Rex-burgemeesters voor het gerecht. De sociale positie van Rex-burgemeesters aan de hand van naoorlogse strafdossiers.

Tom De Munck
Persbericht

Rex-burgemeesters voor het gerecht. De sociale positie van Rex-burgemeesters aan de hand van naoorlogse strafdossiers.

 “Rex-collaborateurs. Paria’s of niet?”

Eind april dit jaar veroorzaakte de samenwerking met de Duitse bezetter tijdens de Tweede Wereldoorlog, oftewel de ‘collaboratie’, opnieuw de nodige hetze. In tegenstelling tot zo vaak waren het ditmaal geen Vlaams-nationalistische politici die het onderwerp waren van de polemiek. Integendeel. Het was PS-politica Laurette Onkelinx – eind vorig jaar uiterst kritisch voor de uitspraken van N-VA-minister Jan Jambon over de collaboratie en voor het bijwonen van een verjaardagsfeest van de veroordeelde Oostfronter Bob Maes door staatssecretaris Theo Francken – die in nauwe schoentjes werd gebracht. Onkelinx werd ervan beschuldigd zelf een kleinkind van een collaborateur te zijn. Haar grootvader was tijdens de bezetting als eerste schepen dienstdoend burgemeester van de Limburgse gemeente Jeuk. Daarvoor verloor opa Onkelinx vijf jaar zijn burgerrechten. Om verder duidelijkheid te verschaffen in de zaak trok ‘Terzake’ op onderzoek uit. Een zoektocht langs (ontoegankelijke) archieven, de vader van Onkelinx en enkele inwoners van Jeuk leverde echter weinig nieuwe inzichten op en finaal konden er geen eenduidige conclusies worden getrokken over het gedrag van grootvader Onkelinx tijdens de bezetting. Gevolg? Meer vragen dan antwoorden.

Deze anekdote toont nog maar eens aan welke diepe wonden de samenwerking van een deel van de Belgische bevolking met de Duitse bezetter tijdens de Tweede Wereldoorlog heeft geslagen. De geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog en de herinnering daaraan blijft tot op de dag van vandaag zijn stempel drukken op het maatschappelijke en politieke bestel. Atypisch aan dit verhaal is dat het deze keer niet ging over Vlaams-nationalistische politici die zich moesten verdedigen voor dat verleden. Nu was het een Waalse socialistische politica die zich moest verantwoorden, daar waar de Waalse publieke opinie normalerwijze een pak negatiever stond tegenover de collaboratie. Getuige daarvan het amnestiedebat dat draaide om het al dan niet herroepen van strafvervolging van de collaborateurs. Voor de Franstalige Belgische politici, ondertussen ook voor de meeste Vlaamse politici, is dit onbespreekbaar.

De verklaring hiervoor is dat na de oorlog geen eensluidende Belgische oorlogsherinnering ontstond. De herinnering aan de Tweede Wereldoorlog werd niet lang na de oorlog geënt op de communautaire breuklijn. In Vlaanderen slaagden de Vlaamse collaborateurs erin  om hun visie ingang te doen vinden in de bredere Vlaamse samenleving. Zij speelden vooral in op de zogezegde harde en onrechtvaardige bestraffing van de collaborateurs. Een bestraffing die, volgens hen, uitermate anti-Vlaams was. Door de focus op deze ‘repressie’ werd de aard van de collaboratie met Nazi-Duitsland  grotendeels buiten beschouwing gelaten. Typerend voor de situatie was dat sommige Vlaamse collaborateurs prominente posities konden innemen in de naoorlogse maatschappij. Iets dat in Franstalig België onmogelijk was. In Wallonië laakte men namelijk op alle manieren de collaboratie. De verklaring die men hiervoor aanhaalde was de maatschappelijke isolatie van de Waalse collaborateurs tijdens en meteen na de oorlog. Dit zette zich door met als resultaat dat de collaboratie tot op de dag van vandaag heftige emoties oproept in het zuiden van België. Maar is dit wel zo? Stonden de Franstalige collaborateurs wel zo geïsoleerd in de samenleving als men altijd had gedacht? Hieromtrent is namelijk nooit wetenschappelijk onderzoek gevoerd. Gelijkaardig onderzoek in Nederland wees al aan dat dit voor Nederlandse collaborateurs met de nodige nuance moet bekeken worden.

Uit onderzoek naar de repressiedossiers van personen die als lid van Rex, de Waalse collaborerende partij van de flamboyante Léon Degrelle, het ambt van burgemeester hadden opgenomen, bleek dat heel wat ‘Rex-burgemeesters’ toch konden rekenen op steun van hun lokale gemeenschap. Zowel lokale notabelen als doorsnee inwoners sprongen in de bres van de verdachte ‘Rex-burgemeesters’. Althans, zo blijkt uit de steunbrieven en petities die het gerecht had ontvangen ten voordele van de verdachten. Omdat hun gedrag als ‘goed bestuur’ werd beoordeeld tijdens de bezetting, waren mensen bereid na de oorlog een goed woordje voor de burgervader te doen. Zelfs leden van het verzet, die een verbeten strijd voerden tegen de rexisten en de bezetter, namen het in verscheidene gevallen op voor de Rex-burgemeester wanneer die hen ten dienste had gestaan. Het doet vragen rijzen over de stereotiepe verbeelding van de oorlog als een strijd van goed tegen slecht; van het verzet tegen de bezetter en haar medestanders. Zoals altijd bevatten zulke zwart-wit-verhalen meer grijstinten dan men op het eerste zicht zou denken. Een andere versterkende factor voor het verwerven van steun was de maatschappelijke verankering van de Rex-burgemeester in zijn lokale gemeenschap. Ook omgekeerd gold: als de oorlogsburgemeester niet afkomstig was uit het dorp zelf, was het onwaarschijnlijk dat die op veel hulp kon rekenen na de oorlog. Ook de mate waarin de ‘Rex-burgemeester’ met zijn Nazistische overtuiging te koop liep tijdens zijn bestuur, speelde een rol maar was niet voldoende. Enkel wanneer de verdachte ‘Rex-burgemeester’ iemand persoonlijk schade had berokkend, door de betrokkene bijvoorbeeld te verklikken, liet men zich negatief uit jegens de verdachte ‘Rex-burgemeester’.

Het is echter belangrijk op te merken dat de steunbrieven en gunstige petities die de onschuld van de verdachte ‘Rex-burgemeesters’ bepleitten, niet per definitie wezen op een positieve inschatting van de lokale gemeenschap ten aanzien van de burgemeester. Deze brieven konden ook het resultaat zijn van gewiekst opgezette ronselcampagnes van de familie of de advocaat van de verdachte.

Of bovenstaande conclusies voor de Rex-burgemeesters kunnen worden doorgetrokken naar de bredere groep van Franstalige collaborateurs is niet duidelijk. ‘Rex-burgemeesters’ vormen namelijk een heel specifieke groep binnen de diverse groep van collaborateurs. Vanuit hun bestuurlijke functie konden ze zich bijna altijd beroepen op verrichte daden ten dienste van de gemeenschap. Andere, gewone rexisten hadden die mogelijkheid niet. Hoe de Franstalige samenleving in België stond ten opzichte van de ‘kleinere’ Franstalige collaborateurs is dus, net als voor Vlaanderen, een bijzonder relevante en interessante kwestie. Was het hebben van een rexistische overtuiging voldoende om tijdens en na de oorlog uit alle sociale netwerken te worden gestoten? Iets dat voor Vlaanderen voor onwaar wordt aangenomen, maar dat ook nader onderzoek verdient. Het antwoord hierop zou ons heel wat wijzer maken over de manier waarop de Belgische samenleving zich door de jaren heen rekenschap heeft gegeven aan dit ‘onverwerkte verleden’.

 

 

 

Bibliografie

Opgave van bronnen en literatuur.

Onuitgegeven bronnen.

  • Archief van het Auditoraat-Generaal. (Algemeen Rijksarchief 2, Brussel. Depot Joseph Cuvelier, Hopstraat 26-28)

Auditoraat-Generaal, dossier nr. 833/46, Achilles Lassoie

Auditoraat-Generaal, dossier nr. 62/47, Albert Cornet

Auditoraat-Generaal, dossier nr. 69/46, Alphonse Draelants

Auditoraat-Generaal, dossier nr. 346/46, Antoine Gaspar

Auditoraat-Generaal, dossier nr. 854/46, Armand Assoignon

Auditoraat-Generaal, dossier nr. 57/44, Armand Godfroid

Auditoraat-Generaal, dossier nr. 233/46, Armand Ramioul

Auditoraat-Generaal, dossier nr. 27/47, Arthur Staquet

Auditoraat-Generaal, dossier nr. 1521/45, Edmond Leclercq

Auditoraat-Generaal, dossier nr. 53/46, Emile Renson

Auditoraat-Generaal, dossier nr. 1128/46, Fernand Evrard

Auditoraat-Generaal, dossier nr. 329/45, François Gorez

Auditoraat-Generaal, dossier nr. 138/46, Gustave Thibaut

Auditoraat-Generaal, dossier nr. 57/47, Jacques Houbiers

Auditoraat-Generaal, dossier nr. 867/46, Jules Coppin

Auditoraat-Generaal, dossier nr. 485/46, Jules Delloye

Auditoraat-Generaal, dossier nr. 2347/46, Jules Durant

Auditoraat-Generaal, dossier nr. 493/46 Jules Ruelle

Auditoraat-Generaal, dossier nr. 253/46, Julien Leroy

Auditoraat-Generaal, dossier nr. 222/47, Léon Staquet

Auditoraat-Generaal, dossier nr. 555/45, Léon Henricot

Auditoraat-Generaal, dossier nr. 1031/45, Lucien Rensonnet

Auditoraat-Generaal, dossier nr. x/45, Lucien Eichorn

Auditoraat-Generaal, dossier nr. 1835/45, Marc Stordeur

Auditoraat-Generaal, dossier nr. 220/46, Marcel Stavelot

Auditoraat-Generaal, dossier nr. x/46, Maurice Houyet

Auditoraat-Generaal, dossier nr. 307/47, Maximilien Jadoul

Auditoraat-Generaal, dossier nr. 1033/45, René Richard

Auditoraat-Generaal, dossier nr. 45/46, Zéphir Denys

Artikels.

  • AERTS (K.), “De bestraffing van de collaboratie na de Tweede Wereldoorlog: mild in Vlaanderen en streng in Franstalig België?” In: Wetenschappelijke Tijdingen, jg. 73, nr. 1, 2014, pp. 34-65
  • AERTS (K.), “De Bestraffing van de Collaboratie na de Tweede Wereldoorlog: beeldvorming en onderzoek. In:  Bijdragen tot de Eigentijdse Geschiedenis , nr. 21, 2009, pp. 55–92
  • AERTS (K.), “Van een onverwerkt naar een onvermoed verleden:  de historiografie over de bestraffing van de collaboratie na de Tweede Wereldoorlog.”, in: Belgische vereniging voor Nieuwste Geschiedenis. Mededelingenblad, jg. 30, nr.3, 2008, pp. 21-24
  • CARLIER (J.), ‘De wil tot weten en de list van de leugen, methodologische suggesties voor de historische kritiek van gerechtelijke bronnen met het oog op de studie van seksualiteitsbeleving from below’, in: Belgisch Tijdschrift voor Nieuwste Geschiedenis, nr. 3-4, 2008, pp. 299-322
  • CONWAY (M.), “Building the Christian City: Catholics and Politics in Inter-War Francophone”, in: Past & Present, Nr. 128 (Aug., 1990), pp. 117-151
  • DAMSMA (J.) en SCHUMACHER (E.), “De strijd om Amsterdam. Een nieuwe benadering in het onderzoek naar de NSB” in: BMGN, vol. 124, nr. 3 (2009), pp. 329-349
  • DE WEVER (B.), LAGROU (P.), ROUSSEAUX (X.), e.a., “Oorlogstrauma’s achter slot en grendel.” DE STANDAARD 26/06/2013
  • DE WEVER (B.), “Laat nu eindelijk ook de geschiedenis oordelen”, in: Dirk Luyten en Chantal Kesteloot (red.), Acta van de studiedag over het gebruik van de gerechtelijke archieven m.b.t. de repressie na de Tweede Wereldoorlog – Dossier: Repressie en gerechtelijke archieven: problemen en perspectieven. Brussel, CEGES/SOMA, 2003, pp. 28-33
  • GREVERS (H.), “Enkel en alleen in dit geval. Pleidooien voor de vrijlating van voormalige collaborateurs na de Tweede Wereldoorlog in Nederland.” In: BMGN, vol . 124, nr. 3 (2009), pp. 368-390
  • HORVAT (S.), “Het verloop van de incivismeprocessen voor de militaire rechtbanken 1944-1949”, in: Dirk Luyten en Chantal Kesteloot (red.), Acta van de studiedag over het gebruik van de gerechtelijke archieven m.b.t. de repressie na de Tweede Wereldoorlog – Dossier: Repressie en gerechtelijke archieven: problemen en perspectieven. Brussel, CEGES/SOMA, 2003, pp. 3-23
  • KESTELOOT (C.), “Il ne s’agit pas ici d’un best-seller de qualité incertaine. Enkele echo’s bij het verschijnen van l’An 40”, in: CHTP-BEG, nr. 15, 2005, pp. 461-462
  • LUYTEN (D.), “Over strafdossiers en sociale verhoudingen. De Schelde te Vlissingen in de Tweede Wereldoorlog”, in: Onvoltooid Verleden. Kwartaalblad voor de geschiedenis van sociale bewegingen. Den Haag, 2003, nr. 17, pp. 53-68
  • LUYTEN (D.) en MAGITS (M.), “Aspecten van de werking van de krijgsauditoraten en de rekrutering van militaire parketmagistraten na de Tweede Wereldoorlog”, in: Belgisch Tijdschrift voor Nieuwste Geschiedenis, 1998, pp. 206-223
  • MARCOT (F.), « La Résistance et la population : Jura 1944 : Relations d’une avant-garde et des masses, in : Guerres mondiales et conflits contemporains, nr. 146 (April 1987), pp. 99-104
  • MINE (J.-Y.), “De raadpleging van de archieven van de repressie: procedures, mogelijkheden en beperkingen”, in: Dirk Luyten, Chantal Kesteloot (red.), Acta van de studiedag over het gebruik van de gerechtelijke archieven m.b.t. de repressie na de Tweede Wereldoorlog – Dossier: Repressie en gerechtelijke archieven: problemen en perspectieven. Brussel, CEGES/SOMA, 2003, pp. 24-27
  • VAN GOETHEM (H.), “Historicus tussen hamer en aambeeld. Het collectieve geheugen in België anno 2001, t.a.v. collaboratie, Nieuwe Orde en Jodenvervolging in 1940-1944.”, in: Bijdragen tot de Eigentijdse Geschiedenis, 2001, nr. 9, pp. 237-239
  • VRINTS (A.), “Patronen van polarisatie. Homicide in België tijdens de Tweede Wereldoorlog”, in:  Bijdragen tot de Eigentijdse Geschiedenis, nr. 15, 2005, pp. 177-204
  • VRINTS (A.), Alles is van ons. Anonieme brieven over de voedselvoorziening in Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog.”, in: BMGN, deel 126, nr. 3, pp. 25-51
  • WILLEQUET (J.), “Les fascismes belges  et la seconde guerre mondiale », in : Revue d’Histoire de la Deuxième Guerre mondiale.17e jaargang, nr. 66, sur le fascisme (april 1967), pp. 85-109
  • WOUTERS (N.), “Strafdossiers –en zuiveringsdossiers na WO II als bron voor lokale geschiedschrijving”, in: Bladwijzer, 2012, nr. 5, pp. 1-18

Onuitgegeven licentiaatsverhandelingen.

  • BODELET (J.), Le rexisme dans la Province de Luxembourg (1940-1944). Luik, onuitgegeven licentiaatsverhandeling Universiteit Luik (promotor Prof. Dr. Francis Balace), 1996
  • GREVERS (H.), Enkel en alleen in dit geval. Onderzoek naar de brieven à décharge die werden geschreven ten behoeve van de vrijlating van politieke delinquenten na de Tweede Wereldoorlog in Nederland. Utrecht, onuitgegeven licentiaatsverhandeling Universiteit Utrecht (promotor Prof. Dr. de Haan), 2008
  • LAURENT (A.), L’opinion publique face à la répression de l’incivisme en Belgique (6 septembre 1944- 20 mars 1946). Louvain-la- Neuve, onuitgegeven licentiaatsverhandeling Université Catholique de Louvain, 1981
  • MATTHE (S.), Het ‘tweede deel van de repressie’: de vrijlatings-en strafverminderingspolitiek na de Tweede Wereldoorlog. Gent, onuitgegeven licentiaatsverhandeling Universiteit Gent (promotor Prof. Dr. Gita Deneckere), 2002
  • PLISNIER (F.), Le rexisme et l’Ordre Nouveau dans la région de Charleroi de 1933 à 1944. Brussel, onuitgegeven licentiaatsverhandeling Université Libre de Bruxelles, 2002

 

Onuitgegeven doctoraatsverhandelingen.

  • DAMSMA (J.), Nazi’s in the Netherlands. A Social History of National Socialist collaborators 1940-1945. Amsterdam, onuitgegeven doctoraatsverhandeling Universiteit Amsterdam (promotor: Prof. Dr. Peter Romijn), 2013
  • VRINTS (A.), Het theater van de straat: publiek geweld, respectabiliteit en sociabiliteit in Antwerpen (ca. 1910-1950). Gent, onuitgegeven doctoraatsverhandeling Universiteit Gent (promotor: Prof. Dr. Bruno De Wever), 2006
  • WOUTERS (N.), Oorlogsburgemeesters (1940-1945). Lokaal Bestuur en Nieuwe Orde in België, Nederland en Noord-Frankrijk. Gent, onuitgegeven doctoraatsverhandeling (promotor: Prof. Dr. Bruno De Wever), 2004

Literatuur.

  • AERTS (K.), Repressie zonder maat of einde? De juridische reïntegratie van collaborateurs in de Belgische Staat na de Tweede Wereldoorlog. Gent, Academia Press, 2014
  • ARON (P.) en GOTOVITCH (J.) (red.), Dictionnaire de la Seconde Guerre mondiale en Belgique. Brussel, André Versailles éditeur, 2008
  • BALACE (F.), “Collaboratie en repressie in Wallonië: anders bekeken?”, in: José Gotovitch en Chantal Kesteloot (red.), Het gewicht van het oorlogsverleden. Gent, Academia Press, 2003
  • BEETHAM (D.), The Legitimation of Power. Basingstoke, Mac Millan, 1991
  • BEYEN (M.), “Zwart wordt van langs om meer Vlaamsgezinde massa”, in: Gotovitch (J.) en Kesteloot (C.), eds. Het gewicht van het oorlogsverleden. Gent, Academia Press, 2003
  • COLLIGNON (A.), “De collaboratie in Franstalig België: autopsie post-mortem”, in: José Gotovitch en Chantal Kesteloot, Het gewicht van het oorlogsverleden. Gent, Academia Press, 2003
  • COLLIGNON (A.) en KESTELOOT (C.), “ ‘Nazis durant les guerres’. De visie op de Vlaamse collaboratie in Wallonië en Brussel.”, in: José Gotovitch en Chantal Kesteloot (red.), Het gewicht van het oorlogsverleden. Gent, Academia Press, 2003
  • COLLIGNON (A.), “le nouvel ordre communal”, in: Francis Balace (red.), Jours de Guerre. Jours mêlés. Brussel, Crédit Communal, 1997, pp. 35-91
  • CONWAY (M.), OLESEN (N.W.) en WOUTERS (N.), “The War for Legitimacy on the local level”, in: Martin Conway en Peter Romijn (red.), The war on legitimacy in politics and culture 1936-1946. Oxford, New York, 2008
  • CONWAY (M.), Collaboratie in België. Degrelle en het rexisme, 1940-1944. Groot-Bijgaarden, Globe, 1994
  • CONWAY (M.), Collaboration in Belgium. Léon Degrelle and the Rexist movement 1940-1944. New Haven, Yale University Press, 1993
  • CONWAY (M.), “Justice in postwar Belgium: popular passions and Political Realities.”, in: Istvan Déak, Jan T. Gross en Tony Judt (red.), The politics of retribution. World War II and its aftermath. Princeton, Princeton University Press, 2000, pp. 133-156
  • DAMSMA (J.) en SCHUMACHER (E.), Hier woont een NSB’er. Nationaal-Socialisten in bezet Amsterdam. Amsterdam, Boom, 2010
  • DE BRUYNE (E.), Les Wallons meurent à l’Est, La Légion Wallonie et Léon Degrelle sur le front russe, 1941-1945. Bruxelles, Didier Hatier, 1991
  • DENUIT (D.), “Het Waalse platteland tijdens de bezetting”, in: 1940-1945. Het dagelijkse leven in België. 21 december 1984-3 maart 1985. Brussel, ASLK-Galerij, 1984
  • DERINE (R.), Repressie zonder maat of einde?  Leuven, Davidsfonds, 1978
  • DE WEVER (B.), “Septemberweerstanders, Flaminboches en idealistische Oostfrontstrijders. De collaboratie in België: onverwerkt verleden?”, in: La Résistance et les européens du Nord. Het Verzet en Noord-Europa. Centre de recherches et d’Etudes historiques de la Seconde Guerre mondiale, Brussel, 1994, pp. 384-392
  • DE WEVER (B.), “Goede Belgen, Foute Vlamingen, Grijze Nederlanders”, in: Eric Corijn (red.), Collaboratie in Vlaanderen. Vergeten en vergeven?  Antwerpen, Manteau, 2002, pp. 59-61
  • DE WEVER (B.), “Van wierook tot gaslucht: de beeldvorming over de Vlaams-nationalistische collaboratie tijdens de Tweede Wereldoorlog in de Vlaamse historiografie”, in: Docendo discimus: liber amicorum Romain van Eenoo. Gent, Academia Press, 1999
  • DE WILDE (M.), België in de Tweede Wereldoorlog. Deel 5: De kollaboratie. Kapellen, Uitgeverij Pelckmans, 1985
  • DHONDT (S.), HUYSE (L.), e.a., Onverwerkt verleden: collaboratie en repressie in België 1942-1952. Leuven, Kritak, 1994
  • DUMOULIN (M.) (red.), Nieuwe geschiedenis van België. Tielt, Lannoo, 2005-2009, 2 V.
  • ETIENNE (J.-M.), Le mouvement rexiste jusqu’en 1940. Parijs, Colin, 1968
  • GERARD-LIBOIS (J.) en GOTOVICH (J.), L’An 40. La Belgique occupée. Brussel, CRISP, 1971
  • GILISSEN (J.), Etude Statistique de la répression de l’incivisme. Leuven, Rega, 1951
  • GOTOVITCH (J.) en KESTELOOT (C.) (red.), Het gewicht van het oorlogsverleden, Gent, Academia Press, 2003
  • GREVERS (H.), Van landverraders tot goede vaderlanders. De opsluiting van collaborateurs in Nederland en België, 1944-1950. Amsterdam, Uitgeverij Balans, 2013
  • HUYSE (L.), “The Criminal Justice System As a Political Actor in Regime Transitions: The Case of Belgium, 1944-50.” In: Istvan Déak, Jan T. Gross en Tony Judt (eds.), The Politics of Retribution in Europe. World War II and its Aftermath. Princeton, Princeton University Press, 2000
  • JACQUEMYNS (G.) en STRUYE (P.), La Belgique sous l’Occupation allemande ( 1940-1944). Brussel, Editions Complexe, 2002
  • KEDWARD (H. R.), “Le monde rural face au maquis”, in: La Résistance et les Français : lutte armée et maquis : colloque international de Besançon 15-17- juin 1996. Besançon, Presses Université Franche-Comte, 1996
  • KEDWARD (H. R.), In search of the maquis: rural resistance in Southern France 1942-1944. Oxford, Clarendon Press, 1994
  • KORNIS (C.), “La Hulpe sous l’occupation allemande (1940-1944)”. In:  Jean Lory, Seminaires d’histoire contemporaine 1986-1987. Université Catholique de Louvain
  • LUYTEN  (D.), Burgers boven elke verdenking? Vervolging van economische collaboratie in België na de Tweede Wereldoorlog. Brussel, VUB Press, 1996
  • LORY (J.), Séminaires d’histoire contemporaine consacrés à la vie quotidienne pendant la Seconde Guerre mondiale en Brabant wallon, Hainaut et Namurois (1984-1998),onuitgegeven reeks seminarieoefeningen, UCL, 1984-1998
  • PAXTON (R. O.), La France de Vichy: 1940-1944. Parijs, Seuil, 1973
  • PLISNIER (F.), Te wapen voor Hitler. Gewapende collaboratie in Franstalig België. Antwerpen, Manteau, 2008
  • ROMIJN (P.), Burgemeesters in Oorlogstijd. Besturen onder Duitse bezetting. Amsterdam, Uitgeverij Balans, 2006
  • RZOSKA (B.), Zij komen allen aan de beurt, de Zwarten. Het kamp van Lokeren. Leuven, Davidsfonds, 1999
  • SAX (A.), Voor Vlaanderen, Volk en Führer. De motivatie en het wereldbeeld van de Vlaamse collaborateurs 1940-1945. Antwerpen, Manteau, 2012
  • SEBERECHTS (F.), Ieder zijn zwarte: verzet, collaboratie en repressie. Leuven, Davidsfonds, 1994
  • SEBERECHTS (F.) en VERDOODT (F.-J.), Leven in twee werelden. Belgische collaborateurs en de diaspora na de Tweede Wereldoorlog. Leuven, Davidsfonds, 2009
  • SIMON (M.), Jeunesse Rexiste et Légionnaire (1940-1945). Du feu du camp au coup de feu. La Gleize, Michel Simon, 1995 
  • STRANGE (C.), “Stories of their lives: the historian and the capital case file” in: Franca Iacovetta en Wendy Mitchinson (red.), On the case. Explorations in social history. Toronto, London University of Toronto Press, 1998, pp. 25-48.
  • STRUYE (P.), l’évolution du sentiment publique dans la Belgique sous l’occupation allemande. Brussel, Editions Lumière, 1945
  • SWEETS (J.), “Clermont Ferrand et les maquis”, in : La Résistance et les Français : lutte armée et maquis : colloque international de Besançon 15-17- juin 1996. Besançon, Presses Université Franche-Comte, 1996
  • VAN DEN WIJNGAERT (M.)(red.), België tijdens de Tweede Wereldoorlog. Antwerpen, Standaard Uitgeverij, 2004
  • WOUTERS (N.), Oorlogsburgemeesters 1940-1944. Lokaal bestuur en collaboratie in België. Tielt, Lannoo, 2004
  • WOUTERS (N.), De Führerstaat. De overheid en collaboratie in België (1940-1944). Tielt, Lannoo, 2007
  • WOUTERS (N.), “Localisation in the Age of Centralisation: local government in Belgium and Nord-Pas-de-Calais (1940-1944)”, in: Bruno De Wever, Herman Van Goethem, Nico Wouters (red.), Local Government in Occupied Europe. Gent, Academia Press, 2006

 

 

Websites.

 

Universiteit of Hogeschool
Geschiedenis
Publicatiejaar
2015
Kernwoorden
Share this on: