'Poor Little Belgium': de juridische verwerking van de Duitse oorlogsmisdaden in België na de Eerste Wereldoorlog (1919-1925)

Eduard
Clappaert

Poor Little Belgium’: de juridische verwerking van de Duitse oorlogsmisdaden in België na de Eerste Wereldoorlog

De menschen zijn opgewonden, Er dreigt geen revolutie, maar als zij de attendu’s van het vonnis lezen, dan kookt hun bloed.” – Een reactie op het proces tegen Max Ramdohr in Leipzig, De Standaard (13 juni 1921)

‘The Rape of Belgium’

Wat zeggen de strafprocessen van Leipzig u? De kans is groot dat u op deze vraag ‘niets’ moet antwoorden. Niet gevreesd, ook ik, als historicus in wording, had tot begin vorig academiejaar nooit gehoord van die processen tegen Duitse oorlogsmisdadigers, die na afloop van de Eerste Wereldoorlog plaatsvonden voor het Duitse Hooggerechtshof.

Dat het brede Belgische publiek zo weinig weet over de verwerking van Duitse oorlogsmisdaden na de Eerste Wereldoorlog is frappant. Ons kleine landje was immers proportioneel gezien het grootste slachtoffer van wreedheden tijdens de Duitse invasie en bezetting, waaronder brandstichtingen, plunderingen en willekeurige executies op grote schaal.

In de geallieerde propaganda was ‘the Rape of Belgium’ dan ook hét symbool voor de Duitse barbaarsheid tijdens de oorlog. Ook vandaag, meer dan honderd jaar na datum, blijven de traumatische herinneringen aan de Duitse misdaden tegen de Belgische burgerbevolking in het collectieve geheugen gegrift. Zo bewijst onder meer de herdenking van de Leuvense oorlogsslachtoffers die op 11 november 2014 plaatsvond in mijn geliefde studentenstad.

Een vergeten hoofdstuk

Dat de Belgische bevolking zwaar te lijden had tijdens de Eerste Wereldoorlog is dus algemeen geweten. Maar men lijkt te zijn vergeten dat de Belgen ook na de oorlog nauw betrokken waren bij verschillende nationale en internationale pogingen om Duitse oorlogsmisdadigers te bestraffen.

Het gebrek aan kennis daarover bij het brede publiek weerspiegelt zich bovendien in het historisch onderzoek, dat zich in sterke mate beperkt tot de rol van de grootmachten. De positie van de kleinere betrokken landen, België in het bijzonder, bleef tot nog toe sterk onderbelicht.

Toch moet worden opgemerkt dat er de laatste jaren een hernieuwde aandacht is voor de thematiek. Zo werken onderzoekers van de Université Libre de Bruxelles momenteel aan de digitalisering van de Belgische processen bij verstek tegen Duitse oorlogsmisdadigers in de jaren 1920. Met mijn thesis wil ik inpikken op die positieve trend en nieuw licht werpen op een vergeten, maar fascinerend hoofdstuk uit de Belgische geschiedenis.

Geen ‘happy end’

Uit diepgaand literatuur- en archiefonderzoek is gebleken dat de Belgen zich na de oorlog in een diplomatiek wespennest begaven, waarbij ze niet enkel in conflict kwamen met Duitsland, maar ook met hun voormalige bondgenoten. De verwerking van Duitse oorlogsmisdaden was voor de Belgen dan ook een verhaal zonder ‘happy end’.

Dat is meteen ook een mogelijke verklaring voor het gebrek aan kennis over de kwestie. Iedere natie herdenkt immers liever de glorieuze hoofdstukken uit haar geschiedenis. In ons geval het heroïsche verzet van de Belgische bevolking tijdens de oorlog en de zware tol die ze daarvoor heeft betaald. Maar tegenover het heldhaftige epos van ‘Brave Little Belgium’ staat de tragedie van een land dat na de oorlog hoopte op gerechtigheid, maar haar belangen systematisch ondermijnd zag worden.

Teleurstelling in Versailles

Na de oorlog hongerde het Belgische volk naar gerechtigheid. Op het vredescongres van Versailles, begin 1919, hoopten de Belgische vertegenwoordigers dan ook een toonaangevende rol te spelen in de onderhandelingen over de bestraffing van Duitse oorlogsmisdadigers. Zo toonden zij zich voorstanders van het vooruitstrevende idee om een permanent internationaal tribunaal op te richten, waarvoor Duitsland beklaagden zou moeten uitleveren.

Onder druk van de Amerikanen – en zonder enige inspraak van de Belgen – zagen de geallieerde grootmachten echter af van dat idee. In plaats daarvan werd in artikel 228 van het vredesverdrag vastgelegd dat “personen beschuldigd van inbreuken op de wetten en gebruiken van de oorlog” konden worden berecht voor “geallieerde nationale of gemengde militaire tribunalen.”

Met het oog op een onverbiddelijke uitvoering van artikel 228, stelden de Belgen in oktober 1919 een lijst op van 1058 beklaagden die Duitsland zou moeten uitleveren ter berechting. Maar onder druk van de Britten, die streefden naar de “symbolische bestraffing” van een beperkt aantal notoire misdadigers, zagen de Belgen zich genoodzaakt hun beschuldigdenlijst drastisch in te korten.

Tegelijkertijd verzette Duitsland zich tegen de gedwongen uitleveringen. De Duitsers pleitten daarentegen om zelf beklaagden te berechten voor hun Hooggerechtshof in Leipzig. Frankrijk en België weigerden aanvankelijk enige toegeving, want, zoals een Belgische ambassadeur het formuleerde, “de publieke opinie zou geen strafloosheid tolereren voor misdaden waarvan de gruwel de verbeelding oversteeg.” Maar de Belgen werden opnieuw voor een voldongen feit geplaatst toen Groot-Brittannië en Frankrijk alsnog instemden met het Duitse voorstel.

Het schandaal van Leipzig

De processen die in de zomer van 1921 plaatsvonden voor het Duitse Hooggerechtshof in Leipzig verliepen, op zijn zachtst gezegd, bedroevend voor de Belgen. De eerste en enige Belgische zaak die door het Reichsgericht werd behandeld draaide uit op een farce. Wegens gebrek aan bewijsmateriaal en betrouwbare getuigenissen werd Max Ramdohr – de beruchte ‘Beul van Geraardsbergen’ - vrijgesproken, tot grote woede van het Belgische volk. Na dat eerste schijnproces besloot de Belgische regering om haar vertegenwoordigers permanent uit Leipzig terug te trekken en eigenhandig de uitlevering van Duitse beklaagden te eisen.

Zoals gevreesd weigerde Duitsland om ook maar één beschuldigde aan België uit te leveren. Om de publieke opinie alsnog tevreden te stellen, besloot de Belgische regering om vanaf eind 1924 massaal Duitsers bij verstek te veroordelen voor militaire krijgsraden. Die processen werden echter sterk bekritiseerd, en nog geen jaar later werd besloten om ze stop te zetten. De eindbalans was bijzonder triest voor de Belgen: van de 1058 personen die ze in 1919 hadden aangeklaagd was er eind 1925 geen enkele effectief gestraft.

Straffeloosheid als norm?

De voorbije eeuw zijn er ongetwijfeld grote vooruitgangen geboekt op vlak van internationaal strafrecht, met de oprichting van het Internationaal Strafhof in Den Haag als grote mijlpaal. Toch kunnen we ons de vraag stellen of er sinds Leipzig werkelijk zoveel is veranderd. Vandaag worden we in de media meer dan ooit geconfronteerd met oorlogsgruwelen die het verstand lijken te overstijgen. Dreigt straffeloosheid ook nu te overheersen?

Bibliografie

I. Bronnen

Onuitgegeven bronnen

Brussel, Algemeen Rijksarchief, Ministère de la Justice. Commission d'Enquête sur la Violation du Droit des Gens, des lois et des coutumes de la guerre (archives de la Guerre), F0072. Brussel, Algemeen Rijksarchief, Notulen van de Ministerraad (1916-1949), BE-A0510 / I 252/01.

Brussel, Archief Buitenlandse Zaken, Livraison des coupables. Art 228 du traité de Versailles. Correspondance. Février 1920, CL.B.324 I.

Brussel, Archief Buitenlandse Zaken, Livraison des coupables. Art 228 du traité de Versailles. Correspondance. Février 1920, CL.B.324 II.

Brussel, Archief Buitenlandse Zaken, Livraison des coupables. Art 228 du traité de Versailles. Correspondance. Mars 1920 – Décembre 1920, CL.B.324 III.

Brussel, Archief Buitenlandse Zaken, Livraison des coupables. Art 228 du traité de Versailles. Correspondance. 1ste trimèstre 1921, CL.B.324 IV.

Brussel, Archief Buitenlandse Zaken, Livraison des coupables. Art 228 du traité de Versailles. Correspondance. 2de trimèstre 1921, CL.B.324 V.

Brussel, Archief Buitenlandse Zaken, Livraison des coupables. Art 228 du traité de Versailles. Correspondance. 3de trimèstre 1921, CL.B.324 VI.

Brussel, Archief Buitenlandse Zaken, Livraison des coupables. Art 228 du traité de Versailles. Correspondance. 4de trimèstre 1921, CL.B.324 VII.

Brussel, Archief Buitenlandse Zaken, Livraison des coupables. Art 228 du traité de Versailles. Correspondance. 1e trimèstre 1922, CL.B.324 VIII.

Brussel, Archief Buitenlandse Zaken, Livraison des coupables. Art 228 du traité de Versailles. Correspondance. 1925, CL.B.324 IX.

Brussel, Archief Buitenlandse Zaken, Mise en accusation et demande d’extradition de l’Ex-Kaizer (application de l’art 227 du Traité de Versailles), CL.B.324 X.

Brussel, Archief Buitenlandse Zaken, Livraison des coupables - Extraits des jugements rendus à charge d’allemands coupables, CL.B.324 XII.

Brussel, Archief Buitenlandse Zaken, Coupables de Guerre : Cas Divers, CL.B.324 XIII.

 

Uitgegeven bronnen

DEFOURNY, M., MAYENCE, F., L'Armée allemande à Louvain en août 1914, et le Livre blanc allemand du 10 mai 1915: deux mémoires, Port-Villez, 1917.

German War Trials. Report of Proceedings before the Supreme Court in Leipzig, Londen, 1921.

PASSELECQ, F., Réponse au Livre Blanc allemand du 10 mai 1915: Die Völkerrechtswidrige Führung des belgischen Volkskrieg, Parijs, 1916.

Treaty of peace between the allied and associated powers and Germany and protocol signed at Versailles, June 28, 1919, s.l., 1919.

TSCHOFFEN, M., Le sac de Dinant et les légendes du Livre Blanc allemand du 10 Mai 1915, Leiden, 1917.

VAN DEN HEUVEL, J. (ed.), Rapports sur la violation du droit des gens en Belgique. Première volume. Rapports 1 à 12 de la Commission d’enquête, Parijs & Nancy, 1916.

 

Gedrukte bronnen

‘A la Chambre – Séance du 17 juin 1921 (après-midi) – L’acquittement de Leipzig’, Le Soir (18 juni 1921).

‘Alweer gelijk’, De Schelde (1 februari 1920).

‘Belachelijk’, De Volksstem (19 juni 1921).

‘Belgians convict five Germans by default’, Washington Post (1 februari 1925).

‘Conseil de Guerre de Namur’, Le Soir, (28 mei 1925).

‘Contre les acquittements de Leipzig’, Le Soir (27 juni 1921).

‘De beul van Geeraardsbergen – Nog de vrijspraak’, Het Volk (15 juni 1921).

‘De beul van Geeraardsbergen – Ondanks zijne vele misdaden wordt hij vrijgesproken’, De Standaard (13 juni 1921).

‘De Duitsche oorlogsmisdadigers – De lijst zou verkort worden’, Vooruit (2 & 3 februari 1920).

‘De Duitsche oorlogsmisdadigers – Het proces van den Beul van Geeraardsbergen’, Het Laatste Nieuws (10 juni 1921).

‘De Duitsche oorlogsmisdadigers – Torpedeering van hospitaalschepen’, Het Laatste Nieuws (13 juli 1921).

‘De gewezen Keizer’, Het Volk (2 april 1920),

‘De klucht van Leipzig – De kinderbeulen van Geeraardsbergen’, Gazet van Antwerpen (13 juni 1921).

‘De rechtsgedingen tegen Duitsche oorlogsmisdadigers worden stopgezet’, De Standaard (5 november 1925).

‘De Uitlevering der Plichtigen’, Het Volk (6 februari 1920).

‘De uitlevering van de Duitsche Oorlogsmisdadigers’, Vooruit (5 februari 1920).

‘Een Duitsch protest tegen de uitspraak van het Leipziger gerechtshof’, De Standaard (21 juni 1921).

‘Frankrijk en de Duitsche oorlogsmisdadigers’, Het Laatste Nieuws (24 juni 1922).

‘Het huwelijk van den ex-keizer’, De Volksstem (6 november 1922).

‘In de Kamer – Het proces Ramdohr te Leipzig’, Het Laatste Nieuws (18 juni 1921).

‘In Den Rijksdag – Het debat over ’t verdrag van Locarno’, De Standaard (26 november 1925).

‘L’Allemand Bernstein s’élève contre les verdicts de Leipzig’, La Nation Belge (22 juni 1921).

‘L’extradition des coupables – L’Allemagne voudrait juger ses coupables à Leipzig’, La Nation Belge (5 februari 1920).

‘L’extradition des coupables – C’est la Belgique qui réclame le Kronprinz et Hindenburg’, La Nation Belge (7 februari 1920).

‘La Belgique et la question des coupables’, Le Temps (11 februari 1920).

‘La Semaine – Chiffon de papier?’, Le Soir (9 februari 1920).

‘Le scandale de Leipzig’, La Nation Belge (21 augustus 1921).

‘Le scandale de Leipzig – L’acquittement du bourreau de Grammont provoque une protestation des prisonniers politiques’, La Nation Belge, 22 juni 1921.

‘Les bourreaux de Grammont – Ramdohr est acquitté!’, Le Soir (13 juni 1921).

‘Les conseils de guerre français vont juger les criminels allemands’, L’Avenir (9 augustus 1922).

‘Les coupables seront jugés à Leipzig’, La Nation belge (22 februari 1920).

‘Nederland en de Ex-Keizer’, De Standaard (1 april 1920).

‘Quotidiennes’, La Gazette de Charleroi (13 juni 1921).

‘Rechtzaken – Krijgsraad van Brabant: oorlogsmisdadigers ter verantwoording geroepen’, Het Laatste Nieuws (22 januari 1925).

‘Traduttore, traditore…’, La Nation Belge (22 juni 1921).

‘Un journal allemand blâme la partialité des juges de Leipzig ‘, La Nation Belge (19 juni 1921).

‘WANTED’, Punch or the London Charivari, (21 januari 1921).

‘War-Crime Trials – Hearing at Leipzig Agreed to’, The Times (17 februari 1920), p. 18.

 

II. Werken

BASS, G.J., Stay the hand of vengeance: the politics of war crimes tribunals, Princeton, 2001

DREYER M., LEMBCKE, O., Die deutsche Diskussion um die Kriegsschuldfrage 1918/19, Berlijn, 1993.

DE SCHAEPDRIJVER, De Groote Oorlog: Het Koninkrijk België tijdens de Eerste Wereldoorlog, Amsterdam, 2013.

GARNER, J.W., ‘Punishment of Offenders Against the Laws and Customs of War’, The American Journal of International Law, 14, 1/2, (1920), 70-94.

HANKEL, G., Die Leipziger Prozesse: Deutsche Kriegsbrechen und ihre strafrechtliche Verfolgung nach dem Ersten Weltkrieg, Hamburg, 2003.

HANKEL, G., The Leipzig Trials: German War Crimes and their Legal Consequences after World War I, Dordrecht, 2014.

HORNE, J., KRAMER, A., German Atrocities 1914, a History of Denial, New Haven & Londen, 2001.

HYMANS, P., Mémoires, 2 dln, Brussel, 1958.

KREß, C., ‘Versailles — Nürnberg — Den Haag: Deutschland und das Völkerstrafrecht’, JuristenZeitung, 61, 20 (oktober 2006), 981-991.

LEWIS, M.A., International Legal Movements Against War Crimes, Terrorism, and Genocide, 1919-1948, Ann Arbor, 2008.

LIPKES, J., Rehearsals: the German Army in Belgium, August 1914, Leuven, 2007.

MARKS, S., Innocents Abroad. Belgium at the Paris Peace Conference of 1919, Chapel Hill, 1981.

MARKS, S., ‘Myths and Reparations’, Central European History, 11, 3 (1978), 231-255.

MARKS, S., ‘”My Name is Ozymandias”: The Kaiser in Exile’, Central European History, 16, 2 (1983), 122-170.

MULLINS, C., The Leipzig Trials, Londen, 1921.

R.P. OSZWALD, Der Streit um den belgischen Franktireurskrieg, Keulen, 1931.

SOLIS, G.D., The Law of Armed Conflict: International Humanitarian Law in War, New York, 2010.

‘The Treatment of War Crimes and Crimes Incidental to the War’, Bulletin of International News, 22, 3 (1945), 97.

WILLIS, J.F, Prologue to Nuremberg: the politics and diplomacy of punishing war criminals of the First World War, Westport, 1982.

ZUCKERMAN, L., Het lijden van België: het verzwegen verhaal over de Eerste Wereldoorlog, Amsterdam, 2014.

 

III. Multimedia

P. LAGROU, The Leipzig Trials: Failed Precedent for a Century of International Justice?, 2015 (http://www.historikerdialog.eu/) Laatst geraadpleegd op 26 maart 2015.

M. TORFS, Belgische dwangarbeid tijdens WOI zwaar onderschat, 2015 (http://deredactie.be/) Laatst geraadpleegd 31 mei 2015.

Belgian Research Action through Interdisciplinary Networks (BRAIN-be) (https://www.ulb.ac.be/recherche/presentation/fr-brainbe.html) Laatst geraadpleegd 22 juli 2015.

Download scriptie (2.68 MB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2015
Promotor(en)
Martin Kohlrausch
Thema('s)