- TILLEMAN, B., “Volmacht en sterkmaking bij oprichting van vennootschappen”, in X., De oprichting van vennootschappen en de opstartfase van ondernemingen, Brugge, die Keure, 2003, 319-372.

- TISON, M., en DE VOS, C., “Bijzondere wetgeving: financiële diensten”, in STUYCK, J (ed.), Consumentenzakboekje, Mechelen, Kluwer, 2002, 185-273.

- TROPLONG, R. T., Commentaire du contrat de société en matière civile et commerciale, Brussel, Meline, Cans et Compagnie, 1843, 748 p.

- VAN BOVEN, R., “Het financieel plan: de juridische aspecten”, Acc.& Tax 2005, afl. 3, 14-22.

- VAN BRUYSTEGEM, B., “Commentaar bij art. 232 W.Venn.”, in X., Vennootschappen en verenigingen. Artikelsgewijze commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, Boek IV. De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, Titel III, Hfdstk. I., 2003, 5 p.

- VAN BRUYSTEGEM, B., “Commentaar bij art. 510 W.Venn. (oud art. 41§2 Venn.W.)”, in X., Vennootschappen en verenigingen. Artikelsgewijze commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, 2003, 30 p.

- VAN CAUWENBERGE, A., “De Belgische regelgeving over de financiële markten: een evenwicht tussen ‘principles based regulation’ en ‘rule based regulation’? ” in Van alle markten - Liber Amicorum Eddy Wymeersch, Antwerpen, Intersentia, 2008, 893-924.

- VAN CLEYNENBREUGEL, P., “Gedragsregels in het financieel recht: Enkele beschouwingen over gedragsregels als rechtsbron naar aanleiding van de implementatie van MiFID in het Belgisch recht”, Jura Falc. 2008-2009, afl. 1, 77-118.

- VAN DYCK, T., De Geharmoniseerde Prospectusplicht, Brugge, die Keure, 2010, 813 p.

- VAN EENOO, D., “De openbare uitgifte van effecten en de prospectusplicht. De wet van 22 april 2003. Knelpunten inzake het toepassingsgebied”, T.Fin.R. 2005, afl. 3, 1126-1137.

- VAN GERVEN, D., “Overdrachtsbeperkingen van aandelen”, in VERBEKE, A., DERYCKE, H., LALEMAN, P., en VAN GERVEN, D., (eds.), Vermogensplanning met Effect bij Leven: Rechtspersoon, Gent, Larcier, 2009, 9-13.

- VAN OEVELEN, A., “Een verkoopsovereenkomst met een ongeoorloofd voorwerp en een ongeoorloofde prijs”, in B. TILLEMAN en P. FORIERS (eds.), De koop, Brugge, Die Keure, 2002, 1-16

- VAN OMMESLAGHE, P., en DIEUX, X., “Examen de jurisprudence: les sociétés commerciales”, RCJB 1993, 639-824.

- VAN RYN, J., Principes de droit commercial, I, Brussel, Bruylant, 1954, 549 p.

- VAN RYN, J., en HEENEN, J., Principes de droit commercial, III (2e ed.), Brussel, Bruylant, 1981, 709 p.

- VERGAUWEN, J., “Converteerbare obligaties. Het verschijnsel van de 'Verwatering' en de Wettelijke Bescherming”, Jura Falc. 2011-2012, afl. 2, 391-411.

- WYCKAERT, M., Kapitaal in N.V. en B.V.B.A. Vermogens- en kapitaalvorming door inbreng – Rechten en plichten van vennoten, Kalmthout, Biblo, 1995, 803 p.

- WYMEERSCH, E., “Les règles de conduite relatives aux opérations sur instruments financiers – l’article 36 de la loi du 6 avril 1995”, Bank Fin. 1995, 574-592.

- WYNANT, L., “De aansprakelijkheid van overheidstoezichthouders”, RW 2003-2004, afl. 40, 1563-1574.

- X., “De rol van het financieel plan”, De Venn. 2005, afl. 5, 12-13.

- X. “De uitgiftepremie: het kapitaal van de vennootschap”, De Venn. 2005, afl. 6, 6-7.

3.3.Andere rechtsleer en literatuur

- AFM, “Crowdfunding – Naar een duurzame sector; Onderzoek naar (toezicht op) de crowdfundingsector”, december 2014, 46 p.

- AGRAWAL, A., C. CATALINI, C., en GOLDFARB, A., “The Geography of Crowdfunding”, 2011, 56 p, http://ssrn.com/abstract=1692661.

- BIERENS, B., GRUNDMANN-VAN DE KROL, C. M., LEMSTRA, D. J. R., en STEVENS, T. M., “Het Handboek beursgang: een inleiding”, in BIERENS, B., GRUNDMANN-VAN DE KROL, C. M., LEMSTRA , D. J. R., en STEVENS, T. M., Handboek beursgang, Deventer, Kluwer, 2011, 1-24.

- BIERENS, B., en ZIJP, P., “De rol van de begeleidende banken”, in BIERENS, B., GRUNDMANN-VAN DE KROL, C. M., LEMSTRA, D. J. R., en STEVENS, T. M., Handboek beursgang, Deventer, Kluwer, 2011, 327-370.

- BLUM, B., en GOLDFARB, A., “Does the internet defy the law of gravity?”, Journal of International Economics, Vol. 70, 384-405.

- BONNEAU, T, “La régulation du crowdfunding dans le monde”, RISF 2014, afl. 2, 3-4.

- DE BUYSERE, K., GAJDA, O., KLEVERLAAN, R., en MARON, D., in samenwerking met European Crowdfunding Network, “A Framework for European Crowdfunding”, oktober 2012, 40 p, www.crowdfundingframework.eu.

- DOUW & KOREN, “Crowdfunding in België 2014 – De status van crowdfunding in België”, 12 maart 2015, 12 p, http://douwenkoren.nl/crowdfunding-in-belgie-2014.pdf.

- Euronext Rule Book, Book I: Geharmoniseerde regels, Hoofdstuk 6, 53-66, 27 februari 2015 https://www.euronext.com/nl/regulation/market-rules.

- FUCHITA, Y., “Protecting Investors While Encouraging the Supply of Risk Capital”, Nomura Journal of Capital Markets winter 2014, Vol. 5, afl. 3, 1-20.

- HORTACSU, A., MARTINEZ-JEREZ, F. A., en DOUGLAS, J., “The Geography of Trade in Online Transactions: Evidence from eBay and MercadoLibre”, American Economic Journal: Microeconomics 2009, Vol. 1, 53-74.

- KPMG en STIBBE, “Crowdfunding: actiegericht onderzoek tot stimuleren van crowdfunding als financieringswijze van (startende) ondernemingen via het opzetten van een digitaal en kennisplatform”, 2 augustus 2013, 126 p, www.agentschapondernemen.be/sites/default/files/rapport_crowdfunding_door_stibbe_en_kpmg.pdf.

- PIERRAKIS, Y., en COLLINS, L., “Crowdfunding: a new innovative model of providing funding to projects and businesses”, 23 p, http://ssrn.com/abstract=2395226.

- Réglement d’usage de la marque collective, Plate-forme de financement participatif régulée par les autorites francaises, approuvée par Le Ministre des Finances et des Comptes publics, Le Ministre de l’Economie, de l’Industrie et du Numérique, 23 december 2014, http://www.tresor.economie.gouv.fr/File/410196.

- WARDROP, R., ZHANG, B., RAU, R., and GRAY, M., “Moving Mainstream: The European Alternative Finance Benchmarking Report”, EY en University of Cambridge, februari 2015, 43 p, http://ec.europa.eu/finance/general-policy/docs/crowdfunding/150304-presentations-ecsf_en.pdf.

- WILSON, K. E., en TESTONI, M., “Improving the role of equity crowdfunding in Europe’s capital markets”, Bruegel Policy Contribution 2014, afl. 9, 14 p, http://www.bruegel.org/publications/publication-detail/publication/844-improving-the-role-of-equity-crowdfunding-in-europes-capital-markets/.

IV.           Documenten Europese Unie

- Europese Commissie, Consultation document, “Crowdfunding in the EU – Exploring the added value of potential EU Action”, 3 oktober 2013, 12 p, http://ec.europa.eu/internal_market/consultations/2013/crowdfunding/docs/consultation-document_en.pdf.

- European Crowdfunding Network, “Review of Crowdfunding regulation: interpretations of existing regulation concerning crowdfunding in Europe, North America and Israel”, oktober 2013, 246 p, http://www.eurocrowd.org/wp-content/blogs.dir/12/files/2013/12/ECN-Review-of-Crowdfunding-Regulation-2013.pdf.

- Europese Commissie, Memo, “Communication on crowdfunding in the European Union – Frequently Asked Questions”, 7 maart 2014, 8 p, http://europa.eu/rapid/press-release_MEMO-14-240_en.htm.

- Europese Commissie, Communication from the Commission to the European Parliament, the Council, the European Economic and Social Committee and the Committee of the Regions, “Unleashing the potential of Crowdfunding in the European Union”, COM (2014) 172 final, 27 maart 2014, 12 p, http://ec.europa.eu/internal_market/finances/docs/crowdfunding/140327-communication_en.pdf.

- Europese Commissie, Press release, “Commission roadmap to meet the long-term financing needs of het European Economy”, 27 maart 2014, 4 p, http://europa.eu/rapid/press-release_IP-14-320_en.htm.

- European Securities and Market Authority, “Opinion on Investment-based crowdfunding”, ESMA/2014/1378, 18 december 2014, 40 p, http://www.esma.europa.eu/system/files/2014-1378_opinion_on_investment-based_crowdfunding.pdf.

V.             FSMA mededelingen en jaarverslagen

- Bankcommissie, Jaarverslag 1987-1988.

- Bankcommissie, Jaarverslag 1988-1989.

- Bankcommissie, Jaarverslag 1990-1991.

- CBFA, Jaarverslag DC 2004.

- FSMA, Mededeling van 12 juli 2012, “Reglementair kader voor crowdfunding”, FSMA_2012_15, 14 p.

- FSMA, Bijlage Mededeling van 12 juli 2012, “Reglementair kader voor crowdfunding”, FSMA_2012_15-1-6, 10 p.

- FSMA, Mededeling 12 juli 2012, “Crowdfunding”, FSMA_2012_16; 2 p.

Universiteit of Hogeschool
Master in de Rechten
Publicatiejaar
2015
Kernwoorden
Share this on: