Na kijken komt schrijven

Carmen
Adams

Deze masterproef onderzoekt of er een verschil is in de resultaten van een schrijftaak, wanneer studenten vooraf een schrijfproces of een schrijfproduct observeerden. Het observerend leren zou een oplossing kunnen bieden voor de schrijfvaardigheid, die erg complex en daardoor moeilijk aan te leren is. Het observerend leren kan echter niet zomaar in elke situatie worden ingezet, maar is afhankelijk van enkele onderliggende factoren zoals de aanwezigheid van een goed model, de aandacht van de observator, de manier waarop hij het geleerde vastzet in zijn systeem en de motivatie die hij heeft om de taak uit te voeren. Wanneer die factoren aanwezig zijn, zou observerend leren dus een positief effect kunnen hebben op het schrijfproduct van leerlingen. Uit eerder onderzoek van Braaksma (2000, 2002, 2004), Raedts (2009), Couzijn (2005) en Rijlaarsdam (2005,2008) bleek al dat leerlingen die andere leerlingen observeerden, achteraf een betere schrijftaak uitvoerden dan leerlingen die niet van tevoren hadden geobserveerd. Het observeren van een schrijfproces zou de cognitieve belasting bij leerlingen dan ook zienderogen doen dalen, waardoor er meer ruimte vrij komt voor het leren schrijven.

Aan dit onderzoek namen 65 participanten deel uit het vijfde middelbaar ASO die aan moesten tonen of het observeren van een schrijfproces effectiever was dan het kort bekijken van een schrijfproduct. Van die 65 participanten observeerden 43 studenten eerst een schrijfproces van een goede en een minder goede schrijfster. Na observatie dienden ze de betere schrijfster aan te duiden en te verklaren waarom ze die keuze hebben gemaakt. De overige 22 participanten, de zogenaamde controlegroep, voerden dezelfde opdracht uit, maar kregen gedurende vijf minuten slechts het schrijfproduct te zien van diezelfde modellen. Na die observatie, voerden de studenten een soortgelijke schrijftaak als die van de modellen uit. Vervolgens beoordeelden twee onafhankelijke beoordelaars de verschillende teksten. Ze kenden scores toe op basis van acht vooropgestelde parameters uit vier verschillende categorieën: opbouw, alinea’s, inhoud en taalcorrectheid. Vervolgens werd er een tekstanalyse uitgevoerd die moest aantonen of er verschillen waren tussen de teksten van de observatieklassen en de controlegroep.

Uit die analyse blijkt dat er voor een klein aantal parameters significante verschillen optreden. De grootste verschillen duiken op bij de onderdelen die de modellen wel of niet expliciet verwoorden in het observatiefilmpje. 

Bibliografie

Bailey, K.D. (1994). Methods of social research. New York: The Free Press.

Bandura, A. (1971). Social Learning Theory. New York: General Learning Press.

Bandura, A. (1981). Self-referent thought: A developmental analysis of self-efficacy. Social cognitive development: Frontiers and possible futures, p. 200-239. Cambridge : Cambridge University Press.

Bandura, A. (1986). Social cognitive theory. Annals of child development, Vol.6, p.1-60.

Bandura, A. (1994). Self-efficacy. Encyclopedia of human behavior, 4, p. 71-81.

Bell, B.A., Salkin, N.J. (2010). Encyclopedia of Research Design: Pretest–Posttest Design. Thousand Oaks: SAGE Publications Inc.

Bénabou R., Tirole, J. (2003). Intrinsic and Extrinsic Motivation. The Review of Economic Studies, Vol. 70 (3), p. 489-520.

Bhagwan-Snetselaar, R. (2008). Observational Learning in Instructional Second Language Writing. Utrecht:  Universiteit Utrecht.

Bickman, L., Rog, D.J. (2009). Applied social research methods. California: SAGE Publications Inc.

Black, K. (2011). Business Statistics: For Contemporary Decision Making. United States of America : John Wiley & Sons.

Braaksma, M. (2000). ‘Leren-door-observeren’ in het schrijf- en leesonderwijs. Levende Talen Magazine, 87 (8), p. 30-31. Geraadpleegd op 6 april 2015, via http://taalunieversum.org/onderwijs /onderzoek/publicatie/423.

Braaksma, M., Rijlaarsdam, G., & Van den Bergh, H. (2002). Observational learning and the effects of

model-observer similarity. Journal of Educational Psychology, 94, p. 405-415.

Braaksma, M. (2002). Observational learning in argumentative writing. Amsterdan Universiteit.

Braaksma, M., Rijlaarsdam, G. (2004). Schrijven en leren schrijven. Levende Talen Magazine, 3, p. 17-21.

Braaksma, M., Rijlaarsdam, G., van den Bergh, H. (2011). Hypertekst schrijven en observerend

leren als didactiek: effecten op schrijfvaardigheid en kennisverwerving. VONK, 40 (3), p. 3-23.

Braaksma, M., Rijlaarsdam, G., van den Bergh, H., Van Hout-Wolters, B. (2004). Observational Learning and Its Effects on the Orchestration of Writing Processes. Cognition and Instruction, 22 (1), p. 1-36.

Braaksma, M., Rijlaarsdam, G., van den Bergh, H., Van Hout-Wolters, B. (2007). Observerend leren en de effecten op de organisatie van schrijfprocessen. Levende Talen Tijdschrift, 8 (4), p. 1-23.

Brown, A.F. (1940). Learning to write effectively. The American Journal of Nursing, 40 (11), p. 1256- 1260. Geraadpleegd op 11 november 2014, via http://www.jstor.org/discover/10.2307/ 3414673?uid=3737592&uid=2&uid=4&sid=21104593318531.

Brysbaert, M. (2006). Psychologie. Gent: Academia Press.

Bund, A., Wiemeyer, J. (2004). Self-controlled learning of a complex motor skill: Effects of the learners’ preferences on performance and self-efficacy. Germany : Darmstadt University of Technology. Geraadpleegd op 29 december 2014 via http://www.uni-oldenburg.de/fileadmin/ user_upload/sport/ download/andreasbund/publikationen/Publikation_25.pdf

Byrne, R.W., Russon, A.E. (1998). Learning by imitation : A hierarchical approach. Behavioral and Brien Sciences, 21, p.667-721. Geraadpleegd op 23 november 2014, via http://www.yorku.ca/arusson/Papers/Byrne%20&%20Russon%20-%20BBS%20-%209….

Chaiklin, S. (2003). The Zone of Proximal Development in Vygotsky’s Analysis of Learning and Instruction. Vygotsky’s educational theory and practice in cultural context. Cambridge: Cambridge University Press.

Clement, M., Laga, L. (2014). Steekkaarten doceerpraktijk. Leren en hoe leren ondersteunen Antwerpen: Garant. Geraadpleegd op 11 november 2014, via  https://www.kuleuven.be/onderwijs/ steekkaarten/leeractiviteiten/leren-en-hoe-leren-ondersteunen.pdf.

Clement, M., Laga, L. (2014). Steekkaarten doceerpraktijk. Motivatie. Antwerpen: Garant. Geraadpleegd op 11 november 2014, via  https://www.kuleuven.be/onderwijs/ steekkaarten/leeractiviteiten/leren-en-hoe-leren-ondersteunen.pdf.

Cohen, J. (1960) A coefficient of agreement for nominal scales. Educational and Psychological Measurement 20, p. 37-46.

Couzijn, M., & Rijlaarsdam, G. (2004). Learning to read and write argumentative text by observation of peer learners. In G. Rijlaarsdam, H. Van den Bergh & M. Couzijn (Eds.), Effective Teaching and Learning of Writing: A handbook of writing in education (2nd ed., p. 241-258). Amsterdam: Amsterdam University Press.

Couzijn, M, Rijlaarsdam, G. (1995). Leren lezen en schrijven door kijken en luisteren. Naar een nieuwe didactiek voor lees- en schrijfonderwijs. Bundel 8, Achtste conferentie Het Schoolvak Nederlands. Geraadpleegd op 24 december 2014, via http://taalunieversum.org/onderwijs/conferentie_het_schoolvak_nederland…

Daly, J., Miller, M. (1975). The Empirical Development of an Instrument to Mea-sure Writing Apprehension. Research in the Teaching of English, 9, p.242-249.

De Smet, M., Broekkamp, H., Brand-Gruwel, S., Kirschner, P. (2010). Outline-tool helpt om beter te leren schrijven. Onderwijsinnovatie, 4, p. 32-34. 

De Wachter, L., Heeren, J. (2014). Schrijfbegeleiding met effect: observerend leren en collaboratief schrijven voor talig minder sterke studenten. 28ste conferentie Onderwijs Nederlands, p. 70-74.

Eekens, T., Meestringa, T. (2013). Beoordeling van en feedback op schrijfvaardigheid. SLO, tweede fase, Enschede.

Flower, L., Hayes, J.R. (1981). A cognitive process theory of writing. College Composition and Communication, 32, p.365-387.

Geerts, M., Timmermans, S., Van den Branden, K., Van Gorp, K., Verheyen, T. (2004). Het Schrijfpaleis. Motiverende schrijftaken voor de lagere school. Leuven: Steunpunt Nederlands als tweede taal.

Groenendijk, T., Janssen, T., Rijlaarsdam, G., van den Bergh, H. (2011). The effect of observational learning on students’ performance, processes, and motivation in two creative domains. British Journal of Educational Psychology.

Jonkers, M. (2013). Wie observeert, leert. Universiteit Utrecht. Geraadpleegd op 1 mei 2015, via http://dspace.library.uu.nl/handle/1874/299658.

Kellogg, R.T. (1994). The psychology of writing. New York: Oxford University Press.

Kellogg, R.T. (2008). Training writing skills: A cognitive development perspective. Journal

of Writing Research, 1(1), p. 1-26.

Kieft, M., Rijlaarsdam, G. (2006). Leren, schrijven en schrijfstrategieën. VONK, 35 (5), p. 3-14.

Kieft, M., Rijlaarsdam, G. (2003). Recensies schrijven: de brug tussen schrijfvaardigheid en literatuur. VONK, 32 (4), p. 3-18.

Koomen, R. (2014). Bevorderen van het niveau van wetenschappelijk schrijven bij studenten door middel van observerend leren. Universiteit Leiden. Geraadpleegd op 15 oktober 2014, via https://openaccess.leidenuniv.nl/handle/1887/28385.

Kouwenberg, B., Hoogeveen, M. (2007). Denken met je vingers. Biblion, Leidschendam.

Malschaert, P. (2011). Over de effecten van feedback bij de didactiek Leren-door-observeren. Utrecht Universiteit.

Marchal, J.T., van Venrooij, E. (2011). Lezen, oefenen, vinkje… Kan dat niet anders? Universiteit Utrecht. Geraadpleegd op 19 november 2011, via http://dspace.library.uu.nl/handle/1874/206018.

Meestringa, T., Ravesloot, C. (2013). Schrijven in de tweede fase. Levende talen magazine 2013, 6, p. 6-11.

Padmos, T. (2013). Wat werkt in lees- en schrijfonderwijs? Nieuwsbrief taal en onderwijs december 2013. Centrum voor Taal en Onderwijs. Geraadpleegd op 12 november 2014, via http://www.cteno.be/ downloads/publicaties/nieuwsbrief_19_leesenschrijfonderwijs.pdf

Pajares, F. (2003). Self-efficacy beliefs, motivation, and achievement in writing: a review of the litterature. Reading & Writing Quarterly, 19, p. 139-158.

Piena, I. (2006). Horen, zien en leren debatteren. Negende conferentie Het schoolvak Nederlands, bundel 19, p. 79- 85. Geraadpleegd op 30 november 2011, via http://taalunieversum.org/onderwijs/ conferentie_het_schoolvak_nederlands/bundels/19/79/.

Pieper, A., Siersema, A. (2013). De invloed van chronotype en tijdstip van de dag op schoolprestaties. Geraadpleegd via http://www.knawonderwijsprijs.nl/bestandenafbeeldingen/2014/ NG_ Deinvloedvanchronotypeentijdstipvandedagopschoolprestaties.pdf, op 18 februari 2015.

Pollmann, E. Prenger, J. De Glopper, K. (2012). Het beoordelen van leerlingteksten met behulp van een schaalmodel. Levende Talen Tijdschrift, 13 (3), p.14-24.

Raedts, M., Rijlaarsdam, G., Daems, F., Van Waes, L. (2009). Observerend leren van peer models bij een complexe schrijftaak. Tijdschrift voor Taalbeheersing, 31 (2), p. 142-165.

Rasenberg, M. (2014). Schrijfvaardigheid: kennen is kunnen? Universiteit Utrecht.

Rijlaarsdam, G. (2005). Observerend leren. Deel 1: ontwerpadviezen uit onderzoek verkregen. Tijdschrift Levende Talen, 6 (4), p. 10-20.

Rijlaarsdam, G. (2005). Observerend leren. Deel 2: Een kernactiviteit in taalvaardigheidsonderwijs. Tijdschrift Levende Talen, 6 (4), p. 21-28.

Rijlaarsdam, G., Braaksma, M., Couzijn, M., Janssen, T., Raedts, M., Van Steendam, E., Toorenaar, A., & Van den Bergh, H. (2008). Observation of peers in learning to write, Practice and Research. Journal of Writing Research, 1 (1), p. 53-83.

Schoonen, R. & Glopper, C.M. de (1992).Toetsing van schrijfvaardigheid: problemen en mogelijkheden. Levende Talen, 470, 187-195.

Schunk, D. H., Hanson, A. R., & Cox, P. D. (1987). Peer-model attributes and children’s achievement behaviors. Journal of Educational Psychology, 79, 54–61.

Schunk, D. H. (1987). Peer models and children's behavioral change. Review of Educational Research, 57, 149- 174.

Schunk, D. H., & Zimmerman, B. J. (1997). Social origins of self-regulatory competence. Educational

Psychologist, 32, 195-208.

Schunk, D. H., & Zimmerman, B. J. (2007). Influencing children’s self-efficacy and self-regulation of reading and writing through modeling. Reading and Writing Quarterly, 23, 7-25.

Sheskin, D.J. (2003). Handbook of parametric and nonparamatric statistical procedures: third edition. Chapman & Hall/ CRC.

Van Aarssen, K. (2014). Handgeschreven schrijfproducten versus getypte teksten. Universiteit Amsterdam.

Van Berkel, H., Bax, A., Joosten-ten Brinke, D. (2014). Toetsen in het hoger onderwijs. Houten: Bohn Stafleu van Loghum.

Vanmaele, L. (2002). Leren schrijven van informatieve teksten. Leuven: Universitaire Pers.

Van Rooijen, C. (2013). Kan schrijfvaardigheid betrouwbaar gemeten worden? Universiteit Utrecht.

Van Waes, L., Cuvelier, P., Jacobs, G., De Ridder, I. (2003). Studies in taalbeheersing. Assen: Koninklijke van Gorcum.

Verhulst, F.C., Verheij, F. (2006). Kinder- en jeugdpsychiatrie. Assen: Koninklijke van Gorcum BV.

Williams, J.D., Takaku, S. (2011). Gender, Writing Self-efficacy, and Help Seeking. International Journal of Business, Humanities and Technology, 1 (3), p. 46- 54.

Wodkte, K., Brown, B. (1967). Social learning and imitation. Review of Educational Research, 37 (5), p. 514-538. Geraadpleegd via http://www.jstor.org/stable/1169510 op 24 december 2014.

Zimmerman, B.J. (1990). Self-Regulated Learning and Academic Achievement: An Overview. Educational Psychologist, 25 (1), p. 3-17.

Zimmerman, B.J. (2000). Achieving Self-Regulation: The Trial and Triumph of Adolescence. Academic Motivation of Adolescents, p. 7-27. 

Download scriptie (565.42 KB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2015