Over de compatibiliteit van ons huidig westers strafrecht met de recente inzichten in de neurobiologie rond het concept 'vrije wil'

Arne
De Jaegere

Natural born killers 2.0.

Augustus 2012.

Het ganse land schreeuwt moord en brand wanneer Michelle Martin onder voorwaarden vrijkomt. De federale politie moet versterking bieden om de menigte aan de poorten van het klooster van Malonne in bedwang te houden. En wanneer de echtgenote van de meest gehate burger van het land enkele maanden later beslist om een kappersbezoek te brengen aan de kust, is het hek volledig van de dam. Iedereen lijkt het er over eens te zijn: zo’n mens moet zwaar gestraft worden. Louter en alleen omdat ze het verdient. Oog om oog, tand om tand.

Klinkt allemaal vrij aannemelijk, maar klopt het wel?  Verdienen criminelen wel degelijk hun straf? Zijn ze volledig verantwoordelijk voor hun gedrag? Kortom: bestaat er zoiets als ‘de vrije wil’?

Wat Als?

Met deze vragen in zijn achterhoofd begon Arne De Jaegere, student Rechten aan de KU Leuven, in februari 2014 te werken aan zijn masterproef. Hij stak zijn neus op bij rechters, parketmagistraten, politici, professoren, filosofen, advocaten en gerechtspsychiaters en merkte al snel op dat er gevoelige snaren werden geraakt.

Het leek wel alsof de student even in een opname van ‘Wat Als?’ terecht was gekomen. Ja, misschien brengt deze masterproef de fel geprezen programmamakers wel op ideeën? ‘Wat als de vrije wil niet bestaat’, waarom niet? Oké, de titel klinkt misschien niet zo sexy als ‘Wat als servetten niet bestonden?’ of ‘Wat als iedereen sprak als een Marokkaan?’, maar what’s in a name? Beeld u de sketch even in: Bruno Vandenbroucke en Charlotte Vandermeersch die met een kalasjnikov een wegrestaurant binnenlopen en iedereen koelbloedig afknallen. Wanneer de arm der wet hen vervolgens in de boeien slaat, vertellen ze hen doodleuk dat ze er helemaal niets aan konden doen. Slechte jeugd, slechte genen, je weet wel. Waarop een goede kijker het schuldgevoel meteen ziet opflakkeren in de ogen van de agenten met de onmiddellijke vrijlating van de criminelen tot gevolg. Laatste scène: een politiecommissaris belt aan bij Bruno en Charlotte thuis en overhandigt hen een imposante bos bloemen met daaraan zo’n kartonnen kaartje. ‘Sorry’. Quentin Tarantino’s Natural Born Killers 2.0.

 

Johannes Calvijn

Dat het ‘vrije wil-debat’ niet alleen filmmakers, maar ook wetenschappers intrigeert, is duidelijk.  Tik maar eens ‘de vrije wil’ in op Google. Je zal merken dat er al snel wordt gesproken over ‘neurologisch calvinisme’.

Ja, inderdaad: calvinisme. Je weet wel, die leer genoemd naar protestant Johannes Calvijn, de reformator die het had over predestinatie en determinisme. Moeilijke termen, maar simpel gezegd: ‘alles ligt vast, alles wordt op voorhand bepaald’. Plak daar nu nog eens het woord ‘neurologisch’ voor en je weet al snel waarover het gaat: onze hersenen bepalen alles en wij, die denken dat we alles zelf beslissen en kiezen, zijn eigenlijk dwaze slaven van ons eigen verstand. “Wij zijn ons brein”, Dick Swaab schreeuwde het in 2011 met zijn bestseller al van de daken.

Eén ding is zeker: al snel wordt duidelijk dat mensen veel minder vrij zijn dan ze zelf (willen) denken. Hoe werken onze hersenen? Hoe maken we eigenlijk écht keuzes? Zijn er bepaalde prikkels die rechtstreeks aanleiding geven tot gedrag? Bestaat er zoiets als een ‘moordenaarsgen’?  In welke mate spelen opvoeding en omgeving een rol? Sociologen, neurologen, criminologen, filosofen, biologen, politicologen, ze hebben allemaal wel al eens hun zegje gedaan in dit rijke debat.

 

Wat Dan?

Help? Klinkt dit alles niet zeer apocalyptisch in de oren? Hoe kunnen we al deze “wetenschappelijke inzichten” verzoenen met ons schuldstrafrecht? Voor de leken onder ons, even ‘strafrecht voor dummies’ in enkele regels.

Het Belgisch strafrecht gaat ervan uit dat mensen vrij zijn om hun gedrag te kiezen. Je kiest dus om ‘slecht’ te handelen en bent dus volledig verantwoordelijk  voor je gedrag. Het is dus volstrekt normaal dat je hiervoor gestraft wordt, want je verdient het. Maar als nu zou blijken dat mensen net niet vrij zijn, wat dan? Laat daar nu net geen film over bestaan.

Er is echter genoeg stof tot nadenken. Moeten we alle gevangenisdeuren  nu zomaar openzetten?  Schadevergoedingen betalen aan criminelen die werden opgesloten? En iedereen maar een beetje laten moorden, verkrachten en stelen? Dure woorden als de ‘deresponsabilisering van het individu’ passeren de revue. Bye bye Society.

 

Tijd voor Copernicus

Net dan, op het moment dat alles voor goed verloren lijkt, komen er theorieën op de proppen die het strafrecht doen herrijzen als een feniks uit zijn as. Oké, straffen om te straffen is écht niet meer van deze tijd. Galen Strawson, één van dé autoriteiten in dit vakgebied durft het zelf zo te stellen:  ‘Mensen straffen of belonen voor hun daden omdat ze het verdienen is even rechtvaardig als ze straffen of belonen voor de (natuurlijke) kleur van hun haar of de natuurlijke vorm van hun gezicht’.

Maar om dan meteen het einde der (rechts)tijden te moeten aankondigen is net weer een stap te ver. Al snel blijkt dat het ook anders kan, dat enkele simpele ingrepen al veel teweeg kunnen brengen.  Maar dan moeten de betogers aan het klooster van Malonne ook gaan beseffen dat Martin misschien ook maar het slachtoffer is van haar eigen tekortschietende geest. En laat nu net dat het probleem zijn van onze tijd.

Bibliografie

1. Wetgeving


Artikel 71 Strafwetboek.
Artikel 382bis, eerste lid, 4° Strafwetboek.
Artikel 382quater Strafwetboek.
Wet van 31 mei 1888 tot de invoering van de Voorwaardelijke Invrijheidsstelling in het strafstelsel, BS 3 juni 1888.
Wet van 1 juli 1964 tot bescherming van de maatschappij tegen abnormalen en de gewoontemisdadigers, BS 17 juli 1964.
Artikel 36bis Wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade, BS 15 april 1965.
Artikel 57bis Wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade, BS 15 april 1965.
Wet van 5 maart 1998 betreffende de voorwaardelijke invrijheidsstelling en tot wijziging van de Wet van 9 april 1930 ter bescherming van de maatschappij tegen de abnormalen en de gewoontemisdadigers, vervangen door de Wet van 1 juli 1964, BS 2 april 1998.
Wet van 18 maart 1998 tot instelling van de commissies voor de voorwaardelijke invrijheidsstelling, BS 2 april 1998.
Wet van 21 april 2007 betreffende de internering van personen met een geestesstoornis, BS 13 juli 2007.
78
Wet tot wijziging van de wet van 17 mei 2006 betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten met het oog op de verbetering van de aanpak van seksueel misbruik en feiten van pedofilie binnen een gezagsrelatie, BS 22 april 2013.
Wet van 17 maart 2013 tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en de wet van 17 mei 2006 betreffende de externe rechtspositie van veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende strafmodaliteiten, BS 19 maart 2013.
Wet van 15 december 2013 houdende diverse bepalingen met het oog op de verbetering van de positie van het slachtoffer in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten, BS 19 december 2013.
Wetsontwerp betreffende de voorwaardelijke invrijheidsstelling en tot wijziging van de Wet van 9 april 1930 ter bescherming van de maatschappij tegen de abnormalen en de gewoontemisdadigers, vervangen door de Wet van 1 juli 1964, Parl. St., Kamer, 1996-1997, 1070/I,3.

 

2. Rechtspraak

Rb. Antwerpen, vonnis van 14 oktober 1997.
Hof Amsterdam, 14 juni 1939, NJ 1940, 34.
Cass. 26 september 2003, NJW 2004, afl. 62, 271.
HR Nederland, 19 februari 1963, NJ 1963, 512.
HR Nederland, 15 juli 1985, NJ 1986, 184.
HR Nederland, 12 november 1985, NJ 1986, 327.
Bayout v. Francesco. 2009, RGAssise App. 6/2008 RGNR 1685/2007, RG. sent 5, dd 18 settembre 2009.

 

3. Artikels


BAKER, L.A.; BARTON, M. en RAINE, A., “The Southern California Twin Register at the University of Southern California”, Twin Research 2002, 5, 456-459.
BAKER, L.A.; JACOBSEN, K.; RAINE, A.; LOZANO, D.I. en BEZDJIAN, S., “Genetic and environmental bases of childhood antisocial behavior: a multi-informant twin study”, Journal of Abnormal Psychology 2007, 116, 219-235.
BALLEW II, C.C. en TODOROV, A., “Predicting political elections from rapid and unreflective face judgements”, PNAS 2007, 17948-17953.
BARGH, J.A. ; CHEN, M. en BURROWS, L., “Automaticity of social behavior: direct effects of trait construct and stereotype activation on action”, Journal of Personality and Social Psychology 1996, 233-236.
BAUM, M.L., “The Monoamine Oxidase A (MAOA) Genetic Predisposition to Impulsive Violence: Is It Relevant to Criminal Trials? “, Neuroethics 2013, 6, 287-306.
BAUMEISTER, R.F.; MASICAMPO, E.J. en NATHAN DEWALL, C., “Prosocial benefits of feeling free: disbelief in free will increases aggression and reduces helpfulness”, Personality and Social Psychology Bulletin 2009, 35, 260-268.
BECHARA, A., DAMASIO, H., TRANEL, D. en DAMASIO, A.R., “Deciding advantageously before knowing the advantageous strategy”, Science 1997, 1293.
BERTELSEN, P., “Intentional activity and free will as core concepts in criminal law and psychology”, Theory Psychology 2012, 47-48.
BOS, J.T.K., “Het schuldoordeel als machtswoord“, Recht en Kritiek 1982, 5-42.
BRENNAN, P.; GREKIN, E. en MEDNICK, S., “Maternal smoking during pregnancy and adult male criminal outcomes“, Archives of General Psychiatry 1999, 56, 215-219.
80
BURNS, K. en BECHARA, A., “Decisionmaking and free will: a neuroscience perspective”, Behavioral science and the law 2007, 266-267.
BURUMA, Y., “Strafrechtelijk regeringsbeleid in de veiligheidsstaat”, in BOONEN, K.; CLEIREN, C.; FOQUE, R. en DE ROOS, TH. (red.), De weging van het ’t Hart. Idealen, waarden en taken van het strafrecht, Deventer, Kluwer, 2002.
BURUMA, Y., “Over biologie, technologie en strafrecht”, JV 2008-1, 34, 89-98.
BURUMA, Y., “De vrije wil en het recht”, in SIE, M.(red.), Hoezo vrije wil? Perspectieven op een heikele kwestie, Rotterdam, Lemniscaat, 2011, 93-106.
CASPI, A.; MCCLAY, J.; MOFFITT, T.; MILL, J. en MARTIN, J., “Role of genotype in the cycle of violence in maltreated children“, Sciene 297, 2002, 851-854.
CARLSMITH, K.M.; DARLEY, J.M. en ROBINSON, P.H., “Why do we punish. Deterrence and just deserts as motives for punishment“, Journal of Personality and Social Psychology 2002, 83, 284-309.
CLAESSEN, J.A.A.C., “Strafrecht en Verlichting”, JV 2013-1, 121-136.
CORNELIS, L., “Onrechtmatige daden in De Codex Faliekante Redelijkheid (DCFR) “, in VUYE, H. en LEMENSE, Y. (eds.), Springlevend aansprakelijkheidsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2011, 1-132.
COSYNS, P. “De forensische geestelijke gezondheidszorg in Vlaanderen op een keerpunt: het licht schijnt in de duisternis?”, in BRUGGEMAN, W.; DE WREE, E.; GOETHALS, J. e.a. (eds.), Van pionier naar onmisbaar. Over 30 jaar Panopticon, Antwerpen, Maklu, 2009, 385-388.
DAEMS, T., “Naschokken van de zaak-Dutroux: zoeklicht op strafuitvoering”, in BEYENS, K.; DAEMS, T. en MAES, E.(eds.), Exit gevangenis? De werking van de strafuitvoeringsrechtbanken en de wet op de externe rechtspositie van veroordeelden tot een vrijheidsstraf, Pan. Libri 6, Antwerpen, Maklu, 2014, 19.
81
DAY, N.L. ; RICHARDSON, G.A. ; GOLDSCHMIDT, J. en CORNELIUS, M.D., “Effects of prenatal tobacco exposure on preschoolers’ behavior“, Journal of Developmental and Behavioral Pediatrics 2000, 21, 670-676.
DE CLERCK, S., Oriëntatienota Strafbeleid en Gevangenisbeleid, Brussel, juni 1996.
DE KEIJSER, J.W., “Doelen van straf. Morele theorieën als grondslag voor een legitieme strafrechtspleging”, in VAN STOKKOM, B. (red.), Straf en herstel. Ethische reflecties over sanctiedoeleinden, Den Haag, Boom Juridische uitgevers, 2004, 43-65.
DE RUITER, C., “Paradigmashift in het strafrecht: einde van de toerekeningsvatbaarheid?” in OEI, T.I. en KEISER, L.H.M. (eds), Forensische psychiatrie onderweg. In de spiegel kijken naar het verleden en koersen naar de toekomst, Nijmegen, Wolf Legal Publishers, 2008, 295.
DIJKSTERHUIS, A., “Think different: the merits of unconscious thought in preference development and decisionmaking”, Journal of Personality and Social Psychology 2004, 589-590.
DUFF, R.A., “Who is responsible, for what, to whom? “, Ohio State Journal of Criminal Law 2005-2, 440-461.
DUNN, B.D.; DALGLEISH, T. en LAWRENCE, A.D., “The somatic marker hypothesis: a critical evaluation”, Neuroscience and Biobehavioral Reviews 2006, 265.
DUPONT, L., “De voorstellen van de subcommissies en hun samenhang”, in AERTSEN, I.; BEYENS, K.; DE VALCK, S. en PIETERS, F. (eds.), De Commissie Holsters buitenspel? De voorstellen van de commissie Strafuitvoeringsrechtbanken, externe rechtspositie en gedetineerde en straftoemeting, Brussel, Politeia, 2004, 119.
FELTHOUS, A.R., “The will: from metaphysical freedom to normative functionalism”, The Journal of the American Academy of Psychiatry and Law 2008-1, 36, 16-24.
FIJNAUT, C., “De voorlopers van de moderne criminologie in België en Nederland”, JV 2010, 10-29.
82
FRIED, I. ; KATZ, A. ; MCCARTH, G.; SASS, K.J.; WILLIAMSON, P.; SPENCER, S.S. ; SPENCER, D., “Functional organization of human supplementary motor cortex studies by electrical stimulation”, Journal of Neuroscience 1991, II, 3656-3666.
GIBBONS, A., , “Tracking the evolutionary history of a warrior gene”, American Association of Pysical Anthropologists meeting, Science 2004, 304, 818.
GREENE, J. en COHEN, J.D., “Neurowetenschappen veranderen niets en alles aan het rechtssysteem”, JV 2008, 102.
GROVE, W.M.; ECKERT, L.; BOUCHARD, T.J. en SEGAL, N., “Heritability of substance abuse and antisocial behavior: a study of monozygotic twins reared apart”, Biological Psychiatry 27, 1990, 1293-1304.
GUPTA, R.; KOSCIK, T.R., BECHARA, A. en TRANEL, D., “The amygdala and decision-making”, Neuropsychologia 2011, 761.
HAGGARD, P., “Conscious intention and motor cognition”, TRENDS in Cognitive Sciences 2005, 290.
HANOULLE, K. en VERBRUGGEN, K., “Ivorentorenmentaliteit in de kerkers? Het problematische begrip toerekeningsvatbaarheid”, in X., Het strafrecht bedreven. Liber amicorum Alain De Nauw , 319-335.
HENGEVELD, M.W., “De psycho(patho)logie van het wilsleven” in OEI, T.I. en MEYNEN, G. (eds.), Toerekeningsvatbaarheid: over vrije wil, wetenschap en recht, Nijmegen, Wolf Legal Publishers, 2011, 10.
JONES, M., “Overcoming the myth of free will in criminal law: the true impact of the genetic revolution”, Duke Law Journal 2003-5, 52, 1031-1053.
KELK, C., “Verschuivende mensbeelden van gedetineerden”, in CLAESSEN, J.A.A.C. en DE VOCHT, D.L.F. (red.), Humaan strafwerk. Liber amicorum Gerard de Jonge, Nijmegen, Wolf Legal Publishers, 2012, 196.
83
KELK, C., “Individuele verantwoordelijkheid en herstel“, in VAN STOKKOM, B. (red.), Straf en herstel. Ethische reflecties over strafdoeleinden, Den Haag, Boom Juridische Uitgevers, 2002, 261.
LAMME, V.A.F., “Controle, vrije wil en andere kletskoek”, JV 2008, 82-83.
LAVAZZA, A. en DE CARO, M., “Not so fast. On some bold neuroscientific claims concerning human agency”, Neuroethics 2010, 31.
LEILICH, J., “Hoe irrationeel zijn libertariërs? Peter Bieri over de vrije wil“, Filosofie 2011-3, 11, 9-14.
LEVY, N., “Libet’s impossible demand“, Journal of Consciousness Studies 2005-12, 67-76.
LI, X.; LU, Z.; D’ARGEMBEAU, A.; NG, M. en BECHARA, A., “The iowa gambling task in fMRI images”, Human Brain Mapping 2010, 411.
LIBET, B.; GLEASON, C.A.; WRIGHT, E.W. en PEARL, D.K.,“Time of conscious intention to act in relation to onset of cerebral activity (readiness potential). The unconscious initiation of a freely voluntary act”, Brain 1983, 623-642.
LIBET, B., “Do we have free will? “, in SINNOTT-ARMSTRONG, W. en NADEL, N. (red.), Conscious will and responsability, New York, Oxford University Press, 2011, 1-10.
LOKHORST, G.J.C., “Hersenen en recht. Geen koninklijke weg”, JV 2008, 67.
MCDERMOTT, R.; TINGLEY, D.; COWDEN, J.; FRAZZETTO, G. en JOHNSON, D.D.P., “Monoamine oxidase A gene (MAOA) predicts behavioral agression following provocation”, Proceedings of the National Academy of Sciences USA 2009, 106, 2118-2123.
MEDNICK, S.A. ; GABRIELLI, W.H. en HUTCHINGS, B., “Genetic influences in criminal convictions: Evidence from an adoption cohort“, Science 1984, 224, 891-894.
84
MEYNEN, G., “Waarom forensische psychiaters met de ‘vrije wil’ te maken hebben” in OEI, T.I. en MEYNEN, G. (eds), Toerekeningsvatbaarheid: Over vrije wil, wetenschap en recht, Nijmegen, Wolf Legal Publishers, 2011, 60.
MEYNEN, G., “Een juridische standaard voor ontoerekeningsvatbaarheid?”, NJB 2013, 21, 1384-1390.
MOOIJ, A.W.M., “De vraag naar toerekeningsvatbaarheid”, Ontmoetingen: Voordrachtenreeks van het Lutje Psychiatrisch‐Juridisch Gezelschap 2005, nr. 11, (7) 11.
MOOIJ, A.W.M., “Toerekeningsvatbaarheid”, in RAES, B.C.M. en BAKKER, F.A.M. (eds.), De psychiatrie in het Nederlandse recht, Deventer, Kluwer, 2007, 85.
MORSE, S.J., “Rationality and responsability“, Southern California Law Review 2000-1, 74, 251-268.
MORSE, S.J., “Criminal responsibility and the disappearing person“, Cardozo Law Review 2007-6, 28, 2545-2575.
MORSE, S.J., “The non-problem of free will in forensic psychiatry and psychology”, Behavioral Sciences and the Law 2007, 212.
MORSE, S.J., “Determinism and the death of folk psychology: Two challenges to responsibility from neuroscience“, Minnesota Journal of Law, Science and Technology 2008-1, 9, 1-36.
MORSE, S.J., “Avoiding irrational neurolaw exuberance: a plea for neuromodesty“, Mercer Law Review 2011-1, 62, 837-859.
OEI, T.I., “Vrije wil, verantwoordelijkheid, toerekeningsvatbaarheid” in OEI, T.I. en MEYNEN, G. (eds), Toerekeningsvatbaarheid: Over vrije wil, wetenschap en recht, Nijmegen, Wolf Legal Publishers, 2011, 31.
85
PARDO, M.S. en PATTERSON, D., “Philosophical foundations of neuroscience“, University of Illinois Law Review 2010-4, 1212-1250.
PIETERS, F., “Maar, wat als en mogelijkerwijze“, in AERTSEN, I.; BEYNENS, K.; DAEMS, T. en MAES, E. (eds.), Hoe punitief is België?, Antwerpen/Apeldoorn, Maklu, 169-175.
PIQUERO, A. en TIBBETTS, S., “The impact of pre/perinatal disturbances and disadvantaged familial environment in predicting criminal offending“, Studies on Crime & crime Prevention 1999, 8, 52-70.
RADDER, H. en MEYNEN, G., “Does the brain “initiate” freely willed processes? A philosophy of science critique of Libet-type experiments and their interpretation“, Theory & Psychology 2012.
RAINE, A. en VENABLES, P.H., “Tonic heart rate level, social class and antisocial behaviour in adolescents”, Biological Psychology 1984, 18, 123-132.
RAINE, A.; BUCHSBAUM, S. en STANLEY, J., “Selective reductions in prefrontal glucose metabolism in murderers”, Biological Psychiatry 1994, 6, 365-373.
RAINE, A.; MELOY, J.R.; BIHRLE, S.; STODDARD, J. en LACASSE, L., “Reduced prefrontal and increased subcortical brain functioning assessed using positron emission tomography in predatory and affective murderers”, Behavioral Sciences and the Law 1998, 16, 319-332.
RANTAKALLIO, P.; LAARA, E.; ISOHANNI, M. en MOILANEN, I., “Maternal smoking during pregnancy and delinquency of the offspring: as association without causation?“, International Journal of Epidemiology 1992, 21, 1106-1113.
ROEF, D., “Strafrechtelijke verantwoordelijkheid in de risicomaatschappij”, in VOS, E. en VAN CALSTER, G. (red.), Risico en voorzorg in de rechtsmaatschappij, Antwerpen, Intersentia, 2004, 201.
ROEF, D., “Hoe vrij moet de wil in het strafrecht zijn? Een beschouwing over verantwoordelijkheid, wilsvrijheid en neurodeterminisme”, in F. KOENRAADT en R.
86
WOLLESWINKEL (red.), Homo ludens en humaan strafrecht. Gedenkbudel dr. Peter Bal, Den Haag, Boom Lemma Uitgevers, 2011, 3-26.
ROEF, D., “Welke vrije wil heeft het strafrecht nodig?”, JV 2013-1, 40-53.
ROSKIES, A.L. ,“How does the neuroscience of decision making bear on our understanding of moral responsibility and free will?”, Current Opinion in Neurobiology 2012, 1023.
SCHAMPS, G., “Het voorzorgsbeginsel en het aansprakelijkheidsrecht: naar een nieuwe grondslag voor burgerlijke aansprakelijkheid in het Belgische recht? “, in VOS, E. en VAN CALSTER, G. (red.), Risico en voorzorg in de rechtsmaatschappij, Antwerpen, Intersentia, 2004, 171-201.
SCHEIRS, V., “Van Jules Lejeune tot de Strafuitvoeringsrechtbanken, ‘state of the art’ en overzicht van een kabbelend juridiseringsproces” in ROZIE, M.; VERSTRAETE, A.; TOURNEL, H.; SCHREIRS, V.; BEKAERT, P. en BOSSUYT, A., De Praktijkjurist XVIII, Strafrecht en maatschappij, Gent, Story Publishers, 2012, 75.
SOON, C.S.; BRASS, M.; HEINZE, H. en HAYNES, J., “Unconscious determinants of free decisions in the human brain”, Nature Neuroscience 2008, 543-545.
SHARIFF, A.F.; SCHOOLER, J. en VOHS, K.D., “The Hazards of Claiming to have solved the hard problem of free will” in BAERN, J.; KAUFMAN, J.C. en BAUMEISTER, R.F. (eds.), Are we free? Psychology and free will, New York, Oxford University Press, 2008, 188.
SLORS, M., “Neurowetenschappen en vrije wil“, in SIE, M. (red.), Hoezo vrije wil? Perspectieven op een heikele kwestie, Rotterdam, Lemniscaat, 2011, 159-170.
SNACKEN, S., “De commissie Holsters dan toch buitenspel?”, in BEYENS, K.; DAEMS, T. en MAES, E. (eds.), Exit gevangenis? De werking van de strafuitvoeringsrechtbanken en de wet op de externe rechtspositie van veroordeelden tot een vrijheidsstraf, Pan. Libri 6, Antwerpen, Maklu, 2014, 170.
87
SPRIET, B. en MARLIER, G.,“Aanranding van de eerbaarheid en verkrachting in het begin van de 21e eeuw (2000-2012)”, in VERBRUGGEN, F.; VERSTRAETEN, R. en SPRIET, B. (eds.), Themis Straf- en strafprocesrecht, afl. 79, Brugge, Die Keure, 135.
STRAWSON, P., “Reason, responsibility and free will: reply to my critics“, The Journal of Ethics 2012, vol. 16(2), 175-209.
STREISSGUTH, A.P.; BOOKSTEIN, F.L.; BARR, H.M.; SAMPSON, P.D.; O’MALLLEY, K. en YOUNG, J.K., “Risk factors for adverse life outcomes in fetal alcohol syndrome and fetal alcohol effects“, Developmental and Behavioral Pediatrics 2004, 25, 228-238.
TUBEX, H., “Dimensies van punitiviteit”, Orde van de Dag 2013, afl. 61, 9-10.
URBANIOK, F., LAUBACHER, A., HARDEGGER, J., ROSSEGGER, A., ENDRASS, J. en MOSKVITIN, K., “Neurobiological determinism: human freedom of choice and criminal responsibility”, International journal of offender therapy and comparative criminology 2012, 176-178.
VANDENBERGHE, H.; VAN QUICKENBORNE, M.; WYNANT, L. en DEBAENE, M., “Overzicht van rechtspraak (1994-1999). Aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad”, TPR 2000, 18, a, 1610- 1614.
VAN STEENBRUGGE, W., “De internering van delinquenten met een geestesstoornis. Enkele beschouwingen bij het voorontwerp van wet, in het licht van artikel 6 van het EVRM‐verdrag”, Orde van de dag 2001, afl. 15, 61- 67.
VAN STOKKOM, B.A.M., “Actieve verantwoordelijkheid in het strafrecht“, JV 2013-1, 90-105.
VAN SWAANINGEN, R., “Justitie als verzekeringsmaatschappij. “Actuarial Justice” in Nederland”, JV 5, Deventer, Gouda Quint, 1996, 81.
VEDDER, A., “Convergerende technologieën, verschuivende verantwoordelijkheden”, JV 2008, 63.
88
VEREECKEN, K., “Interview met gerechtspsychiater Chris Dillen: Vechten tegen de bierkaai – ‘Een mens is zelden volledig normaal’”, De Standaard 31 maart en 1 april 2012.
VINCENT, N., “Responsability, dysfunction and capacity“, Neuroethics (1), 2008-3, 199-204.
VINCENT, N., “On the relevance of neuroscience to criminal responsability“, Criminal Law and Philosophy 2010-1, 4, 77-98.
VOHS, K.D. en SCHOOLER, J.W., “The value of believing in free will. Encouraging a belief in determinism increases cheating”, Psychological Science 2008, 19, 49-54.
WAKSCHLAG, L. en HANS, S., “Maternal smoking during pregnancy and conduct problems in high-risk youth: a developmental framework“, Development and Psychopathology 2002, 14, 351-369.
WEIS, K., “Lidstaat kan EU-burger uitzetten na veroordeling voor seksueel misdrijf”, De Juristenkrant 2012, afl. 251, 3.
WEYTS, B., “Objectieve aansprakelijkheid“, in XXXIII Postuniversitaire cyclus Willy Delva: Aansprakelijkheid, aansprakelijkheidsverzekering en andere schadevergoedingssystemen, Gent, Gandaius, 2007.
WEYTS, B. “De wet productaansprakelijkheid: het voorzienbaar foutief gebruik van een product en de legitieme veiligheidsverwachtingen van het ‘grote publiek’ “, noot onder Cass. 26 september 2003, RW 2004-05, afl. 1, 23-25.
WILLIAMS, G., “Responsibility“, Internet Encyclopedia of Philosophy, 2006, (www.iep.utm.edu/responsi/).
89


4. Boeken

ABICHT, L., De Verlichting vandaag, Antwerpen/Amsterdam, Houtekiet, 2007.
ADAMS, M., Verantwoordelijkheid en recht, Mechelen, Kluwer, 2006.
BECCARIA, C.B., Over misdaden en straffen, Antwerpen, Kluwer, 1982.
BENTHAM, J., An introduction to the principles of morals and legislation, London, The Athlone Press, 1970.
BIERI, P., Handwerk van de vrijheid. Over de ontdekking van de eigen wil, Amsterdam, Wereldbibliotheek, 2007.
BOUVERNE-DE BIE, M.; KLOECK, K.; MEYVIS, W.; ROOSE, R. en VANACKER, J., Handboek forensisch welzijnswerk, Gent, Academia Press, 2002, 6-7.
BOVENS, M., Verantwoordelijkheid en organisatie, Zwolle, Tjeenk Willink, 1990.
CASSELMAN, J. en COSYNS, P., Gerechtelijke psychiatrie, Leuven, Garant, 1995, 46‐53.
CLAES, E., Legaliteit en rechtsvinding in het strafrecht: een grondslagentheoretische benadering, Leuven, Universitaire Pers, 2003.
CLAESSEN, J.A.A.C., Misdaad en straf. Een herbezinning op het strafrecht vanuit mystiek perspectief, Nijmegen, Wolf Legal Publishers 2010.
CLEIREN, P.M. en NIJBOER, J.F., Strafrecht: tekst en commentaar, Deventer, Kluwer, 2010.
DAWKIN, R., The Selfish Gene, Amsterdam, Contact, 1986.
DE JONG, D.H. en KNIGGE, G., Het materiële strafrecht, Deventer, Kluwer, 2003.
90
DE JONG, F., Daad-schuld. Bijdrage aan een strafrechtelijke handelingsleer met bijzondere aandacht voor de normativering van het delictsbestanddeel opzet, Den Haag, Boom Juridische uitgevers, 2009.
DE KOGEL, C.H., De hersenen in beeld. Neurobiologisch onderzoek en vraagstukken op het gebied van verklaring, reductie en preventie van criminaliteit, Den Haag, Boom Juridische Uitgevers, 2008.
DE NAUW, A., Inleiding tot het algemeen strafrecht, Brugge, Die Keure, 2010.
DIJKSTERHUIS, A., Het slimme onbewuste, Amsterdam, uitgeverij Bert Bakker, 2008.
DWORKIN, R., Justice for hedgehogs, Cambridge, The Belknap Press of Harvard University Press, 2011.
ENSCHEDÉ, CH.J., Beginselen van strafrecht, Deventer, Kluwer, 2002.
FOUCAULT, M., Discipline, toezicht en straf. De geboorte van de gevangenis, Groningen, Historische Uitgeverij, 2007.
FIJNAUT, C., Verleden, heden en toekomst van de geïntegreerde strafrechtswetenschap, Arnhem, Gouda Quint, 1986.
FOQUE, R.M.G.E., en ’T HART, A.C., Instrumentaliteit en rechtsbescherming. Grondslagen van een strafrechtelijke waardendiscussie, Antwerpen, Kluwer, 1990.
GARLAND, D., The Culture of Control: Crime and Social order in Contemporary Society, Oxford, Oxford University Press, 2001.
GOETHALS, J., Inleiding in de criminologie, Leuven, Acco, 2012.
GUTWIRTH, S., Waarheidsaanspraken in recht en wetenschap, Antwerpen, Maklu, 1993.
HAFFMANS, C., De berechting van de psychisch gestoorde delinquent. Handleiding voor juristen bij vraagstukken op het raakvlak van strafrecht en psychiatrie, Arnhem, Gouda Quint, 1989.
91
HART, H.L.A., Punishment and responsibility, Oxford, Oxford University Press, 1968.
HEGEL, G.W.F., Grundlinien der Philosophie des Rechts oder Naturrecht und Staatswissenschaft im Grundrisse, Frankfurt am Main, Ullstein 1972.
KANT, I., Kritiek van de Praktische Rede, Amsterdam, Uitgeverij Boom, 1788.
KANT, I., Die Metaphysik der Sitten, Frankfurt am Main, Suhrkamp, 1979.
KANT, I., The philosophy of law; an exposition of the fundamental principles of jurisprudence as the science of right, Union (NJ), Lawbook Exchange, 2002.
KOLK, H., Vrije wil is geen illusie. Hoe de hersenen ons vrijheid verschaffen. Amsterdam, Bert Bakker, 2012.
KINNEGING, A., Geografie van goed en kwaad. Filosofische essays, Utrecht, Spectrum, 2005.
KRONENBERG, M.J. en DE WILDE, B., Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht, Deventer, Kluwer, 2007.
LAMME, V.A.F., De vrije wil bestaat niet. Over wie er echt de baas is in het brein, Amsterdam, Bert Bakker, 2010.
LACEY, N., State punishment; political principles and community values, London/New York, Routledge & Kegan, 1988.
LATANE, B. en DARLEY, J.M., The unresponsive bystander: why doesn’t he help?, New York, Appleton-Century-Crofts, 1970.
LIBET, B., Mind time: The temporal factor in consciousness, Cambridge, Harvard University Press, 2004.
LOMBROSO, C., Crime: Its causes and remedies, New York, Montclair, 1868. (Eng. Vert. HORTON, H.; oorspronkelijk gepubliceerd in 1911).
92
MARIS, C.W. en JACOBS, F.C.L.M., Recht, orde en vrijheid: een historische inleiding in de rechtsfilosofie, Groningen, Wolters-Noordhoff B.V., 1997, 228.
MEVIS, P.A.M., Capita Strafrecht: een thematische inleiding, Nijmegen, Ars Aequi Libri, 2009.
MILGRAM, S., Obedience to Authority, New York, Harper Perennial, 2009.
MILL, J.S., Utilitarianism and on liberty, Malden, Blackwell Publishing, 2003.
MONBALLYU, J., Zes eeuwen strafrecht: de geschiedenis van het Belgische strafrecht (1400-2000), Leuven, Acco, 2006, 59.
MONTESQUIEU, C., Over de geest van de wetten, Amsterdam, Boom Juridische Uitgevers, 2006.
OEI, T.I. en GROENHUIJSEN, M.S., Forensische psychiatrie en haar grensgebieden: actualiteit, geschiedenis en toekomst, Alphen aan den Rijn, Kluwer, 2009.
PACKER, H.L., The limits of the criminal sanction, Stanford, Stanford University Press, 1968.
PENROSE, R., The emperor’s new mind, Oxford, Oxford University Press, 1989.
RAES, K. en VANDENDRIESSCHE, D., Van rechtswege(n): politieke en rechtsfilosofische stromingen door de eeuwen heen, Gent, Academia Press, 2008, 65.
RAINE, A., The Anatomy of Violence. The biological roots of crime, Amsterdam, Uitgeverij Balans, 2013.
RAINE, A., The psychopathology of crime: criminal behavior as a clinical disorder, San Diego, Academic Press, 1993.
RAWLS, J., Een theorie van rechtvaardigheid, Rotterdam, Lemniscaat, 2006.
93
SCHEIRS, V., De strafuitvoeringsrechtbank aan het werk, Panopticon libri 8, Antwerpen-Apeldoorn, Maklu, 2014.
SLORS, M., Dat had je gedacht! Brein, bewustzijn en vrije wil, Amsterdam, Boom Juridische Uitgevers, 2012.
STOLWIJK, S.A.M., Een inleiding in het strafrecht in 13 hoofdstukken, Antwerpen, Kluwer, 2010.
SWAAB, D.F., Wij zijn ons brein: van baarmoeder tot Alzheimer, Ruinen, drukkerij Bariet, 2010.
SWENNEN, F., Geestesgestoorden in het Burgerlijk Recht, Antwerpen, Intersentia, 2000.
’T HART, A.C., Instrumentaliteit en rechtsbescherming, Arhem, Gouda Quint, 1990.
’T HART, A.C., Recht als schild van Perseus. Voordrachten over strafrechtstheorie, Arnhem, Gouda Quint, 1991.
TEN, C.L., Crime, guilt and punishment. A philosophical introduction, Oxford, Clarendon Press, 1987.
THIENPONT, K., Over daders. Een basisstudie in de biosociale criminologie, Gent, Academia Press, 2006.
TIEMEIJER, W.L., Hoe mensen keuzes maken. De psychologie van het beslissen, Amsterdam, Amsterdam University Press, 2011.
VAN DEN WYNGAERT, C., Strafrecht en strafprocesrecht in hoofdlijnen. Deel 1: strafrecht, Antwerpen/Apeldoorn, Maklu, 2011, 15.
VERBRUGGEN, F., VERSTRAETEN, R., VAN DAELE, D. en SPRIET, B., Strafrecht als roeping: liber amicorum Lieven Dupont, Leuven, Universitaire pers, 2005.
VERBRUGGEN, F. en VERSTRAETEN, R., Strafrecht en strafprocesrecht voor bachelors. Deel 1, Antwerpen, Maklu, 2012.
94
VERPLAETSE, J., Zonder vrije wil: een filosofisch essay over verantwoordelijkheid, Amsterdam, Nieuwezijds, 2011.
WALKER, N., Why punish? Theories of punishment reassessed, Oxford, Oxford University Press, 1991.
WEGNER, D.M., The illusion of conscious will, Cambridge, MIT Press, 2002.
WILSON, J.Q. en HERRNSTEIN, R., Crime and human nature, New York, 1985.
ZEDNER, L., Criminal Justice, New York, Oxford University Press, 2004, 90.
ZIMBARDO, P.G.; JOHNSON, R.L.; MCCANN, V., Psychologie een inleiding. Amsterdam, Pearson Education, 2009, 513-515.